Marsipulami
14-07-03, 17:08
NIEUWKOMERS IN HET PARLEMENT
Omdat je het zelf moet doen
08 juli 2003
Bij de afgelopen verkiezingen deden ze het opvallend goed: Mimount Bousakla werd rechtstreeks verkozen voor de Senaat, Anissa Temsamani veroverde totaal onverwacht een zitje in de Kamer. Jong, vrouw en allochtoon: het parlement krijgt een nieuw gezicht.
© Guy Kokken
Anissa Temsamani (36) nam haar vader mee naar de eedaflegging in de Kamer. "We mochten maar één persoon meenemen. Met mijn moeder had ik al in de krant gestaan, vandaar. Ik zag de tranen in zijn ogen, het was voor ons allebei een emotioneel moment."
Op de lijst stond ze op een zevende, haast onverkiesbare plaats en toch behaalde ze genoeg voorkeurstemmen voor een kamerzetel. Ook bij de Antwerpse districtsschepen Mimount Bousakla (31) was het feest: "Ik ben erin geslaagd mijn ouders politiek bewust te maken. Ik zie dat als een kleine overwinning, mijn vader vond politiek vroeger gevaarlijk."
Voor een dubbelinterview waren ze allebei meteen te vinden. Temsamani: "Media-aandacht is zeker voor ons belangrijk. Zo wordt duidelijk dat migranten geen uniforme groep vormen. Er is diversiteit, zelfs binnen dezelfde politieke formatie." Dat de twee SP.A-politica's een totaal verschillend temperament hebben, blijkt terstond.
Bousakla, zelfbewust coauteur van een bundel columns met de veelzeggende titel Couscous met frieten, is een echt kemphaantje. Een spraakwaterval ook: als interviewer krijg je nauwelijks de kans haar betoog met vragen te onderbreken. Vanaf haar zestiende actief bij de Jongsocialisten is ze op haar manier al een politiek veterane.
Temsamani, tot voor kort medewerkster van Johan Vande Lanotte op het kabinet van Begroting en Maatschappelijke Integratie en alleenstaande moeder van drie dochters, maakt een merkwaardig ontspannen en beminnelijke indruk, ondanks een overvolle agenda en ook al vraagt haar oudste telefonisch assistentie bij het blokken. De twee nieuwkomers in het parlement doen niet voor elkaar onder in strijdvaardigheid, zoveel is duidelijk, maar ze leggen wel verschillende klemtonen.
KAPPER ALI WORDT KAPPER ALAIN
Waarom zijn jullie in de politiek gestapt?
Anissa Temsamani: Ik haal mijn motivatie uit wat ik rondom mij zie gebeuren. Persoonlijk heb ik bijzonder weinig last gehad van discriminatie. Ik ben de oudste van vier kinderen, mijn ouders vestigden zich in de jaren zestig in Mechelen. Toen werden buitenlanders ingehaald als exotische vruchten, ze werden nauwelijks aangesproken op hun anders-zijn. Mijn vader was de zoon van een imam, maar we leefden niet echt als praktiserende moslims. Moeder en vader hadden allebei werk, ze integreerden gemakkelijk en hadden veel contacten met Vlamingen.
Mijn vader was een van de eerste Marokkanen in Mechelen die vond dat je niet in hokjes kon leven. Eind jaren zestig richtte hij een voetbalclub op waarin Vlaamse, Marokkaanse, Turkse en Italiaanse jongeren speelden. Zijn voorbeeld is voor mij altijd een inspiratie geweest: het samenleven van culturen kan een verrijking zijn. Ik heb wél mijn buik vol van het integratiediscours zoals het meestal gevoerd wordt: "We zullen die Marokkanen eens een beetje betuttelen."
Nee, het moet gaan over gelijke rechten én plichten. Dat houdt ook in dat iedereen recht heeft op degelijk onderwijs en toegang tot de arbeidsmarkt. Want ik heb ook de keerzijde van de medaille gezien: op middelbare leeftijd verloren mijn ouders door saneringen hun job en kwamen ze niet meer aan de bak. En een van mijn broers kon alleen in een chique kapperszaak beginnen als hij Alain werd, in plaats van Ali.
