Marsipulami
14-08-03, 00:33
Allochtonen in komkommertijd
De komkommertijd is duidelijk nog niet voorbij. Je kunt de lezer of kijker niet eeuwig blijven boeien met de gevolgen van de aanhoudende hitte of met de situatie van de hongerende Afghanen in de kerk van Elsene. Gelukkig zijn er nog de allochtone jongeren... Publiekstrekker nummer één in de media, voor zover ze amok maken, rel schoppen of iets te luid schreeuwen voor hun rechten. Een geschenk uit de hemel in de komkommertijd.
Enkele dagen al kunnen we op de voet volgen in de kranten hoe kleine groepjes allochtone jongeren zich blijkbaar niet aan de regels houden op enkele recreatiedomeinen. Gisteren haalden de problemen, die ondertussen van de VRT-nieuwsredactie de status van 'rellen' hadden verworven, zelfs het tv-journaal. Experts worden ten tonele gevoerd om het gedrag van deze jongeren te verklaren, ja zelfs om uit te leggen wat deze jongeren komen zoeken in een openluchtzwembad. Anderen verklaren zichzelf expert en laten het niet na om haarfijn het machogedrag van deze jongeren nader toe te lichten. En ook de ouders blijven niet gespaard. Zij moeten hun verantwoordelijkheid opnemen en met hun tienerjongeren gaan zwemmen.
Laten we eerlijk zijn: welke doorsnee tiener wil er nu met zijn ouders gaan zwemmen? Als jongeren waar dan ook problemen maken, moeten die problemen worden aangepakt, en in de eerste plaats door met hen te communiceren. Dergelijke feiten dagenlang in de media bediscussiëren is buiten alle proporties. Maar laten we dit dan een uitschuiver noemen door de komkommertijd.
Wat ons veel meer verontrust, is de uitspraak van VLD'er Danny Smagghe in Het Laatste Nieuws waarin hij opriep om alle Noord-Afrikaanse jongeren de toegang tot recreatiedomeinen te ontzeggen. De hitte mag dan al een invloed hebben op het normaal functioneren van de mens, dergelijke uitspraken zijn onaanvaardbaar. Waarschijnlijk zag Smagghe de kans schoon om eens te scoren, maar dat was gelukkig buiten het gezond verstand van de publieke opinie en het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding gerekend. Alleen VLD-voorzitter Karel De Gucht vindt het niet nodig om zijn goede vriend Smagghe op het matje te roepen. Hoe kan een voorzitter van een liberale partij dergelijke vergaande oproepen tot apartheid en racisme met de mantel der liefde bedekken?
Met het excuus dat de uitspraak alleen bedoeld was om de discussie aan te wakkeren, kunnen wij ons allerminst verzoenen. Iedereen heeft de mond vol van de verantwoordelijkheid die allochtone ouders moeten opnemen voor hun kinderen. Maar Smagghe en De Gucht zijn blijkbaar vergeten dat ook politici een verantwoordelijkheid hebben tegenover een hele maatschappij, de allochtone gemeenschappen incluis. Welk signaal geef je aan de burger door dergelijke uitspraken? Dat een beetje racistisch zijn niet zo erg is? Dat Noord-Afrikaanse jongeren allemaal vervelende ventjes zijn? Zo creëer je een klimaat van alles kan en alles mag. Stel je echter even hypothetisch voor dat de ,,Noord-Afrikaanse jongeren'' in Smagghes voorstel ,,joodse jongeren'' zouden zijn. Uitspraken als deze zouden voorgoed tot het verleden moeten behoren. De geschiedenis heeft ons geleerd waartoe ze leiden.
De nieuwe anti-discriminatiewet is een feit. Ook in het regeerakkoord staat de belofte dat ze daadwerkelijk en streng zal worden toegepast. Beide documenten werden mee mogelijk gemaakt door de goedkeuring van de VLD. Het lichtzinnig omspringen van de VLD-voorzitter met de uitspraak van zijn collega stemt ons echter weinig hoopvol over deze belofte. We zijn wel verheugd dat het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding de zaak ernstig neemt en nagaat of er stappen ondernomen kunnen worden.
Toch dringen we er op aan dat ook Karel De Gucht zijn verantwoordelijkheid opneemt in deze zaak. Daarom vragen we dat hij de heer Smagghe toch nog op het matje roept en zo een krachtig signaal geeft aan de burger dat dergelijke uitspraken niet getolereerd worden in onze multi-etnische samenleving.
Want ook in de komkommertijd blijven democratische waarden als respect en gelijkwaardigheid gelden.
