PDA

Bekijk Volledige Versie : Schoolstrijd..?



Nanny
10-11-03, 00:14
As Salaam Aleikum,

Zouden er mensen mij meer kunnen vertellen over de schoolstrijd die er plaatsvond in de "nieuwe tijd" ?
De schoolstrijd ging voornamelijk over de strijd met een recht op scholen met eigen godsdiensten , neutrale scholen als overheidsbeleid etc.
Heeft er iemand iets nuttigs hierover te vermelden, links, titels van boeken/video's die het absoluut waard zijn..Laat het mij dan weten!

Groetjes..
:zwaai:

Mark
10-11-03, 00:15
Succes met je speurtocht ;)

Slecht dat google bijna niks hierover geeft!

:wat?!:

Nanny
10-11-03, 00:17
Geplaatst door Mark
Succes met je speurtocht ;)

Slecht dat google bijna niks hierover geeft!

:wat?!:

Dankjewel...

En nog bedankt voor de tip..!

Slaap Lekkers.. :slapen:

Nanny
10-11-03, 01:01
Kom op mensen..:(
Alles is welkom..

Zwarte Schaap
10-11-03, 02:26
Geplaatst door Nanny
As Salaam Aleikum,

Zouden er mensen mij meer kunnen vertellen over de schoolstrijd die er plaatsvond in de "nieuwe tijd" ?
De schoolstrijd ging voornamelijk over de strijd met een recht op scholen met eigen godsdiensten , neutrale scholen als overheidsbeleid etc.
Heeft er iemand iets nuttigs hierover te vermelden, links, titels van boeken/video's die het absoluut waard zijn..Laat het mij dan weten!

Groetjes..
:zwaai:



Nederland, voorzichtig en met mate

Rond 1870 was Nederland een parlementaire democratie. Hoewel bij de grondwetswijziging van 1848 at op papier stond dat de koning onschend_baar was en de ministers verantwoordelijk, duurde het twintig jaar voor_dat dit ook in de praktijk gerealiseerd werd. De kabinetten waren dus verantwoording schuldig aan de volksvertegenwoordiging.
Politieke kwesties die de komende jaren de Nederlandse politiek zouden bezighouden waren:
— subsidiëring van het bijzonder (lager) onderwijs
— uitbreiding van het kiesrecht
— het sociale vraagstuk.

Ten aanzien van het buitenland bleef ons land consequent neutraal maar als er algemene afspraken gemaakt konden worden ter bevordering van de vrijhandel, dan waren we bereid mee te doen.

Tot 1870 werd het politieke toneel beheerst door de (Liberalen met Thorbecke als leider) en de conservatieven. Deze twee groeperingen waren geen partijen: er was geen voorzitter, geen programma, geen kiesvereniging, maar alleen een politieke instelling die bepaalde mensen mm of meer gemeenschappelijk hadden. Soms waren ook puur praktische argumenten de oorzaak dat men zich aansloot bij zo’n groepering. Zo voeden rooms-katholieke volksvertegenwoordigers zich aangetrokken tot de liberalen: door een liberale grondwetswijziging hadden de katholieken immers vrijheid van godsdienst gekregen.

Een andere groepering was die van de antirevolutionairen, zij waren tegen de Franse revolutie; niet zozeer om het omverwerpen van de monarchie dan wel om de kern van die revolutie namelijk dat God en bijbel werden losgelaten als fundament en richtsnoer van het leven; de mens zelf werd de norm. Oeze ‘anti’s’ stemden meestal met de conservatieven mee. Langzamerhand vond er een wijziging plaats in de politieke opstelling van deze groeperingen die uiteindelijk leidde tot officiële politieke partijen.

Het (bijzonder) lager onderwijs

In 1864 verscheen een encycliek van paus Pius IX, de Syllabus Errorum. Hierin werd het liberalisme veroordeeld. In 1868 verscheen een voorschrift van de Nederlandse bisschoppen, een mandement, waarin katholiek Nederland werd opgeroepen zich in te spannen voor het stichten van katholieke scholen en dus te breken met de Iiberalen (die voorstanders waren van openbaar onderwijs). Tijdens het derde kabinet Thorbecke (1871-1872) werd een liberate motie aangenomen waardoor het Nederlandse gezantschap bij de paus werd opgeheven. (Rome was ingenomen en werd hoofdstad van de ita_liaanse eenheidsstaat; de paus werd toen ‘de gevangene van het Vaticaan'. Dit was natuurlijk onverteerbaar voor de katholieken. Dus gingen de katholieken zich bezinnen wat hun politieke keuze moest worden. De verbinding Iiberaal-katholiek werd in ieder geval losgelaten.