Mimount Bousakla: Van jongs af was ik heel gevoelig voor onrecht, ik wilde vooruit komen, het verder schoppen dan de vrouwen in mijn familie. Mijn interesse voor politiek dateert van de periode dat er voor het eerst sprake was van stemrecht voor migranten. Dat lokte bepaalde uitspraken over asielzoekers uit, waarop er in mijn familie dan weer werd gereageerd met "Zie je wel, het zijn allemaal racisten." Terwijl ik toen al doorhad: "Nee, Tobback bedoelt gewoon dat het nog niet haalbaar is." Maar het was allemaal zo moeilijk om uit te leggen.
Op mijn zestiende ben ik lid geworden van de Jongsocialisten, later werd ik voorzitter van de afdeling Leuven, waar ik de enige vrouw was. Meteen realiseerde ik mij dat er ook bij de Vlamingen nog veel werk aan de winkel was om vrouwen politiek geëngageerd te maken. Van nature ben ik heel kritisch, soms nam ik keiharde standpunten in, ook tegen mijn eigen partij. Leona Detiège sprak mij daarover aan: "Mimount, je uit vaak kritiek op ons, neem dan ook je verantwoordelijkheid op je en doe mee aan de verkiezingen." Dat is nu ook mijn reactie tegen mensen die alleen maar hun ongenoegen spuien over die zakkenvullers': "Doe iets, engageer je!" Leona en Paula D'Hondt zijn mijn grote voorbeelden in de politiek.
Ik volg de actualiteit op de voet en ik kan het moeilijk ontkennen: vrouwen worden over het algemeen harder aangepakt in de politiek. Patrick Janssens heeft gelijk als hij zegt dat wij onze eigen netwerken moeten creëren.
Waarom zijn er meer vrouwelijke dan mannelijke allochtonen actief in de politiek?
Mimount Bousakla: Vergelijk het met de studieresultaten van allochtone meisjes en hun kansen op de arbeidsmarkt. Meisjes hebben minder vrijheid, ze leven meer binnenshuis en vallen dan terug op lezen en studeren, waardoor ze meer intellectuele bagage hebben en strijdvaardiger worden.
Anissa Temsamani: Bij ons thuis werden alle kinderen gestimuleerd om te studeren. Mijn mama had een goede opleiding kunnen krijgen, maar ze werd verliefd op een boerenjongen en gaf alles op om met hem te kunnen trouwen. Het was echt een relatie uit liefde, lang niet alle Marokkaanse huwelijken zijn gearrangeerd, zoals het cliché het wil. Maar goed, mijn ouders hebben allebei veel kansen gemist en hebben er dus alles aan gedaan opdat wij zouden studeren.
Maar migrantenmeisjes kunnen in het algemeen op meer welwillendheid rekenen dan hun broers?
Mimount Bousakla: Het negatieve imago van migrantenjongens in de media speelt zeker een rol. Een werkgever die een allochtoon meisje in dienst neemt, weet van tevoren: met haar ga ik geen last hebben, die doet haar werk en daarna gaat ze braaf naar huis. Voor jonge mannen zijn ze meer op hun hoede, precies door dat negatieve imago. Vaak ten onrechte, geen betere Belgen dan mijn twee broers, totaal geëmancipeerd en niet het minst agressief. En zo zijn er heel veel.
Anderzijds denk ik dat vrouwen makkelijker zelf het initiatief nemen. Ik kende de achtergrond van Mercatorbank en Noordstar, maar dat heeft mij niet afgeschrikt om daar als eerste Belgische van Marokkaanse origine te solliciteren. Toen ik in die gigantische aula in Gent binnenkwam, waar meer dan 300 sollicitanten zaten, zonk de moed mij in de schoenen: "Wat kom ik hier doen? Ik maak geen schijn van kans." Maar bij elke selectie was ik erbij. Het laatste onderdeel was een gesprek met de directie en echt waar, ik heb geen spoor van discriminatie gevoeld. Ik denk dat ze gewoon voor de beste kandidate gekozen hebben.
Anissa Temsamani: Ook ik heb bij een financiële instelling gesolliciteerd, maar ik had niet het gevoel dat ik mij moest bewijzen als allochtone. Alles hing af van mijn capaciteiten. Ook op het kabinet had ik die ervaring. Dat zal ook wel aan mijn mentaliteit liggen, denk ik. Ik ben nogal van het klinkt het niet, dan botst het'-type. Als ik al eens het gevoel had minder au serieux genomen te worden, dan was het omdat ik een vrouw was. Niet door mannelijke collega's trouwens, maar door buitenstaanders. Maar net zo goed had ik vaak de indruk dat mijn gesprekspartner blij was met een vrouw te maken te hebben.
