Orakel
02-09-03, 22:12
Boeken / Begrip door naast de moslim te gaan staan
door Jan Greven
Trouw 2003-09-02
Nuray Choudry is tien jaar. Ze zit op de openbare basisschool. Een sterke leerling is ze niet. Door ziekte heeft ze nogal wat moeten verzuimen waardoor ze achterstand heeft opgelopen. Haar juffrouw Hennink is dan ook niet blij als haar moeder vraagt of Nuray drie dagen vrij mag vanwege het islamitische offerfeest.
Eén dag, stelt ze voor om haar goede wil te tonen. Dat compromis valt niet lekker bij Nuray thuis. Vader en moeder herinneren zich nog goed dat de schoolleiding ook 'nee' zei tegen een hoofddoekje. Vanwege het openbare karakter van de school. Meneer Choudry besluit naar de ouderavond te gaan om nog eens over het offerfeest te praten.
Hoe beslagen komt juffrouw Hennink in dat gesprek ten ijs? Heeft ze een houding van: 'daar heb je die moslims weer: op ouderavonden zie je ze nooit, behalve om vrij voor hun kinderen te vragen?' Of ziet ze dat de vader vrij vraagt om wat hij ziet als het belang van zijn dochter, al ziet ze dat zelf anders? Is kennis van de islam voor zo'n gesprek onontbeerlijk of volstaat een open geest en liefde voor kinderen, die nooit de dupe mogen worden van onenigheid tussen ouders en school?
Het verzoek om drie dagen vrij voor Nuray is de eerste van zeventien 'levenskwesties van moslims' die samen een publicatie vormen van Forum. Forum is een instituut dat zich inzet voor een samenleving waarin 'alle burgers kunnen meedoen'. In de praktijk laat het de stem van moslims horen. Dat kost de moslims trouwens geen cent. De overheid subsidieert. Een typische vrucht van het poldermodel. Maar wel nuttig, zoals blijkt uit deze publicatie, die professionals, onderwijzers, artsen, maatschappelijk werkers, laat zien hoe zij in een hulpsituatie met moslims kunnen, c.q. zouden moeten omgaan.
De aanpak valt in uiteen in een seculier deel - hoe pak je het aan. En een religieus deel - wat zegt de Koran over de onderhavige kwestie. Zo kunnen we in het geval van Nuray onder de paragraafaanduiding 'Koranuitleg' en het kopje 'De Hoofddoek' lezen wat de koran zegt over hoofddoekjes. Althans dat zou je verwachten. Maar helaas. Verder dan 'de hoofddoek wordt in de islamitische leer behandeld bij de regelgeving voor zedelijk gedrag', komt het niet. We horen niet hoe die regelgeving er precies uit ziet. Wel dat de koran erover 'vrij algemene richtlijnen geeft, die per cultuur anders werden en worden ingevuld.' Anders gezegd: voor het dragen van een hoofddoek moet je niet bij de koran zijn, maar bij een plaatselijke (sub)cultuur.
De Koran blijkt niet alleen bij de hoofddoekjes veel minder expliciet dan mensen beweren die zeggen volgens zijn regels te leven. Zo gebiedt de Koran nergens dat vrouwen hun mannen moeten gehoorzamen en bestaat er geen enkele canonieke tekst dat mannen hun vrouwen gehoorzaamheid dienen in te scherpen door ze te slaan. Wel is er een woord van de profeet dat zegt: 'Niemand van u heeft werkelijk geloof totdat hij voor zijn broeder wenst wat hij voor zichzelf wenst.' De profeet zegt dus positief, wat Jezus (doe de ander niet aan wat je zelf niet wilt dat jou aangedaan wordt) negatief zegt. Mohammeds liefdesgebod lijkt daarmee sterker. Het wordt vermeld bij de koranuitleg over homoseksualiteit. We hebben dan al gelezen dat 'vooraanstaande geleerden' eenduidig hebben vastgesteld dat niemand de toegang tot het vrijdaggebed geweigerd mag worden. Ook homoseksuelen niet. En wat er in het hiernamaals gebeurt met een homoseksuele man of vrouw, beslist uiteindelijk alleen God. De Koran lijkt minder uitgesproken over een goddelijk oordeel over homo's dan de bijbel. Om homoseksualiteit niet langer als zonde te zien, moeten christenen toch echt een paar bijbelteksten als tijdgebonden tussen haakjes zetten. Moslims, zo lijkt het, hoeven dat niet. De korantekst is veel dubbelzinniger.
