fcuk
20-10-03, 20:36
Hallo meneer Balkenende,
De laatste keer dat we mochten stemmen, ging mijn stem uit naar de PvdA. Puur omdat ik die Bos wel een leuke verschijning vond en ik misschien wel een bruidje laat overvliegen in de toekomst. Mijn ouders wonen langer dan ik in Nederland, maar om hun mening is nooit gevraagd. Waarschijnlijk zouden ze ook op de PvdA hebben gestemd. Dit omdat Kok en de PvdA altijd erg aardig waren voor de “l’étranger’. Nu worden ze van alle kanten belaagd, omdat een van mijn broertjes zich bezighoudt met het snelle geld, terwijl hij niet eens zo’n last is als zijn collegaatjes in Amsterdam. Althans, als ik de vele berichten in de diverse media moet geloven. Mijn buren vinden dat ze niet goed opgevoed zijn. Minister Verdonk is het kennelijk met ze eens, want ik hoorde haar onlangs nog opperen de ouders aan te pakken en eventuele schade, die hun kroost aanricht, op hen te verhalen. Nu vraag ik u: vindt u dit als gezinsman nu echt een legitiem idee?
Mijn vader heeft zes jongens grootgebracht; vijf van hen zijn goed terecht gekomen, maar dit is – zo heb ik tot mijn grote spijt nu eindelijk eens begrepen - niet zo heel erg interessant. Ligt het dan aan de opvoeding, dat er een uitzondering is ontstaan in ons gezin? Ik denk het niet. Sterker nog, ik weet het zeker. De Nederlandse wetten en kaders, waar binnen de opvoeding van een kind dient te geschieden, voldeden bij onze enfant terrible tot een bepaalde hoogte. Totdat hij het gezinshoofd dreigde met de woorden, dat hij van huis zou weglopen als hij hem nog eens hard zou aanpakken. Hij zou desnoods de politie bellen om zijn bloedeigen vader mee te nemen voor kindermishandeling. Die ideeën zijn hem niet ingefluisterd door mijn zachtaardige moeder, maar door de ambtenaar die namens de overheid bij de kinderbescherming werd gezeteld. In de jaren negentig was ‘kindermishandeling’ bijna net zo populair als ‘integratie’ dat nu is. De ‘boodschap’ van de overheid aan mijn vader leek hem niettemin langs de oren te waaien en begon, toen mijn broertje met dure spulletjes kwam aanzetten, hardhandig te corrigeren wat er nog te corrigeren viel. Mijn vader werd door de kinderbescherming, die kind aan huis was bij ons, op het matje geroepen en mijn vaders ontzag brokkelde zienderogen af. Een bestuursapparaat dat ooit was ingesteld door politici die buiten de mening van mijn ouders om op hun troon waren geplaatst, vond het toen nodig om de ‘Marokkaanse pedagogiek’ van mijn vader te veroordelen. Kennelijk dacht men dat elk van de vijf andere jongens van mijn vader huisarrest kreeg bij een vergrijp of voor straf niet mocht spelen met de computer. Nee, ik heb nooit een stuiver van mijn oma ontvangen als ik met een goed rapport thuiskwam. Mijn broer en ik kregen ervan langs met de Eneco-kabel als de politie ons een keer thuisbracht, omdat we waren verdwaald. Ik kan u zeggen: sindsdien ben ik nooit ergens verdwaald.
Die veroordeling van de Marokkaanse manier van opvoeden heeft nog een negatief effect gehad op de opvoeding van de rest, maar om een of ander vage reden koos de rest van het gezin voor het gezinshoofd en niet voor de overheid. Ik denk dat wij toen, hoe jong ook, erg intelligent en vooruitziend waren: Mijn vader moesten we toen steunen, omdat we wisten dat hij jaren later, weer onderuit gehaald zou worden door politici die hij nooit gekozen had. En dat is precies wat nu gebeurt.