Hoe je het ook draait of keert, vrouwen hebben andere gevoeligheden en houden met andere, meer menselijke factoren rekening. Maar uit ervaring weet ik dat de financiële wereld een moeilijke sector is: het gaat om de mensen hun centen, nietwaar.
Mimount Bousakla: Ik heb in elk geval keihard moeten knokken. Enerzijds moest ik mij bewijzen tegenover collega's met vooroordelen, anderzijds tegenover klanten. Allochtone die dachten dat ze van mij alles gedaan zouden krijgen en autochtone die alles extra nauwkeurig gingen narekenen. Maanden heeft het geduurd voor ik als een gewone medewerkster aanvaard werd en ons Mimount' werd. Maar het is wel mooi meegenomen als je op je cv kunt zetten dat je kredietadviseur bij een bank geweest bent.
Ik zou graag veel meer allochtonen achter loketten zien, in de bank, bij de post en in de districtshuizen, om maar iets te zeggen. Nu zie ik ze nog al te vaak uitsluitend in de schoonmaakploegen, terwijl ik weet dat er bijvoorbeeld een potentieel aan juristen is die we zouden kunnen inzetten op vreemdelingenzaken en allerlei andere diensten.
Maar om op je vraag terug te komen: tot nu toe werd er vooral geïnvesteerd in de allochtone vrouwenwerking, vanuit de redenering: eens een vrouw geëmancipeerd is, zal ze erin slagen haar man en haar kinderen te emanciperen. In de praktijk blijkt dat niet zo goed te werken. En zolang we de mannen niet mee hebben, zal het moeilijk blijven. Ook in hen moet worden geïnvesteerd. Mijn verwijt is ook dat de autochtone vrouwen de allochtone niet betrokken hebben bij hun emancipatiestrijd. Als dat dertig jaar geleden was gebeurd, zouden we nu veel verder staan.
Omdat je het zelf moet doen
08 juli 2003
Bij de afgelopen verkiezingen deden ze het opvallend goed: Mimount Bousakla werd rechtstreeks verkozen voor de Senaat, Anissa Temsamani veroverde totaal onverwacht een zitje in de Kamer. Jong, vrouw en allochtoon: het parlement krijgt een nieuw gezicht.
© Guy Kokken
Anissa Temsamani (36) nam haar vader mee naar de eedaflegging in de Kamer. "We mochten maar één persoon meenemen. Met mijn moeder had ik al in de krant gestaan, vandaar. Ik zag de tranen in zijn ogen, het was voor ons allebei een emotioneel moment."
Op de lijst stond ze op een zevende, haast onverkiesbare plaats en toch behaalde ze genoeg voorkeurstemmen voor een kamerzetel. Ook bij de Antwerpse districtsschepen Mimount Bousakla (31) was het feest: "Ik ben erin geslaagd mijn ouders politiek bewust te maken. Ik zie dat als een kleine overwinning, mijn vader vond politiek vroeger gevaarlijk."
Voor een dubbelinterview waren ze allebei meteen te vinden. Temsamani: "Media-aandacht is zeker voor ons belangrijk. Zo wordt duidelijk dat migranten geen uniforme groep vormen. Er is diversiteit, zelfs binnen dezelfde politieke formatie." Dat de twee SP.A-politica's een totaal verschillend temperament hebben, blijkt terstond.
Bousakla, zelfbewust coauteur van een bundel columns met de veelzeggende titel Couscous met frieten, is een echt kemphaantje. Een spraakwaterval ook: als interviewer krijg je nauwelijks de kans haar betoog met vragen te onderbreken. Vanaf haar zestiende actief bij de Jongsocialisten is ze op haar manier al een politiek veterane.
Temsamani, tot voor kort medewerkster van Johan Vande Lanotte op het kabinet van Begroting en Maatschappelijke Integratie en alleenstaande moeder van drie dochters, maakt een merkwaardig ontspannen en beminnelijke indruk, ondanks een overvolle agenda en ook al vraagt haar oudste telefonisch assistentie bij het blokken. De twee nieuwkomers in het parlement doen niet voor elkaar onder in strijdvaardigheid, zoveel is duidelijk, maar ze leggen wel verschillende klemtonen.