De antirevolutionairen hadden in de Tweede Kamer als leider Groen van Prinsterer. Deze man was aristocraat en oud. Hij werd opgevolgd door Abraham Kuyper een jonge man, predikant, die zich vooral richtte tot de niet-aristocraten, tot de gewone mensen. Kuyper was een man met enorm veel capaciteiten. Omdat hij opkwam voor de belangen van de gewone mensen, was hij voor uitbreiding van het kiesrecht en voor emancipatie van deze mensen (de zogenaamde ‘kleine Iuyden’).

Kuyper bleek een mannetjesputter: in 1 879 stichtte hij de Vrije Universiteit in Amsterdam (een universiteit op protestants-christelijke basis) en in 1886 werd hij leider van do Doleantie, een beweging die brak met de Nederlands Hervormde Kerk, omdat die kork te modern was.
Deze beweging zou uitgroeien tot de Gereformeerde Kerken in Nederland. Omdat Kuyper voorstander was van het bijzonder (protestants-christelijke) onderwijs, zocht en vond hij samenwerking met do katholieken die miners ook voor hot bijzonder (in dit geval rooms-katholieke) onderwijs waren.

de schoolstrijd

Net probleem was, wie het bijzonder lager onderwijs ging betalen. Welis_waar stond er in de grondwet dat er vrijheid van onderwijs was, maar de staat betaalde alleen do staatsscholen. Antirevolutionairen en rooms_katholieken vonden dat er financiële gelijkstelling moest bestaan tussen staatsscholen en bijzonder onderwijs maar zij bezaten geen meerderheid in do Kamer. Voorstanders van het bijzonder onderwijs betaalden dus, via hun belasting, normaal mee aan het staats (openbaar) onderwijs. Deze extra financiele uitgave werd nog eens verzwaard toen in 1878 minister Kappeyne van de Coppello met een nieuwe wet op het lager onderwijs kwam. Ter verbetering van het onderwijs werden er hogere eisen gosteld aan de opleiding voor leerkrachten en werd hun positie verbeterd; eveneens kwam er een scherpere vorm van staatstoezicht. Dit betekende een groot probleem voor hot bijzonder onderwijs: kon men eerst gebruik maken van ruimten in kloosters en kerken om school to houden, nu zou men echte scholen moeten gaan bouwen.

Antirevolutionairen en katholieken organiseerden een handtekeningen_actie tegen ‘dit wetsvoorstel’: eon volkspetitionnement.
Honderdduizenden handtekeningen werden koning Willem Ill aangeboden, maar deze verrichtte zijn democratische plicht door het wetsvoorstel gewoon te tekenen.


Vanaf dit moment gingen protestanten en katholieken streven naar subsidiering van het bijzonder onderwijs doormiddel vanwetswijziging. Kuyper begreep dat daar een hechte organisatie voor nodig was en richtte de Anti Revolutionaire partij op (1878), de eerste Nederlandse politieke partij. Ook drong Kuyper er bij de priester Schaepman op aan een katholieke partij op te richten, hetgeen gelukte. Dit werd de Rooms- Katholieke Staats Partij. De samenwerking van deze twee rechtse partijen, (hun vertegenwoordigers zaten rechts van de Tweede kamervoorzitter) werd nu, ondanks een aantal verschillen, vanzelfsprekend.


Door de grondwetswijziging van 1887 werd het census kiesrecht uitgebreid. Bij de verkiezingon van 1888 steeg het aantal kiesgerechtigden van 100.000 naar 350.000 en de rechtse partijen haalden de meerderheid: ARP 28 zetels en RKSP 26 (op een totaal van 100). Nu trad het eerste coalitiekabinet op, onder leiding van de antirevolutionair Mackay (1888-1891). Dit kabinet regelde de mogelijkheid om subsidie to vorlenen aan het bijzonder lager onderwijs.
Omdat er binnen de coalitie onenigheid ontstond, duurde het tot 1901
voor er een nieuw ARP-RKSP kabinet kwam: het kabinet Kuyper (1901-1905). Tijdens dit kabinet kwam er een wet die het hoger onderwijs regelde: in Delf kwam de Technische Hogeschool en bijzondere univorsiteiten (o.a. de Vrije Universiteit) kregen dezelfde rechten on bevoegdheden als de rijksuniversiteiten. Natuurlijk kwam er een betere subsidie regeling voor het bijzonder lager onderwijs.

Omdat de Eerste Kamer bij een aantaal wetsontwerpen niet wilde meewerken (daar was een liberabe meerderheid) ontbond Kuyper deze Kamer. Omdat de provinciale Staten in meerderheid confessioneel waren kwam er een nieuwe Eerste Kamer met een rechtse meerderheid. In 1905 leed de coalitie eon nederlaag. Pas bij do grondwetswijzigiflg van 1917 kwam er financiële gelijkstelling voor het bijzonder onderwijs.

