Orakel
25-10-03, 21:42
Recessie treft jonge allochtoon het hardst
Door een onzer redacteuren
ROTTERDAM, 23 OKT. De werkloosheid onder allochtone jongeren is het afgelopen jaar aanzienlijk sneller opgelopen dan die onder autochtone jongeren. Vooral Surinamers en Antillianen voelen het effect van de recessie.
Dit blijkt uit de Rapportage minderheden 2003, die het Sociaal en Cultureel Planbureau vandaag heeft gepubliceerd. In deze tweejaarlijkse rapportage wordt op tal van terreinen de situatie van met name de vier grote categorieën etnische minderheden - Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen - in kaart gebracht.
Van de Surinaamse beroepsbevolking onder de 25 jaar steeg de werkloosheid vorig jaar tot 30 procent, bij de Antillianen was dit 27 procent. Ter vergelijking: onder de autochtonen bedroeg de werkloosheid in deze leeftijdscategorie 7 procent. Bij Turken en Marokkanen loopt de jeugdwerkloosheid minder hard op dan bij de Surinamers en Antillianen: van de Turkse beroepsbevolking onder de 25 was 18 procent werkloos, van de Marokkanen 17 procent.
Allochtonen hebben sterk geprofiteerd van de economische bloei in de tweede helft van de jaren negentig. Begin jaren negentig werd nog zorgelijk gesproken over de vorming van een etnische onderklasse, met werkloosheidspercentages voor Turken en Marokkanen van 30 en hoger. In 2001 overheerste het optimisme: de werkloosheid onder deze categorieën was gedaald tot een procent of 10.
Opmerkelijk is dat jonge Surinamers en Antillianen meer last hebben van de recessie dan jonge Turken en Marokkanen, omdat Surinamers en Antillianen het op de arbeidsmarkt in het algemeen beter doen dan Turken en Marokkanen. Het SCP vermoedt dat dit komt doordat deze recessie in de eerste plaats toeslaat in de zakelijke dienstverlening, bijvoorbeeld in de ICT, en onder relatief hoog opgeleiden. In die categorieën zijn Turken en Marokkanen aanzienlijk zwakker vertegenwoordigd.
Een snel groeiend deel van de werklozen wordt gevormd door recente immigranten uit andere dan de vier 'grote' landen, zoals Irak, Iran en Afghanistan. Er zijn inmiddels meer werkloze 'overige niet-westerse allochtonen' dan werkloze Turken en Marokkanen bij elkaar. Statistische details over deze nieuwe groepen zijn nog nauwelijks voorhanden.
nrc.nl
Door een onzer redacteuren
ROTTERDAM, 23 OKT. De werkloosheid onder allochtone jongeren is het afgelopen jaar aanzienlijk sneller opgelopen dan die onder autochtone jongeren. Vooral Surinamers en Antillianen voelen het effect van de recessie.
Dit blijkt uit de Rapportage minderheden 2003, die het Sociaal en Cultureel Planbureau vandaag heeft gepubliceerd. In deze tweejaarlijkse rapportage wordt op tal van terreinen de situatie van met name de vier grote categorieën etnische minderheden - Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen - in kaart gebracht.
Van de Surinaamse beroepsbevolking onder de 25 jaar steeg de werkloosheid vorig jaar tot 30 procent, bij de Antillianen was dit 27 procent. Ter vergelijking: onder de autochtonen bedroeg de werkloosheid in deze leeftijdscategorie 7 procent. Bij Turken en Marokkanen loopt de jeugdwerkloosheid minder hard op dan bij de Surinamers en Antillianen: van de Turkse beroepsbevolking onder de 25 was 18 procent werkloos, van de Marokkanen 17 procent.
Allochtonen hebben sterk geprofiteerd van de economische bloei in de tweede helft van de jaren negentig. Begin jaren negentig werd nog zorgelijk gesproken over de vorming van een etnische onderklasse, met werkloosheidspercentages voor Turken en Marokkanen van 30 en hoger. In 2001 overheerste het optimisme: de werkloosheid onder deze categorieën was gedaald tot een procent of 10.
Opmerkelijk is dat jonge Surinamers en Antillianen meer last hebben van de recessie dan jonge Turken en Marokkanen, omdat Surinamers en Antillianen het op de arbeidsmarkt in het algemeen beter doen dan Turken en Marokkanen. Het SCP vermoedt dat dit komt doordat deze recessie in de eerste plaats toeslaat in de zakelijke dienstverlening, bijvoorbeeld in de ICT, en onder relatief hoog opgeleiden. In die categorieën zijn Turken en Marokkanen aanzienlijk zwakker vertegenwoordigd.
Een snel groeiend deel van de werklozen wordt gevormd door recente immigranten uit andere dan de vier 'grote' landen, zoals Irak, Iran en Afghanistan. Er zijn inmiddels meer werkloze 'overige niet-westerse allochtonen' dan werkloze Turken en Marokkanen bij elkaar. Statistische details over deze nieuwe groepen zijn nog nauwelijks voorhanden.
nrc.nl