Deze brief is geen pleidooi voor een uitbreiding van het stemrecht. Mijn ouders betalen belasting, wonen hier al een gedeelte van een eeuwigheid, spreken zelfs de Nederlandse taal, maar hebben zich nooit afgevraagd waarom ze eigenlijk niet mogen stemmen. Ik denk, dat het zelfbeeld dat ze hebben, het beeld van een gast in andermans land, daarvoor een van de oorzaken is. Wij Marokkanen gaan ons niet met het huishouden bemoeien als we ergens op bezoek gaan. Van politiek hebben m’n ouders nooit echt kaas gegeten en verwend met democratie in eigen land zijn ze nooit geweest. Zij maken zich allang geen illusies, dat ze bij Nederland horen als het hen uitkomt. De nederige rol van speelbal en onderwerp van verkiezingsretoriek bevalt ze prima. Zolang ze maar met rust gelaten worden als men denkt de opvoedingsrol van hun kinderen, die met een Nederlands paspoort nog eens symbolisch van hen werden vervreemd, niet meer aan te kunnen. Mijn vader is ook maar een mens en neigt net als een ieder, die eerst aan de kant wordt geschoven bij de opvoeding van zijn kinderen om vervolgens te horen dat hij de prijs moet betalen voor een slechte aanwas, te denken: “men zoekt het nu zelf maar uit”.
In uw kringen begint al de stem luider te worden de dialoog te staken en over te gaan tot actie. Een commissaris van de Amsterdamse politie begreep u evenwel verkeerd en legt het heft in handen van de burgers. Is dit de actie, die wenselijk is? Ik heb zelf al het gevoel dat de houding van veel autochtonen – ik zal maar niet generaliseren – tegenover de Marokkaanse gemeenschap als geheel en vice versa niet negatiever of harder moet worden of de eerste dode uit onbeheerste angst zal vallen. De hysterie rond Marokkaanse amokmakers is zo groot, dat je als onschuldig mens het gevoel krijgt, dat de wereld ten onder zal gaan, beginnend in Amsterdam. Je zou haast vergeten, dat het om 0,5 % van de Marokkanen gaat. Zou u twee honderd van uw buren met de nek aankijken als u weet dat honderd en negenennegentig van hen onschuldig zijn? Ik niet. De gezamenlijke pers zou – als ze eens echt geld wil verdienen – een goksite kunnen openen, waar men de precieze datum van de eerste dode kan gokken. En die van de tweede, de derde, misschien wel de datum van het eerste grote slagveld. Boekmakers zijn het nooit echt geweest, de journalisten, misschien is de rol van bookmakers hen beter op het lijf geschreven en kunnen ze in eigen belang een en ander manipuleren om de winst te maximaliseren. Doen ze nu ook. Of kunnen ze er ook niets aan doen dat negatief nieuws in slechte tijden beter verkoopt? Ik dwaal af meneer de minister-president. Straks stopt u nog met lezen omdat u denkt dat ik het over complottheorieën zal gaan hebben. Ik kan u geruststellen: deze brief gaat over oplossingen.
De raddraaiers, die ervoor zorgen dat ik scheef aangekeken wordt, hebben aan alle commotie geen enkele boodschap. Integendeel, ze genieten van alle aandacht en creëren samen met de media langzaam, ook bij de goedwillende Marokkanen, een gevoel van ‘wij tegen hen’. Ik verwacht van de Telegraaf, de krant die Nederland wakker houdt, geen opbeurend berichtje, al was dit op pagina 8, over de positieve dingen die een van de 285.000 goede Marokkanen heeft gedaan voor de maatschappij. Dat verkoopt niet. De negatieve berichten zullen daarom ook de boventoon blijven voeren in de toekomst, daar ben ik van overtuigd. Wij goede Marokkanen zullen meer en meer worden aangesproken op deze berichten in de media, daar zullen we zelf weinig aan kunnen doen. Wij Marokkanen spreken niet elke Nederlander aan als er een kindje wordt verkracht in de kleine vagina, waarna het onthoofd en in stukken gesneden wordt teruggevonden in een begraafplaatsje in eigen beheer. Wij weten dat niet alle Nederlanders zo zijn en zullen blijven hopen, dat dé Nederlander ooit ook eens langs deze gedachtegang zal denken. De modekreet ‘we moeten niet vergeten, dat we het hier hebben over een kleine groep’ heb ik zelfs een keertje uit uw mond gehoord en kan best geruststellend zijn. Zij het, dat de ‘welwillende’ Nederlander de volgende ochtend de depressiviteit in wordt gejaagd door de media: Marokkanen, terrorisme, Islaam, de jongens, terroriseren, uitzichtloos, relschoppers, voornamelijk van Marokkaanse afkomst, climax, buurtbewoners, angstig, handen in het haar, politie is bang, zwakkeren, teisteren en gaat u zo maar door. Van nuance hebben de opleidingsinstituten voor journalisten nooit een hoofdvak gemaakt, zo lijkt het. En moet ik als rechtschapen mens nu echt blij zijn als er in een artikel wordt geschreven over ‘Surinamers, Turken, Antillianen’ die ook een rol speelden in een onrust?
