PDA

Bekijk Volledige Versie : Antiracisme en Israël.



indygirl_roosje
14-08-03, 19:50
ANTIRACISME EN ISRAËL © 2003, PETER
EDEL.

Naarmate het conflict tussen Israël en de Palestijnen in
de richting van een totale catastrofe escaleert, wordt
links Nederland gedwongen een standpunt in te nemen.
Enerzijds leidt dit tot terechte kritiek op het Israëlische
beleid. Maar lang niet iedereen waagt zich op dit
gevaarlijke terrein. Voor linkse partijen ligt het
gevoelig de Palestijnse zaak aanhangig te maken,
vooral in een verkiezingsperiode. Doorgaans gaat men
een duidelijk standpunt daarom uit de weg.
Ondertussen zet een aantal antiracisten radicaal de
aanval in als linkse publicisten het wagen Israël en het
zionisme te bekritiseren.

Een goed voorbeeld is Ronald Eissens van de ‘Magenta
Foundation’ en het ‘Meldpunt Discriminatie Internet’. De zich
‘Ariel’ noemende Eissens zet zich in tegen discriminatie en er is
in dit verband veel goed werk aan hem toegeschreven. Maar als
Telegraaf columnist Bob Smalhout schrijft dat de islam een
achterlijke godsdienst is, reageert Eissens niet. In plaats daarvan
komt hij in het nieuws wanneer hij critici van het zionisme tot
antisemieten bestempelt. Wat dat betreft bevindt hij zich niet
alleen op één lijn met Smalhout, maar ook met De fabel van de
illegaal. Dit tijdschrift heeft bij de bestrijding van racisme een
goede reputatie opgebouwd in Nederland. Maar helaas behoort
het verketteren van fundamentele kritiek op Israël eveneens tot
de doelstellingen van de fabel.
De contacten van Eissens met dit Leidse tijdschrift komen o.a.
naar voren op de ‘antiracismelijst’. Daar wisselt hij van
gedachten met publicisten van de fabel. Zoals met Peter Zegers,
die een paar maanden geleden informatie leverde aan Yoram
Stein voor diens bespreking in Trouw van mijn boek De schaduw
van de ster (1). Samen met Zegers leverde Eissens twee jaar
geleden een bijdrage aan een door de fabel gepubliceerde
brochure uit de ‘Gebladertereeks’ (2). Deze aan mijn artikelen in
Kleintje Muurkrant, Ravage en Soera gewijde publicatie is op
discussiesite’s sindsdien een referentiekader voor mijn
tegenstanders; het is de Bijbel voor Edel-haters.
In het Nieuw Israëlitisch Weekblad (NIW) benadrukte Eissens
onlangs zijn stelling dat antizionisme gelijk staat aan
antisemitisme: “Want, stelt de moderne neo-Palestijnse activist:
ik ben geen antisemiet, ik ben antizionist. Een schaamlap voor
het doen van anti-joodse uitingen die nauwelijks anti-Israël of
antizionisme te noemen zijn.” (3) Ook de demonstraties tegen
de Israëlische onderdrukking van de Palestijnen tijdens de
antiracismeconferentie in 2001 te Durban plaatst Eissens, zonder
enig oorzakelijk verband te noemen, in een antisemitisch kader:
“Je zag dat in Durban heel aardig. De hiërarchie van het leed
werd strikt ingedeeld, waarbij de joden werden geëtiketteerd als
daders, de blanke, kapitalistische, zionistische,
wereldsamenzwering tegen alles wat links en progressief is.
Kortom, de onderdrukker. Onder aanvoering van een bizarre
coalitie van Arabische, Palestijnse en zwarte organisaties
werden de mensenrechten van een groep vertrapt in een orgie
van antisemitisme en haat, nota bene tijdens een
wereldconferentie tegen racisme.” (4) Dat een groep orthodoxe
joden samen met hun moslim broeders en zusters tegen de
Israëlische misdaden demonstreerden in Durban, horen we niet
van Eissens. Logisch, want dat past niet in zijn vergelijking
antizionisme=antisemitisme (5).

Indymedia.

Kritiek op Israël leidt bij Eissens niet tot veel respect voor
vrijheid van meningsuiting. Dat maakt hij kenbaar door de links
georiënteerde discussiesite ‘Indymedia’ te betichten van het
verspreiden van antisemitisme. In dit verband heeft hij zelfs
aangifte gedaan. Okay, enige tijd geleden verschenen zo nu en
dan grote nonsens op Indymedia, waarbij de grens met racisme
nogal eens werd overschreden. Maar dat heb je met een open
medium. Sinds kort is Indymedia de spelregels stringenter gaan
hanteren, maar dat gaat Eissens lang niet ver genoeg. Toch is het
de vraag of Indymedia nog intensiever moet gaan censureren,
zoals hij verlangt.
Vrijheid van meningsuiting kan alleen voor de volle 100%
bestaan. In het ideale geval houden extreme opvattingen aan
beide zijden van het spectrum elkaar in balans bij het ontstaan
van de publieke opinie. De massa zal daarbij over het algemeen
voor de middenweg zal kiezen. Helaas is deze ideale situatie uit
balans geraakt door de (zelf)censuur van de media. Want terwijl
de meest extreme meningen aan zionistische zijde alle ruimte
krijgen, wordt kritiek op het zionisme uit het debat gecensureerd.
Zo is het geen probleem wanneer een groep rabbijnen een
advertentie op de voorpagina van de Israëlische krant Ha’aretz
laat plaatsen, met een oproep Palestijnen gelijk te stellen aan
Amalekieten. Volgens het Oude Testament werd dit volk in
opdracht van het Opperwezen geheel uitgemoord door de
Israëlieten. De advertentie in Ha’aretz was daarmee een oproep
tot genocide; nogal extreem naar mijn mening (6). Maar de
opvattingen van militante rabbijnen leiden niet tot
verontwaardiging. Een beschrijving ervan in De schaduw van de
ster is zelfs gebruikt in een poging kwade bedoelingen aan mijn
kant te bewijzen (7).
Ook in Nederland wordt opgeroepen tot massamoord. Op 15
april 2002 sprak de Nederlands/Israëlische historicus Martin van
Creveld zich tijdens een radio-uitzending van de ‘Evangelische
Omroep (EO)’ uit voor de moord op 5 tot 10.000 Palestijnen.
Volgens van Creveld was: “een massaal bloedvergieten nodig
aangezien kleinere aantallen niet voldoende afschrikwekkend
effect hebben.” Zonder meer een oproep tot genocide, maar van
Creveld kreeg van de EO alle ruimte (8).
Opwinding ontstaat evenmin wanneer Joris Luijendijk in NRC
Handelsblad schrijft dat een eventuele Palestijnse staat
gedurende vijftig jaar door hekken omgeven dient te blijven (9).
Luijendijk spreekt zich in verkapte termen uit voor een Palestijns
concentratiekamp; in mijn ogen eveneens een behoorlijk extreme
mening.
Meningen uit het tegenovergestelde kamp komen ondertussen
nauwelijks aan bod. Zeker, links mag zich een mening vormen
over de problematiek tussen Israël en de Palestijnen. Maar alleen
binnen het kader van het zionisme. Zo kunnen linkse politici zich
zonder problemen uitspreken voor een Palestijnse staat à la Joris
Luijendijk. Het joodse karakter van het Israëlische bestuur blijft
dan onbetwist en zolang dat het geval is, is er niets aan de hand.
Anders gesteld is het met linkse scenario’s buiten het zionisme,
waarbij het streven naar een seculiere democratie met volledige
rechten voor Israëli’s en Palestijnen centraal staat. In
tegenstelling tot het door Amerikaanse denktanks
gesanctioneerde plan voor een Palestijnse staat, krijgt deze links
humanistische optie geen kans tot de massa door te dringen. De
specifiek op joden gerichte oriëntatie van Israël zou in dat geval
in het geding komen en daar houden media en politiek zich verre
van. Vraagtekens bij het op joden gerichte bestuur van Israël,
leiden hier al snel tot de vrees met antisemitisme in verband
gebracht te worden. Dat een op gelijkheid gerichte seculiere
democratie discriminatie uitsluit en daarom niets met
antisemitisme van doen heeft, willen media en politiek niet weten.
Om ieder risico uit te sluiten, verwijderen zij voor de zekerheid
ieder standpunt buiten het zionisme uit het debat.
Nog moeilijker wordt het als linkse publicisten de geschiedenis
van het zionisme of het joodse geloof analyseren. Zo vindt het
onderzoek van de Amerikaanse Trotskist Lenni Brenner in
verband met de extreem rechtse contacten van het zionisme,
nauwelijks zijn weg naar de massa. Hetzelfde geldt voor het
verband tussen de xenofobische aspecten uit het klassieke
judaïsme en de opstelling van religieuze kolonisten in de bezette
gebieden, zoals beschreven door de Israëlische
mensenrechtenactivist Israel Shahak. Iedere poging dergelijke
thema’s onder de aandacht te brengen, leidt onverbiddelijk tot
het etiket antisemitisme of ‘zelfhaat’, met uitsluiting van de
opinievorming als gevolg.
Moslims zitten in veel opzichten in dezelfde verdomhoek als
linkse critici van het zionisme. Hun mening is van ondergeschikt
belang voor de media; veel zwaarder weegt daar het beeld van
‘antisemitische terroristen’. Gematigde islamitische meningen
krijgen door deze valse indruk al nauwelijks een opening in de
westerse publieke opinie, maar dat geldt nog sterker voor de
meer extreem antizionistische meningen. Zoals van radicale
moslims die naar een islamitische staat in Palestina streven, in de
lijn van de fundamentalistische organisatie Hamas.
De strategie van Hamas, zoals de door deze organisatie
geïnitieerde zelfmoordacties, is zonder meer afkeurenswaardig.
Daar verandert het onmenselijke optreden van de Israelische
regering niets aan. Bovendien valt vanuit een links humanistische
perspectief niets te zeggen voor de islamitische staat die Hamas
in het vooruitzicht stelt. Maar op zichzelf zijn dat toch geen
redenen om de opvattingen van radicale moslims uit de publieke
opinievorming te weren. Dat het laatste gebeurt, blijkt uit het
beeld van Hamas dat onder druk van media en politiek in
Nederland is ontstaan. Dat beeld wijkt in sterk mate af van de
werkelijkheid. Want volgens de gemiddelde Nederlander wil
Hamas “alle joden de zee in drijven”, of hen stelselmatig
vermoorden, terwijl dat niet met het handvest van Hamas
overeenkomt. Zelfs vergelijkingen met het nationaal-socialisme
blijven niet uit, hoewel het gewelddadige verzet en de religieuze
haat van Hamas zeker niet vergelijkbaar zijn met het raciale
antisemitisme van de nazi’s. De uit de voetballerij afkomstige
uitdrukking “Hamas, hamas, alle joden aan het gas” zegt
daarom minder over de plannen van Hamas, dan over het in
Nederland levende beeld van deze organisatie.

