PDA

Bekijk Volledige Versie : Amerikaanse Joden / Joodse lobby tevreden, christelijk rechts bezorgd



Grietje
19-08-03, 17:55
Amerikaanse Joden / Joodse lobby tevreden, christelijk rechts bezorgd
door Eric Brassem
2003-08-14 - lezersreacties op dit artikel (16)

De meeste Amerikaanse Joden steunen de Routekaart, het plan om te komen tot een Joodse en een Palestijnse staat. Maar ze willen zich niet laten gebruiken door de regering-Bush om druk uit te oefenen op Sjaron.


De vrijdagavondliturgie in Beth Elohim, een liberale synagoge in een welgesteld deel van de Newyorkse wijk Brooklyn, zou geschreven kunnen zijn door een Groene ideoloog. ,,Er zijn dagen dat we de natuur uitbuiten alsof ze een hoorn des overvloeds is. Er zijn dagen dat we doen alsof we niets geven om de rechten van anderen'', houdt voorzangster Janet Leuchter haar veertigkoppige gehoor voor. ,,O, Sabbat, we beseffen dat gerechtigheid onze plicht is, en een betere wereld ons doel.''

Leuchter is net terug uit Israël, waar ze als tiener in een kibboets werkte. ,,Toen vond ik al dat de Palestijnen een eigen staat moesten krijgen'', vertelt ze na de dienst. Hoewel het land een regering heeft die niet de hare is, vertrouwt ze haar gemeente toe dat ze trots is op Israël: ,,Trots op de democratie, op de debatten tussen links en rechts, trots op de taal en de Joodse cultuur.''

Net als de gemeenteleden van Beth Elohim, voelt de meerderheid van de Amerikaanse Joden -zo'n twee procent van de totale Amerikaanse bevolking- zich in religieus opzicht liberaal. Ook politiek staan de meeste Joden links van het midden. Zij zijn geneigd Democratisch te stemmen. In 2000 kreeg presidentskandidaat George W. Bush slechts 20 procent van de Joodse stemmen. Maar president Bush doet het relatief goed bij de Joden. Nu zou 40 procent op hem stemmen. Bush scoort onder hen met zijn voortvarende aanpak van moslim-terroristische organisaties, en ook (zij het wat minder) met de oorlog tegen Irak, die Israël verlost heeft van een vijand en een duidelijk signaal afgaf aan Syrië.

Amerikaanse Joden hadden extra reden om geschokt te zijn door de aanslagen van 11 september 2001: wie én Jood én Amerikaan is, is immers dubbel mikpunt van moslim-extremisten die strijden tegen de 'Amerikaans-zionistische wereldheerschappij'. Wijd verspreid onder Arabieren is bovendien het larieverhaal dat moet bewijzen dat diezelfde zionistische vijand achter de aanslagen zat: in het WTC-gebouw in New York zouden ten tijde van de verwoesting geen Joden hebben gezeten. Wie de namenlijst van slachtoffers leest, weet beter.

Bush leek vóór 11 september matig geïnteresseerd in buitenlandse politiek, waarin Azië het afgelopen decennium gold als prioriteit. De aanslagen verlegden alle aandacht naar het Midden-Oosten, een onderwerp dat Joden na aan het hart ligt. Na het militaire succes in Irak kwam Bush met zijn plan (sommigen zeggen: het Europese plan) voor vrede tussen Israël en de Palestijnen: de zogeheten 'Routekaart'. Die moet uiteindelijk leiden tot een Israëlische, overwegend Joodse staat naast een Palestijnse. De in Amerikaanse en Israëlische ogen onacceptabele Jasser Arafat is een nieuwe premier door de strot gewrongen: Aboe Mazen.

