PDA

Bekijk Volledige Versie : lang leve het kapitalisme



Arvid
21-07-03, 20:12
'De welvaartsstaat is het foute antwoord op een goede vraag'
Publicatiedatum: 19/7/2003

Nieuwe IMF-hoofdeconoom Raghuram Rajan pleit voor een écht vrije markt, zonder inmenging van politici en belangengroeperingen

BRUSSEL - 'Veel mensen menen dat de vrije markt de gewone man in de straat veel schade berokkent. Dat is een absolute misvatting', zegt Raghuram Rajan. De nieuwe hoofdeconoom van het IMF pleit in een vraaggesprek voor minder regels, 'want die trekken de markt scheef'.

'Een boek met een missie', zo noemt Raghuram Rajan, de Indiaas-Amerikaanse professor van de Chicago Business School die bij het IMF de opvolger van Kenneth Rogoff wordt, zijn Saving Capitalism from the Capitalists, dat hij schreef samen met de Italiaan Luigi Zingales. Het boek geeft een frisse kijk op het kapitalisme en zijn belangrijkste instrument, de vrije financiële markt. Vrije financiële markten en open grenzen leiden niet tot ongebreideld en rauw kapitalisme maar tot een betere wereld, stellen de auteurs, op voorwaarde dat de heersende belangengroepen en de politieke klasse de vrije markt niet belemmeren.

Rajan en Zingales zijn een beetje de jonge Turken van de Chicago Business School, het Mekka van de vrije markt waarvan de Nobelprijswinnaar Milton Friedman altijd het uithangbord was. Rajan is minder extreem dan Friedman, maar het geloof in de vrije markt staat wel centraal in zijn denken.

Rajan ontving verschillende prijzen voor zijn academisch werk. De hoge academische vlucht van de Indiër ging niet onopgemerkt voorbij aan het IMF. Die benoemde de 39-jarige hoogleraar begin juli tot hoofdeconoom, als opvolger van Ken Rogoff.

In Saving Capitalism from the Capitalists houden Rajan en Zingales een hartstochtelijk pleidooi voor een vrije markt. De markt kan nooit vrij genoeg zijn. Ze wordt immers altijd onderdrukt omdat ze rust op zeer fragiele politieke steunpilaren. Een voorbeeld - Rajan en Zingales geven er tientallen in hun boek - van de scheeftrekking van de vrije markt door de politiek. De Amerikaanse president, George Bush, legde vorig jaar invoertarieven voor staal op. Zogezegd om Amerikaanse banen te beschermen.

Maar terwijl de Amerikaanse staalprijzen inderdaad omhoog gingen, zakten ze in de rest van de wereld omdat staalexporteurs hun staal naar andere landen uitvoerden in plaats van naar de VS. Dat leidde daar tot een overaanbod en een lagere staalprijs. Dat doet de Amerikaanse industrie die afhankelijk is van staal, pijn. Staalproducenten uit andere landen kunnen hun staal goedkoper inkopen.

Gevolg: Amerikaanse staalfabrikanten dreigen ermee de productie naar het buitenland te verhuizen waardoor veel meer banen in de Amerikaanse staalindustrie en daarbuiten op de helling worden gezet dan gered. De importtarieven op staal, opgelegd door een politicus, komen dus absoluut niet het algemeen belang ten goede. Rajan en Zingales wijzen erop dat veel 'would be' kapitalisten uiteindelijk de grootste vijanden van het kapitalisme blijken te zijn. Zij vragen voortdurend om overheidsbescherming voor hun eigen plannen.

Rajan en Zingales verwerpen niet alle overheidsinterventie. De anarchie van de jungle of het Wilde Wes-ten is niet hun ideale maatschappij-model. Maar de overheid dient slechts om regels op te stellen die van de maatschappij een gelijk en eerlijk speelveld voor iedereen maken. In hun slotwoord geven de auteurs de belangrijkste boodschap van hun boek aan. 'Politici hebben absoluut niet het algemeen belang voor ogen, omdat de mensen heel vaak niet weten wat dat algemeen belang inhoudt. Als ons boek het maatschappelijke bewustzijn kan wakker schudden, vermindert het in elk geval al de belangrijkste kostprijs van een maatschappij - de kunst om dingen te verstaan - en verplicht het politici om aandacht aan het algemeen belang te besteden.'

Hiervoor komen Zingales en Rajan met een reeks voorstellen. Raghuram Rajan, op rondreis in Europa, noemt er enkele tijdens een tussenstop in Brussel.

- Het kapitalisme heeft een probleem, argumenteert u. Echt kapitalisme leidt tot een betere wereld, maar het wordt langs alle kanten belemmerd.

