PDA

Bekijk Volledige Versie : Over Nederlandse normen en waarden: Ouderenmishandeling



Marsipulami
28-07-03, 02:25
"Erkenning van ouderenmishandeling vraagt nog altijd heel veel tijd"

Een dag geen eten krijgen, vastgebonden worden of plotseling geld of sierraden missen. Het zijn slechts enkele voorbeelden van mishandeling waar 5,6 procent van de zelfstandig wonende ouderen in Nederland mee te maken krijgt*. Tot enkele jaren geleden was dit een onbesproken onderwerp in Nederland. "Dat betekent niet ouderenmishandeling een nieuw probleem is", aldus Tinie Bierman, projectleider van het Landelijk Steunpunt Bestrijding Ouderenmishandeling. "Maar pas als je erkent dat het bestaat, kun je het ook hérkennen."

Ouderenmishandeling is in Nederland van alle tijden. "Het is alleen laat in de belangstelling gekomen", stelt Tinie Bierman. "Langzaam maar zeker wordt de aard en omvang ervan duidelijk." Dit is mede te danken aan het Landelijk Steunpunt Bestrijding Ouderenmishandeling (LSBO). Het LSBO werd in 1996 opgericht met subsidie van het Ministerie van VWS en is ondergebracht bij het Expertisecentrum Mishandeling van het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW) in Utrecht. Het voornaamste doel van het steunpunt is om het onderwerp in Nederland op de agenda te zetten. Tegelijkertijd heeft het LSBO een initiërende functie om te komen tot een landelijk dekkend netwerk waar professionals te rade kunnen gaan, wanneer zij met ouderenmishandeling worden geconfronteerd.

"Daarbij zien we het als onze taak om lokale en regionale samenwerking te stimuleren", vertelt Bierman. Zo onderhoudt het steunpunt contacten met onder andere de GGD, de GGZ, het algemeen maatschappelijk werk, thuiszorginstellingen, Welzijn Ouderen en de politie. Naast informatie en advies, biedt het LSBO voorlichting en scholing aan. Dat laatste is volgens de projectleider hard nodig. "De beroepsgroepen zijn lang niet altijd bekend met ouderenmishandeling. De erkenning dat het probleem bestaat, vraagt nog altijd heel veel tijd. Want er heerst vaak ongeloof." Bierman begrijpt dat wel. Zij werkte zelf jarenlang als verpleegkundige in verschillende zorginstellingen. Voordat zij in 2000 bij het LSBO werd aangesteld als projectleider, was zij actief in het management van een verzorgingstehuis. "Ouderenmishandeling was voor mij toen nog een onbenoemd, en daardoor onbekend, onderwerp. Ik kon me gewoon niet voorstellen dat zoiets bestond. Totdat ik plotseling geconfronteerd werd een met medewerker die zich er schuldig aan maakte. Op dat moment werd ik grof wakker geschud."

Onbegrip

Achteraf ziet Bierman in, dat ze eigenlijk veel vaker met ouderenmishandeling te maken had. "Verbaal geweld tussen echtparen komt in verzorgingstehuizen bijvoorbeeld regelmatig voor. Het was nooit in me opgekomen dat ik daar als manager wat aan kon of moest doen. Ik had er niet aan gedacht dat daar óók een rol voor de zorg is weggelegd. Hoewel ik graag zou zeggen dat mishandeling in alle gevallen te voorkomen is, denk ik dat dat niet realistisch is. Wel geloof ik dat je veel kunt doen om het te beperken." De projectleider vertelt dat, naarmate ouderen meer afhankelijk zijn, de kans op mishandeling toeneemt. "Met name bij geestelijke achteruitgang, zoals bij dementie of na een hersenbloeding, is de kans op mishandeling groot. De verandering van karakter leidt vaak tot onbegrip. Zeker wanneer de partner onvoldoende kennis van het ziektebeeld heeft. Kennisoverdracht is daarom een belangrijke vorm van preventie. Dat leidt tot meer begrip voor de situatie."

Er zijn zes verschillenden vormen van ouderenmishandeling: verwaarlozing, financiële uitbuiting, seksueel misbruik, schending van rechten, lichamelijke- en psychische mishandeling. Deze vormen komen in de praktijk vaak naast elkaar voor. Hoewel er duidelijke overeenkomsten bestaan met andere vormen van huiselijk geweld, zoals vrouwen- en kindermishandeling, zijn er volgens Bierman ook belangrijke verschillen te noemen. "In bijna alle gevallen van mishandeling is er sprake van een sterke afhankelijkheid. Zowel op emotioneel, sociaal als financieel gebied. Dat geldt zeker voor ouderen. Bij hen gaat het meestal om de afhankelijkheid in dagelijkse levensbehoeftes, zoals het doen van de boodschappen en gewassen worden. Deze ouderen hebben geen uitzicht meer op een volledig zelfstandig leven. De afhankelijkheid zal blijven bestaan, of het nu van een mantelzorger of professional is."

Vakjargon

Bierman vervolgt: "Ouderen doen daarom vaak geen melding van mishandeling. Als zij de situatie willen veranderen, dreigt er al snel uithuisplaatsing. Dat betekent in hun geval meestal opname in een verzorgings- of verpleeghuis. Veel mensen geven er dan toch de voorkeur aan om thuis te blijven wonen." Slachtoffers van ouderenmishandeling hebben vaak ook begrip voor de pleger. In de meeste gevallen is de verzorger zo overbelast dat dit zich kan uitten in mishandeling zoals slaan, of het onthouden van zorg. "Iemand die de zorg voor een ander op zich neemt, kan gemakkelijk in een overbelaste situatie terechtkomen", zegt Bierman. "In mijn ogen gaat het bij ouderenmishandeling daarom eerder om twee slachtoffers dan om een slachtoffer en een dader."

Begin dit jaar werd in opdracht van het LSBO onderzocht in hoeverre signalen van ontsporing en overbelasting bij mantelzorgers worden opgepikt. "Het blijkt dat mantelzorgers lang wachten met het inroepen van professionele hulp", vertelt Bierman. "Zij zien dat als falen. Mantelzorgers nemen de verzorging op zich uit liefde en betrokkenheid. Om die reden gaan ze er van uit dat zij beter voor een oudere kunnen zorgen dan een professional."

Het onderzoek wees bovendien uit dat veel mantelzorgers de wegen in zorgland niet kennen. "Het begrip ‘mantelzorg’ is echt vakjargon", aldus Bierman. "Een man van zeventig die voor zijn vrouw zorgt, weet niet dat hij mantelzorger is. Zo schiet een uitnodiging voor een voorlichtingsbijeenkomst voor mantelzorgers al snel aan het doel voorbij."

Het LSBO heeft zich vooralsnog alleen op mishandeling in de thuissituatie gericht. Over mishandeling binnen instellingen is vrij weinig bekend. "Het mag duidelijk zijn dat het daar gaat om een problematiek van een heel andere aard", zegt Bierman. Zij is er voorstander van om de mishandeling binnen verzorgings- en verpleeghuizen apart te laten onderzoeken. Op dat gebied is er volgens haar nog veel werk aan de winkel.