Ik heb het gevoel, dat de Marokkaanse gemeenschap zo ernstig gestigmatiseerd is geraakt door alleen maar negatieve berichtgeving, dat we zijn waar de rechtse politici en de media ons hebben wil: in een verdedigingshouding en klaar voor de strijd. Dat staat garant voor zowel nieuws als verkiezingsretoriek. Als weldenkend mens ben ik echter intelligent genoeg de situatie zoals die nu is niet alleen aan de media toe te schrijven. Marokkaanse criminelen dienen zich net als hun Nederlandse ambtgenoten te conformeren aan de in Nederland geldende wetten. Wetten die door de Nederlandse overheid opgesteld worden. Buiten de mening van mijn vader om, laten we dat niet uit het oog verliezen! Wordt het dan niet eens tijd toe te geven, dat de Nederlandse wetgeving niet toereikend is om een eind te maken aan de onlusten in met name Amsterdam? Nu is het zo, dat de overheid met allerlei projecten komt, die iemand die het grote geld gewend is, weer op de rails moeten krijgen, terwijl tegelijkertijd het nieuws wordt gepubliceerd, dat ‘vele’ projecten voor probleemjongeren ‘onnodig veel’ belastinggeld hebben gekost zonder effect te sorteren. Wie wordt hiervan de dupe? De overheid? Nee, want een gemeenteraadslid zal er vlug bij zijn te beweren, dat zijn partij met de erfenis van de vorige regeringspartijen opgezadeld heeft gezeten. Zo wordt mijn moeder niet alleen een dief, een raddraaier, een drugscrimineel, iemand die oude vrouwtjes lastigvalt, maar plots ook iemand die ‘onze’ belastingcenten verbrandt. Zo ging dat ook met de doofpotaffaires, die het nieuws haalden. De verantwoordelijken, de lokale overheid, de politici, die aan de basis stonden van zo’n doofpot, zijn niet het onderwerp van spot en verontwaardiging, nee, de Marokkaanse gemeenschap valt alle verontwaardiging ten deel: er zaten voornamelijk Marokkanen in de groep die een gehandicapt meisje verkrachtten. Mijn moeder heeft nooit toestemming gegeven aan mannen in pakken die denken te weten wat goed is voor haar en haar kinderen en al helemaal niet om iets in een doofpot te plaatsen. Zij gebruikt dat niet eens in de keuken.
Laatst was er een professor op t.v. om de discussie over Marokkanen gaande te houden. Hij vond de overheid te laks en vond dat ze in de grootste bouwput van Nederland, Amsterdam, genoeg arbeidsplaatsen kunnen reserveren voor ontspoorde Marokkaanse jongeren. Ik vind dit een schattig en lief idee, echt waar. Hoe lachwekkend! Even voorbijgaand aan de vraag of er überhaupt één aannemer staat te wachten op Marokkaanse bouwvakkers die door het Nederlandse gedoogbeleid zullen denken dat ze als steen onderdeel zijn van het bouwwerk (dat is even denken hè?), wil ik u het volgende op het hart drukken: als een kind het grote geld gewend is – door bijvoorbeeld te dealen – zal hij niet gauw voor 6 euro per uur stenen sjouwen. Mijn broertje en zijn kameraadjes kunnen het duizendvoudige verdienen per dag. Met meer vrije tijd dan de koningin, en met het plezier en de voldoening dat het halen van het nieuws met zich meebrengt. Er is meer dan 6 euro per uur nodig om ze van de straat te houden: hen het gevoel geven dat eerlijkheid echt het langst duurt.