Maar wie nu zou denken dat de zaken daarmee wat eenvoudiger komen te liggen, vergist zich toch. De meeste moslims kennen de inhoud van de Koran niet en gaan af op hun imam. De accenten die de imam legt en de stellige meningen die hij uit de veel mildere Koran destilleert zijn sterk cultuurgebonden. De publicatie bepleit bij de professionele hulpverlener begrip voor die imam-geörienteerde cultuur. Een begrip dat begint met naast en niet tegenover elkaar staan. Zo moet juffrouw Hennink samen met vader Choudry zoeken naar het belang van Nuray. Dat hebben ze immers alle twee op het oog.
Dat schouder aan schouder staan wordt trouwens altijd van hulpverleners gevraagd, of hun cliënt nu moslim is of niet. Leef je in. Laat degenen die om hulp vragen zelf verwoorden wat de beste oplossing voor hen is en loop ze niet voor de voeten met eigen ideeën. Hulpverleners horen in hun opleiding niet anders.
Al lezend in de ene casus na de andere ontdek je dat het probleem niet de islam is en zeker niet de Koran. Het probleem is een specifieke, cultuur bepaalde uitleg van de islam. Noem dat niet te snel 'achterlijk', want die vooringenomenheid kan precies de reden zijn waarom hulpverlening faalt. In feite zegt de hele publicatie niets anders dan dat je moslims die hulp zoeken niet anders moet behandelen dan anderen. Neem hun probleem serieus, zoals zij het zelf formuleren. Een mishandelde vrouw kan enorm lijden onder haar situatie en toch diep in haar hart denken dat haar man het recht heeft haar te slaan, omdat de Koran dat zegt. Alleen wie probeert te begrijpen waarom ze zo denkt, komt verder. In de hulpverlening is dat al heel lang even voor de hand liggend als het ABC. Onthullend dat zo'n basisles in extenso herhaald moet worden als het over moslims gaat.
Wankele waarden. Levenskwesties voor moslims belicht voor professionals, € 20, bestellen via website van Forum of via [email protected].
door Jan Greven
Trouw 2003-09-02
Nuray Choudry is tien jaar. Ze zit op de openbare basisschool. Een sterke leerling is ze niet. Door ziekte heeft ze nogal wat moeten verzuimen waardoor ze achterstand heeft opgelopen. Haar juffrouw Hennink is dan ook niet blij als haar moeder vraagt of Nuray drie dagen vrij mag vanwege het islamitische offerfeest.
Eén dag, stelt ze voor om haar goede wil te tonen. Dat compromis valt niet lekker bij Nuray thuis. Vader en moeder herinneren zich nog goed dat de schoolleiding ook 'nee' zei tegen een hoofddoekje. Vanwege het openbare karakter van de school. Meneer Choudry besluit naar de ouderavond te gaan om nog eens over het offerfeest te praten.
Hoe beslagen komt juffrouw Hennink in dat gesprek ten ijs? Heeft ze een houding van: 'daar heb je die moslims weer: op ouderavonden zie je ze nooit, behalve om vrij voor hun kinderen te vragen?' Of ziet ze dat de vader vrij vraagt om wat hij ziet als het belang van zijn dochter, al ziet ze dat zelf anders? Is kennis van de islam voor zo'n gesprek onontbeerlijk of volstaat een open geest en liefde voor kinderen, die nooit de dupe mogen worden van onenigheid tussen ouders en school?
Het verzoek om drie dagen vrij voor Nuray is de eerste van zeventien 'levenskwesties van moslims' die samen een publicatie vormen van Forum. Forum is een instituut dat zich inzet voor een samenleving waarin 'alle burgers kunnen meedoen'. In de praktijk laat het de stem van moslims horen. Dat kost de moslims trouwens geen cent. De overheid subsidieert. Een typische vrucht van het poldermodel. Maar wel nuttig, zoals blijkt uit deze publicatie, die professionals, onderwijzers, artsen, maatschappelijk werkers, laat zien hoe zij in een hulpsituatie met moslims kunnen, c.q. zouden moeten omgaan.