'Heel veel mensen menen dat de vrije markt, het belangrijkste instrument van het kapitalisme, de gewone man in de straat veel schade berokkent. Om van de armen niet te spreken. Dat is een absolute misvatting. De voorbije drie decennia laten duidelijk zien dat de vrije markt waarschijnlijk het belangrijkste middel is om mensen uit hun armoede te trekken. Maar de mensen blijven die vrije markt wantrouwen, juist omdat er regels zijn. Regels die zijn opgesteld door de politieke machthebbers. En die regels trekken de markt scheef. Zelfs in een democratie zorgen de politici er niet voor dat Jan met de pet het goed heeft. Politici zorgen dat de belangrijkste industriële groepen of hun vrienden-bankiers krijgen wat ze willen hebben. Dat zijn dan de zogenaamde voorvechters van de vrije markt, maar ze hebben overal regels opgesteld die de markt ervan weerhouden echt vrij te worden. Want een echte vrije markt zou hun positie in gevaar brengen en dat willen ze niet. Zo keren de 'echte kapitalisten' zich tegen de vrije markt.'

- Wat is dan de oplossing?

'Markten hebben behoefte aan politieke ondersteuning om de juiste regels in te voeren die de vrije markt laten floreren. Wij zien vier pijlers die als communicerende vaten werken om die doelstelling te bereiken. Productieve activa moeten in efficiënte handen terechtkomen. Daarom pleiten we voor een verschuiving van inkomsten- naar vermogensbelastingen. De eerste bestraft immers de efficiënte ondernemer. Ook erfenisbelastingen zijn een stap in de goede richting. Open grenzen voor handel en kapitaalstromen zijn verder een must. Binnenlandse bedrijven moeten dan concurreren met buitenlandse. Antiglobalisten hebben het in dit verband volledig bij het verkeerde eind. Er moet daarnaast een sociaal vangnet uitgebouwd worden om de mensen die buiten de boot dreigen te vallen hoop te blijven geven. Anders worden ze een makkelijke prooi voor de politieke klasse. Ten slotte moeten de mensen ook bewust gemaakt worden. Bewust van de kracht van de vrije markt.'

- U hebt het in het boek ook vaak over de bemoeienissen van de overheid. De universiteit van Chicago is bekend geworden om haar verzet tegen elke overheidsinmenging in de economie. De Chicago-economen als de Nobelprijswinnaar Milton Friedman waren de voorvechters van de ongebreidelde vrije markt.

'Bij het grote publiek staat de universiteit van Chicago misschien gelijk met de vrije markt. Maar dat is ten dele onterecht. Wij spreken niet tegen dat de vrije markt de overheid nodig heeft. De Chicago-school kon zich zeer zeker verzoenen met overheidsinterventie, maar die moest tot een strikt minimum beperkt blijven. Dat laatste vergaten de mensen altijd. Een voorbeeld. Je kunt het luchtverkeer toch niet vrijlaten. Dat levert een gevaarlijke en chaotische situatie op, waarbij mensen alleen nog een vlucht bij de grote luchtvaartmaatschappijen zouden boeken omdat zij het beste ''track record'' kunnen voorleggen en waarschijnlijk de minste ongelukken krijgen. Een compleet vrij luchtverkeer zonder veiligheidsregels zou op die manier alleen de traditionele grote luchtvaartmaatschappijen bevoordelen en het voor kleine, nieuwe luchtvaartbedrijven onmogelijk maken de markt te betreden. Hier kan de overheid dus een rol spelen door regels in te voeren, waardoor de kleintjes de groten concurrentie kunnen aandoen en profiteert de klant van. Maar niet te veel regels, dat is juist. Niet te veel maar ook niet te weinig overheidsinmenging is het best voor de markt.'


- U bent redelijk hard voor de welvaartsstaat en de sociale zekerheid? Vanwaar die onvrede?


'De welvaartsstaat is eigenlijk het slechte antwoord op de goede vraag. Na de Grote Depressie van de jaren dertig dachten de westerse democratieën dat hun markteconomie niet zonder een sociaal vangnet kon. Die redenering gaat nu nog op. De mensen worden nu nog beschermd door de concurrentie te beperken en de bedrijven te beschermen. Een sociaal vangnet mag niet bestaan uit uitkeringen. Je kunt de mensen beschermen en een sociaal vangnet opbouwen door het menselijk kapitaal op deze wereld flexibeler te maken. Laat de markt haar werk doen. Geef mensen die werkloos zijn een nieuwe opleiding en geef ze medische hulp. Geef ze weer hoop op een beter leven. Zo zien ze opnieuw de kansen die de markt biedt. Want als ze zich tegen de markt keren, worden ze een makkelijke prooi voor de heersende politieke klasse die deze mensen nodig heeft om herverkozen te worden. Ook hier zie je weer de impact van te veel regels.'


