PDA

Bekijk Volledige Versie : Jeugdbendes: symptoombestijding is niet genoeg



TonH
20-10-03, 15:07
Het Parool
'Nu maar eens toegeven: we zijn het niet de baas'


JASPER ROMBOUT

AMSTERDAM - Jeugdonderzoeker Jaap Noorda van de Vrije Universiteit luidt de noodklok over criminele jeugdstraatbendes. Hij verwijt de politici dat zij de schijn ophouden 'het probleem onder controle te hebben'. ''De criminaliteit van Marokkaanse jongens is een signaal dat hun situatie uitzichtloos is. Iedere Amsterdammer kent het probleem, maar de politiek negeert het. Symptoombestrijding is niet genoeg.'' Dit weekend liet Noorda's rapport over een verzorgingshuis in Geuzenveld veel stof opwaaien.


Maar Noorda is niet zonder hoop. Toen hij in 1970 als net afgestudeerd socioloog zijn loopbaan begon in Amsterdam, bestond het probleem ook al. In West kent Noorda nu bijna honderd jeugdbendes. ''Het probleem is sinds de jaren tachtig verdubbeld en het zal zonder adequaat ingrijpen explosief blijven groeien.''

Noorda (53) zit ruim 33 jaar in het vak. Hele boekenkasten kan hij vullen met onderzoeken van zijn vele collega's en de twintig rapporten die hij zelf schreef in opdracht van overheden, instellingen als jeugdzorg en jeugdwelzijn, politie en justitie. Meer dan duizend pagina's welgemeend en gefundeerd advies bracht hij alleen al uit. Maar rapport na rapport stuitte hij op de muur van weerstand bij politici en dan 'verdween het in een la omdat het niet opportuun was met de feiten naar buiten te komen'.

''In de jaren zeventig paste het niet in de sociaal-democratie om dit soort dingen te vinden, terwijl je van de PvdA toch sympathie had mogen verwacht voor arbeiderskinderen, zelfs Marokkaanse. Vanaf de jaren tachtig tot de opkomst van Fortuyn was het politiek incorrect Marokkanen af te schilderen als een probleemgroep. En door alle jaren heen was het natuurlijk een persoonlijke nederlaag voor elk stadsbestuur of elke instelling om toe te geven hoe erg het uit de hand was gelopen.'' Noorda constateert dat de ene na de andere gemeentelijke en landelijke coalitie het probleem onder het tapijt veegde, een nog grotere rotzooi achterlatend dan zij al had geërfd.

''Het is de plaatselijke overheid die nu hardop moet toegeven dat ze de situatie niet de baas is. Aan een burgemeester als Job Cohen, die maar blijft sussen en praten, heb je niets.'' En de landelijke overheid? ''Die wil zijn hachje redden door de bevolking voor te houden dat het goed komt, maar dat is verre van het geval.''

Noorda vergelijkt zijn droomaanpak met de Deltawerken. ''Er moet een goed gecoördineerde aanpak komen waarbij de absolute noodzaak de drijfveer is. Het water staat ons als samenleving aan de lippen. Bieden we deze jongens geen perspectief, dan gaat het goed mis. Ik beschouw de huidige situatie als een schreeuw om aandacht; een klein signaal nog maar. Het kan erger. Op enig moment is het geen signaal meer maar een totale afkeer. Dan vallen er echt doden.''

Een nieuwe week van tumult rond Marokkaanse jongens werd afgelopen zaterdag afgesloten met het vroegtijdig uitkomen van Noorda's geheime rapport 'Rollators en rotjongens' in deze krant en bij de EO. Uit het rapport, dat later deze week zal worden aangeboden aan de gemeente en politie, blijkt dat jonge Marokkanen het gemunt hebben op bejaarden en psychiatrische patiënten van twee instellingen in Geuzeveld. Zij terroriseren bewoners en personeel. Ze stelen, bedreigen mensen met de dood en worden niet aangepakt door de politie. Noorda stelde dat het probleem zich niet alleen bij deze twee instellingen voordoet, maar 'representatief is voor wel dertig soortgelijke locaties in Amsterdam en vele andere in Nederlandse grote steden'. ''Het lijkt erop dat de Marokkaanse jongens het gemunt hebben op onze oudjes,'' sprak hij stellig.