indygirl_roosje
14-08-03, 19:53
Gematigd wordt extreem.

De verbanning van radicale moslims uit de media, heeft niet
alleen tot gevolg dat geweld als enig middel voor hen overblijft
om tot de wereld door te dringen. Het leidt er tevens toe dat de
marge waarbinnen de publieke opinie tot stand komt steeds
smaller wordt. Want door het weg censureren van radicale
moslims transformeert de op één na extreemste mening tot de
meest extreme. En dit proces herhaalt zich keer op keer, met als
gevolg dat de meer gematigde meningen op een zeker moment
de meest radicale zijn. Gematigde moslims worden als gevolg
extreme moslims. Een soortgelijk effect doet zich met het linkse
antizionisme voor, zoals ik dat in mijn boek heb beschreven.
In De schaduw van de ster staan pijnlijke feiten over zowel het
zionisme, als de elementen uit het joodse geloof waar deze
nationalistische ideologie zich zo nu en dan van bedient. Voor
zover historische feiten extreem kunnen zijn, is het mogelijk mijn
boek om die reden radicaal te noemen. Maar in die zin ben ik niet
meer dan een boodschapper.
Van groot belang is de intentie, de boodschap achter de
gedachtegang van het linkse antizionisme. Historische feiten over
joden of het zionisme zullen op zichzelf niet snel tot misstanden
tegen joden leiden, als er niet op één of andere wijze een kwade
intentie in het spel is. Want los van de vraag hoe antisemitisme
tot ontwikkeling komt, is de intentie van antisemieten tot
discriminatie en vervolging bepalend geweest voor het leed dat
joden in de geschiedenis is aangedaan. Maar dat is niet de intentie
van antizionisten als zij gevoelige informatie naar voren brengen
om hun betoog te onderbouwen, althans niet van de in mijn boek
genoemde linkse antizionisten.
Aan de ene kant kan er geen twijfel over bestaan dat zij door
antisemieten verzonnen aantijgingen tegen joden verwerpen. Zo
zal geen antizionist aansluiten bij de antisemitische mythe van de
Protocollen van Zion. Maar daar staat tegenover dat zij
historische feiten, die door niemand in twijfel getrokken kunnen
worden, niet uit de weg gaan. Ook niet als deze als
aanstootgevend worden beschouwd, of zelfs koren op de molen
zijn van antisemieten. Er kan voor antizionisten geen politieke
correctheid bestaan zonder historische correctheid (10). Voor
hen ligt het criterium bij ‘waar’ of ‘niet waar’. En wat ‘waar’ is,
moet gezegd kunnen worden om de vorming van een
evenwichtige publieke opinie niet in de weg te staan. Ook als
bepaalde groeperingen het daar om wat voor reden ook niet mee
eens zijn. Hier bevindt zich een groot verschil met veel
antiracisten in Nederland. Want voor hen is historische
correctheid ondergeschikt aan politieke correctheid. Voor hen
staat het betonen van medeleven met de slachtoffers van de
‘shoah’ gelijk aan het verhullen van zwarte pagina’s uit de
geschiedenis van het zionisme (11).
De Israëlische mensenrechtenactivist Israel Shahak kon zich
niet verenigen met deze opstelling. In zijn boek Jewish History,
Jewish Religion, the Weight of Three Thousand Years beschreef
hij een aantal xenofobische kenmerken van het klassieke
judaïsme, omdat deze een leidraad vormen bij het handelen van
religieuze kolonisten in de bezette gebieden. Zijn (en mijn)
tegenstanders brengen daar tegen in dat ook antisemieten in het
verleden op deze minder sympathieke kant van het joodse geloof
hebben gewezen. Omdat Shahak dergelijke feiten niet wilde
verhullen, is hij voor hen eveneens een antisemiet of in ieder
geval een ‘zelfhater’.
Maar ook voor de antizionist -en holocaustoverlevende-
Shahak gold dat zijn intentie totaal verschilde van die van
antisemieten. Dat kan onmogelijk anders aangezien het zionisme
niet alleen vijandig tegenover Palestijnen staat, maar ook
tegenover joden. Voor een deel verklaart dat het relatief grote
aantal joodse antizionisten. Hun intentie heeft niets met haat of
zelfhaat van doen. Een afscheid van het zionisme is voor hen een
bevrijding. Niet alleen uit gevoelens van rechtvaardigheid voor
Palestijnen, maar ook voor joden. Zo zien zij het zionisme niet
zonder reden als belangrijke oorzaak van antisemitisme. Ook
heeft deze ideologie er voor hen toe geleid dat joodse
bevolkingsgroepen, zoals de oriëntaalse joden, een
achtergestelde positie binnen de Israëlische maatschappij hebben
gekregen. En dan zijn er nog de religieuze antizionisten binnen
het jodendom, voor wie de zionistische ideologie op Bijbelse
gronden als anti-joods te boek staat.
In de inleiding van De schaduw van de Ster illustreer ik het
grote verschil tussen de intenties van antizionisme en
antisemitisme met de volgende woorden: “Er bestaat een enorm
verschil tussen een antizionist en een antisemiet. Het
antisemitisme wenst de wereld van de joden te bevrijden, terwijl
de antizionisten die ik eerder noemde naar precies het
tegenovergestelde streven. Voor hen moet de wereld de joden
bevrijden. Een groter verschil is bijna niet denkbaar.” (12)
Het is volledig onterecht de intentie van deze antizionisten aan
antisemitisme te koppelen. Zeker, zij brengen pijnlijke historische
feiten over het zionisme en de joodse geschiedenis te berde.
Maar dat gaat niet gepaard met een oproep tot
dwangmaatregelen tegen joden en zeker niet met een oproep tot
discriminatie en vervolging. In plaats daarvan hopen ‘mijn’
antizionisten op een (religieus) bewustwordingsproces waardoor
zionisten alsnog overtuigd zullen raken van het menselijke
gelijkheidsprincipe. Alleen zo is het mogelijk de dreiging weg te
nemen die als het zwaard van Damocles boven het
Midden-Oosten hangt.

