PDA

Bekijk Volledige Versie : Malika Boukbir & Silvie Loenders over de Centra voor Alcohol en andere Drugproblemen



Marsipulami
03-11-03, 23:04
Malika Boukbir & Silvie Loenders over
de Centra voor Alcohol en andere Drugproblemen:

"Vaak hebben mensen alle bruggen opgeblazen. Zowel naar familie toe als naar allerlei diensten, omdat ze aan hun verwachtingen niet meer konden voldoen. Stapje voor stapje wensen we dan te werken aan hun maatschappelijke reïntegratie."

Spaanders had een fijn gesprek met Malika Boukbir en Silvie Loenders, beiden geëngageerde medewerkers van de CAD. Silvie verduidelijkte ons op een bescheiden wijze maar met kennis van zake, de specifieke plaats van de CAD en het straathoekwerk in de Limburgse welzijnssector. Malika is zelf van Marokkaanse origine, ze werd geboren in Hasselt, haar ouders emigreerden destijds naar België vanuit het Marokkaanse Agadir. Malika verwoordde, als intercultureel bemiddelaar de specifieke problemen van Marokkaanse gezinnen t.a.v. welzijnsdiensten in het algemeen en verslavingsproblemen in het bijzonder. Beide welzijnswerkers bezoeken sinds een aantal jaren regelmatig Café Anoniem om mensen die het moeilijk hebben een duwtje in de rug te geven, op weg naar een betere toekomst.


Kan je eens kort uitleggen wat de CAD zijn en wat er allemaal gebeurt binnen deze gezondheidsdienst?

Silvie: De Centra voor Alcohol en andere drugproblemen richten zich tot mensen die zitten met hulp- of informatievragen i.v.m het gebruik van allerlei drugs, gaande van alcohol, over medicatie tot het gebruik van diverse illegale drugs. Ook gokverslaafden behoren tot onze doelgroep.

De CAD spelen een coördinerende rol op het vlak van de drugshulpverlening in de provincie Limburg. Onze werking steunt op drie peilers. Vooreerst is er de peiler preventie. De CAD organiseren vorming m.b.t drugshulpverlening, adviseert het beleid en werkt preventieprojecten uit voor scholen, het bedrijfsleven, jeugdhuizen, enz.

Daarnaast is er de peiler hulpverlening. De hulpverlening van de CAD, is altijd ambulant, er zijn dus geen bedden waar cliënten in opgenomen worden. We begeleiden druggebruikers individueel met een aanbod van psychotherapeutische gesprekken, sociaal administratieve hulp, en een medisch aanbod met o.a vervangmedicatie. Behalve individuele begeleiding is er ook nog een therapeutisch groepsaanbod naar gebruikers, maar ook naar mensen uit de onmiddellijke omgeving van gebruikers, zoals ouders, partners en kinderen.

Tenslotte is er het straathoekwerk. Omdat mensen het vaak moeilijk vinden om uit eigen beweging de stap naar de hulpverlening te zetten, benaderen we druggebruikers in hun eigen milieu.

Vertel ons wat meer over straathoekwerk. Hoe gaat dat in de praktijk in zijn werk ?

Silvie: We benaderen mensen altijd in hun eigen omgeving. Op straat, in het café, thuis, waar ze zich ook bevinden. We proberen het vertrouwen van mensen te winnen en in te gaan op de vragen die zijzelf stellen. We begeleiden hen op de maat van hun eigen tempo zonder voorwaarden te stellen. Een cliënt die er bijvoorbeeld voor kiest om in een kraakpand te verblijven, die zullen we nooit onder druk zetten om zich te laten opnemen in een opvangtehuis, een ontwenningskliniek of een therapeutische gemeenschap. Pas op het moment dat ze de vraag zelf stellen, willen we het daar ernstig over hebben. En het is mogelijk dat men er de dag nadien weer helemaal anders over denkt. Dan is dat OK voor ons.


Vaak hebben mensen alle bruggen opgeblazen, zowel naar familieleden als naar allerlei diensten. Stapje voor stapje wensen we dan te werken aan hun maatschappelijke reïntegratie. Iemand heeft bijvoorbeeld geen uitkering meer, dan zullen we eens meegaan naar het OCMW om terug die eerste stap wat makkelijker te maken. Als straathoekwerker zijn we vaak de enige waar men nog terecht kan. Het is belangrijk dat we het vertrouwen van onze gasten niet beschamen. Gebruikers die problemen hebben met hun kinderen, of op zoek zijn naar onderdak of opvang zullen we steeds op weg zetten naar de geschikte diensten. In die zin hebben we behalve een sociale vertrouwensfunctie ook een rol als doorverwijzer op de nulde lijn van de hulpverlening. We staan, op vraag van de gasten, ook in voor de nazorg van mensen die een therapeutische gemeenschap of een psychiatrisch centrum hebben verlaten. We zoeken hen op en staan er dikwijls dichtbij en vangen als eersten signalen op als er zich problemen stellen bij reïntegratie in de maatschappij, of als mensen het opnieuw moeilijk krijgen.