Toch is Noorda geen doemdenker. Zijn geloof in oplossingen heeft hem door de jaren van ogenschijnlijk zinloze strijd getrokken. Maar een jaar of drie geleden, rond het menselijke keerpunt van zijn vijftigste verjaardag, knapte er iets in hem. ''Ik zat achter mijn pc te schrijven aan het zoveelste rapport en toen dacht ik: 'wat heeft dit allemaal voor zin. Ook dit rapport belandt in een stoffige la bij een of andere ambtenaar die de conclusies niet aanstaat'.'' Noorda besloot niet langer aan de zijlijn te adviseren maar actie te ondernemen. ''Als de overheid het probleem niet onderkent, dan moet ik het maar zelf doen,'' redeneerde hij.

''Als onderzoeker weet je dat je alleen een oplossing voor het onkruid kunt bieden als je het probleem vanaf de wortels kent.'' Noorda benadrukt 'dat het geen probleem van nationaliteit of religie is, maar een probleem van sociaal-economische aard'. Zijn beginjaren, toen het zowel allochtone als autochtone jongeren betrof ondersteunen hem in die opvatting. Vooral scholing en werk zouden de jonge Marokkaanse mannen van de straat en uit de criminaliteit moeten houden. Zwaarder straffen, waar vaak over gesproken wordt, is symptoombestrijding.

De grootste fout die volgens de onderzoeker de samenleving heeft gemaakt is het afschaffen van het praktisch beroepsonderwijs. ''We leefden in de jaren tachtig met het idee dat iedereen opgeleid kon worden tot dokter of advocaat. Arbeiders waren iets van het verleden, niet van de nieuwe eeuw die in aantocht was.'' Maar juist de arbeiders-jeugd heeft moeite met de nieuwe onderwijsopzet waarbij het aandeel theorie van beroepsonderwijs van twintig naar tachtig procent is gegaan. Voor de allochtone jongeren is dat nog lastiger dan voor de autochtone. De Marokkanen missen een maatschappelijk netwerk en kennis van taal en land. ''De ouders van de Marokkaanse jongens waar iedereen het over heeft, komen veelal uit het Rifgebergte. Het zijn 'simpele mensen'; ongeletterd en niet toegerust voor een postindustriële maatschappij. De nieuwe generatie staat voor de klus die afstand in een keer te overbruggen.''

Het gros van de Marokkaanse jongeren is volgens Noorda dan ook gebaat bij lesvormen die 'zijn gericht op leren met de handen in plaats van het hoofd'. ''Wij hebben in Amsterdam alleen al acht theoretische vmbo's. Daarvan zouden er per direct drie praktisch van aard moeten worden, dan zul je zien dat op die scholen de uitval minimaliseert.'' Noorda gelooft er heilig in dat de Marokkaanse jongens wel degelijk willen. ''Je zag het toen de taximarkt open ging. Ineens kocht iedere Marokkaanse jongen die het kon betalen een wagen en werd chauffeur. Ze willen wel, maar we spreken ze op de verkeerde manier aan, dat is zo arrogant.''

Het idee van Noorda voor praktisch onderwijs komt niet uit de lucht vallen. Onderzoek na onderzoek haalt hij ter staving aan. ''Maar de politiek wil niet en het onderwijs is een landje binnen Nederland.'' Vooral van de grote logge Regionale Opleidings Centra (ROC) heeft Noorda geen hoge pet op. ''Zij werken iedere beweging de goede kant op tegen en ze zijn erg machtig.''

Het bedrijfsleven wil volgens Noorda juist heel graag.. Hij heeft vanuit zijn werk veel contacten in de bouw, vooral de dakdekkerij, de loodgieterbranche en in de schilderswereld.