Als het op mijn intentie als antizionist aankomt, streef ik niet naar
een staat op religieuze basis (zoals Hamas), niet naar
‘martelaarsacties’ (zoals Jihad), niet naar massamoord (zoals van
Creveld), niet naar isolatie (zoals Luijendijk) en niet naar
verdrijving (zoals Likoed). Bovendien discrimineer ik geen
religieuze minderheden (zoals Smalhout). In plaats daarvan is de
slotsom van mijn boek dat rechtvaardigheid onmogelijk is zonder
een absoluut seculiere staat met gelijke rechten voor Israëli’s en
Palestijnen. Alleen op die manier is een duurzame en echte vrede
voor Palestijnen én joden bereikbaar. Kortom: een staat
vergelijkbaar met Nederland, waar de wetgeving discriminatie op
basis van religie uitsluit. Als dat extreem is, is de Nederlandse
grondwet dat ook.
Maar voor Israël gelden aparte regels, waardoor de intentie
van het antizionisme toch naar het meest extreme uiteinde van
het discours is verschoven. De zelfcensuur van de media en de
politiek kwamen tot uiting in een rigoureuze poging mijn boek
van de opinievorming uit te sluiten. Na alle valse aantijgingen
kreeg ik dan ook nauwelijks kans te reageren in de reguliere
media. En waar ik wel gelegenheid kreeg, omdat weigeren in
journalistiek opzicht onacceptabel was, manipuleerde men de
inhoud van mijn reactie. Zo was de door Trouw boven mijn
ingezonden stuk geplaatste kop bepaald niet representatief voor
de inhoud er van (13).
Uitsluiting volgde niet alleen uit de opstelling van rechtse
media. De linkse SP-leider Jan Marijnissen maakte af wat Stein
met assistentie van Zegers begon. Marijnissen weigerde met mij
aan één tafel te zitten toen hij bij ‘Barend en Van Dorp’ mijn
boek op de korrel nam (zonder het overigens gelezen te hebben)
(14). Hij zette niet de aanval in omdat ik aansluit bij extreme
opvattingen, vergelijkbaar met die van Hamas of Joris Luijendijk.
Nee, in plaats daarvan waren mijn gematigde ideeën over een
seculiere staat met volledige rechten voor alle inwoners, reden
voor hem een gesprek uit de weg te gaan. Marijnissen noemde
dat “onrealistisch” en sprak nog eens zijn voorkeur uit voor een
Palestijns getto. Waar het op neerkomt is dat ik door hem van de
discussie ben uitgesloten omdat ik een rotsvast vertrouwen heb
in de mogelijkheid van een verbroedering tussen joden en
moslims. Anno 2003 heet dit links humanistische principe een
vorm van extremisme te zijn die, ook als het aan linkse politici
ligt, geen stem in de media mag krijgen.

Natuurlijk lukt het niet mijn boek geheel uit het debat te
verwijderen, want een niet te verwaarlozen groep zal altijd door
de negatieve berichtgeving heenkijken en tot eigen conclusies
komen. Dat blijkt uit de reacties die ik naar aanleiding van mijn
boek heb ontvangen. Door alle media-aandacht is deze groep
bovendien veel groter dan wanneer mijn boek de zwijgdood ten
deel was gevallen, hetgeen onder andere omstandigheden heel
goed mogelijk was geweest. Voor hen speelt De schaduw van de
ster nu wel degelijk een rol in de opinievorming.
Maar de bevindingen van deze groep zie je niet terug in de
mainstream media. Door het uitsluiten van mijn standpunten trad
daar wederom een verschuiving op. En het zal niet voor het
laatst zijn. Want vervolgens komen de nog iets gematigder
meningen aan de beurt. Met het initiatief van Gretta Duisenberg
is onlangs al afgerekend in een apotheose van politiek en
journalistiek gekonkel. De volgende in het rijtje is waarschijnlijk
het ‘Nederlands Palestina Komité’. En als deze organisatie
definitief uit de discussie is verbannen, is ‘Een ander joods
geluid’ aan de beurt. En uiteindelijk zelfs het tegen het zionisme
aanleunende ‘Steuncomité Israëlische Vredesgroepen en
Mensenrechtenorganisaties (SIVMO)’. Enzovoorts, enzovoorts;
net zo lang tot de marge waarbinnen het publiek een opinie
vormt, beperkt is geraakt tot een paar varianten van het
zionisme. Het behoeft geen betoog wie daar de winnaars en
verliezers van zijn.

indygirl_roosje
14-08-03, 19:56
Zionistische dogma’s.

Ook als het over vrijheid van meningsuiting gaat, schaart Eissens
zich aan de zijde van Peter Zegers, Eric Krebbers en andere
betrokkenen van De fabel van de illegaal. Dit democratische
recht is voor hen eveneens van ondergeschikt belang als het over
Israël gaat. De fabel valt dan ook de twijfelachtige eer te beurt te
zijn begonnen met het uitsluiten van mijn opvattingen. Toen ik
een aantal jaren geleden reageerde op een artikel over
antizionisme in dit tijdschrift, weigerde men plaatsing. Eric
Krebbers draaide er toen niet omheen dat mijn opvattingen van
het debat uitgesloten moesten worden.
De reden waarom de fabel publicatie weigerde, was het
historische feit dat antisemitisme in het verleden mede is
voortgevloeid uit sociaal-economische factoren. Een voorbeeld
dat ik al vaker heb genoemd, is het antisemitisme aan het einde
van de 19e eeuw in Oost-Europa. Daar ontstond een anti-joodse
stemming toen de joodse gemeenschap in het nauw kwam door
het verval van het feodalisme en de direct daarop volgende crisis
van het kapitalisme. Dat waren ontwikkelingen waar joden geen
greep op hadden, maar de fabel zag toch aanleiding mijn reactie
onder de noemer antisemitisme te plaatsen.
Voor de fabel zijn sociaal-economische oorzaken bij het
ontstaan van antisemitisme ondenkbaar. Dit tijdschrift volgt het
zionistische dogma dat antisemitisme op geen enkele wijze
veroorzaakt kan worden door joods handelen. Ook niet als dat
handelen onder dwang, zoals van economische ontwikkelingen,
plaatsvindt. Voor nuances moet je niet bij de fabel zijn. In plaats
daarvan huldigt men de (zionistische) overtuiging dat
antisemitisme in essentie los van joods handelen in de geest van
niet-joden tot ontwikkeling komt; als een soort psychologische
afwijking waar joden niets mee te maken hebben. Als bewijs voor
deze stelling noemt de fabel het argument dat antisemitisme ook
tot ontwikkeling komt in landen waar geen joden leven, al is men
er nog niet in geslaagd een land te noemen waar dit het geval is.
Ik vraag me af hoe zoiets in z’n werk gaat. Ik stel me een ‘Inuit’
(plat gezegd: eskimo) in Alaska voor die zich plotseling realiseert
hoeveel hekel hij aan joden heeft. Het is net zo onzinnig om te
beweren dat iedere jood in Israël geboren wordt als een
potentiële Inuit-hater (15).
Ondanks de gebrekkige bewijsvoering blijft de fabel vinden
daarom dat antisemitisme alles zegt over antisemieten, maar niets
over joden. Het gevolg van deze gedachtegang is een
onrealistische indeling tussen onberispelijke joden en het kwaad
van de gojim; een indeling die typerend is voor het zionisme. Een
indeling bovendien die de weg naar apartheid opent.
Het gebrek aan nuance bij de fabel is stuitend. Zo ziet Peter
Zegers in een reactie op Indymedia geen onderscheid tussen de
antisemitische traditie van het christelijke denken en de
anti-joodse stemming vandaag de dag bij veel moslims. Om het
‘eeuwige antisemitisme’ van de islam aan te tonen kan Zegers
alleen naar anti-joodse passages in de Koran verwijzen. Maar
hoe het er in de praktijk aan toe ging, moet hij negeren om zijn
stelling sluitend te krijgen. Hij gaat er aan voorbij dat joden in
vroeger tijden aanmerkelijk harmonieuzer met moslims
samenleefden dan met christenen. De geschiedenis leert dat
moslims hun joodse broeders en zusters niet zelden in
bescherming namen tegen christenen. Evenmin wil Zegers weten
dat de anti-joodse stemming onder moslims in de Arabische
wereld pas ontstond toen de zionisten aan het einde van 19e
eeuw op het toneel verschenen. Dit past niet in het verhaal van
Zegers omdat hij vindt dat antisemitisme per definitie los staat
van joods handelen.
De relatief goede betrekkingen destijds tussen joden en
moslims, kwamen in de Middeleeuwen mede tot uiting in de
religieuze werken van het judaïsme, zoals de Talmoed. Want de
schrijvers daarvan stonden verdraagzamer ten aanzien van
moslims dan van christenen. Zegers heeft hier geen boodschap
aan. Voor hem staat verwijzen naar Talmoedische literatuur
sowieso gelijk aan antisemitisme, om de simpele reden dat ook
antisemieten hierop gewezen hebben. Dat feit weegt voor hem
zwaarder dan de inhoud van dergelijke religieuze werken. Zegers
gaat erg ver in deze redenatie. Als ik bijvoorbeeld het joodse
wetboek Schulchan Aruch citeer, dan neemt hij het betreffende
citaat (zonder mijn commentaar) in een artikel op als voorbeeld
van het door hem gesignaleerd ‘antisemitisme’. Zo te zien denkt
Zegers dat ik de Schulchan Aruch heb geschreven.