Uitzichtloos, ik kan me voorstellen dat dit woord inmiddels – als het al niet langer is - door uw hoofd spookt. De Nederlandse overheid heeft haar kans laten liggen, waar ze nog de mogelijkheid had de ontsporende Marokkaanse jongeren nog op tijd binnen het gareel te houden. Die mogelijkheid bestond hierin, dat de overheid, de rol van de godsdienst binnen de Marokkaanse gemeenschap, onderkennen moest en het kweken van een schrikbeeld van de godsdienst moest voorkomen. Als ik de berichten moest geloven, waren alle moskeeën opeens broedhaarden voor terroristen, de Islaam een gevaarlijke godsdienst, Islamitische scholen integratiebelemmerend en gaat u zo maar door. Als kind pik je dit op en een moslim wil je niet meer worden: je verliest langzaam het geloof in een God. En dat is nu juist wat niet moest gebeuren. Nu zult u waarschijnlijk denken: is Allah dan de enige die een moslimkind vreest. Ik wou dat ik u geruststellen kon, maar van alle wijze lessen van de ouders/onderwijzers e.d. schijnt een moslim vaak maar één ding te onthouden: vreest alleen God. Met andere woorden: die raddraaiers hebben schijt aan u, schijt aan de burgemeester, schijt aan de koningin en soms zelfs schijt aan hun ouders. Had men de positieve aspecten van het geloof benadrukt in plaats van alleen maar de negatieve interpretaties (!) van sommige Qoraan-stukken en had men de AIVD meer om bewijzen gevraagd voor sommige kwetsende uitlatingen, dan had men wellicht geloofd in recht en onrecht, goede en slechte daden, moreel handelen e.d. U als christen-democraat zou een toelichting eigenlijk overbodig moeten zijn. Werd het gezin ontwricht als hoek van de samenleving, werd het belang van godsdienst, welke een belangrijke rol speelt in de opvoeding van veel Marokkanen, bagatelliseerd, waardoor de jongeren zich niemand meer verantwoording schuldig voelden, nu dreigt de samenleving ontwricht te worden door deze groep van God los zijnde jongeren. Vraagt u een willekeurige ex-crimineel, wat hem deed inzien dat hij slecht bezig was, dan zult u verbijsterd staan hoe vaak u zult horen, dat God een belangrijke rol speelde in zijn beslissing een goed mens te worden en spijt te betuigen. Wat u niet kunt bewerkstelligen met uw wetten, dat kan het geloof in een God wel. Men kan zich hierover beklagen en de moslimallochtoon betichten van arrogantie, maar men zou er ook eens iets positiefs mee kunnen doen; het is voor velen dé enige reden om de medemens niet tot last te zijn. Wat men ook kan doen: dit voor de grootst mogelijke onzin verklaren en hopen op een wonder.
De laatste keer dat we mochten stemmen, ging mijn stem uit naar de PvdA. Puur omdat ik die Bos wel een leuke verschijning vond en ik misschien wel een bruidje laat overvliegen in de toekomst. Mijn ouders wonen langer dan ik in Nederland, maar om hun mening is nooit gevraagd. Waarschijnlijk zouden ze ook op de PvdA hebben gestemd. Dit omdat Kok en de PvdA altijd erg aardig waren voor de “l’étranger’. Nu worden ze van alle kanten belaagd, omdat een van mijn broertjes zich bezighoudt met het snelle geld, terwijl hij niet eens zo’n last is als zijn collegaatjes in Amsterdam. Althans, als ik de vele berichten in de diverse media moet geloven. Mijn buren vinden dat ze niet goed opgevoed zijn. Minister Verdonk is het kennelijk met ze eens, want ik hoorde haar onlangs nog opperen de ouders aan te pakken en eventuele schade, die hun kroost aanricht, op hen te verhalen. Nu vraag ik u: vindt u dit als gezinsman nu echt een legitiem idee?