,,Vorige maand zat ik samen met zo'n 25 andere Joodse leiders bij Condoleezza Rice'', vertelt Jason F. Isaacson, directeur van het Amerikaans-Joods Comité, een van de grootste Amerikaans-Joodse organisaties. Rice, de veiligheidsadviseur van Bush, wilde hun meningen peilen over de Routekaart. ,,Geen van de aanwezigen was tegen de richting die het plan aanwijst'', zegt Isaacson. Isaacson noemt het 'denkbaar' dat de bijeenkomst ook bedoeld was om de Amerikaans-Joodse leiders te bewegen tot druk op de regering-Sjaron, op punten als het hek dat Israël aan het bouwen is, en de vrijlating van Palestijnse gevangenen. Maar de meeste Amerikaans-Joodse organisaties benadrukken dat zij vinden dat ze de democratisch gekozen regering van Israël moeten dienen en zeker niet voor de voeten moeten lopen - een opinie die veel Amerikaanse Joden delen.

Een andere kijk daarop heeft de Amerikaanse Vrede Nu-beweging, die soms haar 25000 sympathisanten oproept om te protesteren, niet alleen bij de Amerikaanse, maar ook bij de Israëlische autoriteiten. ,,Als andere Joodse organisaties Congresleden Israël bezoeken en zich laten rondleiden door de overheid, proberen wij ze in contact te brengen met actiecomités en Palestijnen'', vertelt Lewis Roth van Vrede Nu.

Hij betreurt dat onder de genodigden veel ultra-rechtse christelijke politici zitten. ,,Die willen geen vrede, die willen vechten tot de laatste Israëliër.'' Ook probeert Roths organisatie de Congresleden over te halen de routekaart te lézen. ,,Israël strooit hen zand in de ogen door te stellen dat eerst de Palestijnen Hamas moeten ontmantelen voordat de kolonisten kunnen worden aangepakt. Maar dat staat helemaal niet in de routekaart.''

De machtigste Joodse lobby-organisatie is de Aipac, het Amerikaans-Israëlische Comité voor Openbare Zaken, een koepelorganisatie van vrijwel alle Amerikaans-Joodse instellingen, met 4,5 miljoen betalende leden. Het tijdschrift Forbes noemde de Aipac in 2002 de op drie na machtigste lobbyclub in Washington (op nummer 1 stond de wapenlobby, de NRA).

De bij het Congres officieel geregistreerde lobbyisten van Aipac zijn ook kind aan huis bij politici in de Amerikaanse deelstaten. Nog voordat kandidaat-politici zijn gekozen, voor welke zetel of post dan ook, hebben ze vaak al een bezoekje gekregen van een van de lobbyisten van de Aipac. Zij beschikken over de financiën om hen desgewenst naar Israël uit te nodigen.

Dergelijke trips leveren de politici thuis een hoop gratis publiciteit op, en vallen doorgaans goed bij de kiezers. De Republikeinse fractieleider in het Huis van Afgevaardigden, Tom DeLay, verklaard criticus van de totstandkoming van een Palestijnse staat, was vorige week aan de beurt en binnenkort haalt Aipac diens Democratische tegenstrever naar Israël. ,,Ik ben een Israëliër'', zei DeLay in Jeruzalem, terwijl de camera's van alle bekende Amerikaanse tv-stations draaiden.

,,De Joodse lobbyisten slijten een makkelijk te verkopen product'', stelt een hoge bron binnen een pro-Israëlische organisatie die anoniem wil blijven. ,,Amerikanen houden van Israël. Ze zien in Israël een mede-democratie - een staat, net als de VS zelf, opgebouwd door immigranten. Daarbij is Israël een strategische bondgenoot in het Midden-Oosten. En dan is er natuurlijk het religieuze aspect.''

Amerikaanse politici moeten voortdurend denken aan hun achterban en hun campagnefondsen. Wat maakt die kleine Joodse stem voor hen interessant? ,,Joden zijn relatief hoog opgeleid, rijk en zeer politiek actief. 80 procent stemt, dat is twee keer zoveel als doorsnee-Amerikanen. En Joden stellen zich ook verkiesbaar: het Huis van Afgevaardigden telt zo'n dertig Joden en de Senaat tien. De wijsheid dat twee Joden drie meningen hebben, gaat voor één onderwerp niet op: Israël.''