Voor Zegers en andere betrokkenen van de fabel is antisemitisme
een groot maatschappelijk gevaar. Zij gaan er aan voorbij dat
joden al decennia tot de meest succesvolle bevolkingsgroepen in
de VS en Europa behoren en daar volledig vrij in hun doen en
laten zijn. Dat betekent niet dat er geen antisemitisme meer is, of
dat het minder verwerpelijk zou zijn geworden. Wat het wel
betekent, is dat joden zich beter dan ooit kunnen verdedigen.
Mede daardoor is antisemitisme sinds het einde van de Tweede
Wereldoorlog grotendeels op het niveau van belediging terecht
gekomen.
Als het op discriminatie aankomt, heeft de joodse gemeenschap
tegenwoordig niet meer te verduren dan andere religieuze en
etnische minderheden; soms zelfs veel minder. Zo zal geen
portier van een disco het in zijn hoofd halen joodse jongeren
toegang te weigeren, terwijl het eerder regel dan uitzondering is
dat moslims weggestuurd worden bij uitgaansgelegenheden. De
fabel zal hier onherroepelijk geweldsincidenten onder de
aandacht brengen. Maar ook in dit opzicht hebben joden niet
meer te lijden dan andere bevolkingsgroepen. Zo houdt het aantal
brandstichtingen bij moskeeën en synagoge’s elkaar redelijk in
evenwicht. Dat het soms anders lijkt, komt alleen omdat media
en politiek aanslagen op joodse doelen vaak sterk benadrukken.
Verder valt er met de Israëlische onderdrukking van de
Palestijnen een duidelijke oorzaak voor het hedendaagse
antisemitisme te benoemen. Deels wordt hierbij teruggegrepen
op bestaande anti-joodse sentimenten. Zo sluit de mythevorming
over de almacht van de joodse lobby in de VS aan bij de
antisemitische traditie van de Protocollen van Zion. Maar verder
kan er geen twijfel over bestaan dat de Israëlische
apartheidspolitiek van inspirerende betekenis is. De fabel ontkent
dit; antisemitisme kan immers nooit een reactie zijn op joods
handelen; dus ook niet op het handelen van de joodse staat. De
consequentie is een directe lijn tussen het antisemitisme uit
vroeger tijden en de anti-joodse incidenten vandaag de dag.
Volgens het Leidse dogma van de fabel is de slechtheid van de
gojim dé bron van jodenhaat, of het nu om de holocaust gaat, of
om de recente anti-joodse opstelling in de diaspora. Het handelen
van Israël kan daar geen rol bij spelen. Hoe het komt dat
meldingen over antisemitisme sterk toenemen als de media
berichten over Israëlische misdaden tegen Palestijnen, blijft
onverklaard in deze ideologische benadering.

Een tweede holocaust.

Natuurlijk is het verkeerd joden in Nederland aan te spreken op
het beleid van de Israëlische regering. In een vorig voorjaar o.a.
op een aantal discussiesites verschenen artikel, heb ik daar dan
ook tegen opgeroepen (16). Uit eigen ervaring weet ik dat een
niet gering aantal joden zich niet kan verenigen met het zionisme.
Uit deze groep ontvang ik de laatste tijd veel adhesiebetuigingen.
Daar staat tegenover dat te veel joden in Nederland het beleid
van Ariel Sharon zonder kritiek steunen, of er goedkeurend het
zwijgen toe doen. In tegenstelling tot de fabel herkent de
secretaris van ‘Een ander joods geluid’ Hayo Mayer hier wel
degelijk een oorzaak van anti-joodse sentimenten: “Het is
tragisch, maar de joodse staat, die is gesticht om het
antisemitisme onschadelijk te maken, dreigt een van de
belangrijkste oorzaken te worden van een nieuw verschijnsel:
het anti-Israëlisme. Dit lijkt enigszins op het oude antisemitisme,
maar is er niet identiek mee. Deze geheel nieuwe plant voedt
zich hier en daar nog uit de oude wortel, maar de huidige
politiek van de staat Israël zorgt er wel voor dat het ook geheel
uit zichzelf kan groeien. Dat het zo kan lijken op het ouderwetse
antisemitisme, komt doordat zoveel joden zich naar buiten toe
volledig kritiekloos opstellen ten opzichte van de Israëlische
politiek, ook als die volgens criteria van humaniteit en/of
internationaal recht de toets der kritiek niet kan doorstaan (17).
In plaats van oorzaken aan te pakken, richt de fabel zich op
symptomen. Door deze zwaar te overdrijven, wekt dit tijdschrift
de indruk dat het leven voor joden in de diaspora
levensgevaarlijk is; precies zoals het zionisme voorschrijft.
Vooral in de VS worden de zionisten op hun wenken bediend.
Want daar heeft de angst voor antisemitisme ondertussen bijna
psychotische vormen aangenomen. Dat deze gevoelens
grotendeels onterecht en daarom irrationeel zijn, heeft de impact
ervan op velen, zowel joden als niet joden, niet kunnen
verhinderen.
Als je iets maar genoeg herhaalt, gaat de massa het vanzelf
geloven; het is vaker vertoond. Mede onder invloed van de op de
Amerikaanse scholen verplichte holocaustlessen, menen veel
Amerikanen tegenwoordig dat de treinen ieder moment weer
richting Polen kunnen vertrekken. Omdat zionisten Israël daarbij
voorstellen als enige veilige haven, vinden velen dat het joodse
karakter van het Israëlische bestuur tegen iedere prijs
gehandhaafd moet blijven; ook als dat de onderdrukking van de
Palestijnen impliceert. Indoctrinatie op basis van angst is zeer
doeltreffend. Zo doeltreffend dat veel joden over het hoofd zien
dat zij vrijwel overal op aarde veiliger zijn dan in Israël.
Ik wil zeker niet uitsluiten dat moreel verval nogmaals zal
leiden tot een met de holocaust vergelijkbare catastrofe. De
mensheid is er onder bepaalde omstandigheden gek genoeg voor!
Maar ik zie niet in waarom alleen joden het slachtoffer kunnen
worden. Een aantal bevolkingsgroepen kan zich vandaag de dag
aanmerkelijk minder goed verdedigen binnen de maatschappij
dan de joodse gemeenschap en loopt daardoor meer gevaar.
Maar voor zionisten zijn joden altijd hét slachtoffer geweest en
zullen zij dat ook altijd blijven. Risico’s voor andere
bevolkingsgroepen bagatelliseren zij. In plaats daarvan
bestempelen zij de minste kritiek op Israël als de eerste episode
van een tweede holocaust. De mogelijkheid dat het daarvan
komt, schetsen zij als zeer realistisch. Dat deed bijvoorbeeld de
Amerikaanse publicist Ron Rosenbaum, toen hij verleden jaar in
NRC Handelsblad een verband legde tussen kritiek op Israël in
de Europese media (naar aanleiding van de verwoesting in Jenin)
en een tweede holocaust. Rosenbaum: “De vraag is niet of de
tweede holocaust zal komen, maar wanneer. En opnieuw zullen
Europeanen bereid zijn tot medeplichtigheid aan de moord op
de joden.” (18)
Het artikel van Rosenbaum is tekenend voor de situatie in de
VS. Zelfs in Israël kijkt men er vreemd van op dat de angst bij
Amerikaanse joden voor een tweede holocaust in Europa zulke
proporties heeft gekregen. De door pro-Israëlische kringen
benadrukte antisemitische incidenten in Europa, volgend op
Israëlische misdaden, zijn hier dan ook niet de enige oorzaak. Er
spelen ook specifiek Amerikaanse factoren. Zo is het gegeven
van een tweede holocaust voor veel Amerikanen sowieso
realistischer geworden sinds de 911-aanslagen. De voormalige
Israëlische ambassadeur in Duitsland Avi Primor ziet daarnaast
nog andere oorzaken voor de angsten van Amerikaanse joden:
“They have a complex that American Jewry did nothing to save
European Jewry. During World War II they didn’t act like a
strong Jewish lobby. If they’d had AIPAC then, B-52 bombers
might have bombed the railroad tracks. So they are trying today
what they didn’t do then, and save European Jewry that does not
longer needs saving.” (19)
Yair Sheleg van de Israëlische krant Ha’aretz sluit hierbij aan:
“American Jews have been deeply and legitemately disturbed
that they didn’t do more during the European extermination of
the 1940s. There’s the feeling that they allowed themselves to
live the regular routine of life. A sense of shame had grown
from this that never took hold in [Israel]. To think in America,
they felt they could have really had an influence. This shame
also created a general Holocaust obsession among American
Jews, so that it is central in a way it is not in Israel”. (20)
Het ligt voor de hand dat zionisten dankbaar gebruik maken
van de uit schuldgevoelens geboren vrees bij Amerikaanse joden
voor een oplaaiend antisemitisme en een tweede holocaust in
Europa. Want de consequentie van hun angsten is dat zij de
misdaden van de staat Israël tegen de Palestijnen te vuur en te
zwaard (alsmede met donaties) zullen blijven verdedigen.
In Europa is de situatie minder extreem dan in de VS. Maar
ook hier accentueren de media de angst voor een oplaaiend
antisemitisme, met een garantie van steun aan Israël als gevolg.
Dat blijkt uit de publicatie van Rosenbaum’s artikel in NRC
Handelsblad. Maar hoe dan ook: angst doet mensen vreemde
sprongen maken. Dat wisten de nazi’s al. Ik weet dat een
vergelijking tussen het zionisme en het nationaal-socialisme als
ongepast wordt beschouwd. Maar door de ideologische en
praktische overeenkomsten is nu eenmaal vaak geen beter
vergelijkingsmateriaal voor handen. De nazi’s deden alles om de
Duitsers van doorvechten te overtuigen. Daartoe predikten zij de
volstrekt irrationele verwachting dat joden radicaal met de
Duitsers zouden afrekenen na het verlies van Duitsland. Zo liet
Nazi-propaganda minister Joseph Goebbels destijds een
boekwerkje onder soldaten verspreiden, waaruit moest blijken
dat Amerikaanse joden na de oorlog tot massale sterilisatie van
de Duitse bevolking wilden overgaan (21). De gevolgen zijn
bekend: de van angst doordrongen Duitsers meenden dat het een
kwestie was van ‘zij’ of ‘wij’ en volgden klakkeloos hun bevelen,
zowel aan het front als in Auschwitz.
Het valt te hopen dat de angst onder joden in de VS en Europa
niet tot vergelijkbare catastrofale gebeurtenissen zal leiden. Maar
nu al stel ik vast dat de Israëlische regering zich primair op de
angst van joden in de diaspora baseert, als inspiratiebron voor
misdaden tegen Palestijnen. Wil de fabel daaraan bijdragen, door
antisemitisme op te blazen tot een groot maatschappelijk gevaar
terwijl daar nauwelijks iets voor te zeggen is? Hopelijk niet, want
er zijn al te veel Amerikaanse toestanden in Nederland.