Mijn vader heeft zes jongens grootgebracht; vijf van hen zijn goed terecht gekomen, maar dit is – zo heb ik tot mijn grote spijt nu eindelijk eens begrepen - niet zo heel erg interessant. Ligt het dan aan de opvoeding, dat er een uitzondering is ontstaan in ons gezin? Ik denk het niet. Sterker nog, ik weet het zeker. De Nederlandse wetten en kaders, waar binnen de opvoeding van een kind dient te geschieden, voldeden bij onze enfant terrible tot een bepaalde hoogte. Totdat hij het gezinshoofd dreigde met de woorden, dat hij van huis zou weglopen als hij hem nog eens hard zou aanpakken. Hij zou desnoods de politie bellen om zijn bloedeigen vader mee te nemen voor kindermishandeling. Die ideeën zijn hem niet ingefluisterd door mijn zachtaardige moeder, maar door de ambtenaar die namens de overheid bij de kinderbescherming werd gezeteld. In de jaren negentig was ‘kindermishandeling’ bijna net zo populair als ‘integratie’ dat nu is. De ‘boodschap’ van de overheid aan mijn vader leek hem niettemin langs de oren te waaien en begon, toen mijn broertje met dure spulletjes kwam aanzetten, hardhandig te corrigeren wat er nog te corrigeren viel. Mijn vader werd door de kinderbescherming, die kind aan huis was bij ons, op het matje geroepen en mijn vaders ontzag brokkelde zienderogen af. Een bestuursapparaat dat ooit was ingesteld door politici die buiten de mening van mijn ouders om op hun troon waren geplaatst, vond het toen nodig om de ‘Marokkaanse pedagogiek’ van mijn vader te veroordelen. Kennelijk dacht men dat elk van de vijf andere jongens van mijn vader huisarrest kreeg bij een vergrijp of voor straf niet mocht spelen met de computer. Nee, ik heb nooit een stuiver van mijn oma ontvangen als ik met een goed rapport thuiskwam. Mijn broer en ik kregen ervan langs met de Eneco-kabel als de politie ons een keer thuisbracht, omdat we waren verdwaald. Ik kan u zeggen: sindsdien ben ik nooit ergens verdwaald.
Die veroordeling van de Marokkaanse manier van opvoeden heeft nog een negatief effect gehad op de opvoeding van de rest, maar om een of ander vage reden koos de rest van het gezin voor het gezinshoofd en niet voor de overheid. Ik denk dat wij toen, hoe jong ook, erg intelligent en vooruitziend waren: Mijn vader moesten we toen steunen, omdat we wisten dat hij jaren later, weer onderuit gehaald zou worden door politici die hij nooit gekozen had. En dat is precies wat nu gebeurt.
Deze brief is geen pleidooi voor een uitbreiding van het stemrecht. Mijn ouders betalen belasting, wonen hier al een gedeelte van een eeuwigheid, spreken zelfs de Nederlandse taal, maar hebben zich nooit afgevraagd waarom ze eigenlijk niet mogen stemmen. Ik denk, dat het zelfbeeld dat ze hebben, het beeld van een gast in andermans land, daarvoor een van de oorzaken is. Wij Marokkanen gaan ons niet met het huishouden bemoeien als we ergens op bezoek gaan. Van politiek hebben m’n ouders nooit echt kaas gegeten en verwend met democratie in eigen land zijn ze nooit geweest. Zij maken zich allang geen illusies, dat ze bij Nederland horen als het hen uitkomt. De nederige rol van speelbal en onderwerp van verkiezingsretoriek bevalt ze prima. Zolang ze maar met rust gelaten worden als men denkt de opvoedingsrol van hun kinderen, die met een Nederlands paspoort nog eens symbolisch van hen werden vervreemd, niet meer aan te kunnen. Mijn vader is ook maar een mens en neigt net als een ieder, die eerst aan de kant wordt geschoven bij de opvoeding van zijn kinderen om vervolgens te horen dat hij de prijs moet betalen voor een slechte aanwas, te denken: “men zoekt het nu zelf maar uit”.
In uw kringen begint al de stem luider te worden de dialoog te staken en over te gaan tot actie. Een commissaris van de Amsterdamse politie begreep u evenwel verkeerd en legt het heft in handen van de burgers. Is dit de actie, die wenselijk is? Ik heb zelf al het gevoel dat de houding van veel autochtonen – ik zal maar niet generaliseren – tegenover de Marokkaanse gemeenschap als geheel en vice versa niet negatiever of harder moet worden of de eerste dode uit onbeheerste angst zal vallen. De hysterie rond Marokkaanse amokmakers is zo groot, dat je als onschuldig mens het gevoel krijgt, dat de wereld ten onder zal gaan, beginnend in Amsterdam. Je zou haast vergeten, dat het om 0,5 % van de Marokkanen gaat. Zou u twee honderd van uw buren met de nek aankijken als u weet dat honderd en negenennegentig van hen onschuldig zijn? Ik niet. De gezamenlijke pers zou – als ze eens echt geld wil verdienen – een goksite kunnen openen, waar men de precieze datum van de eerste dode kan gokken. En die van de tweede, de derde, misschien wel de datum van het eerste grote slagveld. Boekmakers zijn het nooit echt geweest, de journalisten, misschien is de rol van bookmakers hen beter op het lijf geschreven en kunnen ze in eigen belang een en ander manipuleren om de winst te maximaliseren. Doen ze nu ook. Of kunnen ze er ook niets aan doen dat negatief nieuws in slechte tijden beter verkoopt? Ik dwaal af meneer de minister-president. Straks stopt u nog met lezen omdat u denkt dat ik het over complottheorieën zal gaan hebben. Ik kan u geruststellen: deze brief gaat over oplossingen.
