PDA

Bekijk Volledige Versie : In het spoor van Berlusconi



Marsipulami
18-07-03, 12:06
In het spoor van Berlusconi

Silvio Berlusconi wordt in ons land niet echt op handen gedragen. Tot premier van België schopt hij het wellicht nooit. Maar dan toch vooral omdat hij Italiaan is, een veilig formeel criterium. Want rare premiers hebben wij ook gehad. Paul Vanden Boeynants bijvoorbeeld, of Edmond Leburton, om het maar bij de doden te houden.

Berlusconi heeft iets van een nar. De toeschouwer glimlacht vermoeid. Net hier schuilt een probleem. Het manifeste gebrek aan allure dat Berlusconi kenmerkt, wekt verkeerdelijk de indruk dat hij niet gevaarlijk is. Hij stapt wat slordig door het leven, glijdt af en toe verbaal uit, formuleert nu en dan een grapje waarbij hij elke vorm van humor vakkundig weet te vermijden. Kan zo iemand gevaarlijk zijn? Onhandigheid is de beste remedie tegen argwaan.

Toch vormt Silvio Berlusconi, meer dan bijvoorbeeld Jörg Haider of Jean-Marie Le Pen, een ernstige bedreiging voor de democratie. Dat heeft vooral met twee punten te maken: de omvang van zijn macht en de wijze waarop hij ze uitoefent.

De omvang van zijn macht. Silvio Berlusconi is niet zomaar een premier. Hij is tegelijk de rijkste man van Italië.

Evenwicht van machten slaat bij Montesquieu op de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht. In die tijd kwam het daar op aan. Vandaag liggen de kaarten enigszins anders. De wetgevende macht kent een dipje. Ze is een stemmachine, een wachtkamer, een missiegebied voor priesters en imams, een vergeetput voor ontgoochelden die niet jong en niet mooi genoeg zijn om het land te leiden. Kommer en kwel dus. Daar staat dan weer tegenover dat onafhankelijke rechtspraak ook nu nog een basiskenmerk van de democratie is. Montesquieu blijft actueel.

Tegelijk is in onze tijd een nieuw evenwicht noodzakelijk, namelijk de balans tussen economische en politieke macht. De politiek is daarbij de zwakkere factor. Zij verliest terrein. De markt moet vrij, en de munt moet sterk zijn. Economische wetmatigheden domineren. Wil de politiek nog iets betekenen, dan is het eerder als tegenmacht dan als macht, eerder als democratische correctie op de almacht van de economie dan als motor van de samenleving. Die op zich al bescheiden functie gaat volledig verloren als de economische top de politiek weet te veroveren. Geld en macht gaan dan plotseling erg op elkaar lijken. Ze behoren allebei tot het patrimonium van de leider. Macht en geld houden van elkaar en worden op mystieke wijze één. Zo ontstaat een vreemd sacrament.

Maar niet alleen de omvang van Berlusconi's macht baart zorgen. Ook de wijze waarop hij ze uitoefent, spaart de democratie niet. Hij is een populist die steunt op de anti-politieke gevoelens die in de Italiaanse samenleving aanwezig zijn. Hij schoffeert de traditionele elite, tot jolijt van het volk dat zich door de politieke partijen al langer in de steek gelaten voelde. De Italiaanse premier vermijdt de schraperige zeurpieten uit het middenveld en zoekt direct contact met het volk. De oude elite is de gemeenschappelijke vijand. Zij mort en zij plooit terug, met enig vermoeid misprijzen waarvan Berlusconi niet wakker ligt. En zo blijft stilaan niemand over die de burgers verdedigt tegen de leider die ze bemint. Het is overigens tekenend dat de sterkste oppositie tegen de premier niet uit de traditionele politieke wereld komt.

Silvio Berlusconi schakelt kritische televisiemakers uit en zet lastige intellectuelen onder druk. Het maatschappelijke protest is gering. Want wat hebben gewone mensen met warrige journalisten te maken? Als ze zich dan toch in iemand herkennen, is het in de machtigste en rijkste man van Italië, die net als zij van eenvoudige dingen houdt, van mooie vrouwen en van voetbal. Calcio, waar het gras altijd groener is. De premier is eenvoudig gebleven, klinkt het niet zonder een zweem van vertedering. Zo gaat dat. Je mag een dief zijn en een moordenaar, zelfs een autoritair premier, zolang je maar eenvoudig blijft.

De wijze waarop Berlusconi lastige journalisten op een zijspoor weet te schuiven, stemt tot nadenken. Hoe weerbaar zijn journalisten trouwens, in Italië maar ook hier? Zijn zij niet al te zeer opgegroeid in een sfeer waarin een kritische houding comfort verschaft en status verleent? Om (overigens niet zonder reden) tegen het Vlaams Blok te fulmineren, is geen heldenmoed nodig. Applaus gegarandeerd. Maar zijn intellectuelen en journalisten weerbaar genoeg om een tegendraadse mening te formuleren die henzelf en hun geliefden veel leed kan bezorgen? Hoe ver reikt de morele moed van de intellectueel die langzaam in een minderheidspositie belandt, geïsoleerd raakt, fijngemalen wordt door de verenigde politieke en economische macht?

De evolutie in Italië is zorgwekkend. De democratie blijft er formeel overeind, maar onder al te zwak protest verglijdt ze inhoudelijk. Zo heet kritiek stilaan verzuring. En oppositie wijst op domheid, weldra misschien op subversief gedrag. Duidelijk is Berlusconi helaas wel. Hij mist de schroom van de hypocriet. Geef mij dan maar minister Fientje Moerman, die meer belasting op benzine wat krampachtig als een ecologische maatregel probeert te verkopen. Leve haar aarzeling, leve haar angst voor oprechtheid. Een sterke leider á la Berlusconi zal zoiets niet overkomen. Hij offert zich op voor zijn volk door geen ogenblik te twijfelen.

De Italiaanse premier bewijst hoe broos de democratische cultuur wel is. Hoe er zachtjes aan geknabbeld wordt. Hoe het met wat minder vrije meningsuiting blijkbaar ook kan. Inmiddels verschijnen ontzettend veel boeken over waarachtig leiderschap. Ik vrees dat nog meer sterke leiders zullen opstaan om zich voor ons op te offeren, de juiste weg te wijzen, orde op zaken te stellen. Overigens niet alleen in Italië en niet alleen in de politiek.

Misschien zal het binnenkort niet langer mogelijk zijn om van dit aardse leven een puinhoop te maken. Dat is dan meteen het einde van de democratie.


16/07/2003 Rik Torfs

©Copyright De Standaard