indygirl_roosje
14-08-03, 19:59
Een tweede holocaust.

Natuurlijk is het verkeerd joden in Nederland aan te spreken op
het beleid van de Israëlische regering. In een vorig voorjaar o.a.
op een aantal discussiesites verschenen artikel, heb ik daar dan
ook tegen opgeroepen (16). Uit eigen ervaring weet ik dat een
niet gering aantal joden zich niet kan verenigen met het zionisme.
Uit deze groep ontvang ik de laatste tijd veel adhesiebetuigingen.
Daar staat tegenover dat te veel joden in Nederland het beleid
van Ariel Sharon zonder kritiek steunen, of er goedkeurend het
zwijgen toe doen. In tegenstelling tot de fabel herkent de
secretaris van ‘Een ander joods geluid’ Hayo Mayer hier wel
degelijk een oorzaak van anti-joodse sentimenten: “Het is
tragisch, maar de joodse staat, die is gesticht om het
antisemitisme onschadelijk te maken, dreigt een van de
belangrijkste oorzaken te worden van een nieuw verschijnsel:
het anti-Israëlisme. Dit lijkt enigszins op het oude antisemitisme,
maar is er niet identiek mee. Deze geheel nieuwe plant voedt
zich hier en daar nog uit de oude wortel, maar de huidige
politiek van de staat Israël zorgt er wel voor dat het ook geheel
uit zichzelf kan groeien. Dat het zo kan lijken op het ouderwetse
antisemitisme, komt doordat zoveel joden zich naar buiten toe
volledig kritiekloos opstellen ten opzichte van de Israëlische
politiek, ook als die volgens criteria van humaniteit en/of
internationaal recht de toets der kritiek niet kan doorstaan (17).
In plaats van oorzaken aan te pakken, richt de fabel zich op
symptomen. Door deze zwaar te overdrijven, wekt dit tijdschrift
de indruk dat het leven voor joden in de diaspora
levensgevaarlijk is; precies zoals het zionisme voorschrijft.
Vooral in de VS worden de zionisten op hun wenken bediend.
Want daar heeft de angst voor antisemitisme ondertussen bijna
psychotische vormen aangenomen. Dat deze gevoelens
grotendeels onterecht en daarom irrationeel zijn, heeft de impact
ervan op velen, zowel joden als niet joden, niet kunnen
verhinderen.
Als je iets maar genoeg herhaalt, gaat de massa het vanzelf
geloven; het is vaker vertoond. Mede onder invloed van de op de
Amerikaanse scholen verplichte holocaustlessen, menen veel
Amerikanen tegenwoordig dat de treinen ieder moment weer
richting Polen kunnen vertrekken. Omdat zionisten Israël daarbij
voorstellen als enige veilige haven, vinden velen dat het joodse
karakter van het Israëlische bestuur tegen iedere prijs
gehandhaafd moet blijven; ook als dat de onderdrukking van de
Palestijnen impliceert. Indoctrinatie op basis van angst is zeer
doeltreffend. Zo doeltreffend dat veel joden over het hoofd zien
dat zij vrijwel overal op aarde veiliger zijn dan in Israël.
Ik wil zeker niet uitsluiten dat moreel verval nogmaals zal
leiden tot een met de holocaust vergelijkbare catastrofe. De
mensheid is er onder bepaalde omstandigheden gek genoeg voor!
Maar ik zie niet in waarom alleen joden het slachtoffer kunnen
worden. Een aantal bevolkingsgroepen kan zich vandaag de dag
aanmerkelijk minder goed verdedigen binnen de maatschappij
dan de joodse gemeenschap en loopt daardoor meer gevaar.
Maar voor zionisten zijn joden altijd hét slachtoffer geweest en
zullen zij dat ook altijd blijven. Risico’s voor andere
bevolkingsgroepen bagatelliseren zij. In plaats daarvan
bestempelen zij de minste kritiek op Israël als de eerste episode
van een tweede holocaust. De mogelijkheid dat het daarvan
komt, schetsen zij als zeer realistisch. Dat deed bijvoorbeeld de
Amerikaanse publicist Ron Rosenbaum, toen hij verleden jaar in
NRC Handelsblad een verband legde tussen kritiek op Israël in
de Europese media (naar aanleiding van de verwoesting in Jenin)
en een tweede holocaust. Rosenbaum: “De vraag is niet of de
tweede holocaust zal komen, maar wanneer. En opnieuw zullen
Europeanen bereid zijn tot medeplichtigheid aan de moord op
de joden.” (18)
Het artikel van Rosenbaum is tekenend voor de situatie in de
VS. Zelfs in Israël kijkt men er vreemd van op dat de angst bij
Amerikaanse joden voor een tweede holocaust in Europa zulke
proporties heeft gekregen. De door pro-Israëlische kringen
benadrukte antisemitische incidenten in Europa, volgend op
Israëlische misdaden, zijn hier dan ook niet de enige oorzaak. Er
spelen ook specifiek Amerikaanse factoren. Zo is het gegeven
van een tweede holocaust voor veel Amerikanen sowieso
realistischer geworden sinds de 911-aanslagen. De voormalige
Israëlische ambassadeur in Duitsland Avi Primor ziet daarnaast
nog andere oorzaken voor de angsten van Amerikaanse joden:
“They have a complex that American Jewry did nothing to save
European Jewry. During World War II they didn’t act like a
strong Jewish lobby. If they’d had AIPAC then, B-52 bombers
might have bombed the railroad tracks. So they are trying today
what they didn’t do then, and save European Jewry that does not
longer needs saving.” (19)
Yair Sheleg van de Israëlische krant Ha’aretz sluit hierbij aan:
“American Jews have been deeply and legitemately disturbed
that they didn’t do more during the European extermination of
the 1940s. There’s the feeling that they allowed themselves to
live the regular routine of life. A sense of shame had grown
from this that never took hold in [Israel]. To think in America,
they felt they could have really had an influence. This shame
also created a general Holocaust obsession among American
Jews, so that it is central in a way it is not in Israel”. (20)
Het ligt voor de hand dat zionisten dankbaar gebruik maken
van de uit schuldgevoelens geboren vrees bij Amerikaanse joden
voor een oplaaiend antisemitisme en een tweede holocaust in
Europa. Want de consequentie van hun angsten is dat zij de
misdaden van de staat Israël tegen de Palestijnen te vuur en te
zwaard (alsmede met donaties) zullen blijven verdedigen.
In Europa is de situatie minder extreem dan in de VS. Maar
ook hier accentueren de media de angst voor een oplaaiend
antisemitisme, met een garantie van steun aan Israël als gevolg.
Dat blijkt uit de publicatie van Rosenbaum’s artikel in NRC
Handelsblad. Maar hoe dan ook: angst doet mensen vreemde
sprongen maken. Dat wisten de nazi’s al. Ik weet dat een
vergelijking tussen het zionisme en het nationaal-socialisme als
ongepast wordt beschouwd. Maar door de ideologische en
praktische overeenkomsten is nu eenmaal vaak geen beter
vergelijkingsmateriaal voor handen. De nazi’s deden alles om de
Duitsers van doorvechten te overtuigen. Daartoe predikten zij de
volstrekt irrationele verwachting dat joden radicaal met de
Duitsers zouden afrekenen na het verlies van Duitsland. Zo liet
Nazi-propaganda minister Joseph Goebbels destijds een
boekwerkje onder soldaten verspreiden, waaruit moest blijken
dat Amerikaanse joden na de oorlog tot massale sterilisatie van
de Duitse bevolking wilden overgaan (21). De gevolgen zijn
bekend: de van angst doordrongen Duitsers meenden dat het een
kwestie was van ‘zij’ of ‘wij’ en volgden klakkeloos hun bevelen,
zowel aan het front als in Auschwitz.
Het valt te hopen dat de angst onder joden in de VS en Europa
niet tot vergelijkbare catastrofale gebeurtenissen zal leiden. Maar
nu al stel ik vast dat de Israëlische regering zich primair op de
angst van joden in de diaspora baseert, als inspiratiebron voor
misdaden tegen Palestijnen. Wil de fabel daaraan bijdragen, door
antisemitisme op te blazen tot een groot maatschappelijk gevaar
terwijl daar nauwelijks iets voor te zeggen is? Hopelijk niet, want
er zijn al te veel Amerikaanse toestanden in Nederland.