De aanpak valt in uiteen in een seculier deel - hoe pak je het aan. En een religieus deel - wat zegt de Koran over de onderhavige kwestie. Zo kunnen we in het geval van Nuray onder de paragraafaanduiding 'Koranuitleg' en het kopje 'De Hoofddoek' lezen wat de koran zegt over hoofddoekjes. Althans dat zou je verwachten. Maar helaas. Verder dan 'de hoofddoek wordt in de islamitische leer behandeld bij de regelgeving voor zedelijk gedrag', komt het niet. We horen niet hoe die regelgeving er precies uit ziet. Wel dat de koran erover 'vrij algemene richtlijnen geeft, die per cultuur anders werden en worden ingevuld.' Anders gezegd: voor het dragen van een hoofddoek moet je niet bij de koran zijn, maar bij een plaatselijke (sub)cultuur.
De Koran blijkt niet alleen bij de hoofddoekjes veel minder expliciet dan mensen beweren die zeggen volgens zijn regels te leven. Zo gebiedt de Koran nergens dat vrouwen hun mannen moeten gehoorzamen en bestaat er geen enkele canonieke tekst dat mannen hun vrouwen gehoorzaamheid dienen in te scherpen door ze te slaan. Wel is er een woord van de profeet dat zegt: 'Niemand van u heeft werkelijk geloof totdat hij voor zijn broeder wenst wat hij voor zichzelf wenst.' De profeet zegt dus positief, wat Jezus (doe de ander niet aan wat je zelf niet wilt dat jou aangedaan wordt) negatief zegt. Mohammeds liefdesgebod lijkt daarmee sterker. Het wordt vermeld bij de koranuitleg over homoseksualiteit. We hebben dan al gelezen dat 'vooraanstaande geleerden' eenduidig hebben vastgesteld dat niemand de toegang tot het vrijdaggebed geweigerd mag worden. Ook homoseksuelen niet. En wat er in het hiernamaals gebeurt met een homoseksuele man of vrouw, beslist uiteindelijk alleen God. De Koran lijkt minder uitgesproken over een goddelijk oordeel over homo's dan de bijbel. Om homoseksualiteit niet langer als zonde te zien, moeten christenen toch echt een paar bijbelteksten als tijdgebonden tussen haakjes zetten. Moslims, zo lijkt het, hoeven dat niet. De korantekst is veel dubbelzinniger.
Maar wie nu zou denken dat de zaken daarmee wat eenvoudiger komen te liggen, vergist zich toch. De meeste moslims kennen de inhoud van de Koran niet en gaan af op hun imam. De accenten die de imam legt en de stellige meningen die hij uit de veel mildere Koran destilleert zijn sterk cultuurgebonden. De publicatie bepleit bij de professionele hulpverlener begrip voor die imam-geörienteerde cultuur. Een begrip dat begint met naast en niet tegenover elkaar staan. Zo moet juffrouw Hennink samen met vader Choudry zoeken naar het belang van Nuray. Dat hebben ze immers alle twee op het oog.
Dat schouder aan schouder staan wordt trouwens altijd van hulpverleners gevraagd, of hun cliënt nu moslim is of niet. Leef je in. Laat degenen die om hulp vragen zelf verwoorden wat de beste oplossing voor hen is en loop ze niet voor de voeten met eigen ideeën. Hulpverleners horen in hun opleiding niet anders.
Al lezend in de ene casus na de andere ontdek je dat het probleem niet de islam is en zeker niet de Koran. Het probleem is een specifieke, cultuur bepaalde uitleg van de islam. Noem dat niet te snel 'achterlijk', want die vooringenomenheid kan precies de reden zijn waarom hulpverlening faalt. In feite zegt de hele publicatie niets anders dan dat je moslims die hulp zoeken niet anders moet behandelen dan anderen. Neem hun probleem serieus, zoals zij het zelf formuleren. Een mishandelde vrouw kan enorm lijden onder haar situatie en toch diep in haar hart denken dat haar man het recht heeft haar te slaan, omdat de Koran dat zegt. Alleen wie probeert te begrijpen waarom ze zo denkt, komt verder. In de hulpverlening is dat al heel lang even voor de hand liggend als het ABC. Onthullend dat zo'n basisles in extenso herhaald moet worden als het over moslims gaat.
Wankele waarden. Levenskwesties voor moslims belicht voor professionals, € 20, bestellen via website van Forum of via [email protected].