PDA

Bekijk Volledige Versie : Irak ging volgens VN-boekje om met grondstof gifgas



Zwarte Schaap
20-09-03, 11:50
Irak ging volgens VN-boekje om met grondstof gifgas
Van onze correspondent Ferry Biedermann

BEJI, bij Tikrit - De ontdekking van een videoband van de Iraakse geheime dienst leidt tot een speurtocht in Irak naar een fles met gas dat kan worden gebruikt voor de productie van chemische wapens. Werd er zeep gemaakt of zenuwgas?
Geheime dienst Saddam opperde in 2000 volgens videoband civiel gebruik van op zwarte markt in beslag genomen fles waterstoffluoride

De Arabische Schoonmaakmaatschappij Aradet in Beji ligt aan de rand van een van de grootste raffinaderijen van Irak, die grote zwarte rookwolken uitspuwt. Aradet maakt zeep en gebruikt daarbij een stof die ook kan worden gebruikt bij de productie van het zenuwgas Sarin. Het terrein ligt vol met lege gasflessen. Eén specifieke fles, mogelijk ook aanwezig op het terrein, zou vanwege de herkomst iets kunnen verhelderen over de vraag of Irak in de jaren negentig en daarna nog een geheim programma had voor de productie van Sarin.

De speurtocht naar die ene gasfles begon een paar weken geleden, toen een collega en reisgezel van een Amerikaanse krant opmerkte dat een contact van hem in Bagdad een videoband had van de Iraakse geheime dienst waarop chemische wapens worden genoemd. Uit de band blijkt dat de Iraakse regering in de zomer van 2000 een fles in handen kreeg met gas dat oorspronkelijk in de jaren tachtig bedoeld was voor de productie van zenuwgas. De fles was jarenlang verloren en de wijze waarop de regering er in 2000 mee omsprong, kan inzicht geven in de vraag of er toentertijd nog altijd een programma bestond voor de productie van zenuwgas.

Na wekenlang onderzoek dringt zich, ondanks die opmerkelijke vondst, één conclusie op: het blijft bijna onmogelijk over het Iraakse wapenprogramma duidelijke conclusies te trekken. Niettemin zei de controversiële voormalige VN-wapeninspecteur Scott Ritter, na alle details over de zaak te hebben gehoord: 'Dit is een van de hardste stukken bewijs tot nu toe dat Irak geen geheim wapenprogramma had.' Ook de wapeninspecteurs van het huidige Unmovic-team noemen sommige aspecten die erop duiden dat Irak VN-regels volgde, 'verrassend'.

Na de videoband, waarop de hoogste baas van de geheime dienst van Saddam Hussein staat, uitputtend te hebben bestudeerd en een aantal betrokkenen te hebben gesproken, is de volgende reconstructie te maken.

In de zomer van 2000 biedt een groep mannen op de zwarte markt van Bagdad een gasfles met inhoud te koop aan. De fles zou of een zenuwgas bevatten of een bestanddeel daarvan. De stof is afkomstig uit het complex Al Muthanna bij Bagdad, waar Irak vóór 1991 chemische wapens maakte.

Ongelukkigerwijs voor hen, komen ze terecht bij een informant van de geheime dienst, de Mukhabarat. De informant lokt ze in een val, de gasfles komt weer in handen van de regering en de handelaren worden gearresteerd.

Het voorgaande roept al genoeg interessante vragen op. Uit gesprekken met een van de handelaren die betrokken waren bij de verkoop, blijkt dat de fles in 2000 al vier jaar in een achtertuin had gelegen in de arme shi'itische volkswijk Saddam City. Het is niet helemaal duidelijk wanneer de stof illegaal uit Al Muthanna is gekomen en hoe. Het meest waarschijnlijk is dat de fles gestolen is door medewerkers van de fabriek en naar buiten is gesmokkeld.

Al Muthanna is een groot complex buiten Bagdad waarvan bekend was dat er voor 1991 chemische wapens werden vervaardigd. De laboratoria en fabrieken werden in 1991 tijdens de Golfoorlog door de Amerikanen gebombardeerd en de VN-wapeninspecteurs hebben het karwei begin jaren negentig afgemaakt. Ze hebben er zowel apparatuur als grondstoffen vernietigd.

Als de ene fles in 1996, zoals wordt gesuggereerd, uit Al Muthanna is gekomen, dan zijn de inspecteurs niet zeer grondig te werk gegaan. Een voormalige Unscom-inspecteur geeft toe: 'Gezien de enorme omvang van het complex en de toestand waarin het verkeerde, is het niet onmogelijk dat we dingen hebben gemist.' Het is goed mogelijk, blijkt uit gesprekken met betrokkenen, dat de fles op het terrein begraven lag of dat het regime veel materiaal al snel buiten het complex had opgeslagen.

Wat er met de fles is gebeurd nadat die in 2000 weer in handen was gekomen van de regering is echter veel interessanter. Daaruit kan immers blijken of Irak het spul nog nodig had voor een wapenprogramma.

Op de videoband staan Tahir Jalil Habbush, de machtige baas van Iraks gevreesde geheime dienst, de Mukhabarat, de informant, Saleh Abed Nasser, en Abdel Wahab, het hoofd van de wetenschappelijke afdeling van de militaire inlichtingendienst, de Istikhbarat. Ze zitten in het kantoor van Habbush en de opname lijkt routine, net zoals sommige mensen van belangrijke besprekingen een geluidsopname maken.