Von der Osten-Sacken.

Door mijn mening uit te sluiten, draagt de fabel er toe bij dat de
publieke opinie in het voordeel van het zionisme verschuift en
daarmee verraadt dit tijdschrift zijn doelstellingen. Om daar een
zweem van linkse legitimiteit aan te geven, haast men zich te
melden dat kritiek op Israël op zichzelf mogelijk moet zijn.
Mensenrechtenschendingen in Israël ontkent de fabel
bijvoorbeeld niet. Maar deze dienen dan wel op gelijke wijze
benaderd te worden als in andere landen, anders is er sprake van
antisemitisme. Dat de omstandigheden in andere landen waar
mensenrechten worden geschonden zich niet laten vergelijken
met het specifieke systeem van de zionistische apartheid, willen
antiracisten als Eissens, Krebbers en Zegers niet begrijpen.
Pleitbezorgers van de joodse staat zijn op dit punt bovendien erg
inconsequent. Want in een aantal opzichten hechten zij juist sterk
aan een uitzonderingspositie voor de joodse staat. Bijvoorbeeld
wanneer het over massavernietigingswapens gaat. Dan gelden er
opeens aparte regels. Want terwijl andere landen tot
ontwapening gechanteerd worden, waagt geen mens het aan te
dringen op inspecties van de Israëlische arsenalen, waar zich
volgens experts toch grote hoeveelheden
massavernietigingswapens bevinden. Over die
uitzonderingspositie kan de fabel zich niet opwinden.
Het komt er op neer dat aan Israël alleen een
uitzonderingspositie mag worden toegekend als dat in het
voordeel van de joodse staat is. In alle andere gevallen komt het
neer op antisemitisme, waar het recht op vrijheid van
meningsuiting niet op van toepassing zou mogen zijn als het aan
de fabel ligt.
Tot de laatste gevolgtrekking komen de Leidse antiracisten erg
snel. Veel sneller zelfs dan de Israëlische media, waar de
discussie over de essentie van het zionisme -ondanks de
perscensuur- vaak meer ruimte krijgt. Hoewel Eissens, Krebbers
en Zegers voorop lopen, is hun mening tot op bepaalde hoogte
typerend voor de rest van Nederland. Dat laatste kwam onlangs
naar voren in een brief aan Trouw van de voormalige
medewerkster van het ‘Nederlands Palestina Komité’ Mia van
Boxtel. Volgens van Boxtel is veel informatie uit mijn boek
gemeengoed voor Israëlische academici en vredesgroepen (22).
Dat moet tot de conclusie leiden dat De schaduw van de ster in
Israël tot minder ophef had geleid, dan het boek recentelijk in
Nederland heeft gedaan.
Als er één land is waar de situatie nog vaster zit dan in
Nederland, dan is het Duitsland. Toen de Duitse regering onlangs
besloot twee onderzeeërs aan Israël te verkopen, geschikt voor
het afvuren van kernwapens, kon links Duitsland geen vuist
maken. Sterker nog: er werd nauwelijks iets ondernomen. Deze
terughoudende opstelling volgt vooral uit de panische angst van
antisemitisme beschuldigd te worden. Gezien de geschiedenis van
Duitsland en de daaraan verbonden schuldgevoelens is dat
begrijpelijk. Maar hoe ver kunnen schuldgevoelens gaan? Kunnen
ze een excuus zijn voor de verkoop van
massavernietigingswapens, als de inzet daarvan openlijk bepleit
wordt door sommige militaire en religieuze leiders van het te
leveren land?
De schuldgevoelens van linkse Duitsers gaan zo nu en dan zo
ver dat zij vierkant achter Israël staan. Zoals de Duitse publicist
Thomas von der Osten-Sacken, wiens opvattingen te vinden zijn
in tijdschriften als Konkret en Jungle World. In een verleden jaar
in Ha’aretz verschenen interview, noemt deze Israëlische krant
von der Osten-Sacken “one of the relatively few contemporary
German writers and thinkers on the left who consider themselves
pro-Israel and have developed a left wing critique of the
anti-globalisation left in today’s Europe (23).” Als dit bekend
klinkt, is dat geen toeval. Want ook bij de fabel blijft het niet bij
het aanvallen op critici van Israël. Evenals bij von der
Osten-Sacken, moet ook de anti-globaliseringsbeweging het in
het Leidse geschrift ontgelden. Vermeldenswaardig is verder dat
de fabel met enige regelmaat vertalingen afdrukt van artikelen,
afkomstig uit hetzelfde Konkret en Jungle World waarin von der
Osten-Sacken tot zijn pro-Israëlische stellingen komt.

Velleman.