Een intercultureel bemiddelaar wat is dat precies en welke plaats neemt die in binnen de werking van de CAD ?

Malika: De CAD beschikken over een aantal interculturele bemiddelaars, eentje voor de Marokkaanse gemeenschap (Malika), en eentje voor de Turkse gemeenschap. Daarnaast is er ook nog Bruno, die van Italiaanse origine is en de rol van bemiddelaar op zich neemt naar de Italiaanse gemeenschap toe.

Het project 'interculturele bemiddeling binnen de verslaafdenzorg' is ontstaan in de loop van de jaren negentig toen er vanuit het preventiewerk meer aandacht groeide voor de specifieke situatie van allochtonen. Men heeft toen een preventiefilm gemaakt voor de Marokkaanse gemeenschap "Saïd Ben Youssef". (Er bestaat ook een variant van deze film voor de Turkse gemeenschap). De film werd gemaakt met Marokkaanse acteurs, is Arabisch gesproken en met Nederlandse ondertiteling. De film handelt over een Marokkaans gezin en hun drugsverslaafde zoon. De film verheldert de beleving van de ouders en de andere gezinsleden, hoe ze omgaan met heel deze problematiek. Drugs zit binnen de Marokkaanse gemeenschap heel erg in een taboesfeer. Er bestaat veel onwetendheid over dit onderwerp bij veel Marokkaanse ouders. Aan de hand van die film krijgen ouders een beeld van de realiteit. Ouders worden geraakt door deze film en beseffen dat het nooit helemaal uitgesloten is dat ze zelf ook ooit op één of andere dag met deze problematiek te maken kunnen krijgen. Er komen ongelooflijk veel vragen, emoties en frustraties naar boven als mensen de film gezien hebben. Door het taboe rond drugs bij Marokkanen, schamen de meeste ouders er zich voor om met dergelijke problemen naar buiten te komen of om hulp te vragen. De film informeert ouders en maakt het probleem bespreekbaar zodat ze makkelijker de stap gaan zetten naar de bestaande hulpverlening toe.

Nadat de film tot stand kwam, heeft men snel ingezien dat er meer nodig was dan alleen maar een film. Er waren mensen nodig die de taal konden spreken, die de eigen culturele achtergrond van de Marokkanen kunnen begrijpen. Mensen die wisten hoe ze met de eigenheid van de Marokkanen kunnen omgaan.

Wij als interculturele bemiddelaars, hebben in de eerste plaats een taak op vlak van preventie. In elke gemeente is er een stuurgroep opgericht, met mensen uit verschillende organisaties en diensten. Deze stuurgroep maakt de nauwe samenwerking mogelijk met de verschillende diensten. Als intercultureel bemiddelaar leggen wij van hieruit contacten met de bestaande socio-culturele verenigingen. Via deze weg proberen wij de preventieactiviteiten te plannen binnen het aanbod van deze verenigingen.. Over de hele provincie Limburg bereiken we ouders via diverse organisaties, moskeeën, zelforganisaties van Marokkanen, buurthuizen, centra voor Basiseducatie, enz. Deze organisaties schrijven dan deze preventieactiviteit in, in het eigen programma. De mensen uit de verschillende verenigingen bereiden hun eigen publiek voor op deze activiteit en maken duidelijk dat drugsproblemen zich zeker niet alleen in de Marokkaanse gemeenschap voordoen. Ze leggen hen uit dat het desondanks, toch belangrijk is dat ook Marokkaanse ouders voldoende geïnformeerd zijn over het feit dat druggebruik wijd verspreid is binnen de samenleving. Dat het nooit uit te sluiten is dat ook hun kinderen ermee in contact komen. We geven die mensen dan informatie in hun eigen taal over de mogelijkheden tot hulpverlening, informatie over de wetgeving en informatie over de verschillende producten. Voor dat laatste doen we beroep op de politie, omdat die ook over de mogelijkheid beschikt om de producten daadwerkelijk te tonen. Het herkennen van de verschillende verslavende producten en de attributen die men nodig heeft om ze te gebruiken kan belangrijk zijn voor het vroegtijdig onderkennen van het probleem in de eigen familie of omgeving.

Marsipulami
03-11-03, 23:05
Maar wat is dan het verschil tussen Marokkaanse ouders die een zoon hebben die aan de drugs zit en Belgische ouders die met hetzelfde probleem zitten ? Kan je dat nog wat scherper trachten te stellen ?