De raddraaiers, die ervoor zorgen dat ik scheef aangekeken wordt, hebben aan alle commotie geen enkele boodschap. Integendeel, ze genieten van alle aandacht en creëren samen met de media langzaam, ook bij de goedwillende Marokkanen, een gevoel van ‘wij tegen hen’. Ik verwacht van de Telegraaf, de krant die Nederland wakker houdt, geen opbeurend berichtje, al was dit op pagina 8, over de positieve dingen die een van de 285.000 goede Marokkanen heeft gedaan voor de maatschappij. Dat verkoopt niet. De negatieve berichten zullen daarom ook de boventoon blijven voeren in de toekomst, daar ben ik van overtuigd. Wij goede Marokkanen zullen meer en meer worden aangesproken op deze berichten in de media, daar zullen we zelf weinig aan kunnen doen. Wij Marokkanen spreken niet elke Nederlander aan als er een kindje wordt verkracht in de kleine vagina, waarna het onthoofd en in stukken gesneden wordt teruggevonden in een begraafplaatsje in eigen beheer. Wij weten dat niet alle Nederlanders zo zijn en zullen blijven hopen, dat dé Nederlander ooit ook eens langs deze gedachtegang zal denken. De modekreet ‘we moeten niet vergeten, dat we het hier hebben over een kleine groep’ heb ik zelfs een keertje uit uw mond gehoord en kan best geruststellend zijn. Zij het, dat de ‘welwillende’ Nederlander de volgende ochtend de depressiviteit in wordt gejaagd door de media: Marokkanen, terrorisme, Islaam, de jongens, terroriseren, uitzichtloos, relschoppers, voornamelijk van Marokkaanse afkomst, climax, buurtbewoners, angstig, handen in het haar, politie is bang, zwakkeren, teisteren en gaat u zo maar door. Van nuance hebben de opleidingsinstituten voor journalisten nooit een hoofdvak gemaakt, zo lijkt het. En moet ik als rechtschapen mens nu echt blij zijn als er in een artikel wordt geschreven over ‘Surinamers, Turken, Antillianen’ die ook een rol speelden in een onrust?
Ik heb het gevoel, dat de Marokkaanse gemeenschap zo ernstig gestigmatiseerd is geraakt door alleen maar negatieve berichtgeving, dat we zijn waar de rechtse politici en de media ons hebben wil: in een verdedigingshouding en klaar voor de strijd. Dat staat garant voor zowel nieuws als verkiezingsretoriek. Als weldenkend mens ben ik echter intelligent genoeg de situatie zoals die nu is niet alleen aan de media toe te schrijven. Marokkaanse criminelen dienen zich net als hun Nederlandse ambtgenoten te conformeren aan de in Nederland geldende wetten. Wetten die door de Nederlandse overheid opgesteld worden. Buiten de mening van mijn vader om, laten we dat niet uit het oog verliezen! Wordt het dan niet eens tijd toe te geven, dat de Nederlandse wetgeving niet toereikend is om een eind te maken aan de onlusten in met name Amsterdam? Nu is het zo, dat de overheid met allerlei projecten komt, die iemand die het grote geld gewend is, weer op de rails moeten krijgen, terwijl tegelijkertijd het nieuws wordt gepubliceerd, dat ‘vele’ projecten voor probleemjongeren ‘onnodig veel’ belastinggeld hebben gekost zonder effect te sorteren. Wie wordt hiervan de dupe? De overheid? Nee, want een gemeenteraadslid zal er vlug bij zijn te beweren, dat zijn partij met de erfenis van de vorige regeringspartijen opgezadeld heeft gezeten. Zo wordt mijn moeder niet alleen een dief, een raddraaier, een drugscrimineel, iemand die oude vrouwtjes lastigvalt, maar plots ook iemand die ‘onze’ belastingcenten verbrandt. Zo ging dat ook met de doofpotaffaires, die het nieuws haalden. De verantwoordelijken, de lokale overheid, de politici, die aan de basis stonden van zo’n doofpot, zijn niet het onderwerp van spot en verontwaardiging, nee, de Marokkaanse gemeenschap valt alle verontwaardiging ten deel: er zaten voornamelijk Marokkanen in de groep die een gehandicapt meisje verkrachtten. Mijn moeder heeft nooit toestemming gegeven aan mannen in pakken die denken te weten wat goed is voor haar en haar kinderen en al helemaal niet om iets in een doofpot te plaatsen. Zij gebruikt dat niet eens in de keuken.
Laatst was er een professor op t.v. om de discussie over Marokkanen gaande te houden. Hij vond de overheid te laks en vond dat ze in de grootste bouwput van Nederland, Amsterdam, genoeg arbeidsplaatsen kunnen reserveren voor ontspoorde Marokkaanse jongeren. Ik vind dit een schattig en lief idee, echt waar. Hoe lachwekkend! Even voorbijgaand aan de vraag of er überhaupt één aannemer staat te wachten op Marokkaanse bouwvakkers die door het Nederlandse gedoogbeleid zullen denken dat ze als steen onderdeel zijn van het bouwwerk (dat is even denken hè?), wil ik u het volgende op het hart drukken: als een kind het grote geld gewend is – door bijvoorbeeld te dealen – zal hij niet gauw voor 6 euro per uur stenen sjouwen. Mijn broertje en zijn kameraadjes kunnen het duizendvoudige verdienen per dag. Met meer vrije tijd dan de koningin, en met het plezier en de voldoening dat het halen van het nieuws met zich meebrengt. Er is meer dan 6 euro per uur nodig om ze van de straat te houden: hen het gevoel geven dat eerlijkheid echt het langst duurt.
Uitzichtloos, ik kan me voorstellen dat dit woord inmiddels – als het al niet langer is - door uw hoofd spookt. De Nederlandse overheid heeft haar kans laten liggen, waar ze nog de mogelijkheid had de ontsporende Marokkaanse jongeren nog op tijd binnen het gareel te houden. Die mogelijkheid bestond hierin, dat de overheid, de rol van de godsdienst binnen de Marokkaanse gemeenschap, onderkennen moest en het kweken van een schrikbeeld van de godsdienst moest voorkomen. Als ik de berichten moest geloven, waren alle moskeeën opeens broedhaarden voor terroristen, de Islaam een gevaarlijke godsdienst, Islamitische scholen integratiebelemmerend en gaat u zo maar door. Als kind pik je dit op en een moslim wil je niet meer worden: je verliest langzaam het geloof in een God. En dat is nu juist wat niet moest gebeuren. Nu zult u waarschijnlijk denken: is Allah dan de enige die een moslimkind vreest. Ik wou dat ik u geruststellen kon, maar van alle wijze lessen van de ouders/onderwijzers e.d. schijnt een moslim vaak maar één ding te onthouden: vreest alleen God. Met andere woorden: die raddraaiers hebben schijt aan u, schijt aan de burgemeester, schijt aan de koningin en soms zelfs schijt aan hun ouders. Had men de positieve aspecten van het geloof benadrukt in plaats van alleen maar de negatieve interpretaties (!) van sommige Qoraan-stukken en had men de AIVD meer om bewijzen gevraagd voor sommige kwetsende uitlatingen, dan had men wellicht geloofd in recht en onrecht, goede en slechte daden, moreel handelen e.d. U als christen-democraat zou een toelichting eigenlijk overbodig moeten zijn. Werd het gezin ontwricht als hoek van de samenleving, werd het belang van godsdienst, welke een belangrijke rol speelt in de opvoeding van veel Marokkanen, bagatelliseerd, waardoor de jongeren zich niemand meer verantwoording schuldig voelden, nu dreigt de samenleving ontwricht te worden door deze groep van God los zijnde jongeren. Vraagt u een willekeurige ex-crimineel, wat hem deed inzien dat hij slecht bezig was, dan zult u verbijsterd staan hoe vaak u zult horen, dat God een belangrijke rol speelde in zijn beslissing een goed mens te worden en spijt te betuigen. Wat u niet kunt bewerkstelligen met uw wetten, dat kan het geloof in een God wel. Men kan zich hierover beklagen en de moslimallochtoon betichten van arrogantie, maar men zou er ook eens iets positiefs mee kunnen doen; het is voor velen dé enige reden om de medemens niet tot last te zijn. Wat men ook kan doen: dit voor de grootst mogelijke onzin verklaren en hopen op een wonder.