TonH
05-11-03, 11:47
Zeventien procent zit op minimum
MARCEL WIEGMAN
AMSTERDAM - De armoede in Amsterdam vermindert iets, maar nog altijd liegen de cijfers er niet om. Ruim zeventien procent van de Amsterdamse huishoudens leeft op of rond het het minimum (tussen de negen- en dertienduizend euro netto per jaar). Van de jongeren onder de achttien jaar groeit bijna dertig procent in zo'n gezin op. Van hen is 84 procent allochtoon.
Gedwongen door Den Haag bezuinigt het stadsbestuur volgend jaar bijna tien miljoen euro op het bestrijden van armoede. Volgens de zesde Amsterdamse Armoedemonitor, opgesteld door het gemeentelijke bureau O+S, moesten in 2002 69.780 huishoudens in de hoofdstad rondkomen van een inkomen tot 105 procent van het wettelijk sociaal minimum. Het zijn er 7299 minder dan het jaar ervoor, volgens de gemeente vooral door de Meganbanenmarkt, de grote opschoonactie van de sociale dienst, die vorig jaar in het Westelijk havengebied werd georganiseerd.
Het is vooruitgang, maar goed gaat het nog niet. Zeker niet als preciezer naar de cijfers wordt gekeken. Vooral jongeren en allochtonen zijn in Amsterdam het kind van de rekening. Zo leeft bijna de helft van alle eenoudergezinnen op het minimum, huishoudens waarin meer dan negentienduizend kinderen opgroeien. In totaal groeien in Amsterdam 39.782 jongeren onder de achttien jaar in armoede op. Van hen is 84 procent allochtoon.
Van alle Antilliaanse en Arubaanse jongeren in de hoofdstad leeft 45 procent op het minimum, van de Marokkaanse jongeren 44 procent, van de Turkse jongeren 37 procent en van de Surinaamse jongeren 35 procent. Ter vergelijking: dertien procent van de allochtone jongeren onder achttien groeit op in een gezin met minimuminkomen.
Interessant, zij het voor de hand liggend, is de spreiding van armoede over de stad. In Bos en Lommer en Zuidoost zijn de meeste minima te vinden, 23 procent van het totaal. Daarna komen Westerpark, Geuzenveld-Slotermeer, Zeeburg, De Baarsjes, Oost-Watergraafsmeer en Noord. In Zuideramstel komt met elf procent de minste armoede voor, gevolgd door Westpoort, Centrum en Oud-Zuid.
Ondanks een eenmalige investering van tien miljoen euro moet de gemeente door rijksbezuinigingen volgend jaar 9,8 miljoen euro korten op de strijd tegen armoede. Het grootste gedeelte daarvan wordt gevonden door de Plusvoorziening voor bijstandsgerechtigden onder 65 jaar af te schaffen. Volgens de nieuwe bijstandswet, die in januari ingaat, mag deze toeslag op de uitkering van mensen die langer dan drie jaar in de bijstand zitten, niet meer worden gegeven. Van de Amsterdamse minima heeft tweederde langer dan drie jaar een uitkering.
Andere bezuinigingen treffen onder meer de Stadspas, de kinderopvang voor alleenstaande ouders, het jeugdsportfonds, het participatiefonds voor jongeren, computers voor jongeren en het woonlastenfonds.
© Het Parool, 5-11-2003
MARCEL WIEGMAN
AMSTERDAM - De armoede in Amsterdam vermindert iets, maar nog altijd liegen de cijfers er niet om. Ruim zeventien procent van de Amsterdamse huishoudens leeft op of rond het het minimum (tussen de negen- en dertienduizend euro netto per jaar). Van de jongeren onder de achttien jaar groeit bijna dertig procent in zo'n gezin op. Van hen is 84 procent allochtoon.
Gedwongen door Den Haag bezuinigt het stadsbestuur volgend jaar bijna tien miljoen euro op het bestrijden van armoede. Volgens de zesde Amsterdamse Armoedemonitor, opgesteld door het gemeentelijke bureau O+S, moesten in 2002 69.780 huishoudens in de hoofdstad rondkomen van een inkomen tot 105 procent van het wettelijk sociaal minimum. Het zijn er 7299 minder dan het jaar ervoor, volgens de gemeente vooral door de Meganbanenmarkt, de grote opschoonactie van de sociale dienst, die vorig jaar in het Westelijk havengebied werd georganiseerd.
Het is vooruitgang, maar goed gaat het nog niet. Zeker niet als preciezer naar de cijfers wordt gekeken. Vooral jongeren en allochtonen zijn in Amsterdam het kind van de rekening. Zo leeft bijna de helft van alle eenoudergezinnen op het minimum, huishoudens waarin meer dan negentienduizend kinderen opgroeien. In totaal groeien in Amsterdam 39.782 jongeren onder de achttien jaar in armoede op. Van hen is 84 procent allochtoon.
Van alle Antilliaanse en Arubaanse jongeren in de hoofdstad leeft 45 procent op het minimum, van de Marokkaanse jongeren 44 procent, van de Turkse jongeren 37 procent en van de Surinaamse jongeren 35 procent. Ter vergelijking: dertien procent van de allochtone jongeren onder achttien groeit op in een gezin met minimuminkomen.
Interessant, zij het voor de hand liggend, is de spreiding van armoede over de stad. In Bos en Lommer en Zuidoost zijn de meeste minima te vinden, 23 procent van het totaal. Daarna komen Westerpark, Geuzenveld-Slotermeer, Zeeburg, De Baarsjes, Oost-Watergraafsmeer en Noord. In Zuideramstel komt met elf procent de minste armoede voor, gevolgd door Westpoort, Centrum en Oud-Zuid.
Ondanks een eenmalige investering van tien miljoen euro moet de gemeente door rijksbezuinigingen volgend jaar 9,8 miljoen euro korten op de strijd tegen armoede. Het grootste gedeelte daarvan wordt gevonden door de Plusvoorziening voor bijstandsgerechtigden onder 65 jaar af te schaffen. Volgens de nieuwe bijstandswet, die in januari ingaat, mag deze toeslag op de uitkering van mensen die langer dan drie jaar in de bijstand zitten, niet meer worden gegeven. Van de Amsterdamse minima heeft tweederde langer dan drie jaar een uitkering.
Andere bezuinigingen treffen onder meer de Stadspas, de kinderopvang voor alleenstaande ouders, het jeugdsportfonds, het participatiefonds voor jongeren, computers voor jongeren en het woonlastenfonds.
© Het Parool, 5-11-2003