freya
29-10-03, 13:55
Serie over Marokkanen 'gezonde journalistieke reflex'
PAUL ARNOLDUSSEN
In de rubriek Persweeën doet Paul Arnoldussen wekelijks verslag van het reilen en zeilen op de werkvloer van Het Parool. Vandaag: rumoer rond de nieuwe serie Respect, over slachtoffers van overlast door Marokkaanse jongeren.
'Mij viel op dat vooral de ouderen voor zo'n serie zijn en de jongeren veelal tegen. Misschien blijven de ouderen nog wat vreemd tegen Marokkanen aankijken, wij zaten met ze op de kleuterschool.'
Vandaag begint in deze krant de serie Respect. Onderwerp: groepen Amsterdammers die lijden onder criminaliteit en intimiderend gedrag van Marokkaanse jongeren. Om het voorzichtig uit te drukken: we zijn wel eens een rubriek begonnen met minder tumult op de redactie.
Binnen de stadsredactie - die de teksten gaat aanleveren - heerst terughoudendheid. Marcel Wiegman: ''Wat mij betreft heeft het niets te maken met angst om de problemen met de Marokkannen aan de orde te stellen. Maar we moeten de indruk vermijden dat Het Parool het die de Marokkanen eindelijk eens goed gaat inpeperen. Ik vrees voor een opeenstapeling van berichten over incidenten, zonder dat we de echt interessante vragen beantwoorden.''
En wat zijn die echt interessante vragen? Wiegman: ''Waarom houdt een aantal Marokkaanse jongeren er zulke verwrongen denkbeelden op na? Hoe komt het dat ze agressief reageren op vrouwen met een kort rokje, waar halen ze die rare ideeën vandaan?''
Is dat de echt interessante vraag? Eerlijk gezegd interesseert het waarom me zo langzamerhand wat minder en vraag ik me vooral af hoe ver we het moeten laten gaan.
Wiegman: ''Maar we willen het probleem toch oplossen? Dan moet je toch weten waar het vandaan komt?''
Marcel van Engelen vreest met de serie 'een buitenproportionele aandacht voor zo'n groep'. Net als Wiegman zegt hij met veel klem dat hij niet tot de politiek correcten behoort - hoewel je je kunt afvragen wat inmiddels als correct of incorrect wordt beschouwd, maar dit terzijde - en dat ook hij vindt dat de krant criminaliteit en intimiderend gedrag van Marokkanen niet moet afdekken. ''Maar we hebben de slachtoffers van die Marokkanen al geregeld in de krant, we hebben het gehad over de bejaarden in het zorgcentrum, over de leraren die niet meer over de oorlog durven te praten.''
Van Engelen vindt dat je wel aandacht kunt besteden aan slachtoffers van intimidatie en overlast, maar dat je niet van tevoren ervan uit moet gaan dat het hier om Marokkanen gaat.
Die kritiek zou nog wel eens een probleem kunnen worden, want het is best mogelijk dat ook van Van Engelen en Wiegman een bijdrage aan de serie wordt verwacht. Van Engelen: ''Het moet geen prestigestrijd worden.'' Wiegman: ''We zijn er als verslaggevers natuurlijk zelf bij; wij schrijven.''
Van Engelen viel het op dat binnen de stadsredactie de ouderen veelal voor zo'n serie zijn en de jongeren tegen. Hoe komt dat? Van Engelen: ''Ik weet het niet. Misschien blijven de ouderen nog wat vreemd tegen Marokkanen aankijken, wij zaten met ze op de kleuterschool.'' Wiegman: ''Misschien is het overcompensatie voor hun eigen slappe en afdekkende berichtgeving in het verleden.''
Het idee van de serie kwam niet voort uit het nieuws over het zorgcentrum in Geuzenveld, zegt hoofdredacteur Erik van Gruijthuijsen. ''We waren een week eerder al aan het voorbereiden. Aanleiding was een groeiend aantal telefoontjes van lezers met steeds dezelfde strekking: jullie schrijven wel over steekpartijen van Marokkanen en rellen, maar jullie moeten het eens hebben over de dingen waar we dagelijks last van hebben.''
''Dan gaat het over homo's die hun hondje niet meer durven uit te laten, over Marokkanen die spugen naar meisjes in korte rokjes, over joden die hun davidster niet meer om durven te doen of hun keppeltje thuis laten. Dat is de kern van de zaak.''
''We gaan niet op Marokkanenjacht. Allesbehalve. Maar het is wel het grootste onderwerp nu in de stad. Die serie is dus gewoon een gezonde journalistieke reflex, er is iets aan de hand en dat meld je.''
Ook middenstanders die zich bedreigd voelen, komen aan het woord en GVB'ers en leraren. ''Maar ook mensen uit de Marokkaanse gemeenschap zelf,'' zegt Frenk der Nederlanden, chef van de stadsredactie. ''Die hebben ook nogal last van Marokkaanse ettertjes.''
En komt de waaromvraag nog naar voren? Van Gruijthuijsen: ''Natuurlijk doen we aan duiding, maar liefst zonder welzijnsjargon, geen teksten zoals 'het is een roep om aandacht'. We gaan zoveel mogelijk voorbij aan al die dingen die we de laatste jaren al te veel in rapporten hebben gelezen. De neiging bestaat te denken: het valt mee, het zijn incidenten. Maar het valt niet mee. Er zijn veel meldingen van kleine incidenten. Klein, maar wel structureel.''