Het grootste deel van het gesprek gaat over een complicatie met de informant. Hij wordt bedreigd door de familie van een van de gearresteerde handelaren, die hebben ontdekt dat hij achter de val zat. De gearresteerde handelaar is ook nog eens familie van zijn vrouw. Het hoofd van de Mukhabarat is er bij omdat de hele operatie om uit te vinden hoe de fles op de zwarte markt terechtkwam, nu in gevaar is.

Plots vraagt Habbush aan Abdel Wahab wat er bekend is over de stof en wat ermee gedaan wordt. Abdel Wahab antwoordt dat er een test is gedaan om het spul te identificeren. 'Mijnheer, de stof is afkomstig uit Al Muthanna, waar chemische wapens werden gemaakt. Voor een verdere test moeten we ergens anders naartoe. De Arabische Schoonmaakmaatschapppij kan het gebruiken. We geven het aan ons Nationale Monitoring Directoraat om schade aan ons land te voorkomen en zodat de naam van onze organisatie er niet bij betrokken wordt.'

Het Nationaal Monitoring Directoraat (NMD) was de organisatie van het Iraakse regime die de contacten moest verzorgen met de VN-inspecteurs en die in de praktijk vaak werd gebruikt om hun werk te hinderen en om hen te bespioneren.

Het was ook de organisatie die aan de Verenigde Naties kon vragen om materiaal, voorheen bedoeld voor chemische wapens, te gebruiken voor civiele doeleinden. Dat was volgens Ritter en andere inspecteurs vaker gebeurd en er was meer materiaal naar de Arabische Schoonmaakmaatschappij gebracht voor vreedzaam gebruik.

Op de band wordt gesproken over de stof alsof het gaat om een ingrediënt van het zenuwgas VX. Uit onderzoek blijkt echter dat de fles de niet zo 'sexy' stof HF, Hydrogen Fluoride, oftewel waterstoffluoride bevat. HF is een stof die in de civiele industrie gebruikt wordt bij de productie van zeep, maar ook als katalysator dient in de productie van het zenuwgas Sarin en tevens wordt gebruikt bij de productie van verrijkt uranium voor kernwapens.

Als de stof aan het NMD is overhandigd, kan dat volgens Ritter en de huidige Unmovic-inspecteurs betekenen dat de Irakezen de regels wilden volgen, zelfs in 2000, toen de Unscom-wapeninspecteurs al twee jaar niet in Irak waren en hun opvolgers van Unmovic nog lang niet in het land waren. 'Dat ze de NMD inschakelen wil zeggen dat het legitiem is', zegt Ritter. Unmovic vindt het 'verrassend dat ze dit deden zonder de aanwezigheid van Unscom'. De route zou via het NMD naar vreedzaam gebruik in Beji zijn.

Als Irak nog een Sarin-programma had, dan zou de stof daarin gebruikt kunnen worden en zou het 'zonde' zijn om er zeep van te maken. Daar staat tegenover dat de inhoud van de fles - 688 kilo, blijkt later - miniem is en dat een geheim programma wellicht in gevaar gebracht zou zijn door een fles van buitenaf te gebruiken.

De Arabische Schoonmaakmaatschappij in Beji zou in elk geval uitsluitsel kunnen bieden of de fles ooit bij haar is terechtgekomen. Gewapend met een beschrijving en foto's die geleverd zijn door de informant, gaan we uiteindelijk naar het enorme terrein van de raffinaderij bij Beji waar het bedrijf is gevestigd. We zoeken een witte container met 'Hydrogen Fluoride' in zwart erop gedrukt en gefabriceerd door een Nederlands bedrijf waarvan de naam begint met een M, aldus de informant.

De leiding van het bedrijf lijkt graag mee te werken. Waarnemend directeur Zuheir Abed Rashid zegt dat de VN-inspecteurs regelmatig langskwamen om het gebruik van HF te controleren. Na naspeuring in de boeken blijkt dat het bedrijf in 1991 203 ton HF van de regering ontving uit Al Muthanna. Dat ging vooral in grote flessen van enkele tonnen.

Maar Abed Rashid en zijn productiemanager herkennen de foto's onmiddellijk. Onze fles is identiek aan veertien flessen van ieder 688 kilo die uit Al Muthanna kwamen als onderdeel van de 203 ton.

We sjezen in de pick-up van het bedrijf naar een afgelegen terreintje. Daar staan ze, achter een giftig uitziend meertje en vlakbij een stinkende gaswolk. Het zijn onmiskenbaar dezelfde flessen als op de foto's. 'Shippers Melchemie, from Holland to Baghdad' en 'Hydrogen Fluoride' staat erop.

Alle veertien flessen van 688 kilo uit de boekhouding, die dus al in 1991 uit Al Muthanna kwamen, zijn terug te vinden. Alleen onze fles is nergens op het hele terrein te bekennen. De leiding van het bedrijf ontkent bij hoog en laag dat ze nog zo'n fles heeft ontvangen. Is de 688 kilo HF dan toch ergens anders terechtgekomen?

Bron: Volkskrant 20/09/03