Bij het bestrijden van ‘antisemitisme’ neemt Eissens zo nu en dan
contact op met officier van justitie mr. Paul Velleman. Een oude
bekende, want Velleman behandelde in 1996 de strafklacht van
de Nederlandse B’nai B’rith-loges naar aanleiding van mijn
artikel Kanttekeningen bij herdenking eerder dat jaar in Ravage.
Ook Gretta Duisenberg weet wie Velleman is. De aanklacht
van advocaat Loonstein tegen haar -naar aanleiding van een door
media en politiek uit verband gerukte uitspraak over het aantal
handtekeningen dat zij hoopte op te halen- kwam eveneens bij
hem terecht. Een kind kon begrijpen dat Loonstein geen kans
maakte, want de opname van het bewuste radioprogramma toont
aan dat Gretta haar uitspraak niet bedoelde zoals hij suggereerde.
Velleman moest dat uiteindelijk toegeven. Maar hij kon niet laten
zijn beslissing van een vileine kanttekening te voorzien, al is dat
ongebruikelijk wanneer een officier van vervolging afziet. De
onschuldige opmerking van Gretta over zes miljoen
handtekeningen stond voor Velleman gelijk aan het “bijdragen
aan het vergiftigen van de atmosfeer waarin het publieke debat
moet plaatsvinden” en “bijdragen aan het verval van normen en
waarden”. Verder sprak Velleman van “zich opzettelijk
krenkend en kwetsend uitlaten” en “in haar kritiek op de staat
Israël er niet voor terugschrikken om joden in Nederland te
treffen.” (24)
Met deze uitspraken ging Velleman min of meer op de stoel
van de rechter zitten en veroordeelde hij Gretta tot het moderne
equivalent van de schandpaal. Want het ligt voor de hand dat de
overwegend pro-Israëlische media en politiek smulden van deze
opmerking. Een aangifte staat daarmee -gezien de effecten in de
media- vrijwel gelijk aan een veroordeling als het kritiek op Israël
betreft. Dat weten figuren als Loonstein, Naftaniel, Moskowicz
en Eissens heel goed en daarom komen zij vaak met zulke
onzinnige aangiften.
Volgens Paul Kuiper van de Werkgroep Buitenland van de
PVDA afdeling in Amsterdam, is Velleman zijn bevoegdheden
als officier ver te buiten gaan. Hij noemt diens optreden “een
inbreuk op de rechtstaat” en vindt dat Velleman tot de orde
moet worden geroepen. Kuiper: “Wie een normaal rechtsgevoel
heeft zal toch zeker twee keer zijn ogen hebben uitgewreven toen
hij zag dat iemand, die geacht wordt het recht te dienen, op
grond van een dergelijke futiliteit zo’n buitensporige stroom
verdachtmakingen lanceerde. En met zó weinig materiaal
iemand zó vernietigend in diskrediet bracht. Lijkt het niet erg
doorzichtig dat deze dienaar van justitie uit politieke motieven
handelt? Dat hij een voorwendsel zoekt om de woordvoerster
van een hem niet welgevallige actie zwart te maken?” (25)

indygirl_roosje
14-08-03, 20:00
Hagush Haflemmi.

In het eerder genoemde NIW-artikel criminaliseert Eissens de
Vlaams/Arabische activist Abou JahJah van de
‘Arabisch-Europese Liga (AEL)’: “JahJahs AEL heeft dit jaar
een aantal anti-Israëldemonstraties georganiseerd die uitliepen
op gewelddadige confrontaties met de politie en die een
overwegend antisemitische teneur hadden (antizionistisch,
volgens JahJah).” (26) Elders in hetzelfde artikel neemt Eissens
linkse sympathisanten van JahJah onder vuur. Abou JahJah is
voor hen “een vlag geworden die een niet zo frisse lading dekt.
Veel linkse activisten sluiten daarvoor helaas de ogen. JahJah is
voor hen een voorbeeld in de strijd tegen Amerikaans
imperialisme, kapitalisten en zionistische krachten. Het dondert
niet waarvoor de AEL staat, het is tegen Amerikanen en Israël,
dus moet het goed zijn”. (27)
Wat we van Eissens niet horen, is hoe Antwerpse joden
reageren op de populariteit van JahJah bij moslims in Vlaanderen.
Want onder het motto ‘de vijand van mijn vijand is mijn vriend’
zoeken zij in toenemende mate toenadering tot het extreem
rechtse Vlaams Blok. In het NIW schreef Hans Knoop onlangs:
“er is de laatste maanden in Antwerpen voor wat betreft de
joodse gemeenschap zeer nadrukkelijk het een en ander
veranderd. Individuele joden stemden in Antwerpen al langer op
het Vlaams Blok, maar sinds de opkomst van de
Arabisch-Europese Unie van de ex-Libanese
Hezbolla-aanhanger Aboe JahJah in de Scheldestad is het taboe
om als jood openlijk uit te komen voor sympathie voor het
Vlaams Blok als vuile sneeuw voor de zon verdwenen (...) Dat
aan deze partij gelieerde stichtingen oud-Waffen SS’ers en
Belgische collaborateurs omarmen en koesteren, lijkt geen
reden meer om de partij treife te verklaren en dat dezelfde
stichtingen in tal van publicaties de holocaust ontkennen al
evenmin!” (28)
Menen joden in Antwerpen dat de oplossing van de etnische
problematiek in hun stad zich in een aansluiting tot een extreem
rechtse partij bevindt? Zo te zien wel. Want zwaarder dan de
nazistische aspecten weegt voor hen de anti-islamitische
opstelling van het Vlaams Blok. Het liefst zag Filip De Winter de
moslims zo snel mogelijk vertrekken en dat is in een zionistische
context nogal herkenbaar. Voor Sharon’s Likoed staat een
‘transfer’ van moslims minstens zo hoog op het verlanglijstje. In
dat opzicht is ‘Hagush Haflemmi’ (hebreeuws voor Vlaams
Blok) het Likoed van Vlaanderen.

Zionisme en extreem rechts.

Het Vlaams Blok is geen uitzondering, want er is duidelijk een
tendens. In De schaduw van de ster beschreef ik hoe zionisten in
de 20e eeuw verschillende malen contact met extreem rechts
zochten. Dat begon al met Theodor Herzl, de oprichter van het
moderne zionisme. Hij knoopte betrekkingen aan met
antisemieten in Rusland en schroomde er in dat proces niet voor
antisemitische vooroordelen te bevestigen.
Sindsdien is de aantrekkingskracht van extreem rechts op
zionisten niet minder geworden. Dit fenomeen valt tegenwoordig
niet alleen in België op, maar met de ‘Lijst Pim Fortuijn’ ook in
Nederland. Nog niet al te lang geleden verkondigde De Winter
van het Vlaams Blok dat hij “rechts was ingehaald” door de
legendarische oprichter van deze populistische partij. Voordat
Pim Fortuijn het leven liet, begon hij een charmeoffensief in
pro-Israëlische richting. Hoewel hij in zijn PVDA periode nog
begrip voor de Palestijnen op kon brengen, was Fortuijn
voortaan een onvoorwaardelijk pleitbezorger van de Israëlische
zaak. En niet zonder resultaat, want de zionisten kwamen op de
LPF af als vliegen op stront. Vanzelfsprekend voltrok één en
ander zich evenals bij het Vlaams Blok, in een context van haat
jegens moslims.
Voor Frankrijk geldt ongeveer hetzelfde. Bij de laatste
verkiezingen kon het ‘Front National’ van Jean-Marie LePen
eveneens op veel joodse stemmen rekenen. De opmerking van
LePen een aantal jaar geleden dat de holocaust een voetnoot in
de geschiedenis was, kon dat niet verhinderen. Verder moet in dit
verband de positieve reactie van Israëlische en zionistische
organisaties op extreem rechts in Europa genoemd worden. Een
goed voorbeeld is Abe Foxman van de zionistische ‘Anti
Defamation League of B’nai B’rith.’ Nadat de extreem rechtse
FPÖ van Jörg Haider een verkiezingswinst boekte in Oostenrijk,
nam Foxman een afwachtende houding in. Hij wilde eerst eens
zien of Haider zo kwaad was als beweerd. De lofbetuigingen van
Haider aan oud-SS-ers in Oostenrijk konden Foxman niet
overtuigen.
In Italië bezocht dezelfde Foxman Gianfanco Fini van de
‘Alleanza Nazionale’. Ooit blies deze extreem rechtse politicus
en vice-premier van Italië de loftrompet over Mussolini. Verder
bestaat ook in Israël interesse in Fini. Italië is één van de landen
in Europa waar traditioneel relatief weinig enthousiasme voor
Israël bestaat. Nu extreem rechts daar aan de macht is, achten de
Israëlische leiders de omstandigheden geschikt voor een
verdieping van de betrekkingen. Daarbij herhaalt de geschiedenis
zich, want de ideologische aartsvaderen van Sharon’s Likoed
kregen al steun van Mussolini’s fascisten (29).

Zoals ik eerder al schreef, volgt het gezelschap rond de fabel het
zionistische dogma dat antisemitisme nooit veroorzaakt kan zijn
door joods handelen. Als er joden in het spel zijn, houdt de
discussie voor de fabel op. Ik vraag me af hoe ver deze redenatie
strekt. Het moet bijvoorbeeld tot de conclusie leiden dat de
betrokkenheid van joden bij het Vlaams Blok geen verscherping
van de zo nu en dan anti-joodse stemming onder moslims in
Antwerpen kan veroorzaken. Andersom is de consequentie van
deze redenatie dat kritiek op het Vlaams Blok uit den boze is
omdat het antisemitisch zou zijn ten aanzien van de bij deze
extreem rechtse partij aangesloten joden. Maar zo ver zal het
waarschijnlijk niet komen. De fabel zal de gaten in de
ideologische bewijsvoering wel dichten door er het zwijgen toe
te doen.

