jaja
19-09-03, 15:13
Irakezen vinden Nederlanders oké
door Judit Neurink
2003-09-19
SAMAWA - ,,Ze zijn oké'', zegt de Iraakse koopman op de overdekte markt van Samawa over de Nederlandse troepen die in zijn provincie de taken hebben overgenomen van de Amerikanen. Hij lijkt wat verbaasd over de vraag: waren er klachten dan?
Rond zijn kraam vormt zich een groepje mannen en jongens, sommigen in tradionele witte djelabba, anderen op z'n westers gekleed. Algemeen zijn ze van mening, dat de Nederlanders goed werk doen, want Al-Moe thanna is de rustigste provincie van het land. Maar natuurlijk zijn er klachten: niet alle scholen gaan nog open, de prijzen zijn gestegen, onder de nieuwe politiemensen zitten ook leden van het oude korps.
Een straat verderop staat korporaal Koster met zijn mannen en twee legerjeeps, in vriendelijk gesprek met enkele Irakezen. De korporaal bevestigt dat het rustig is in Samawa. Maar er is dan ook vrijwel voortdurend stroom, er zijn weinig plaatsen waar het 's nachts donker of gevaarlijk is. Dat is een groot verschil met het 300 kilometer verderop gelegen Basra, waar de misdaad floreert in de donkere nachten. Een verschil is ook de ontspannen, zeer zichtbare aanwezigheid van de Nederlanders, waar de Britten in Basra vooral in hun militaire voertuigen patrouilleren. Daar zijn vrijwel iedere nacht schoten te horen, in Samawa vrijwel niet meer.
Dat komt door de Nederlanders, zegt men, en door de sterke sociale controle. Maar van belang is ook dat er naast de Iraakse politiemensen in korte tijd ook bewakers zijn getraind, die bij overheidsgebouwen, ziekenhuizen, elektriciteitscentrales en andere belangrijke locaties de dieven en saboteurs buiten houden.
In het ziekenhuis van Samawa komt de zending ter sprake van drie vrachtwagens met hulpgoederen uit Nederland. Iedereen heeft het erover in Samawa, maar er heerst verwarring over de exacte herkomst. Het Nederlandse leger of de overheid worden aangewezen als afzenders, maar alleen de ziekenhuisdirecteur weet na wat hulp te melden dat de bedden, kussens, matrassen en medicijnen van 'de stad' Drenthe komen. Welkom was het materiaal wel, zegt hij. Nu is hij met de Nederlandse troepen in gesprek wat er verder allemaal nog nodig is.
De ziekenhuisdirecteur maakt ook ongevraagd melding van drie vaten met chemicaliën, die uit een opslagruimte verdwenen zouden zijn. Hij maakt zich zorgen dat ze in verkeerde handen zijn gevallen. Op het Nederlandse hoofdkantoor in Samawa erkent majoor Stefan Nomensen dat de verdwijning gemeld is, maar hij weet niet of het verhaal klopt, laat staan of de vaten teruggevonden zijn. Nomensen leidt de afdeling die is belast met het welbevinden van de burgers. De afdeling zorgt voor de veiligheid, en voor zaken als stroomuitval en vuil drinkwater.
Nu wordt er gewerkt aan het opknappen van de 340 scholen in de provincie. Ook wordt geprobeerd om in ieder geval een van de twee geheel leeggeplunderde cementfabrieken weer operationeel te krijgen. ,,Het is belangrijk dat mensen weer aan het werk kunnen'', zegt Nomensen, ,,daarom werken wij ook vooral met Iraakse uitvoerders.'' Er is in Irak veel kritiek op de Amerikanen, die alles in eigen hand houden.
Nomensen doet het woord bij een bekertje thee in een grote ontvangstzaal van het gebouw waar vroeger de Moehabarat, Saddams gehate geheime dienst, huisde. ,,Eerst leek me dat een verkeerde locatie'', zegt hij, ,,maar het heeft ook een symbolische waarde, je maakt duidelijk dat Saddam echt weg is.''
Saddams erfenis zorgt nog wel voor problemen, zoals de wapens die hij uitdeelde. ,,Samen met de politie houden we huiszoekingen. Per woning is één wapen toegestaan voor de eigen verdediging, meer niet'', zegt de majoor.
In de ontvangstzaal van het provinciehuis in Samawa -met rondom bovenaan de muren de portretten van Saddam afgeplakt met pakpapier- zegt plaatsvervangend gouverneur Hadi Mohammed Abdallah er echter niet over te piekeren, de inwoners te vragen hun wapens in te leveren, zoals de Amerikanen op andere plaatsen in Irak hebben geprobeerd. ,,Dat willen de mensen niet, die denken dat ze zichzelf moeten verdedigen'', zegt hij. Het is voor hem al voldoende dat de Nederlanders voorkomen dat ze de wapens op straat dragen.
Abdallah prijst de samenwerking met de Nederlandse militairen. Maar op de vraag of er verschil is met de Amerikanen, antwoordt hij ontkennend. ,,De veiligheid was al goed.'' En hij is zich er ook niet van bewust dat de Nederlanders hun best doen om zich van de Amerikanen te onderscheiden, in een poging de weerstand weg te nemen die de coalitie bij veel Irakezen oproept. Ook in Samawa hangt een spandoek dat iedere samenwerking met de door de Amerikanen geďnstalleerde regeringsraad in Bagdad verwerpt. Ja, natuurlijk, erkent Abdallah, er staat 'Netherlands' op de legervoertuigen. Maar hij ziet het verschil niet echt. ,,We zien ze allemaal als de coalitie.''
