Zwarte Schaap
29-07-03, 08:33
Prestatie niet beter na crèche
Van onze verslaggeefster Maria Hendriks
AMSTERDAM - Kinderen worden niet beter op school als ze voor hun vierde jaar naar de crèche of de peuterspeelzaal gaan of een voorschools leerprogramma volgen. Dit blijkt uit onderzoek door de Katholieke Universiteit Nijmegen in opdracht van het ministerie van Onderwijs.
Voorschoolse programma's werken niet
Van de jonge kinderen gaat 40 procent naar de kinderopvang. Dat zijn vooral kinderen van hoogopgeleide Nederlandse ouders en van Antilliaanse en Surinaamse moeders. Van de 2- en 3-jarigen bezoekt 70 procent een peuterspeelzaal.
Bijna de helft van de Marokkaanse ouders houdt hun kind thuis voordat het naar de basisschool gaat. Opmerkelijk genoeg geldt dat ook voor 30 procent van de Nederlandse ouders met alleen basisonderwijs. Voorschoolse leerpogramma's bereiken nog geen 10 procent van de peuters en dat geldt vooral voor Turkse en Marokkaanse kinderen.
Onderzoeker Geert Driessen stelt dat er geen samenhang is tussen deelname aan voorschoolse activiteiten en latere resultaten op school. Kinderen die voor school buitenshuis actief waren, hebben ook geen betere werkhouding dan kinderen die in de voorschoolse periode thuis bleven.
Het is niet voor het eerst dat wordt aangetoond dat voorschoolse activiteiten geen effect hebben op leerprestaties. Toch blijft de overheid er veel geld in stoppen.
Dit jaar is er 209 miljoen euro beschikbaar gesteld voor gemeentelijk onderwijs-achterstandsbeleid, waaronder voorschools leren. Gemeenten besteden dat geld naar eigen inzicht aan tientallen verschillende programma's, uitgevoerd op peuterspeelzalen of bij de kinderen thuis. Soms lopen die programma's door op de basisschool.
Toch moet volgens onderzoeker Driessen niet worden getwijfeld aan de waarde van dergelijke projecten. Ze zijn alleen niet voldoende om de tekorten in de thuisomgeving op te heffen.
'Het gaat toch om relatief weinig intensieve voorzieningen of kortdurende programma's', aldus Driessen. De onderzoeker pleit voor vervolgprogramma's als kinderen thuis niet voldoende steun krijgen.
Driessen staat niet alleen in zijn conclusie. Onderzoekers die eerder vaststelden dat bijspijkeren nauwelijks of geen effect heeft, vonden ook altijd dat de programma's moesten worden verbeterd of veranderd, niet dat ze moesten stoppen. In het verleden is dan ook vaak gepleit voor vervroeging van de leerplicht naar drie jaar en voor het samenvoegen van crèche, peuterspeelzaal en basisschool tot een doorlopende voorziening.
De Onderwijsraad adviseerde vorig jaar scholen en kindercentra dezelfde methode te laten gebruiken, onder leiding van de scholen, zodat er een doorgaande lijn in de scholing komt.
De Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling is daar tegen omdat de scholen er nu al niet in slagen een doorgaande lijn te verwezenlijken tussen de kleuterklas en groep drie.
De raad wil aparte, ambulante educatieve groepen die ouders en kinderen in hun eigen omgeving - bijvoorbeeld op consultatiebureau's, crèches of bij moeder thuis - opzoeken.
Van onze verslaggeefster Maria Hendriks
AMSTERDAM - Kinderen worden niet beter op school als ze voor hun vierde jaar naar de crèche of de peuterspeelzaal gaan of een voorschools leerprogramma volgen. Dit blijkt uit onderzoek door de Katholieke Universiteit Nijmegen in opdracht van het ministerie van Onderwijs.
Voorschoolse programma's werken niet
Van de jonge kinderen gaat 40 procent naar de kinderopvang. Dat zijn vooral kinderen van hoogopgeleide Nederlandse ouders en van Antilliaanse en Surinaamse moeders. Van de 2- en 3-jarigen bezoekt 70 procent een peuterspeelzaal.
Bijna de helft van de Marokkaanse ouders houdt hun kind thuis voordat het naar de basisschool gaat. Opmerkelijk genoeg geldt dat ook voor 30 procent van de Nederlandse ouders met alleen basisonderwijs. Voorschoolse leerpogramma's bereiken nog geen 10 procent van de peuters en dat geldt vooral voor Turkse en Marokkaanse kinderen.
Onderzoeker Geert Driessen stelt dat er geen samenhang is tussen deelname aan voorschoolse activiteiten en latere resultaten op school. Kinderen die voor school buitenshuis actief waren, hebben ook geen betere werkhouding dan kinderen die in de voorschoolse periode thuis bleven.
Het is niet voor het eerst dat wordt aangetoond dat voorschoolse activiteiten geen effect hebben op leerprestaties. Toch blijft de overheid er veel geld in stoppen.
Dit jaar is er 209 miljoen euro beschikbaar gesteld voor gemeentelijk onderwijs-achterstandsbeleid, waaronder voorschools leren. Gemeenten besteden dat geld naar eigen inzicht aan tientallen verschillende programma's, uitgevoerd op peuterspeelzalen of bij de kinderen thuis. Soms lopen die programma's door op de basisschool.
Toch moet volgens onderzoeker Driessen niet worden getwijfeld aan de waarde van dergelijke projecten. Ze zijn alleen niet voldoende om de tekorten in de thuisomgeving op te heffen.
'Het gaat toch om relatief weinig intensieve voorzieningen of kortdurende programma's', aldus Driessen. De onderzoeker pleit voor vervolgprogramma's als kinderen thuis niet voldoende steun krijgen.
Driessen staat niet alleen in zijn conclusie. Onderzoekers die eerder vaststelden dat bijspijkeren nauwelijks of geen effect heeft, vonden ook altijd dat de programma's moesten worden verbeterd of veranderd, niet dat ze moesten stoppen. In het verleden is dan ook vaak gepleit voor vervroeging van de leerplicht naar drie jaar en voor het samenvoegen van crèche, peuterspeelzaal en basisschool tot een doorlopende voorziening.
De Onderwijsraad adviseerde vorig jaar scholen en kindercentra dezelfde methode te laten gebruiken, onder leiding van de scholen, zodat er een doorgaande lijn in de scholing komt.
De Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling is daar tegen omdat de scholen er nu al niet in slagen een doorgaande lijn te verwezenlijken tussen de kleuterklas en groep drie.
De raad wil aparte, ambulante educatieve groepen die ouders en kinderen in hun eigen omgeving - bijvoorbeeld op consultatiebureau's, crèches of bij moeder thuis - opzoeken.