- Houdt uw visie op de welvaartsstaat dan in dat u het Amerikaanse maatschappijmodel verkiest boven het Europese systeem waarin sociale zekerheid een grote rol speelt?


'Neen, zeker niet. Het is volgens mij gevaarlijk te zeggen dat het ene systeem goed is en het andere niet werkt. De twee maatschappijmodellen hebben hun verdiensten maar ook hun eigen plaats in de tijd. In tijden van grote veranderingen zie ik meer heil in het Amerikaanse model, dat meer ruimte laat om die evolutie te schragen. In een meer stabiel klimaat heeft het Europese systeem zijn merites. Anders gezegd, in de jaren vijftig en zestig was het Europese model beter, tijdens de turbulente jaren tachtig en negentig het Amerikaanse.'


- Wat vindt u dan van de invoering van de euro in Europa?


'Dat is een goede zaak, maar ze houdt ook gevaren in, zoals een gebrek aan flexibiliteit. Bovendien is het vooral een economisch project. Het lijkt mij absoluut noodzakelijk ook de politiek volledig in de eurozone te betrekken. De politiek moet in het economische project geintegreerd worden en dat is nog niet het geval. De verschillende politieke entiteiten gaan ook in aantal verminderd worden. Maar de voordelen van de eurozone zijn groter dan de nadelen. En de vraag blijft welk land het monetaire beleid zal sturen.'


- Hoe staat u tegenover de antiglobalisten? Vechten zij voor de juiste zaak?


'Tja, dat is een lastige vraag. Ook al omdat het antiglobalisme een vlag is die vele ladingen dekt. Je vindt er arbeiders die vechten voorhun baan. Ook mensen die menen dat ze voor een goede zaak strijden. Daar is niets op tegen. Ik heb meer moeite met de jongeren die wijzen op de gevaren die grote, multinationale bedrijven met zich brengen. Het gaat dan bijvoorbeeld om banenverlies in het Westen en uitbuiting in ontwikkelingslanden. Die antiglobalisten gaan daarvoor op de barricades staan en eisen minder invloed van de multinationals, meer impact voor vakbonden, protectionistische maatregelen, sluiting van de grenzen, enzovoort. Dat lijkt me niet echt een goede zaak om voor te vechten. Door tegen de globalisering te strijden, zetten ze immers ook hun eigen toekomst op het spel.


Ik geef een voorbeeld. Ik en mijn collega, Luigi Zingales, geloven in open grenzen. Dat is een van de basisregels uit Saving the Capitalism from the Capitalists. Open grenzen, internationale concurrentie dus, zijn een van de belangrijkste elementen om overheden niet over te leveren aan lokale elites en om regeringen blijvend te laten luisteren naar het brede publiek. Daarom ook dat een land als India, vanwaar ik afkomstig ben, een multinational als schoenenproducent Nike met open armen ontvangt. Nike zal met zijn werknormen uit de ontwikkelde wereld naar een onderontwikkeld als India komen, onder meer om zijn concurrentiekracht op wereldniveau op peil te houden. Toegegeven, tegen lagere lonen, maar toch nog hoger dan een doorsneeloon in India. Dat dwingt de lokale bedrijven en leveranciers die normen over te nemen. Ook ontstaat er een soort van concurrentie tussen binnenlandse en buitenlandse regels. Lokale regels die op een inefficiënte wijze bepaalde lokale groepen, bedrijfsleiders of politici, bevoordelen, kunnen dan zeker niet meer overheersen, want ze brengen de gehele economie in gevaar. Nike kan immers altijd naar een ander land trekken, wat een ramp zou betekenen voor heel wat ongeschoolde werknemers. Zij worden dan een misnoegd blok aan het been van het land. Open grenzen bieden de beste kans dat 's lands wetten de hele bevolking dienen. Antiglobalisten die hier tegenin gaan hebben het volledig mis.


Er is echter nog een vierde soort antiglobalisten: mensen die protesteren tegen de globalisering op culturele gronden. De mensen zien hun cultuur opgeslokt worden door een soort algemene wereldcultuur. Je ziet dat ook in het protest tegen McDonald's . De hamburgerketen zou de eetcultuur van een land aantasten. Ik denk dat hier het gezond verstand moet overheersen. De wereld zal moeten leren leven met verschillende culturen. We moeten van andere culturen in een samenleving geen getto's maken. Laten we die opnemen in de maatschappij.'

TOM PEETERS

Raghuram G. Rajan & Luigi Zingales - Saving Capitalism from the Capitalists. Unleashing the Power of Financial Markets to Create Wealth and Spread Opportunity - 2003, Crown Business, 369 blz., $ 29,95, ISBN 0-609-61070-8.


Copyright (c) 2003 Het Financieele Dagblad