Zwarte Schaap
20-08-03, 18:36
Acceptatie homo's heeft beperkingen
Bas van de Meerendonk
Het idee dat homoseksualiteit inmiddels algemeen wordt geaccepteerd, is te voorbarig. Zoenende mannen kunnen nog altijd op brede afkeuring rekenen, stelt Bas van de Meerendonk.
De wettelijke emancipatie van homoseksuelen in Nederland is ver gevorderd, maar van daadwerkelijke sociale acceptatie komt nog veel te weinig terecht, zegt Henk Beerten, voorzitter van het COC (Forum, 2 augustus). 'Integratie betekent niet dat een samenleving gelijke rechten geeft aan een minderheid, die daarna braaf opgaat in het geheel en dan niet langer zichtbaar hoeft te zijn.'
Zichtbaarheid is ook waar het hoofdredactionele commentaar over gaat (de Volkskrant, 2 augustus). In dit commentaar, dat handelt over vertrutting en over gedrag van homoseksuelen, wordt een onderscheid gemaakt tussen publieke en private ruimte. Er wordt bepleit dat gedrag dat anderen zou kunnen storen maar beter tot de private ruimte beperkt kan blijven: 'Het mooie van de hedendaagse samenleving is dat iedereen zijn eigen voorkeur kan uitleven. Maar de publieke ruimte is van iedereen: daarom moeten burgers zich zoveel mogelijk onthouden van gedrag dat door anderen als storend wordt ervaren.'
Op het eerste gezicht lijkt dit erg voor de hand liggend en bepaalde vormen van gedrag worden waarschijnlijk door een grote meerderheid als storend ervaren. Maar meestal is het zo dat wat de een als storend ervaart, de ander soms helemaal niet vervelend vindt.
Ook als we ons beperken tot gedrag dat ligt op het terrein van liefde en seksualiteit, dan nog resten er vragen. Welk seksueel gedrag is wel of niet acceptabel; waaraan storen mensen zich? En een wellicht nog veel belangrijkere vraag is of men zich net zo stoort aan hetzelfde gedrag van heteroseksuelen als aan dat van homoseksuelen.
Dit laatste vormt een mooie graad meter voor de sociale acceptatie van homoseksualiteit. Mag in het tolerante Nederland een hetero bepaalde zaken wel en een homo niet?
In het kader van het door de vakgroepen Methoden en Sociologie van de Katholieke Universiteit van Nijmegen gehouden onderzoek Sociaal-culturele ontwikkelingen in Nederland (SOCON-2000) is in 2000 aan 881 Nederlanders gevraagd of zij het aanstootgevend vinden om op straat twee mensen (een stel) met elkaar te zien zoenen.
Om meer inzicht te krijgen in de sociale acceptatie van homoseksuelen in vergelijking met heteroseksuelen hebben we de samenstelling van het stel laten variëren: een man en een vrouw, twee vrouwen, en twee mannen. Het betreft hier dus hetzelfde soort gedrag, namelijk zoenen in het openbaar, maar door verschillende groepen ten toon gespreid.
De uitkomsten laten zien dat er grote verschillen zijn tussen de drie stellingen. Een grote meerderheid van de respondenten vindt een zoenend heterostel absoluut niet aanstootgevend. Zoenende lesbo's en - vooral - zoenende homoseksuele mannen stuiten op aanzienlijk meer weerstand (zie graphic).
Dit is een duidelijke aanwijzing dat het met de sociale acceptatie van homoseksuelen nog niet zo ver is gevorderd als wellicht algemeen wordt gedacht. Het is iemands goed recht om zich te storen aan een zoenend stel op straat. Het is echter veelzeggend dat men zich klaarblijkelijk veel meer stoort aan twee zoenende vrouwen of twee zoenende mannen dan aan een zoenende man en vrouw.
Als de redenering van de Volkskrant wordt gevolgd, dan zou dit betekenen dat homoseksuelen niet en heteroseksuelen wel op straat zouden mogen zoenen. Immers, in de publieke ruimte zouden burgers zich moeten onthouden van gedrag dat door anderen als storend wordt ervaren. Je homoseksuele voorkeur is geen probleem, maar laat het vooral niet zien: hou het binnenshuis. Bepaald gedrag zou dan alleen nog maar weggelegd zijn voor heteroseksuelen, niet voor homoseksuelen. Dit leidt op zijn beurt weer tot onzichtbaarheid van homoseksuelen.
Recente onderzoeken naar de gezondheid van homoseksuelen suggereren dat er een verband is tussen het ontbreken van sociale acceptatie en klachten op het gebied van geestelijke gezonhdeid. Overheid, onderwijs en wetenschap zouden daarom meer prioriteit moeten geven aan de het vergroten van de sociale acceptatie van homoseksuelen.
Bas van de Meerendonk is verbonden aan de Rutgers Nisso Groep, het Kenniscentrum Seksualiteit en aan de vakgroep methoden van de Katholieke Universiteit Nijmegen.