KAPPER ALI WORDT KAPPER ALAIN
Waarom zijn jullie in de politiek gestapt?
Anissa Temsamani: Ik haal mijn motivatie uit wat ik rondom mij zie gebeuren. Persoonlijk heb ik bijzonder weinig last gehad van discriminatie. Ik ben de oudste van vier kinderen, mijn ouders vestigden zich in de jaren zestig in Mechelen. Toen werden buitenlanders ingehaald als exotische vruchten, ze werden nauwelijks aangesproken op hun anders-zijn. Mijn vader was de zoon van een imam, maar we leefden niet echt als praktiserende moslims. Moeder en vader hadden allebei werk, ze integreerden gemakkelijk en hadden veel contacten met Vlamingen.
Mijn vader was een van de eerste Marokkanen in Mechelen die vond dat je niet in hokjes kon leven. Eind jaren zestig richtte hij een voetbalclub op waarin Vlaamse, Marokkaanse, Turkse en Italiaanse jongeren speelden. Zijn voorbeeld is voor mij altijd een inspiratie geweest: het samenleven van culturen kan een verrijking zijn. Ik heb wél mijn buik vol van het integratiediscours zoals het meestal gevoerd wordt: "We zullen die Marokkanen eens een beetje betuttelen."
Nee, het moet gaan over gelijke rechten én plichten. Dat houdt ook in dat iedereen recht heeft op degelijk onderwijs en toegang tot de arbeidsmarkt. Want ik heb ook de keerzijde van de medaille gezien: op middelbare leeftijd verloren mijn ouders door saneringen hun job en kwamen ze niet meer aan de bak. En een van mijn broers kon alleen in een chique kapperszaak beginnen als hij Alain werd, in plaats van Ali.
Mimount Bousakla: Van jongs af was ik heel gevoelig voor onrecht, ik wilde vooruit komen, het verder schoppen dan de vrouwen in mijn familie. Mijn interesse voor politiek dateert van de periode dat er voor het eerst sprake was van stemrecht voor migranten. Dat lokte bepaalde uitspraken over asielzoekers uit, waarop er in mijn familie dan weer werd gereageerd met "Zie je wel, het zijn allemaal racisten." Terwijl ik toen al doorhad: "Nee, Tobback bedoelt gewoon dat het nog niet haalbaar is." Maar het was allemaal zo moeilijk om uit te leggen.
Op mijn zestiende ben ik lid geworden van de Jongsocialisten, later werd ik voorzitter van de afdeling Leuven, waar ik de enige vrouw was. Meteen realiseerde ik mij dat er ook bij de Vlamingen nog veel werk aan de winkel was om vrouwen politiek geëngageerd te maken. Van nature ben ik heel kritisch, soms nam ik keiharde standpunten in, ook tegen mijn eigen partij. Leona Detiège sprak mij daarover aan: "Mimount, je uit vaak kritiek op ons, neem dan ook je verantwoordelijkheid op je en doe mee aan de verkiezingen." Dat is nu ook mijn reactie tegen mensen die alleen maar hun ongenoegen spuien over die zakkenvullers': "Doe iets, engageer je!" Leona en Paula D'Hondt zijn mijn grote voorbeelden in de politiek.
Ik volg de actualiteit op de voet en ik kan het moeilijk ontkennen: vrouwen worden over het algemeen harder aangepakt in de politiek. Patrick Janssens heeft gelijk als hij zegt dat wij onze eigen netwerken moeten creëren.
Waarom zijn er meer vrouwelijke dan mannelijke allochtonen actief in de politiek?
Mimount Bousakla: Vergelijk het met de studieresultaten van allochtone meisjes en hun kansen op de arbeidsmarkt. Meisjes hebben minder vrijheid, ze leven meer binnenshuis en vallen dan terug op lezen en studeren, waardoor ze meer intellectuele bagage hebben en strijdvaardiger worden.