Malika: Er zijn belangrijke verschillen in de manier waarop men tegen het probleem aankijkt en de oplossingen die ze zelf voorstellen. We leggen hen uit wat ons hulpverleningsaanbod is. Therapeutische gesprekken kent men niet. Ze geloven niet echt in deze vorm van behandeling. Ze kennen vaak alleen de dokter die medicijnen voorschrijft, dat is iets wat tastbaar en zichtbaar is. Dat je met begeleidingsgesprekken mensen kan voorthelpen dat kunnen ze moeilijk geloven. Marokkaanse mensen die de stap zetten naar de hulpverlening verwachten pasklare antwoorden. Ze zien verslaving vaak ook niet echt als een afhankelijkheidsprobleem. Ze beschouwen het vaak als een ziekte in de vorm van een geestesziek zijn. Binnen de Marokkaanse gemeenschap wordt er ook sneller gedacht aan de genezing via een imam of schriftgeleerde. Men gelooft eerder in deze vormen van, zeg maar, alternatieve geneeskunde. Als intercultureel bemiddelaar ken ik de cultuur van de Marokkanen, ik ken die belevingswereld.

Het eerste wat ik tracht te doen in mijn contacten met familieleden van verslaafden is hen aan te sporen tot open communicatie. Ik vraag vaders om het probleem met hun zoon te bespreken. Dat is niet vanzelfsprekend in een Marokkaans gezin. Binnen de opvoeding wordt niet gediscussieerd met de kinderen. Spreken over drugs is nog moeilijker omwille van de taboesfeer hierrond. Ouders voelen zich ook niet sterk genoeg om dit te bespreken. Het gevaar hier is dat de ouders zich in hun status en eer gekrenkt voelen. Het is voor Marokkanen gemakkelijker om het probleem te bespreken met iemand van hun eigen cultuur die hun taal spreekt en rekening houdt met een aantal gevoeligheden die eigen zijn aan de Marokkaanse manier van leven en denken..

We hebben toch de indruk dat verslavingsproblemen binnen de Marokkaanse gemeenschap toch eerder de problemen zijn van de tweede generatie. Mensen die dus heel behoorlijk Nederlands spreken en zich de geplogenheden van de Belgen zelf ook eigen hebben gemaakt. Heb je als intercultureel bemiddelaar aan die jongeren ook iets te bieden ? Taalproblemen stellen zich daar alvast niet.

Malika: Jawel, ergens klopt dat wel. Maar het is belangrijk om altijd de familie te betrekken bij het hulpverleningsproces en dan zit je terug bij de eerste generatie. Maar ook naar de tweede generatie toe blijft mijn rol belangrijk. Ik heb Marokkaanse cliënten gehad die jaren in de hulpverlening hebben gezeten. En die tegen mij zeggen: "Eindelijk, is er eens iemand die me begrijpt." Het is niet omdat je eenzelfde taal spreekt dat je ook werkelijk begrijpt wat de ander bedoelt. Ik zelf ken de situatie van jongeren die opgroeien tussen twee culturen van binnenuit. Ik weet welke de moeilijkheden zijn die ze moeten overwinnen; de vaak aan elkaar tegengestelde verwachtingen vanuit de familie van de ene kant en de school, hun Belgische leeftijdsgenoten of de samenleving, aan de andere kant.

Wanneer een cliënt van Marokkaanse origine zich meldt bij de CAD voor een intake gesprek dan word ik er van meet af aan bij betrokken. Het is de bedoeling dat ik als bemiddelaar in overleg met de cliënt probeer een brug te slaan naar zijn familie. In het begin hebben cliënten hier vaak heel veel weerstanden tegenover. Men zegt: "Het is mijn probleem, ik wil mijn familie daar niet mee belasten. Ik wil het alleen oplossen." Op termijn merken we dan wel dat men gaat inzien dat men zijn familie wel degelijk nodig heeft om op terug te vallen. Waarom hervallen mensen zo vaak in het druggebruik ? Omdat ze niemand hebben om op te steunen op moeilijke momenten. Binnen onze dienst wordt ook steeds meer aandacht gegeven aan de familiewerking.

Maar hoe ga je dan precies met die verschillen om ? Voor wie kies je partij ? Als een Marokkaan het druggebruik van zijn zoon beschouwt als een geestesziekte, stel je jezelf dan op het Belgische standpunt of het Marokkaanse standpunt ?

Malika: Ik ben een bemiddelaar. In die zin kies ik geen partij. Ik sta tussen beide culturen. Als bemiddelaar ben ik er precies voor om te vertrekken vanuit de belevingswereld en de cultuur van de cliënt en zijn familie. Daarvoor wil ik respect hebben en daar ga ik voor een deel in mee. Ik sta middenin. Ik wil naar de Marokkanen toe duidelijk maken hoe men in een Belgische samenleving over bepaalde problemen denkt en hoe men met die problemen omgaat. Naar de Belgen tracht ik te verduidelijken hoe Marokkanen er tegenover staan. Ook dat is heel belangrijk. In de eerste plaats naar hulpverleners toe. In het hele proces van hulpverlening en reïntegratie zijn er vooral autochtonen betrokken. Ik probeer de eigen Marokkaanse zienswijze en gevoeligheden te vertalen naar de hulpverleners toe, zodat een therapeut zich kan inleven in de situatie van zijn cliënt.