''Zij staan allemaal te springen om jongens die hun handen weten te gebruiken. Zij zullen het niet pikken dat de overheid in deze moeilijke tijden niet adequaat optreedt,'' meent hij. ''Het is natuurlijk wel treurig dat we pas wat gaan doen als de 'normale man' last op straat begint te krijgen van de toekomstloze jongeren en het bedrijfsleven de economische noodzaak komt aandragen.''

Noorda voorspelt dat op korte termijn een nieuwe praktische beroepsopleiding wordt opgericht in Amsterdam. ''Er zijn te veel onderzoeken uit die boekenkast van mij waaruit blijkt dat de kleinschalige projecten die dat al doen, succes hebben.'' Een voorbeeld uit de Rotterdamse praktijk doet hem zienderogen opleven. Met brede handgebaren vertelt hij hoe daar jonge allochtonen tot ambachtslieden worden opgeleid. ''Ze werken met wat wij misschien het uitschot van de samenleving zouden noemen. Maar het rendement bij dat project is zó hoog. Zij leveren meer handwerkers af dan alle ROC's in Amsterdam.''

Natuurlijk zullen de problemen niet van de ene op de andere dag verdwenen zijn bij het oprichten van een aantal scholen, dat realiseert de onderzoeker zich ook. ''Uiteraard moet je ook optreden tegen hen die de wet niet respecteren. Ik walg ook van jongens die geen respect op kunnen brengen voor homo's, vrouwen, verslaafden, invaliden en bejaarden.'' Die moet je volgens Noorda absoluut harder straffen. ''Maar als we alleen in repressie onze oplossingen zoeken, kunnen we over een paar jaar het leger wel inschakelen.''

© Het Parool 20-10-2003

freya
20-10-03, 15:40
Aha, dat is al een stuk genuanceerder.

Zagora
20-10-03, 15:42
Geplaatst door freya
Aha, dat is al een stuk genuanceerder.

Nou, dat valt volgens mij wel mee

TonH
20-10-03, 15:48
Geplaatst door Zagora
Nou, dat valt volgens mij wel mee

Klopt. Je mist dus ook een uitspraak over de uitsluitingsmechanismen?

Zagora
20-10-03, 15:52
Geplaatst door TonH
Klopt. Je mist dus ook een uitspraak over de uitsluitingsmechanismen?


Uhhhhhh..... Nee??

freya
20-10-03, 16:07
Geplaatst door Zagora
Nou, dat valt volgens mij wel mee

deze zinnen doen ut voor mij


Noorda benadrukt 'dat het geen probleem van nationaliteit of religie is, maar een probleem van sociaal-economische aard'. Zijn beginjaren, toen het zowel allochtone als autochtone jongeren betrof ondersteunen hem in die opvatting.

geen typisch Marokkaans probleem dus.

Zagora
20-10-03, 16:09
Geplaatst door freya
deze zinnen doen ut voor mij



geen typisch Marokkaans probleem dus.

Nee. Maar zijn uithaal naar de politici en de omzichtige manier waarop met dit probleem wordt omgegaan, is niet mis.

Blade20
20-10-03, 16:14
Dit is dus een stuk beter.Als je al zo lang in het vak zit al de geinterviewde persoon weet je wel waar je over praat in die richting.
Wat hij zegt klopt in grote lijnen wel. De afgelopen paar regeringen waren allemaal te zwak en scheten alleen maar op hun eigen hoop.

Gellukig is de nood hoog genoeg geworden om zelfs de regering tot actie aan te sporen. Alhoewel ik niet denk dat Jan Peter & Co. de aangewezen personen hiervoor zijn.

Nu weet ik niets van jeugdbendes af buiten de lokale hangjongeren, waarvan de helft (stuk of 15) pasgeleden de bak in is gedraaid, maar het is wel een signaal van de status.

Wat zeiden de Romeinen ook alweer, geef het volk brood en spelen en ze maken geen problemen meer?!
Nou, in dit geval moet 'het volk' werk krijgen. Na verloop van tijd (en generaties) zullen de problemen vanzelf wel afnemen.

Zoals sommige hier op het forum al hebben aangeduidt passen veel allochtone jongeren zich hier al op aan.

En werkt dat niet, ach, dan stemmen we toch massaal op extreem recht?!