Anissa Temsamani: Bij ons thuis werden alle kinderen gestimuleerd om te studeren. Mijn mama had een goede opleiding kunnen krijgen, maar ze werd verliefd op een boerenjongen en gaf alles op om met hem te kunnen trouwen. Het was echt een relatie uit liefde, lang niet alle Marokkaanse huwelijken zijn gearrangeerd, zoals het cliché het wil. Maar goed, mijn ouders hebben allebei veel kansen gemist en hebben er dus alles aan gedaan opdat wij zouden studeren.
Maar migrantenmeisjes kunnen in het algemeen op meer welwillendheid rekenen dan hun broers?
Mimount Bousakla: Het negatieve imago van migrantenjongens in de media speelt zeker een rol. Een werkgever die een allochtoon meisje in dienst neemt, weet van tevoren: met haar ga ik geen last hebben, die doet haar werk en daarna gaat ze braaf naar huis. Voor jonge mannen zijn ze meer op hun hoede, precies door dat negatieve imago. Vaak ten onrechte, geen betere Belgen dan mijn twee broers, totaal geëmancipeerd en niet het minst agressief. En zo zijn er heel veel.
Anderzijds denk ik dat vrouwen makkelijker zelf het initiatief nemen. Ik kende de achtergrond van Mercatorbank en Noordstar, maar dat heeft mij niet afgeschrikt om daar als eerste Belgische van Marokkaanse origine te solliciteren. Toen ik in die gigantische aula in Gent binnenkwam, waar meer dan 300 sollicitanten zaten, zonk de moed mij in de schoenen: "Wat kom ik hier doen? Ik maak geen schijn van kans." Maar bij elke selectie was ik erbij. Het laatste onderdeel was een gesprek met de directie en echt waar, ik heb geen spoor van discriminatie gevoeld. Ik denk dat ze gewoon voor de beste kandidate gekozen hebben.
Anissa Temsamani: Ook ik heb bij een financiële instelling gesolliciteerd, maar ik had niet het gevoel dat ik mij moest bewijzen als allochtone. Alles hing af van mijn capaciteiten. Ook op het kabinet had ik die ervaring. Dat zal ook wel aan mijn mentaliteit liggen, denk ik. Ik ben nogal van het klinkt het niet, dan botst het'-type. Als ik al eens het gevoel had minder au serieux genomen te worden, dan was het omdat ik een vrouw was. Niet door mannelijke collega's trouwens, maar door buitenstaanders. Maar net zo goed had ik vaak de indruk dat mijn gesprekspartner blij was met een vrouw te maken te hebben.
Hoe je het ook draait of keert, vrouwen hebben andere gevoeligheden en houden met andere, meer menselijke factoren rekening. Maar uit ervaring weet ik dat de financiële wereld een moeilijke sector is: het gaat om de mensen hun centen, nietwaar.
Mimount Bousakla: Ik heb in elk geval keihard moeten knokken. Enerzijds moest ik mij bewijzen tegenover collega's met vooroordelen, anderzijds tegenover klanten. Allochtone die dachten dat ze van mij alles gedaan zouden krijgen en autochtone die alles extra nauwkeurig gingen narekenen. Maanden heeft het geduurd voor ik als een gewone medewerkster aanvaard werd en ons Mimount' werd. Maar het is wel mooi meegenomen als je op je cv kunt zetten dat je kredietadviseur bij een bank geweest bent.
Ik zou graag veel meer allochtonen achter loketten zien, in de bank, bij de post en in de districtshuizen, om maar iets te zeggen. Nu zie ik ze nog al te vaak uitsluitend in de schoonmaakploegen, terwijl ik weet dat er bijvoorbeeld een potentieel aan juristen is die we zouden kunnen inzetten op vreemdelingenzaken en allerlei andere diensten.
Maar om op je vraag terug te komen: tot nu toe werd er vooral geïnvesteerd in de allochtone vrouwenwerking, vanuit de redenering: eens een vrouw geëmancipeerd is, zal ze erin slagen haar man en haar kinderen te emanciperen. In de praktijk blijkt dat niet zo goed te werken. En zolang we de mannen niet mee hebben, zal het moeilijk blijven. Ook in hen moet worden geïnvesteerd. Mijn verwijt is ook dat de autochtone vrouwen de allochtone niet betrokken hebben bij hun emancipatiestrijd. Als dat dertig jaar geleden was gebeurd, zouden we nu veel verder staan.