Bron: Volkskrant
Bas van de Meerendonk
Het idee dat homoseksualiteit inmiddels algemeen wordt geaccepteerd, is te voorbarig. Zoenende mannen kunnen nog altijd op brede afkeuring rekenen, stelt Bas van de Meerendonk.
De wettelijke emancipatie van homoseksuelen in Nederland is ver gevorderd, maar van daadwerkelijke sociale acceptatie komt nog veel te weinig terecht, zegt Henk Beerten, voorzitter van het COC (Forum, 2 augustus). 'Integratie betekent niet dat een samenleving gelijke rechten geeft aan een minderheid, die daarna braaf opgaat in het geheel en dan niet langer zichtbaar hoeft te zijn.'
Zichtbaarheid is ook waar het hoofdredactionele commentaar over gaat (de Volkskrant, 2 augustus). In dit commentaar, dat handelt over vertrutting en over gedrag van homoseksuelen, wordt een onderscheid gemaakt tussen publieke en private ruimte. Er wordt bepleit dat gedrag dat anderen zou kunnen storen maar beter tot de private ruimte beperkt kan blijven: 'Het mooie van de hedendaagse samenleving is dat iedereen zijn eigen voorkeur kan uitleven. Maar de publieke ruimte is van iedereen: daarom moeten burgers zich zoveel mogelijk onthouden van gedrag dat door anderen als storend wordt ervaren.'
Op het eerste gezicht lijkt dit erg voor de hand liggend en bepaalde vormen van gedrag worden waarschijnlijk door een grote meerderheid als storend ervaren. Maar meestal is het zo dat wat de een als storend ervaart, de ander soms helemaal niet vervelend vindt.
Ook als we ons beperken tot gedrag dat ligt op het terrein van liefde en seksualiteit, dan nog resten er vragen. Welk seksueel gedrag is wel of niet acceptabel; waaraan storen mensen zich? En een wellicht nog veel belangrijkere vraag is of men zich net zo stoort aan hetzelfde gedrag van heteroseksuelen als aan dat van homoseksuelen.
Dit laatste vormt een mooie graad meter voor de sociale acceptatie van homoseksualiteit. Mag in het tolerante Nederland een hetero bepaalde zaken wel en een homo niet?
In het kader van het door de vakgroepen Methoden en Sociologie van de Katholieke Universiteit van Nijmegen gehouden onderzoek Sociaal-culturele ontwikkelingen in Nederland (SOCON-2000) is in 2000 aan 881 Nederlanders gevraagd of zij het aanstootgevend vinden om op straat twee mensen (een stel) met elkaar te zien zoenen.
Om meer inzicht te krijgen in de sociale acceptatie van homoseksuelen in vergelijking met heteroseksuelen hebben we de samenstelling van het stel laten variëren: een man en een vrouw, twee vrouwen, en twee mannen. Het betreft hier dus hetzelfde soort gedrag, namelijk zoenen in het openbaar, maar door verschillende groepen ten toon gespreid.
De uitkomsten laten zien dat er grote verschillen zijn tussen de drie stellingen. Een grote meerderheid van de respondenten vindt een zoenend heterostel absoluut niet aanstootgevend. Zoenende lesbo's en - vooral - zoenende homoseksuele mannen stuiten op aanzienlijk meer weerstand (zie graphic).
Dit is een duidelijke aanwijzing dat het met de sociale acceptatie van homoseksuelen nog niet zo ver is gevorderd als wellicht algemeen wordt gedacht. Het is iemands goed recht om zich te storen aan een zoenend stel op straat. Het is echter veelzeggend dat men zich klaarblijkelijk veel meer stoort aan twee zoenende vrouwen of twee zoenende mannen dan aan een zoenende man en vrouw.
Als de redenering van de Volkskrant wordt gevolgd, dan zou dit betekenen dat homoseksuelen niet en heteroseksuelen wel op straat zouden mogen zoenen. Immers, in de publieke ruimte zouden burgers zich moeten onthouden van gedrag dat door anderen als storend wordt ervaren. Je homoseksuele voorkeur is geen probleem, maar laat het vooral niet zien: hou het binnenshuis. Bepaald gedrag zou dan alleen nog maar weggelegd zijn voor heteroseksuelen, niet voor homoseksuelen. Dit leidt op zijn beurt weer tot onzichtbaarheid van homoseksuelen.
Recente onderzoeken naar de gezondheid van homoseksuelen suggereren dat er een verband is tussen het ontbreken van sociale acceptatie en klachten op het gebied van geestelijke gezonhdeid. Overheid, onderwijs en wetenschap zouden daarom meer prioriteit moeten geven aan de het vergroten van de sociale acceptatie van homoseksuelen.
Bas van de Meerendonk is verbonden aan de Rutgers Nisso Groep, het Kenniscentrum Seksualiteit en aan de vakgroep methoden van de Katholieke Universiteit Nijmegen.
Bron: Volkskrant