PDA

Bekijk Volledige Versie : Hete zomers: De poolkap smelt weg. Waar blijft nu de volgende ijstijd ?



Marsipulami
04-08-03, 09:03
Hete zomers


Het klimaat is de laatste jaren duidelijk warmer geworden en volgens klimaatonderzoekers gaat die opwarming in deze eeuw onverminderd door. Ook in de zomer zal dat merkbaar zijn .

De 20e eeuw telde vier hete zomers (daaronder verstaan we de maanden juni, juli en augustus): de zomer van de eeuw is 1947 (18,7 graden), maar ook 1976 (18,4), 1983 en 1995 (18,2). De normale zomertemperatuur (gemiddeld 1971-2000) bedraagt 16,6 graden. Ook de eerste zomers van de 21e eeuw zaten daar ruim boven: 2001 (17,4) en 2002 ( 17,6). De zomer van 2003 komt nog hoger uit en krijgt mogelijk een plaats bij de hete zomers van 18,0 graden en warmer. Sinds de metingen begonnen in 1706 telde de achttiende eeuw nog drie zulke hete zomers, 1719 (18,2) 1781 (18,6) en 1783 (18,4) en de negentiende eeuw vijf: 1826 (18,7), 1846 (18,5), 1857 (18,2), 1859 (18,4) en 1868 (18,4).

Weergegevens van vóór die tijd, toen er nog geen metingen werden gedaan, kunnen afgeleid worden uit dagboeken, kronieken, oogstgegevens, stads- en tolrekeningen en andere aantekeningen. Uit onderzoek blijkt dat periodes met hitte en droogte werden afgewisseld door koele en natte zomers. Aan het eind van de 12e en in de 13e eeuw waren de zomers warm. Deze periode, die tot in de veertiende eeuw duurde, wordt ook wel aangeduid als het Klimaat Optimum. De jaren 1176-1200 en 1226-1250 horen in ons land tot de warmste periodes in duizend jaar. Ook in de jaren zeventig en tachtig van de 14e eeuw en de jaren zeventig van de 15e eeuw waren de zomers heet en droog.

De opmerkelijkste zomers beleefde West-Europa tussen 1534 en 1540. De warmte leverde uitstekende wijn op, maar ook uitgedroogde rivieren en branden. In de zomer van 1534 ging Breda voor driekwart in vlammen op en in 1536 was de beurt aan Delft. Vooral over 1540, het Grote Zonnejaar is veel geschreven: zeven maanden was het zonovergoten, aanhoudend heet en droog weer. Zon en warmte brachten onze landgenoten in de verleiding tot wijnbouw, maar dat mislukte. Het Grote Zonnejaar leverde de laatste van een aantal hete zomers; daarna brak de Kleine IJstijd aan met koele en natte zomers. Pas vanaf 1625 waren de zomers weer minder koel.

Met dank aan historisch geograaf Jan Buisman, auteur van "duizend jaar weer, wind en water in de lage landen".