PDA

Bekijk Volledige Versie : De onvrede in Iran gaat licht gekleed



Simon
11-07-03, 17:17
De onvrede in Iran gaat licht gekleed


Deze week weer protesteerden duizenden Iraniërs tegen het regime. Maar veel jongeren hebben zich van de politiek afgekeerd.


Door onze redacteur Carolien Roelants


TEHERAN, 11 JULI. De meisjes van Teheran dragen tegenwoordig lichte linnen jasjes, haast transparant zo licht, getailleerd, over broeken van hetzelfde materiaal. Voor omgerekend 50 euro kan je ze krijgen bij Zara in de Iraanse hoofdstad, of het eveneens Spaanse MNGO, maar elders zijn ze goedkoper. De jasjes reiken zo kort als de draagster waagt: meestal tot iets boven de knie, maar soms vér erboven, in elk geval met splitten opzij die vrolijk opwapperen in de wind. De kleuren zijn licht deze zomer: wit, lichtblauw, grijs. Maar als je naar een concert van het Teheran Philharmonisch gaat, kan het ook turquoise zijn, of rood.

De wijde zwarte chador die elke vrouw in een non verandert en vroeger standaard was, overheerst nog in de heilige stad Qom - primitief, wordt smalend gezegd in de Iraanse hoofdstad - maar is in de uitverkochte concertzaal een volstrekte uitzondering. Zelfs het gezelschap van de onderminister van Buitenlandse Zaken op de eerste rij is niet meer in het zwart gehuld.

De moraalpolitie heeft van het voorjaar in een paar boutiques invallen gedaan om beslag te leggen op deze onfatsoenlijke kleding en de productie ervan verboden, maar dat heeft geen invloed gehad. Die invallen zijn ook meer om te laten zien dat er nog iemand oplet, dat niemand gaat denken dat álles maar kan. Maar de modernisering van de straat is onstuitbaar.

Dat kan je zien aan de oprukkende fastfoods als de succesvolle keten Boof en het nieuwe Aziatische restaurant Monsoon, dat evengoed in New York of Amsterdam zou kunnen staan. Of aan het popfestival op het terrein van het Azadi-stadion, mét vergunning van het nieuwgekozen conservatieve gemeentebestuur van Teheran. Het is de larmoyante Iraanse pop - lang geen rock of heavy metal - en het wordt nog bijna een rel als in de plaats van de populaire groep Arian die is aangekondigd een imitatie optreedt. Maar imam Khomeiny, de stichter van de Islamitische Republiek, moet zich in zijn graf omdraaien. Dit kan nooit zijn wat hij in gedachten had.

Toch zitten de meisjes van de jasjes en het popfestival boordevol onvrede. Wat ze de laatste jaren aan vrijheid hebben veroverd, is maar heel oppervlakkig. Het is niet zozeer die verplichte hoofddoek, die hoort er gewoon bij. Ze kunnen niet vrijuit spreken, en vandaag worden ze mischien ongemoeid gelaten in de cafés waar ze hun vrienden ontmoeten, maar zekerheid hebben ze niet.

Sara en Maya*, begin-twintigers, afgestudeerd en een baan, zijn vertegenwoordigers van de snel groeiende groep hoogopgeleide jongeren in Iran. Ze zijn diep teleurgesteld in president Khatami die in 1997 als hervormer door een overgrote meerderheid van de zeer jeugdige bevolking werd gekozen en in 2001 herkozen.

,,Hij heeft alleen maar over vrijheid gepraat om de mensen voor hem te laten stemmen'', zegt Maya. ,,En het (eveneens hervormingsgezinde) parlement is precies hetzelfde. Ze spelen allemaal onder een hoedje om het land en het volk onder hun controle te houden.'' ,,De mensen zijn misleid doordat Khatami het over vrijheid had'', zegt Sara. ,,Maar er is nog steeds geen vrijheid om te zeggen wat je wil, om alles te dragen wat je wilt. Ze bemoeien zich met je privéleven. Je weet niet zeker of je veilig bent of niet.''

Voor de Amerikaanse regering, die het Iraanse regime beschouwt en bestrijdt als macht van het kwaad, zijn de door studenten ontketende protesten van drie, vier weken geleden, die voor duizenden mensen aanleiding waren avonden achtereen toeterend in hun auto's hun onvrede met het regime te uiten, teken van een naderende ommekeer. Maar daar geloven Sara en Maya niet zo in. Ze hebben ook niet meegedaan aan de demonstraties - dat is meer voor de moeders van hun generatie. Die herinneren zich de hoofddoekloze tijd vóór de islamitische revolutie, zitten thuis en ,,worden gehersenspoeld door de Iraanse satelliettelevisie uit Los Angeles'', zeggen ze. ,,Veel jongeren zoals ik willen niets meer te maken hebben met politiek'', zegt Sara. ,,Ik evenmin'', zegt Maya, ,,en mijn vrienden denken er net zo over. Die lezen ook geen kranten meer. Ze hebben zich in hun eigen kring teruggetrokken.''

