PDA

Bekijk Volledige Versie : HellUp



Muslimaah
21-09-03, 20:47
Ik kom niet verder bij punt 3 :(. Spiegologie mensen in de zaal ?

Korte beschrijving motivatie systemen:

1) Biologische motivatie: Onbewuste oorzaken die het individue dwingend duwen. Deze aanduwers manifesteren zich in de vorm van driften (aanvankelijk werd er gedacht instincten). Een drift is te beschouwen als aangeboren psychische energie die ontstaat uit een fsychiologische tekort en aanstuurt op gedrag die het tekort opheft. Vergelijkbaar met het homeostatisch beginsel. Leerprocessen daarentegen bepalen richting van het gedrag. Naast primaire ook secundaire driften ( vb Pavlov’s exp. met hond). Motivatie wordt verklaard uit basale lichamelijke processen.

2) Cognitieve motivatie: Mens als rationele beslisser. Motieven zijn dan expliciete doordachte redenen die mensen geven voor hun handelen in plaats van onbewuste oorzaken. Betekenis willen geven aan de leefwereld maakt cognitieve motivatie tot intrinsieke motivatie. Deze is niet continue aanwezig en ook niet bij iedereen. Deci en Ryan onderscheiden autonoom georiënteerde ( heft in eigen handen) en controle-georiënteerde (doen en laten omdat het hoort of voor beloning) individuen ookwel extrinsiek gemotiveerd. Er is ook sprake van onbewuste denkarbeid (impliciete motieven).

3) Sociale motivatie : Behoefte om erbij te horen.

barfly
21-09-03, 21:04
Geplaatst door Muslimaah
Ik kom niet verder bij punt 3 :(. Spiegologie mensen in de zaal ?

Korte beschrijving motivatie systemen:

1) Biologische motivatie: Onbewuste oorzaken die het individue dwingend duwen. Deze aanduwers manifesteren zich in de vorm van driften (aanvankelijk werd er gedacht instincten). Een drift is te beschouwen als aangeboren psychische energie die ontstaat uit een fsychiologische tekort en aanstuurt op gedrag die het tekort opheft. Vergelijkbaar met het homeostatisch beginsel. Leerprocessen daarentegen bepalen richting van het gedrag. Naast primaire ook secundaire driften ( vb Pavlov’s exp. met hond). Motivatie wordt verklaard uit basale lichamelijke processen.

2) Cognitieve motivatie: Mens als rationele beslisser. Motieven zijn dan expliciete doordachte redenen die mensen geven voor hun handelen in plaats van onbewuste oorzaken. Betekenis willen geven aan de leefwereld maakt cognitieve motivatie tot intrinsieke motivatie. Deze is niet continue aanwezig en ook niet bij iedereen. Deci en Ryan onderscheiden autonoom georiënteerde ( heft in eigen handen) en controle-georiënteerde (doen en laten omdat het hoort of voor beloning) individuen ookwel extrinsiek gemotiveerd. Er is ook sprake van onbewuste denkarbeid (impliciete motieven).

3) Sociale motivatie : Behoefte om erbij te horen.

Geeft niks, heb je vaker met moslims en Marokkanen :p

Muslimaah
21-09-03, 21:09
Geplaatst door barfly
Geeft niks, heb je vaker met moslims en Marokkanen :p

Is dat een "Nee, ik kan je niet verder helpen. Im 2 stupid"

:p

barfly
21-09-03, 21:12
Geplaatst door Muslimaah
Is dat een "Nee, ik kan je niet verder helpen. Im 2 stupid"

:p

Allebij :hihi:

sadeeQ
21-09-03, 21:15
Geplaatst door Muslimaah
Is dat een "Nee, ik kan je niet verder helpen. Im 2 stupid"

:p

:lole: daar komt het eigenlijk op neer,barfly is weirdo

http://www.google.nl/search?q=Sociale+motivatie



:lole: succes

MocroStyle
21-09-03, 21:18
Geplaatst door barfly
Allebij :hihi:

BZzzzzz ik ben barfly bzzzzzzzzz en erg dom bzzzzzzzzzz...

Zwarte Schaap
21-09-03, 21:23
Geplaatst door Muslimaah
Ik kom niet verder bij punt 3 :(. Spiegologie mensen in de zaal ?