14/08/2003 Christopher Oliha
©Copyright De Standaard
De komkommertijd is duidelijk nog niet voorbij. Je kunt de lezer of kijker niet eeuwig blijven boeien met de gevolgen van de aanhoudende hitte of met de situatie van de hongerende Afghanen in de kerk van Elsene. Gelukkig zijn er nog de allochtone jongeren... Publiekstrekker nummer één in de media, voor zover ze amok maken, rel schoppen of iets te luid schreeuwen voor hun rechten. Een geschenk uit de hemel in de komkommertijd.
Enkele dagen al kunnen we op de voet volgen in de kranten hoe kleine groepjes allochtone jongeren zich blijkbaar niet aan de regels houden op enkele recreatiedomeinen. Gisteren haalden de problemen, die ondertussen van de VRT-nieuwsredactie de status van 'rellen' hadden verworven, zelfs het tv-journaal. Experts worden ten tonele gevoerd om het gedrag van deze jongeren te verklaren, ja zelfs om uit te leggen wat deze jongeren komen zoeken in een openluchtzwembad. Anderen verklaren zichzelf expert en laten het niet na om haarfijn het machogedrag van deze jongeren nader toe te lichten. En ook de ouders blijven niet gespaard. Zij moeten hun verantwoordelijkheid opnemen en met hun tienerjongeren gaan zwemmen.
Laten we eerlijk zijn: welke doorsnee tiener wil er nu met zijn ouders gaan zwemmen? Als jongeren waar dan ook problemen maken, moeten die problemen worden aangepakt, en in de eerste plaats door met hen te communiceren. Dergelijke feiten dagenlang in de media bediscussiëren is buiten alle proporties. Maar laten we dit dan een uitschuiver noemen door de komkommertijd.
Wat ons veel meer verontrust, is de uitspraak van VLD'er Danny Smagghe in Het Laatste Nieuws waarin hij opriep om alle Noord-Afrikaanse jongeren de toegang tot recreatiedomeinen te ontzeggen. De hitte mag dan al een invloed hebben op het normaal functioneren van de mens, dergelijke uitspraken zijn onaanvaardbaar. Waarschijnlijk zag Smagghe de kans schoon om eens te scoren, maar dat was gelukkig buiten het gezond verstand van de publieke opinie en het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding gerekend. Alleen VLD-voorzitter Karel De Gucht vindt het niet nodig om zijn goede vriend Smagghe op het matje te roepen. Hoe kan een voorzitter van een liberale partij dergelijke vergaande oproepen tot apartheid en racisme met de mantel der liefde bedekken?
Met het excuus dat de uitspraak alleen bedoeld was om de discussie aan te wakkeren, kunnen wij ons allerminst verzoenen. Iedereen heeft de mond vol van de verantwoordelijkheid die allochtone ouders moeten opnemen voor hun kinderen. Maar Smagghe en De Gucht zijn blijkbaar vergeten dat ook politici een verantwoordelijkheid hebben tegenover een hele maatschappij, de allochtone gemeenschappen incluis. Welk signaal geef je aan de burger door dergelijke uitspraken? Dat een beetje racistisch zijn niet zo erg is? Dat Noord-Afrikaanse jongeren allemaal vervelende ventjes zijn? Zo creëer je een klimaat van alles kan en alles mag. Stel je echter even hypothetisch voor dat de ,,Noord-Afrikaanse jongeren'' in Smagghes voorstel ,,joodse jongeren'' zouden zijn. Uitspraken als deze zouden voorgoed tot het verleden moeten behoren. De geschiedenis heeft ons geleerd waartoe ze leiden.
De nieuwe anti-discriminatiewet is een feit. Ook in het regeerakkoord staat de belofte dat ze daadwerkelijk en streng zal worden toegepast. Beide documenten werden mee mogelijk gemaakt door de goedkeuring van de VLD. Het lichtzinnig omspringen van de VLD-voorzitter met de uitspraak van zijn collega stemt ons echter weinig hoopvol over deze belofte. We zijn wel verheugd dat het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding de zaak ernstig neemt en nagaat of er stappen ondernomen kunnen worden.
Toch dringen we er op aan dat ook Karel De Gucht zijn verantwoordelijkheid opneemt in deze zaak. Daarom vragen we dat hij de heer Smagghe toch nog op het matje roept en zo een krachtig signaal geeft aan de burger dat dergelijke uitspraken niet getolereerd worden in onze multi-etnische samenleving.
Want ook in de komkommertijd blijven democratische waarden als respect en gelijkwaardigheid gelden.
14/08/2003 Christopher Oliha
©Copyright De Standaard