Vertegenwoordigers van Joodse organisaties zeggen dat ze niet betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van de Routekaart. De meesten denken dat zowel Bush als Sjaron tot de overtuiging is gekomen dat na 'Irak' de tijd rijp was voor een nieuw vredesinitiatief, al was het maar om de Arabische 'vrienden', geschokt na Irak, tevreden te stellen.

Onder Joden bestaat wel enige vrees dat Bush, meegesleept door zijn visioenen, Israël zal dwingen tot concessies die Israëls veiligheid bedreigen. Maar groot is die vrees niet. Bush zou wel gek zijn om zijn rechts-christelijke achterban tegen zich in het harnas te jagen. Christelijk rechts is vooral sterk in het zuiden, met name in Bush' thuisstaat Texas. Voor hen is elke druk op Israël, land van christelijke heiligdommen en Christus' wederkeer, taboe. Mét de Joods-orthodoxen is christelijk rechts van mening dat de bezette Westelijke Jordaanoever, ('Judea en Samaria') tot Israël behoort, en dat de Palestijnen, thuishoren in Arabische landen.

Joodse liberalen voelen zich zeer ongemakkelijk bij de 'steun' voor Israël in deze kringen, die hun liefde voor het Beloofde Land soms combineren met een al of niet latente vorm van antisemitisme. Hoe dan ook waait deze aanzienlijke politieke wind prettig in de rug van de Joodse lobby.

Van Bush sr. is bekend dat hij als president, in september 2001, verzuchtte: ,,Duizend lobbyisten lobbyen dezer dagen in het Congres voor garanties voor leningen aan Israël, en ik ben hier maar een eenzaam klein ventje die vraagt om de beslissing daarover 120 dagen uit te stellen.'' Vorige week reageerden de Joodse lobbyisten laconiek op een bericht in de New York Times, dat de huidige regering-Bush nu ook dreigt met intrekking van miljarden aan dergelijke garanties als de regering-Sjaron de bouw van het hek langs de Westelijke Jordaanoever niet stopzet.

Maar Jim Backlin, lobbyist voor de Christian Coalition, blaast desgevraagd dat zijn organisatie 'verontwaardigd' is. De Coalition behoort met twee miljoen leden tot de harde kern van Bush' achterban. Enkele Senatoren en afgevaardigden in het Huis danken hun zetel aan de activiteiten van de Coalition. Activisten van de Coalition bereiken miljoenen kiezers, die ze bijvoorbeeld met pamfletten op de hoogte houden van het stemgedrag van Afgevaardigden in hun district. Prominente Republikeinen, onder wie Tom Delay, spreken op hun bijeenkomsten. De meeste activiteiten van de Coalition richten zich op binnenlands-politieke zaken (homohuwelijk, biologie-onderwijs, stemcelonderzoek), met één uitzondering: Israël. Dat Israël een hek rond Palestijnse gebieden bouwt, vindt Backlin geen punt. ,,Wij steunen deze veiligheidsmaatregel van Israël juist.'' Dat het hek hier en daar op Palestijns gebied staat, vindt Backlin evenmin bezwaarlijk: ,,Wij geloven niet dat het hek op Palestijns gebied staat. Zoals wij de Bijbel lezen, behoort het land aan Israël toe. En daarom zijn we tegen de oprichting van een Palestijnse staat.''

Tegen de Routekaart is de Coalition dus ook. Maar al te druk maakt Backlin zich er niet over. ,,Wij geloven niet dat die Routekaart enige kans van slagen heeft. Zeker niet voor de volgende verkiezingen.'' Dat is precies wat voorstanders van de routekaart vrezen.