Korte beschrijving motivatie systemen:

1) Biologische motivatie: Onbewuste oorzaken die het individue dwingend duwen. Deze aanduwers manifesteren zich in de vorm van driften (aanvankelijk werd er gedacht instincten). Een drift is te beschouwen als aangeboren psychische energie die ontstaat uit een fsychiologische tekort en aanstuurt op gedrag die het tekort opheft. Vergelijkbaar met het homeostatisch beginsel. Leerprocessen daarentegen bepalen richting van het gedrag. Naast primaire ook secundaire driften ( vb Pavlov’s exp. met hond). Motivatie wordt verklaard uit basale lichamelijke processen.

2) Cognitieve motivatie: Mens als rationele beslisser. Motieven zijn dan expliciete doordachte redenen die mensen geven voor hun handelen in plaats van onbewuste oorzaken. Betekenis willen geven aan de leefwereld maakt cognitieve motivatie tot intrinsieke motivatie. Deze is niet continue aanwezig en ook niet bij iedereen. Deci en Ryan onderscheiden autonoom georiënteerde ( heft in eigen handen) en controle-georiënteerde (doen en laten omdat het hoort of voor beloning) individuen ookwel extrinsiek gemotiveerd. Er is ook sprake van onbewuste denkarbeid (impliciete motieven).

3) Sociale motivatie : Behoefte om erbij te horen.

4) Godsdienstige (en/of goddelijke) motivatie.

MocroStyle
21-09-03, 21:28
Geplaatst door Zwarte Schaap
4) Godsdienstige (en/of goddelijke) motivatie.

Ik denk niet dat Muslimaah op zoek was naar meer, maar vastliep bij de toelichting op punt 3, niet?

Muslimaah
21-09-03, 21:29
Geplaatst door Zwarte Schaap
4) Godsdienstige (en/of goddelijke) motivatie.

Doelde meer op uitleg van punt 3.

Ik moet intrinsieke (Individue leeft zijn geloof) en extrinsieke ( Gebruikt religie voor eigen belangen) religiositeit onder 1 vd 3 punten onderverdelen..

Donna
21-09-03, 21:45
Dan lijkt me dat die intrinsieke religiositeit bij punt 2 hoort, en de extrensieke bij punt 3. 'Inzetten voor eigen belangen'. Je kunt geloven omdat het in je wezen heeft postgevat, of omdat de rest het nou eenmaal ook doet. Maar dit bedoel je denk ik niet.... of wel?

Simon
21-09-03, 21:56
Geplaatst door Muslimaah
Ik kom niet verder bij punt 3 :(. Spiegologie mensen in de zaal ?

Korte beschrijving motivatie systemen:

1) Biologische motivatie: Onbewuste oorzaken die het individue dwingend duwen. Deze aanduwers manifesteren zich in de vorm van driften (aanvankelijk werd er gedacht instincten). Een drift is te beschouwen als aangeboren psychische energie die ontstaat uit een fsychiologische tekort en aanstuurt op gedrag die het tekort opheft. Vergelijkbaar met het homeostatisch beginsel. Leerprocessen daarentegen bepalen richting van het gedrag. Naast primaire ook secundaire driften ( vb Pavlov’s exp. met hond). Motivatie wordt verklaard uit basale lichamelijke processen.

2) Cognitieve motivatie: Mens als rationele beslisser. Motieven zijn dan expliciete doordachte redenen die mensen geven voor hun handelen in plaats van onbewuste oorzaken. Betekenis willen geven aan de leefwereld maakt cognitieve motivatie tot intrinsieke motivatie. Deze is niet continue aanwezig en ook niet bij iedereen. Deci en Ryan onderscheiden autonoom georiënteerde ( heft in eigen handen) en controle-georiënteerde (doen en laten omdat het hoort of voor beloning) individuen ookwel extrinsiek gemotiveerd. Er is ook sprake van onbewuste denkarbeid (impliciete motieven).

3) Sociale motivatie : Behoefte om erbij te horen.

De encyclopedie Brittanica noemt ook de eerste 2 factoren die jij noemt: biologische motivatie en cognitieve motivatie. Maar als derde factor wordt genoemd het behaviourisme. Dat gedeelte zal ik daarom hieronder kopiëren. Ik hoop dat je er iets aan hebt.


Behavioristic approaches to motivation

The behavioristic approach examines how motives are learned and how internal drives and external goals interact with learning to produce behaviour. Learning theorists have taken a somewhat more global perspective when studying motivation than researchers using the biological approach. These researchers have regarded motivation as one component out of several that combine to cause behaviour. Thus, for example, one major theory regards learning and motivation as combining multiplicatively to determine behaviour. Among the behavioristic approaches, three concepts are especially prominent: drive, learned motives, and incentives.

Although in many respects Freud's psychoanalytic theory of behaviour was a drive theory, the term drive was first used by Robert S. Woodworth, an American psychologist, in 1918. The concept of drive is closely tied to the concept of homeostasis. It was assumed that drive would be triggered when internal conditions changed enough to be detected and to initiate the motivational changes that amounted to drive. Thus it was assumed that some tissue need within the body would instigate drive, which would, in turn, instigate behaviours aimed at reducing the drive. According to this sort of analysis, energy depletion would lead to a hunger drive, which would in turn lead to food-seeking behaviours. Drive, then, would serve to energize appropriate behaviours, either innate or learned, which would effect a lowering of the need state of the individual.

The most extensive theoretical model of drive was developed by Clark Hull in the 1940s. Hull argued that drive is general in nature and that various motives such as hunger, thirst, or sex may add to the overall drive level of an individual. Since drive was regarded as the instigator of behaviour, increases in drive level were expected to lead to increases in activity. According to Hull's model, drive is directed by what he termed drive stimuli. These internal stimuli were thought to be different for different motives and to direct the activity of an individual in ways appropriate for the particular motive state present. Thus, for example, a hungry person might go to the refrigerator seeking food because drive stimuli linked with hunger had been associated with responses of obtaining food from the refrigerator in the past.

Finally, Hull suggested that learning itself depends upon adequate drive. Responses were thought to be strengthened when followed by drive or drive-stimulus reduction. If drive or drive stimuli were not reduced, then learning would not occur.

Hull's drive theory generated a tremendous body of research, but the model of motivation he evolved was not more effective than others in explaining behaviour. For example, studies showed that increases in activity that occur when subjects are deprived depend largely on the species of the subject and the manner in which the activity is tested. Some species do not become more active when deprived, and changes in activity that are apparent when one type of apparatus is used (e.g., a running wheel) are not seen when other types of apparatus (e.g., a stabilimeter cage—for measuring caged animal activity) are used. Furthermore, drive stimuli, the proposed directional mechanism in Hull's model, have proved to be very elusive, and it is not clear that under normal circumstances their presence, if they exist, is crucial to the direction of behaviour. Finally, several studies have shown that learning can occur under circumstances that would seem to preclude any reduction in drive or drive stimuli. Since Hull's model tied learning to a reduction in drive, these studies pose a problem. Although explicit theoretical models of drive have not proved to be any better at explaining motivation than other approaches, the drive concept, in general, would seem to have some validity if only because people often express their subjective feelings of motivation in terms that suggest they are driven. In particular, the drive concept would often seem to apply to feelings associated with human sexual motivation. The drive theory no longer has wide acceptance in the motivational field.

One area within the study of human motivation that has proved fruitful is research on incentives. Incentive motivation is concerned with the way goals influence behaviour. For example, a person might be willing to travel across the city to dine at a special restaurant that served a favourite dish. On the other hand, that same person might not be willing to travel the same distance to eat an ordinary frankfurter. The two meals have different incentive values and motivate behaviour to differing degrees.

It is often assumed that the stimulus characteristics of the goal are what produce the goal's motivating properties. Thus, the taste, smell, and texture of one food would motivate behaviour better than these qualities in another food. Unlike drives, which were thought to be innate, incentives are usually considered to be learned. An individual is not born preferring one goal over another, but rather these preferences develop as new goals are experienced. Incentive motivation is not restricted to goals associated with the primary motives of hunger, thirst, sex, or avoidance of pain. Indeed, one of the most important aspects of this type of motivation is that any goal one seeks can motivate behaviour. For example, the goal of obtaining a high-paying job could serve as a strong motivator for studying hard in school. Goals serving as incentive motivators do not even need to physically exist at the time they activate behaviour, such as might be the case for someone who is motivated to get high grades now in order to eventually get into medical school.

Theoretical explanations of incentive motivation have ranged from mechanical stimulus-response approaches based on classical conditioning to cognitive approaches emphasizing the learning of expectancies, as discussed in the section below. Several theories have emphasized the role of predictive cues in the development of incentive motivation. Researchers concerned primarily with human motivation have suggested that much of human behaviour can be understood as being directed toward specific goals.

Orakel
21-09-03, 22:01
Geplaatst door Muslimaah
Ik kom niet verder bij punt 3 :(. Spiegologie mensen in de zaal ?

Korte beschrijving motivatie systemen:

1) Biologische motivatie: Onbewuste oorzaken die het individue dwingend duwen. Deze aanduwers manifesteren zich in de vorm van driften (aanvankelijk werd er gedacht instincten). Een drift is te beschouwen als aangeboren psychische energie die ontstaat uit een fsychiologische tekort en aanstuurt op gedrag die het tekort opheft. Vergelijkbaar met het homeostatisch beginsel. Leerprocessen daarentegen bepalen richting van het gedrag. Naast primaire ook secundaire driften ( vb Pavlov’s exp. met hond). Motivatie wordt verklaard uit basale lichamelijke processen.

2) Cognitieve motivatie: Mens als rationele beslisser. Motieven zijn dan expliciete doordachte redenen die mensen geven voor hun handelen in plaats van onbewuste oorzaken. Betekenis willen geven aan de leefwereld maakt cognitieve motivatie tot intrinsieke motivatie. Deze is niet continue aanwezig en ook niet bij iedereen. Deci en Ryan onderscheiden autonoom georiënteerde ( heft in eigen handen) en controle-georiënteerde (doen en laten omdat het hoort of voor beloning) individuen ookwel extrinsiek gemotiveerd. Er is ook sprake van onbewuste denkarbeid (impliciete motieven).

3) Sociale motivatie : Behoefte om erbij te horen.

QUOTE]Geplaatst door Muslimaah

Doelde meer op uitleg van punt 3.

Ik moet intrinsieke (Individue leeft zijn geloof) en extrinsieke ( Gebruikt religie voor eigen belangen) religiositeit onder 1 vd 3 punten onderverdelen..[/quote]

Volgens mij valt dan intrinsieke religiositeit onder de cognitieve motiviatie en de extrinsieke onder sociale motivatie.

Bij de laatste wordt geloof ingezet of behouden c.q. verworpen om aansluiting te zoeken of te houden bij een specifieke sociale groep.
Dat blijft volgens mij wat anders dan de controle-georienteerden zoals genoemd onder punt 2.
Onder punt 3 is er dan sprake van een instrumenteel gebruik van religie, teneinde bepaalde doelstellingen te realiseren. Van belang daarbij is m.i. dat op het moment dat deze categorie in staat is haar doelstelling op een andere wijze dan middels de religie te realiseren, de religie naar de achtergrond verschuift of geheel terijzde geschoven wordt.

:wat?!: Nu moet ik em geloof ik zelf ff teruglezen.

Muslimaah
21-09-03, 22:06
Tnx Donna, Simon, Orakel :duim:



Tot nu toe dit :

3) Sociale motivatie : Behoefte om een beperkt aantal duurzame interpersoonlijke banden aan te gaan en deze hand te haven (erbij horen).

Extrinsieke religiositeit uit zich in het gebruiken van religie voor eigen doeleinden. Deze doeleinden zijn controle-georiënteerd, het levert wat op; zekerheid, troost, status, sociale contacten etc. Deze primaire behoeften zijn niet van fysiologische aard (biologische motivatie vervalt). Voor mensen met een intrinsieke motivatie is religie op zichzelf een doel. Zij hechten waarde aan religie en passen deze volledig toe. Dit gedrag kenmerkt zich duidelijk door autonomiteit. In beide gevallen is er sprake van expliciete doordachte motivatie (denkarbeid en de mens als rationele beslisser). Al deze punten samen onderschrijven dat Allport hoofdzakelijk van een cognitieve motivatie systeem uit ging in zijn onderscheiding tussen extrinsieke en intrinsieke religiositeit. Op een tweede plaats sociale motivatie, in geval van extrinsieke religiositeit.

Donna
21-09-03, 22:11
Hmm....

Een poll?

Wat voor gelovige ben je:

- Intrinsiek gemotiveerd;
- Extrinsiek gemotiveerd.

Iets zegt me dat iedereen voor optie 1 gaat :D

Zwarte Schaap
21-09-03, 22:14
Geplaatst door Muslimaah
Doelde meer op uitleg van punt 3.

Ik moet intrinsieke (Individue leeft zijn geloof) en extrinsieke ( Gebruikt religie voor eigen belangen) religiositeit onder 1 vd 3 punten onderverdelen..

Sociale motivatie: Is naar mijn mening zowel intrinsiek alswel extrinsiek. Sociaal gedrag is dacht ik een basisbehoefte van de mens die van binnenuit komt. Daarnaast wordt het ook extrinsiek gemotiveerd doordat je aan bepaalde spelregels moet houden om er bij te mogen blijven horen.

Religie kan naar mijn mening onder alle 3 indelingen vallen.

Ik kan me voorstellen dat er mensen zijn van waaruit het religeus besef van binnenuit opborrelt. Religieuze bewustzijn als aangeboren drift.

bij Cognitieve motivatie zou je kunnen denken aan iemand die veel informatie verzamelt en uiteindelijk rationeel besluit om in een bepaalde religie te geloven.

Bij de Sociale motivatie denk ik aan mensen die religieus gedrag tonen omdat de sociale omgeving dat vraagt om erbij te horen.

Bovenstaande 3 voorbeelden zijn kunstmatige indelingen om het één en ander beter te begrijpen. In de realiteit vertonen mensen een combinatie van de 3 indelingen.

Eigenlijk zijn er naar mijn mening 2 indelingen, namelijk intrinsiek en extrinsiek. De biologische is denk ik puur intrinsiek, de cognitieve kan zowel intrinsiek als extrinsiek gemotiveerd zijn zoook de sociale motivatie.

(ik heb er geen verstand van maar ik probeer gewoon mee te doen!)

Muslimaah
21-09-03, 22:22
Geplaatst door Zwarte Schaap
Sociale motivatie: Is naar mijn mening zowel intrinsiek alswel extrinsiek. Sociaal gedrag is dacht ik een basisbehoefte van de mens die van binnenuit komt. Daarnaast wordt het ook extrinsiek gemotiveerd doordat je aan bepaalde spelregels moet houden om er bij te mogen blijven horen.

Religie kan naar mijn mening onder alle 3 indelingen vallen.

Ik kan me voorstellen dat er mensen zijn van waaruit het religeus besef van binnenuit opborrelt. Religieuze bewustzijn als aangeboren drift.

bij Cognitieve motivatie zou je kunnen denken aan iemand die veel informatie verzamelt en uiteindelijk rationeel besluit om in een bepaalde religie te geloven.

Bij de Sociale motivatie denk ik aan mensen die religieus gedrag tonen omdat de sociale omgeving dat vraagt om erbij te horen.

Bovenstaande 3 voorbeelden zijn kunstmatige indelingen om het één en ander beter te begrijpen. In de realiteit vertonen mensen een combinatie van de 3 indelingen.

Eigenlijk zijn er naar mijn mening 2 indelingen, namelijk intrinsiek en extrinsiek. De biologische is denk ik puur intrinsiek, de cognitieve kan zowel intrinsiek als extrinsiek gemotiveerd zijn zoook de sociale motivatie.

(ik heb er geen verstand van maar ik probeer gewoon mee te doen!)

Ik ook niet :D

Je doet het heel goed. Ik verschil op 1 puntje en dat is de
biologische motivatie. Er is geen sprake van een fysiologische tekort ( basaal lichamelijke proces) dat dient aangevuld te worden door religiositeit om zo weer evenwicht en rust te brengen.

:fucyc: begin er scheel van te kijken. Vanwege de vaagheid :D.

Zwarte Schaap
21-09-03, 22:43
Geplaatst door Muslimaah
Ik ook niet :D

Je doet het heel goed. Ik verschil op 1 puntje en dat is de
biologische motivatie. Er is geen sprake van een fysiologische tekort ( basaal lichamelijke proces) dat dient aangevuld te worden door religiositeit om zo weer evenwicht en rust te brengen.

:fucyc: begin er scheel van te kijken. Vanwege de vaagheid :D.

Onder biologisch vat ik ook psychologische elementen en als zodanig valt het binnen de intrinsieke motivatie omdat intrinsieke motivatie meestal wordt gestuurd door gevoelens van tevredenheid en voldoening’.


Ik heb gebruik gemaakt van de volgende definities van intrinsieke en extrinsieke motivatie:

-intrinsieke motivatie: ‘motivatie die geheel afhankelijk is van de aard van de activiteit en niets te maken heeft met een externe beloning of bekrachtiging. Intrinsieke motivatie wordt meestal gestuurd door gevoelens van tevredenheid en voldoening’.

-extrinsieke motivatie: ‘een motivatie die haar oorsprong vindt in factoren buiten het individu. Gedrag dat is gemotiveerd door van anderen afkomstige beloning en/of straf is extrinsiek gemotiveerd’.

Deze twee begrippen zijn elkaars tegengestelden. Het fundamentele verschil tussen deze twee begrippen vormt de oorsprong van de prikkel. De prikkel om iets te doen ligt dan ofwel binnen de persoon (intrinsiek) ofwel buiten de persoon (extrinsiek).

Er bestaat een duidelijke relatie tussen deze twee begrippen. Het van binnenuit gedreven zijn kan negatief worden beïnvloed door zaken/beloningen van buitenaf, met als gevolg een lagere intrinsieke motivatie.

Bron: Vinke (1996 blz. 46)

Orakel
21-09-03, 22:44
Geplaatst door Donna
Hmm....

Een poll?

Wat voor gelovige ben je:

- Intrinsiek gemotiveerd;
- Extrinsiek gemotiveerd.

Iets zegt me dat iedereen voor optie 1 gaat :D

Da's nie eerluk, die externe stumili (stimula?) die je als laatste gebruikt? :verward:

Ie loopt de boel op veurhand al te bekluiten.

Muslimaah
22-09-03, 16:35
Geplaatst door Zwarte Schaap
Onder biologisch vat ik ook psychologische elementen en als zodanig valt het binnen de intrinsieke motivatie omdat intrinsieke motivatie meestal wordt gestuurd door gevoelens van tevredenheid en voldoening’.


Ik heb gebruik gemaakt van de volgende definities van intrinsieke en extrinsieke motivatie:

-intrinsieke motivatie: ‘motivatie die geheel afhankelijk is van de aard van de activiteit en niets te maken heeft met een externe beloning of bekrachtiging. Intrinsieke motivatie wordt meestal gestuurd door gevoelens van tevredenheid en voldoening’.

-extrinsieke motivatie: ‘een motivatie die haar oorsprong vindt in factoren buiten het individu. Gedrag dat is gemotiveerd door van anderen afkomstige beloning en/of straf is extrinsiek gemotiveerd’.

Deze twee begrippen zijn elkaars tegengestelden. Het fundamentele verschil tussen deze twee begrippen vormt de oorsprong van de prikkel. De prikkel om iets te doen ligt dan ofwel binnen de persoon (intrinsiek) ofwel buiten de persoon (extrinsiek).

Er bestaat een duidelijke relatie tussen deze twee begrippen. Het van binnenuit gedreven zijn kan negatief worden beïnvloed door zaken/beloningen van buitenaf, met als gevolg een lagere intrinsieke motivatie.

Bron: Vinke (1996 blz. 46)

Hmm...

Maar ik vraag me af of deze definities geheel mogen worden doorgetrokken naar intrinsieke en extrinsieke religiositeit zoals Allport ze formuleert ( en die ik van mijn opdracht moet hanteren :D).

:(..tis allemaal zo vaag. T ene moment denk je dat je t weet..en dan patsboem..blijft er niets meer van over.

Zwarte Schaap
22-09-03, 21:23
Geplaatst door Muslimaah
Hmm...

Maar ik vraag me af of deze definities geheel mogen worden doorgetrokken naar intrinsieke en extrinsieke religiositeit zoals Allport ze formuleert ( en die ik van mijn opdracht moet hanteren :D).

:(..tis allemaal zo vaag. T ene moment denk je dat je t weet..en dan patsboem..blijft er niets meer van over.

Ik ben een leuke scriptie tegen gekomen die dat onderwerp behandelt:

>--------klik hier----------< (http://www.nd.edu/~mlovelan/Transcend.pdf)


Religion: A Transcendent Motivation Approach

Abstract
Rational choice theory is the foundation of what has become known as the new paradigm in the sociology of religion (Warner 1993). Although it is presently the dominant theoretical approach, critics have called both its propositions and empirical support into question (Chavez and Gorski 2000). Unfortunately, the critics have not begun to formulate a coherent body of theory to counter the rational choice perspective.

The antecedents of a new theory are present in the work of both classical theorists and more recent scholars. Perhaps the loudest objection is that rational choice theory reduces religion to mere self-interest and ignores the collective, cultural, transcendent aspects of the religious form. Tracing a focus on religious motivations from Weber, through Allport, and into today’s examinations of religion and activism we hope to generate a new sociological theory of religion that focuses not on self-interest, but rather on that which transcends the self.