Kan je ons ook nog wat vertellen over de rollenpatronen in Marokkaanse gezinnen en de gewoonte van een gescheiden leefwereld tussen mannen en vrouwen binnen de Marokkaanse gemeenschap ?

Malika: Marokkanen hebben grote moeite om met hun problemen naar buiten te treden. Pas als het helemaal fout loopt zullen ze bereid zijn om hulp van buitenaf te aanvaarden. Men zal in de eerste plaats problemen trachten op te lossen binnen het eigen gezin. De rol van de vader als hoofd van het gezin moet je zoveel mogelijk trachten te respecteren. Het is belangrijk dat hij op de hoogte gehouden wordt van het hele begeleidingsproces van zijn kind. Maar ook de rol van de moeder is heel erg belangrijk. Marokkaanse jongeren hebben meestal een veel vlottere communicatie met hun moeder die een grote rol speelt in de opvoeding en met wie jongeren makkelijker problemen zullen bespreken. De moeder speelt ook vaak de rol van bemiddelaar en buffer tussen vader en zoon. De Marokkaanse cultuur kent sterke rollenpatronen en een scheiding tussen mannen en vrouwen. Als vrouw kan ik het gemakkelijkst de moeder bereiken. Dat is een belangrijk voordeel. Mannelijke hulpverleners zullen veel moeilijker de moeder kunnen benaderen om problemen te bespreken. Ideaal zou zijn als ik kon samenwerken met een mannelijke bemiddelaar in mijn werk. Het zijn allemaal dingen die meespelen en die autochtone hulpverleners vaak over het hoofd zien of omwille van een gebrek aan culturele achtergrondbagage niet begrijpen.

Als men er niet in slaagt om de problemen binnen het eigen gezin op te lossen zal men een stapje verder gaan en beroep doen op mensen uit de eigen gemeenschap, familieleden, kennissen of de imam. Op hen wordt beroep gedaan om te bemiddelen in conflicten of als het contact met de kinderen dreigt verbroken te worden. De imam speelt een heel voorname rol binnen de Marokkaanse gemeenschap. Het is iemand die veel gezag heeft en erg veel kan bereiken op menselijk vlak. Voor mij als bemiddelaar is de imam ook belangrijk, vooral om preventieactiviteiten aan te kondigen.. In Houthalen doen we aan preventie via de moskee. De imam preekt over druggebruik tijdens het vrijdaggebed en nadien kondigt hij aan waar en wanneer er een preventieactiviteit van de CAD zal doorgaan. Langs deze weg kunnen we de Marokkaanse vaders bereiken.

En hoe zijn de ervaringen binnen Café Anoniem ? Hebben jullie daarover nog wat te vertellen ?

Malika: Ik vind Café Anoniem een heel goede werking. Het is één van de weinige plaatsen in Hasselt waar je zo een grote groep Marokkanen kan bereiken. Buiten de moskee zijn er weinig Marokkaanse verenigingen in Hasselt. Het valt me op dat de Marokkanen die het Café bezoeken vooral mensen zijn die niet in België geboren zijn en dus nog heel dicht bij de oorspronkelijke cultuur van de Marokkanen staan. Het is fijn en heel erg nuttig dat er zo een werking bestaat in Hasselt.

Silvie: Café Anoniem is een heel laagdrempelig initiatief en dus zeer geschikt voor mijn werk als straathoekwerker. Ik kom er meestal éénmaal per week, op dinsdag of donderdag. Ik verwijs mensen ook regelmatig door naar Café Anoniem. Een aantal gasten van mij doen regelmatig beroep op de diensten van het Café voor een warme maaltijd, of op het wassalon De Zeepbel om hun kleren te wassen. Voor mij is het wel fijn om langs te komen in Café Anoniem. Ik kom er ook in contact met mensen die niets met druggebruik te maken hebben, doch niettemin ook heel wat vragen hebben over allerlei diensten, over tewerkstelling, huisvesting, sociale administratie, enz.


http://users.pandora.be/spaanders/mei_2002/mei_2002.html#Malika

zoralika
15-03-09, 23:17
hallo,malika

Met mij Malika Ben Ayad
Je zult mij nog wel kennen zeker!
Hoe gaat het met u,en met u kindje!
das zoo lang geleden!amai
De tyd vliegt nogal voorbij,laat iets weten,of mail mij terug aub!
Mijn email is [email protected]

Groetjes