© Het Parool, 25-10-2003
PAUL ARNOLDUSSEN
In de rubriek Persweeën doet Paul Arnoldussen wekelijks verslag van het reilen en zeilen op de werkvloer van Het Parool. Vandaag: rumoer rond de nieuwe serie Respect, over slachtoffers van overlast door Marokkaanse jongeren.
'Mij viel op dat vooral de ouderen voor zo'n serie zijn en de jongeren veelal tegen. Misschien blijven de ouderen nog wat vreemd tegen Marokkanen aankijken, wij zaten met ze op de kleuterschool.'
Vandaag begint in deze krant de serie Respect. Onderwerp: groepen Amsterdammers die lijden onder criminaliteit en intimiderend gedrag van Marokkaanse jongeren. Om het voorzichtig uit te drukken: we zijn wel eens een rubriek begonnen met minder tumult op de redactie.
Binnen de stadsredactie - die de teksten gaat aanleveren - heerst terughoudendheid. Marcel Wiegman: ''Wat mij betreft heeft het niets te maken met angst om de problemen met de Marokkannen aan de orde te stellen. Maar we moeten de indruk vermijden dat Het Parool het die de Marokkanen eindelijk eens goed gaat inpeperen. Ik vrees voor een opeenstapeling van berichten over incidenten, zonder dat we de echt interessante vragen beantwoorden.''
En wat zijn die echt interessante vragen? Wiegman: ''Waarom houdt een aantal Marokkaanse jongeren er zulke verwrongen denkbeelden op na? Hoe komt het dat ze agressief reageren op vrouwen met een kort rokje, waar halen ze die rare ideeën vandaan?''
Is dat de echt interessante vraag? Eerlijk gezegd interesseert het waarom me zo langzamerhand wat minder en vraag ik me vooral af hoe ver we het moeten laten gaan.
Wiegman: ''Maar we willen het probleem toch oplossen? Dan moet je toch weten waar het vandaan komt?''
Marcel van Engelen vreest met de serie 'een buitenproportionele aandacht voor zo'n groep'. Net als Wiegman zegt hij met veel klem dat hij niet tot de politiek correcten behoort - hoewel je je kunt afvragen wat inmiddels als correct of incorrect wordt beschouwd, maar dit terzijde - en dat ook hij vindt dat de krant criminaliteit en intimiderend gedrag van Marokkanen niet moet afdekken. ''Maar we hebben de slachtoffers van die Marokkanen al geregeld in de krant, we hebben het gehad over de bejaarden in het zorgcentrum, over de leraren die niet meer over de oorlog durven te praten.''
Van Engelen vindt dat je wel aandacht kunt besteden aan slachtoffers van intimidatie en overlast, maar dat je niet van tevoren ervan uit moet gaan dat het hier om Marokkanen gaat.
Die kritiek zou nog wel eens een probleem kunnen worden, want het is best mogelijk dat ook van Van Engelen en Wiegman een bijdrage aan de serie wordt verwacht. Van Engelen: ''Het moet geen prestigestrijd worden.'' Wiegman: ''We zijn er als verslaggevers natuurlijk zelf bij; wij schrijven.''
Van Engelen viel het op dat binnen de stadsredactie de ouderen veelal voor zo'n serie zijn en de jongeren tegen. Hoe komt dat? Van Engelen: ''Ik weet het niet. Misschien blijven de ouderen nog wat vreemd tegen Marokkanen aankijken, wij zaten met ze op de kleuterschool.'' Wiegman: ''Misschien is het overcompensatie voor hun eigen slappe en afdekkende berichtgeving in het verleden.''
Het idee van de serie kwam niet voort uit het nieuws over het zorgcentrum in Geuzenveld, zegt hoofdredacteur Erik van Gruijthuijsen. ''We waren een week eerder al aan het voorbereiden. Aanleiding was een groeiend aantal telefoontjes van lezers met steeds dezelfde strekking: jullie schrijven wel over steekpartijen van Marokkanen en rellen, maar jullie moeten het eens hebben over de dingen waar we dagelijks last van hebben.''
''Dan gaat het over homo's die hun hondje niet meer durven uit te laten, over Marokkanen die spugen naar meisjes in korte rokjes, over joden die hun davidster niet meer om durven te doen of hun keppeltje thuis laten. Dat is de kern van de zaak.''
''We gaan niet op Marokkanenjacht. Allesbehalve. Maar het is wel het grootste onderwerp nu in de stad. Die serie is dus gewoon een gezonde journalistieke reflex, er is iets aan de hand en dat meld je.''
Ook middenstanders die zich bedreigd voelen, komen aan het woord en GVB'ers en leraren. ''Maar ook mensen uit de Marokkaanse gemeenschap zelf,'' zegt Frenk der Nederlanden, chef van de stadsredactie. ''Die hebben ook nogal last van Marokkaanse ettertjes.''
En komt de waaromvraag nog naar voren? Van Gruijthuijsen: ''Natuurlijk doen we aan duiding, maar liefst zonder welzijnsjargon, geen teksten zoals 'het is een roep om aandacht'. We gaan zoveel mogelijk voorbij aan al die dingen die we de laatste jaren al te veel in rapporten hebben gelezen. De neiging bestaat te denken: het valt mee, het zijn incidenten. Maar het valt niet mee. Er zijn veel meldingen van kleine incidenten. Klein, maar wel structureel.''
© Het Parool, 25-10-2003