1 ‘SP-denker: Israël gegrondvest op racistisch idee’, Yoram Stein, Trouw,
29-11-’02 (Zie voor mijn reactie op deze en andere ‘besprekingen’:
www.epo.be)
2. http://www.gebladerte.nl
3. ‘De oude vijand draagt een nieuw jasje’, Ronald Eissens, NIW,
13-12-2002.
4. Ibidem
5. ‘Botsingen over giftige woorden’ (bijschrift foto), Rob Vreeken, De
Volkskrant, 3-9-’01
6. ‘De poel van Mamilla’, Israel Shamir, Een spiegel liegt niet, andere
stemmen uit Israël. (samengesteld door Anja Meulenbelt), Bulaaq,
Amsterdam, 2002, p.157. (De advertentie in Ha’aretz verscheen op
21-11-’00.)
7. ‘SP-denker: Israël gegrondvest op racistisch idee’, Yoram Stein, Trouw,
29-11-’02
8. ‘Creveld-Duisenberg, een opvallend verschil in behandeling’, Paul
Kuiper, Soemoed nr.6, 2002.
9. ‘Nooit veilig, altijd bang’, Joris Luijendijk, NRC Handelsblad, 11-1-’03
10. Daarbij lopen zij het risico misbruikt te worden door extreem rechts. Dat
gebeurde bijvoorbeeld de Amerikaanse antizionist Lenni Brenner. In zijn
boek Zionism in the Age of the Dictators heeft hij uitgebreid de
samenwerking in de jaren dertig tussen de ‘World Zionist Organisation
(WZO)’ en nazi-Duitsland beschreven. Toen dit boek opdook in een
boekenlijst van het ‘Institute for Historical Review’, reageerde Brenner
furieus: “Ik deel geen jota van jullie krankzinnige ideologie. Ik ben jullie
onverbiddelijke tegenstander. Ik geloof niet dat jullie enig recht van
bestaan hebben (...) en ik steun iedere willekeurige poging, van wie dan ook,
zionistisch of antizionistisch, om jullie en jullie bijeenkomsten aan te
vallen.”
11. Zionisten gebruiken vaak het joodse woord ‘shoah’ voor de holocaust.
Dat doet geen recht aan de andere slachtoffers van de nazi’s, zoals
zigeuners, homoseksuelen en geestelijke gehandicapten. Verder werden
meer dan 20 miljoen Oost-Europeanen door de nazi’s vermoord.
12. De schaduw van de ster, Peter Edel, EPO, Berchem-Antwerpen, 2002,
p.14.
13. ‘Houdbaarheidsdatum huidige Israël overschreden’, Peter Edel, Trouw,
6-12-’02. (In de tekst stond de passage: “dat de houdbaarheidsdatum van
het op negentiende-eeuwse principes gebaseerde zionisme ruim is
overschreden.” Kennelijk staat zionisme voor Trouw gelijk aan Israël. Voor
mij bestaat daar een verschil tussen. Het is kenmerkend voor de nuance van
Trouw.)
14. Barend en Van Dorp, RTL 4, 2-12-’02 (Marijnissen vroeg zich af hoe ik
het in mijn hoofd haalde kritiek op Yitzhak Rabin te hebben. Daarom hierbij
een veelzeggende uitspraak van de vermoorde Israëlische premier: “Don’t
talk to me about transfer, no-one in this hall has transferred more Arabs
than I Have.” Uit: Soemoed nr. 6, 2002.
15. Wat wel waar is, is dat in landen waar niet of nauwelijks joden wonen,
antisemitisme als argument voor de vervolging van moslims wordt gebruikt.
Dat is bijvoorbeeld het geval in Tsjetsjenië. Toen de Russische president
eens in dit verband werd aangesproken, noemde hij de bestrijding van
antisemitisme als argument voor misdaden tegen Tsjetsjeense moslims.
16. ‘De tien geboden van Eric Krebbers’, Peter Edel, Soemoed, nr.3, 2002.
17.‘Het gevaarlijke gegoochel met het woord antisemitisme’, Hayo Mayer,
NIW, 13-12-’02
18.‘De tweede holocaust’, Ron Rosenbaum, NRC Handelsblad, 20-4-’02
19. ‘Israelis Puzzling Over Anxieties Of American Jewish’, Noga
Tarnopolsky, The Forward, 7-6-’02
20. Ibidem (Het is de vraag of pro-Israëlische kringen in Nederland erg
ingenomen zullen zijn met Primor en Sheleg. Want als ik schrijf dat
zionisten tijdens de Tweede Wereldoorlog voor een passieve opstelling
kozen, is een beschuldiging van antisemitisme het gevolg. Primor en Sheleg zijn gelukkig wijzer.)
21. Germany Must Perish, Theodore N.Kaufman, Argyle Press, Newark,
New Jersey, 1941.
22. Podium, Trouw, 3-12-’02
23. Interview met Thomas von der Osten-Sacken, Micha Odenheimer,
Ha’aretz, 4-10-’02
24. ‘Velleman ging buiten zijn boekje’, Paul Kuiper, De Volkskrant, 5-1-’03 (Velleman kwam snel in actie nadat op 2 oktober jl. aangifte tegen Gretta was gedaan. De daarop volgende 23 december maakte hij zijn beslissing al openbaar. In andere gevallen gaat Velleman heel wat minder voortvarend te werk. Dat bleek nadat de Nederlands/Israëlische professor Martin van Creveld op 15 april jl. voor de EO-radio tot massamoord opriep. Verschillende aangiften aan het adres van van Creveld kwamen toen bij Velleman terecht, aangezien het behandelen van discriminatiezaken tot zijn taak behoort. In dit verband is tot op de dag van vandaag niets van hem vernomen. Hetzelfde geldt voor de aangifte van twee activisten van het ‘Platform Stop de oorlog tegen de Palstijnen’ volgend op een bedreiging door volgelingen van rabbijn Evers in dezelfde periode.)
25. Ibidem
26. ‘De oude vijand draagt een nieuw jasje’, Ronald Eissens, NIW,
13-12-2002
27. ibidem.
28.‘Het gevaar komt van links en rechts’, Hans Knoop, NIW, 6-12-’02. (In
hetzelfde artikel verwierp Knoop mijn boek als een “antisemitisch
geschrift”. Dat deed hij op basis van een het eerder genoemde citaat dat
Yoram Stein in Trouw ten onrechte aan mijn boek toeschreef. Volgens Stein noem ik het joodse geloof in De schaduw van de ster een racistische religie. Ik heb geschreven dat de joodse traditie naast humanistische kanten ook een aantal xenofobische aspecten kent -zoals in de Talmoed. Maar daarmee heb ik niet geschreven dat het joodse geloof een ‘racistische religie’ is. Dat kan het ook niet zijn, want evenals ieder ander geloof kent de basis het judaïsme ook talloze humanistische elementen. Dat daar door onder invloed van het
zionisme helaas weinig van overgebleven, verandert daar niets aan. Een
joodse Vlaams Blok stemmer in het artikel van Knoop ziet heeft zijn eigen visie. Knoop beschrijft hoe hij twee joodse sympathisanten van het Vlaams Blok over een hulpprogramma voor straatkinderen in Jaffa informeerde. Tot zijn ontsteltenis kreeg hij de volgende reactie: “Het jodendom zo doceerde hij, is immers in wezen een racistische godsdienst. Een goede jood, zo werd mij voorgehouden, is per definitie een racist. Of ik, zo vroeg de ander, de Gemera (een deel van de Talmoed- P.E.) wel kende? Als ik die kende, zou ik toch hebben geweten dat wij ons het lot van anderen niet aan hoeven te trekken”)
29. ‘Israëlische regering haalt banden aan met Italiaanse fascisten’, Peter Edel, Soemoed, nr.5, 2002.

an3sdej
14-08-03, 20:25
Jeetje, een heel boek op een forum :auw2: ik lees veel, maar dan zijn het boeken, zoiets van een schermpje lezen lukt me niet. En trouwens ik zei al, Ik lees liever een artikel over deze onderwerpenvan een wetenschapper dan van een kunstenaar/publicist die zijn eigen mening er erg doorheen gooit.

barfly
14-08-03, 20:26
Ik hoop dat je school weer is begonnen en dat je flink veel huiswerk krijgt! Ik haat lange stukken. :zwaai: