angkor
06-10-03, 23:17
Vanavond vond in een buurtcentrum in Amsterdam-Oost een hoorzitting van bovengenoemde commissie plaats.
Er waren zo'n zeventig mensen van allerlei pluimage. Ongeveer 25% was van allochtone afkomst. Er waren ongeveer 25 sprekers die ieder 3 minuten spreektijd kregen.
Sommige bijdragen waren interessant en prikkelend. Vooral van een Iraanse vluchtelinge die haar in behoorlijk Nederlands afgestoken betoog afsloot met een eigen gedicht. Ze kreeg applaus.
Voor de rest was het ook nogal eens wat saai.
Ik heb op persoonlijke titel het volgende stukje voorgedragen:
Het integratiebeleid in Nederland is te vergelijken met de aanpak van het junken probleem in Amsterdam. Ze worden van het ene eind van de stad naar het andere gejaagd, en in wezen verandert er niet echt iets.
Nederlanders vinden ongeveer alles goed als ze er maar geen last van hebben.
Zo was het aanvankelijk geen enkel probleem om een grote groep allochtonen van de eerste generatie bij elkaar te zetten op een schip in de haven bij de Hoogovens.
Dat was nuttig en niet lastig.
Pas toen Christelijke naastenliefde gezinshereniging niet langer kon tegenhouden kwam Leiden in last.
We gingen ze zien, die Turken en die Marokkanen.
Geen probleem: Dat lossen we met regels op.
Ze moeten inburgeren, ze mogen niet meer werkeloos rondhangen. Tegelijkertijd nemen we ze maar mondjesmaat op in het arbeidsproces, en vooral niet in de hogere functies. Het moet namelijk wel gezellig blijven.
Van echte participatie is dus geen sprake.
In Nederland bestaat een regelcultuur die bij vlagen neigt naar extremen door te slaan. Vooral als zich heftige bewegingen voordoen.
Als een vuurwerkfabriek in Enschede ontploft zeggen we dat dat nooit meer mag gebeuren. Hetzelfde verhaal gaat op voor Volendam. Om dat te realiseren stellen we een pakket nieuwe, in de praktijk volstrekt onuitvoerbare regels op, terwijl we tegelijkertijd aankondigen dat regelgeving in het algemeen beperkt dient te worden.
Amsterdam geldt wereldwijd als het voorbeeld van een stad waar het verkeer al jaren geleden definitief tot stilstand is gekomen door de overvloed aan regels, die de burgerij hebben doen inzien dat je je leven gewoon zelf moet leiden (dat heet anarchie in bepaalde kringen).
In Rotterdam, toch waarlijk groots en inkomstenrijk door zijn haven, staat het stadsbestuur systematisch toe dat bepaalde wijken verpauperen. Hoe kan het toch dat ongewenst volk hier zijn intrek neemt?
Het integratiebeleid van de afgelopen dertig jaar is mislukt te noemen als we het door de “maakbaarheidsbril” bekijken.
De werkelijke integratie, dus niet het beleid, is de afgelopen dertig jaar helemaal niet zo slecht verlopen.
De nieuwe Nederlanders van de tweede generatie doen het op school onverwacht goed en zijn ook nog behoorlijk gemotiveerd om zich een maatschappelijk zinvol bestaan te verwerven.
Er bestaan wel uitwassen die zeker aangepakt dienen te worden, maar die waren er voorheen met de Chinezen en de Surinamers ook.
In een kippenhok zullen de kippen met elkaar moeten leren omgaan. De pikorde ontstaat niet door regels, maar door de haan, dat wil zeggen, door werkelijk, geloofwaardig gezag.
Het moge duidelijk zijn dat we op dit gebied met de huidige hanen nog het een en ander te leren hebben.
Dat integratiebeleid speciaal nu een hype is, net als veiligheid, is niet verwonderlijk door de fundamentalistische stuiptrekkingen die ons van over de Oceaan beroeren.
Deze hype wordt vooral gevoed door de hysterische berichtgeving van de media, die door hun volstrekt willekeurige vermenging van islam en terrorisme geraffineerd inspelen op de diffuse angsten van de burgers voor het onbekende.
In de politiek leveren in diverse partijen de nieuwe Fortunisten hieraan een substantiele bijdrage.
Door deze ontwikkeling heeft de integratie een forse stap achteruit gezet.
In de vorige eeuw hadden we eerst het socialistische gevaar, toen het bruine, het rode en vervolgens het gele gevaar.
Nu hebben we het zogenaamde islamitische gevaar.
Al deze gevaren blijken oplosbaar als we doen wat we moeten doen, namelijk in het bewustzijn van hoe verschillend we van elkaar zijn, keer op keer er toch voor kiezen om met respect voor dat andere, samen te leven.
Op onze website www.maroc.nl bestond het niet-allochtone deel van de bezoekers aanvankelijk uit Pim-achtige figuren en bange joodse mensen, die er vooral kwamen om in de gaten te houden wat er allemaal fout was in hun ogen, en daar fors op in te hakken.
We hebben daar niet al teveel sturing aan gegeven. En zie: tegenwoordig raken ze warempel echt met elkaar in gesprek.
Integratie is dus participatie.
Van twee kanten wel te verstaan.
Amsterdam,6 oktober 2003
Angkor
Er waren zo'n zeventig mensen van allerlei pluimage. Ongeveer 25% was van allochtone afkomst. Er waren ongeveer 25 sprekers die ieder 3 minuten spreektijd kregen.
Sommige bijdragen waren interessant en prikkelend. Vooral van een Iraanse vluchtelinge die haar in behoorlijk Nederlands afgestoken betoog afsloot met een eigen gedicht. Ze kreeg applaus.
Voor de rest was het ook nogal eens wat saai.
Ik heb op persoonlijke titel het volgende stukje voorgedragen:
Het integratiebeleid in Nederland is te vergelijken met de aanpak van het junken probleem in Amsterdam. Ze worden van het ene eind van de stad naar het andere gejaagd, en in wezen verandert er niet echt iets.
Nederlanders vinden ongeveer alles goed als ze er maar geen last van hebben.
Zo was het aanvankelijk geen enkel probleem om een grote groep allochtonen van de eerste generatie bij elkaar te zetten op een schip in de haven bij de Hoogovens.
Dat was nuttig en niet lastig.
Pas toen Christelijke naastenliefde gezinshereniging niet langer kon tegenhouden kwam Leiden in last.
We gingen ze zien, die Turken en die Marokkanen.
Geen probleem: Dat lossen we met regels op.
Ze moeten inburgeren, ze mogen niet meer werkeloos rondhangen. Tegelijkertijd nemen we ze maar mondjesmaat op in het arbeidsproces, en vooral niet in de hogere functies. Het moet namelijk wel gezellig blijven.
Van echte participatie is dus geen sprake.
In Nederland bestaat een regelcultuur die bij vlagen neigt naar extremen door te slaan. Vooral als zich heftige bewegingen voordoen.
Als een vuurwerkfabriek in Enschede ontploft zeggen we dat dat nooit meer mag gebeuren. Hetzelfde verhaal gaat op voor Volendam. Om dat te realiseren stellen we een pakket nieuwe, in de praktijk volstrekt onuitvoerbare regels op, terwijl we tegelijkertijd aankondigen dat regelgeving in het algemeen beperkt dient te worden.
Amsterdam geldt wereldwijd als het voorbeeld van een stad waar het verkeer al jaren geleden definitief tot stilstand is gekomen door de overvloed aan regels, die de burgerij hebben doen inzien dat je je leven gewoon zelf moet leiden (dat heet anarchie in bepaalde kringen).
In Rotterdam, toch waarlijk groots en inkomstenrijk door zijn haven, staat het stadsbestuur systematisch toe dat bepaalde wijken verpauperen. Hoe kan het toch dat ongewenst volk hier zijn intrek neemt?
Het integratiebeleid van de afgelopen dertig jaar is mislukt te noemen als we het door de “maakbaarheidsbril” bekijken.
De werkelijke integratie, dus niet het beleid, is de afgelopen dertig jaar helemaal niet zo slecht verlopen.
De nieuwe Nederlanders van de tweede generatie doen het op school onverwacht goed en zijn ook nog behoorlijk gemotiveerd om zich een maatschappelijk zinvol bestaan te verwerven.
Er bestaan wel uitwassen die zeker aangepakt dienen te worden, maar die waren er voorheen met de Chinezen en de Surinamers ook.
In een kippenhok zullen de kippen met elkaar moeten leren omgaan. De pikorde ontstaat niet door regels, maar door de haan, dat wil zeggen, door werkelijk, geloofwaardig gezag.
Het moge duidelijk zijn dat we op dit gebied met de huidige hanen nog het een en ander te leren hebben.
Dat integratiebeleid speciaal nu een hype is, net als veiligheid, is niet verwonderlijk door de fundamentalistische stuiptrekkingen die ons van over de Oceaan beroeren.
Deze hype wordt vooral gevoed door de hysterische berichtgeving van de media, die door hun volstrekt willekeurige vermenging van islam en terrorisme geraffineerd inspelen op de diffuse angsten van de burgers voor het onbekende.
In de politiek leveren in diverse partijen de nieuwe Fortunisten hieraan een substantiele bijdrage.
Door deze ontwikkeling heeft de integratie een forse stap achteruit gezet.
In de vorige eeuw hadden we eerst het socialistische gevaar, toen het bruine, het rode en vervolgens het gele gevaar.
Nu hebben we het zogenaamde islamitische gevaar.
Al deze gevaren blijken oplosbaar als we doen wat we moeten doen, namelijk in het bewustzijn van hoe verschillend we van elkaar zijn, keer op keer er toch voor kiezen om met respect voor dat andere, samen te leven.
Op onze website www.maroc.nl bestond het niet-allochtone deel van de bezoekers aanvankelijk uit Pim-achtige figuren en bange joodse mensen, die er vooral kwamen om in de gaten te houden wat er allemaal fout was in hun ogen, en daar fors op in te hakken.
We hebben daar niet al teveel sturing aan gegeven. En zie: tegenwoordig raken ze warempel echt met elkaar in gesprek.
Integratie is dus participatie.
Van twee kanten wel te verstaan.
Amsterdam,6 oktober 2003
Angkor