De recente reeks boze open brieven aan de Opperste Leider en ondersteunende verklaringen van respectievelijk 135 (van de 290) parlementsleden en 253 bekende intellectuelen laat hen volstrekt koud. De ondertekenaars klagen daarin dat de niet-gekozen machtsorganen van de conservatieven onoverkomelijke obstakels zijn geworden voor het gekozen parlement. ,,De stem van de natie telt niet'', aldus de brief van de parlementariërs aan de Leider die zelf de machtigste van die niet-gekozen machtsorganen is, ,,en de meerderheid van de natie is ontevreden''. De intellectuelen voegen daaraan toe dat de ,,islam wordt misbruikt voor sinistere doeleinden'', namelijk voor het behoud van politieke macht door de conservatieve minderheid. ,,Wij, de ondertekenaars, drukken onze totale ontevredenheid uit met de heersers van Iran.''

Dat is nogal wat in de Iraanse verhoudingen, waar de rechterlijke macht zonder enig probleem kranten verbiedt en critici gevangen zet, en de straatvechters van de Ansar Hezbollah, de stoottroepen van de revolutie, betogers in elkaar rammen en parlementsleden intimideren. Maar Sara wuift de open brieven weg. ,,Ik heb ervan gehoord. Het interesseert me niets.''

In de coffeeshop van een shabby hotel in een volksbuurt van Teheran bevestigen vier studentenleiders dat veel jongeren zich van de politiek hebben afgekeerd. Hojatollah Sharifi, van het Bureau ter Consolidering van de Eenheid zoals de belangrijkste studentenorganisatie heet, noemt als een van hun voornaamste taken om de studenten uit hun ,,neutraliteit'' te halen. ,,Het grootste deel van de studenten is niet-politiek'', voegt zijn collega Reza Ameri eraan toe. ,,Het is niet zo dat ze geen politieke verandering zouden willen'', zegt hij. ,,Maar ze hebben geen hoop. Ze hebben geen hoop op een politieke oplossing.''

Niet voor niets zoeken jaarlijks duizenden jonge Iraniërs hun heil in het buitenland: een van Irans belangrijkste exportproducten wordt wel gespot.

Hoe kan het ook anders, als het parlement geen kant op kan, het antwoord van de autoriteiten op elk protest uit nieuwe arrestaties bestaat en conservatieve ayatollahs publiekelijk zeggen dat wie protesteert ,,oorlog voert tegen God'' en meedogenloos moet worden aangepakt? Van Sharifi's en Ameri's medestanders zijn er de laatste weken tientallen opgepakt, en zelf kunnen ze ook elk moment worden aangehouden (Ameri werd twee dagen geleden inderdaad gearresteerd).

Hún weerhoudt dat niet van politieke actie voor democratische hervorming van het bestel, ,,want in de wereld van vandaag is geen plaats voor dictators''. Maar ze onderstrepen dat dit wel ,,op een beschaafde manier'' moet gebeuren, absoluut geweldloos: Mahatma Gandhi is hun voorbeeld. De weg is die van structurele hervorming. Ze zien dan wel waar ze uitkomen: als de mensen in verkiezingen laten blijken dat ze geen islamitische republiek meer willen, dan moet die verdwijnen.

Hoe dan ook: in geen geval revolutie. Want revolutie is een heel onzekere zaak, zo hebben de Iraniërs geleerd van de revolutie tegen de sjah in 1979. Seculiere groepen werden toen vakkundig door Khomeiny en zijn mullahs geneutraliseerd.

,,Je weet niet waar je uitkomt'', waarschuwt Ameri. ,,Je zou in een ander autoritair systeem kunnen terechtkomen, daar zie je veel voorbeelden van in de Iraanse geschiedenis.'' ,,Het zou nog erger kunnen worden'', meent Sara.

En ook de steun van de Amerikanen kan worden gemist. ,,We moeten het zelf doen'', vindt Maya. ,,De Amerikanen zullen ons willen gebruiken.'' De studenten wijzen erop dat de conservatieven de Amerikaanse steunbetuigingen voor de protesten van vorige maand hebben gebruikt om er het label 'made in US' op te plakken. Dat leidt alleen tot hardere onderdrukking. En daar schiet je helemaal niets mee op.

Vraag aan Maya en Sara: van wie moet dan de verandering komen? Het antwoord komt haast in één adem: ,,Niet van onze generatie.''

*Maya en Sara wilden voor hun veiligheid niet met naam en toenaam in de krant komen. Voor de studentenleiders geldt juist dat naamsbekendheid een zekere mate van bescherming biedt.

bron: NRC