Jimi
11-09-03, 11:13
11 september / De dreiging is er nog en de bestrijding is moeilijk
van onze verslaggever
2003-09-11
DEN HAAG - Twee jaar na de aanslagen in New York is in Nederland de aandacht voor terrorismedreiging weggeëbd, ziet Erwin Muller. Onterecht, vindt de directeur van het Crisis Onderzoeksteam in Den Haag en hoogleraar conflictbeslechting aan de Universiteit Leiden.
Hij had al niet gedacht dat '11 september' in Nederland zou beklijven. ,,Maar ik dacht wel dat er een reeks aanslagen zou volgen. Dat we ook nog '18 september' zouden krijgen en '5 oktober'. Ik had ongelijk. Maar dat had iedereen wel definitief van de dreiging doordrongen.''
,,We moeten ook niet doen of er sindsdien niets is gebeurd. Neem Bali, dat was toch een grote aanslag, waarbij ook een Nederlander omkwam. Maar mensen denken: dicht bij huis lopen we geen gevaar. We sussen onszelf in slaap door te zeggen dat Nederland onbelangrijk is. Maar we zijn wel open en kwetsbaar. Terroristen denken voor zij toeslaan vooral: waar kan het?''
Al jaren bestudeerde hij de trends in het terrorisme, zegt hij en het 'nieuwe terrorisme' had zijn intrede vóór september 2001 al gedaan. Bijvoorbeeld met aanslagen in West-Afrika en Parijs (moslim-xtremisten) en Tokio (de Aum-sekte). Deze nieuwe terroristen hebben vage eisen, zijn religieus-fundamentalistisch, willen veel doden, zijn internationaal, hebben veel geld, zijn in losse netwerken georganiseerd en hebben tijd. Veel tijd. ,,Dat laatste maakt de bestrijding moeilijk. De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst moet elke paar maanden verantwoorden dat zij iemand nog wil afluisteren. Wat als iemand tien jaar lang niets doet en schijnbaar is geïntegreerd?''
In Nederlandse moskeeën gebeuren volgens Muller 'dingen waar we helemaal geen zicht op hebben'. Tegelijk: moskeeën of moslimjongeren hard aanpakken kan hen juist in de armen jagen van djihad-ronselaars. ,,Het moet allebei: soms erop rammen, maar ook opleiding bieden, werk, integratie.''
van onze verslaggever
2003-09-11
DEN HAAG - Twee jaar na de aanslagen in New York is in Nederland de aandacht voor terrorismedreiging weggeëbd, ziet Erwin Muller. Onterecht, vindt de directeur van het Crisis Onderzoeksteam in Den Haag en hoogleraar conflictbeslechting aan de Universiteit Leiden.
Hij had al niet gedacht dat '11 september' in Nederland zou beklijven. ,,Maar ik dacht wel dat er een reeks aanslagen zou volgen. Dat we ook nog '18 september' zouden krijgen en '5 oktober'. Ik had ongelijk. Maar dat had iedereen wel definitief van de dreiging doordrongen.''
,,We moeten ook niet doen of er sindsdien niets is gebeurd. Neem Bali, dat was toch een grote aanslag, waarbij ook een Nederlander omkwam. Maar mensen denken: dicht bij huis lopen we geen gevaar. We sussen onszelf in slaap door te zeggen dat Nederland onbelangrijk is. Maar we zijn wel open en kwetsbaar. Terroristen denken voor zij toeslaan vooral: waar kan het?''
Al jaren bestudeerde hij de trends in het terrorisme, zegt hij en het 'nieuwe terrorisme' had zijn intrede vóór september 2001 al gedaan. Bijvoorbeeld met aanslagen in West-Afrika en Parijs (moslim-xtremisten) en Tokio (de Aum-sekte). Deze nieuwe terroristen hebben vage eisen, zijn religieus-fundamentalistisch, willen veel doden, zijn internationaal, hebben veel geld, zijn in losse netwerken georganiseerd en hebben tijd. Veel tijd. ,,Dat laatste maakt de bestrijding moeilijk. De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst moet elke paar maanden verantwoorden dat zij iemand nog wil afluisteren. Wat als iemand tien jaar lang niets doet en schijnbaar is geïntegreerd?''
In Nederlandse moskeeën gebeuren volgens Muller 'dingen waar we helemaal geen zicht op hebben'. Tegelijk: moskeeën of moslimjongeren hard aanpakken kan hen juist in de armen jagen van djihad-ronselaars. ,,Het moet allebei: soms erop rammen, maar ook opleiding bieden, werk, integratie.''