Copyright: Trouw
door Judit Neurink
2003-09-19
SAMAWA - ,,Ze zijn oké'', zegt de Iraakse koopman op de overdekte markt van Samawa over de Nederlandse troepen die in zijn provincie de taken hebben overgenomen van de Amerikanen. Hij lijkt wat verbaasd over de vraag: waren er klachten dan?
Rond zijn kraam vormt zich een groepje mannen en jongens, sommigen in tradionele witte djelabba, anderen op z'n westers gekleed. Algemeen zijn ze van mening, dat de Nederlanders goed werk doen, want Al-Moe thanna is de rustigste provincie van het land. Maar natuurlijk zijn er klachten: niet alle scholen gaan nog open, de prijzen zijn gestegen, onder de nieuwe politiemensen zitten ook leden van het oude korps.
Een straat verderop staat korporaal Koster met zijn mannen en twee legerjeeps, in vriendelijk gesprek met enkele Irakezen. De korporaal bevestigt dat het rustig is in Samawa. Maar er is dan ook vrijwel voortdurend stroom, er zijn weinig plaatsen waar het 's nachts donker of gevaarlijk is. Dat is een groot verschil met het 300 kilometer verderop gelegen Basra, waar de misdaad floreert in de donkere nachten. Een verschil is ook de ontspannen, zeer zichtbare aanwezigheid van de Nederlanders, waar de Britten in Basra vooral in hun militaire voertuigen patrouilleren. Daar zijn vrijwel iedere nacht schoten te horen, in Samawa vrijwel niet meer.
Dat komt door de Nederlanders, zegt men, en door de sterke sociale controle. Maar van belang is ook dat er naast de Iraakse politiemensen in korte tijd ook bewakers zijn getraind, die bij overheidsgebouwen, ziekenhuizen, elektriciteitscentrales en andere belangrijke locaties de dieven en saboteurs buiten houden.
In het ziekenhuis van Samawa komt de zending ter sprake van drie vrachtwagens met hulpgoederen uit Nederland. Iedereen heeft het erover in Samawa, maar er heerst verwarring over de exacte herkomst. Het Nederlandse leger of de overheid worden aangewezen als afzenders, maar alleen de ziekenhuisdirecteur weet na wat hulp te melden dat de bedden, kussens, matrassen en medicijnen van 'de stad' Drenthe komen. Welkom was het materiaal wel, zegt hij. Nu is hij met de Nederlandse troepen in gesprek wat er verder allemaal nog nodig is.
De ziekenhuisdirecteur maakt ook ongevraagd melding van drie vaten met chemicaliën, die uit een opslagruimte verdwenen zouden zijn. Hij maakt zich zorgen dat ze in verkeerde handen zijn gevallen. Op het Nederlandse hoofdkantoor in Samawa erkent majoor Stefan Nomensen dat de verdwijning gemeld is, maar hij weet niet of het verhaal klopt, laat staan of de vaten teruggevonden zijn. Nomensen leidt de afdeling die is belast met het welbevinden van de burgers. De afdeling zorgt voor de veiligheid, en voor zaken als stroomuitval en vuil drinkwater.
Nu wordt er gewerkt aan het opknappen van de 340 scholen in de provincie. Ook wordt geprobeerd om in ieder geval een van de twee geheel leeggeplunderde cementfabrieken weer operationeel te krijgen. ,,Het is belangrijk dat mensen weer aan het werk kunnen'', zegt Nomensen, ,,daarom werken wij ook vooral met Iraakse uitvoerders.'' Er is in Irak veel kritiek op de Amerikanen, die alles in eigen hand houden.
Nomensen doet het woord bij een bekertje thee in een grote ontvangstzaal van het gebouw waar vroeger de Moehabarat, Saddams gehate geheime dienst, huisde. ,,Eerst leek me dat een verkeerde locatie'', zegt hij, ,,maar het heeft ook een symbolische waarde, je maakt duidelijk dat Saddam echt weg is.''
Saddams erfenis zorgt nog wel voor problemen, zoals de wapens die hij uitdeelde. ,,Samen met de politie houden we huiszoekingen. Per woning is één wapen toegestaan voor de eigen verdediging, meer niet'', zegt de majoor.
In de ontvangstzaal van het provinciehuis in Samawa -met rondom bovenaan de muren de portretten van Saddam afgeplakt met pakpapier- zegt plaatsvervangend gouverneur Hadi Mohammed Abdallah er echter niet over te piekeren, de inwoners te vragen hun wapens in te leveren, zoals de Amerikanen op andere plaatsen in Irak hebben geprobeerd. ,,Dat willen de mensen niet, die denken dat ze zichzelf moeten verdedigen'', zegt hij. Het is voor hem al voldoende dat de Nederlanders voorkomen dat ze de wapens op straat dragen.
Abdallah prijst de samenwerking met de Nederlandse militairen. Maar op de vraag of er verschil is met de Amerikanen, antwoordt hij ontkennend. ,,De veiligheid was al goed.'' En hij is zich er ook niet van bewust dat de Nederlanders hun best doen om zich van de Amerikanen te onderscheiden, in een poging de weerstand weg te nemen die de coalitie bij veel Irakezen oproept. Ook in Samawa hangt een spandoek dat iedere samenwerking met de door de Amerikanen geďnstalleerde regeringsraad in Bagdad verwerpt. Ja, natuurlijk, erkent Abdallah, er staat 'Netherlands' op de legervoertuigen. Maar hij ziet het verschil niet echt. ,,We zien ze allemaal als de coalitie.''
Copyright: Trouw