Bron: Op weg naar 2000, de geschiedenis van 1870 tot heden blz 30, 31 en 32.

Timoesh
10-11-03, 07:48
Geplaatst door Nanny
As Salaam Aleikum,

Zouden er mensen mij meer kunnen vertellen over de schoolstrijd die er plaatsvond in de "nieuwe tijd" ?
De schoolstrijd ging voornamelijk over de strijd met een recht op scholen met eigen godsdiensten , neutrale scholen als overheidsbeleid etc.
Heeft er iemand iets nuttigs hierover te vermelden, links, titels van boeken/video's die het absoluut waard zijn..Laat het mij dan weten!

Groetjes..
:zwaai:

Google en dan zoeken op schoolstrijd godsdienst, schoolstrijd overheidsbeleid enz.

http://www.studybuddy.nl/nederlands/themaf.html

Misschien heb je hier wat aan ;)

Succes!


Greetz,..

Nanny
10-11-03, 16:24
Hartstikke bedankt mensen..!! :lole:

Meer is altijd welkom...:o
Ook jullie meningen over de schoolstrijd is meer dan welkom..!

sadeeQ
10-11-03, 16:28
Geplaatst door Nanny

Meer is altijd welkom...:o
Ook jullie meningen over de schoolstrijd is meer dan welkom..!

:ergleuk: solly ,heb er geen mening erover,was net voor mijn tijd ;)

Veel succes :handbang:

Maslov
10-11-03, 16:51
Een aantal jaren later, in 1874, werd in Nederland ook een wet uitgevaardigd die de kinderarbeid en het verwaarlozen van kinderen aan banden legde. Deze wet van Samuel van Houten werd later bekend als 'het kinderwetje van Van Houten.' Vanaf dat moment mochten kinderen die jonger waren dan 12 jaar niet meer in fabrieken werken. Het duurde nog tot 1901 voordat de kinderarbeid helemaal was afgeschaft.

De openbare school vanaf 1857 probeerde dus open te zijn naar alle kerkelijke richtingen en niemand te kwetsen. Maar voor velen, protestanten en katholieken, was dit niet genoeg. Bovendien kreeg de gemengde overheidsschool onder invloed van het liberalisme een steeds minder godsdienstig karakter. Katholieken en protestanten wilden dat de kinderen opgevoed werden volgens de kerkelijke leer die zij zelf aanhingen. Zolang de onderwijzer op de plaatselijke openbare school hetzelfde geloofde als de ouders, waren de problemen nog niet zo groot. Maar wanneer, zoals in Bleskensgraaf in 1898, de nieuwe bovenmeester ineens bedankte voor allerlei kerkelijke baantjes, ontstonden de problemen.

In 1868, een paar jaar na de nieuwe schoolwet, vaardigden de Nederlandse bisschoppen een mandement uit over het onderwijs. Hierin wijzen zij het zogenoemde 'onzijdige' onderwijs af en roepen de priesters op om in hun parochies te ijveren voor de oprichting van katholieke scholen. De ouders worden aangespoord om, als ware katholieken, zorg te dragen voor degelijk katholiek onderwijs voor hun kinderen. Naast de katholieken behoorden de aanhangers van de Doleantie (Abraham Kuyper) onder de eersten die probeerden christelijke scholen op te richten. In 1899 werd de vereniging tot het stichten van scholen met de Bijbel opgericht, maar die had toen nog weinig aanhangers.

Het oprichten van een eigen school betekende dat deze geheel zelf gefinancieerd moest worden en dat betekende een groot offer voor de ouders. Bovendien betaalde iedereen via de belasting mee aan de openbare scholen, wie dus zijn kinderen naar een andere school wilde sturen, betaalde dubbel! Door de strijd voor het bijzonder onderwijs, gingen mensen zich steeds meer verenigen in partijen. Voor 1850 waren er nog geen politieke partijen, maar mede door de schoolstrijd ontstonden deze. Er kwamen socialisten, protestanten, katholieken en liberalen.

In 1917 wordt de inzet van de schoolstrijd beloond met de financiele gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs. De Grondwet voorziet vanaf die tijd in de vrijheid van richting en inrichting van het onderwijs, mits aan enkele basisregels wordt voldaan. Van dit recht wordt dankbaar gebruik gemaakt. Katholieken en protestanten stichten eigen scholen, of krijgen nu overheidssubsidie voor de reeds bestaande scholen. In het begin zijn de christelijke scholen meestal aan een kerkgemeenschap verbonden, tot ver in de twintigste eeuw waren er nadrukkelijk hervormde en gereformeerde scholen. Toch kozen ook veel ouders bewust voor het openbaar onderwijs en lieten het aanvullende godsdienstonderwijs verzorgen door de kerk. De school behoefde daarvoor alleen maar tijd op het lesrooster beschikbaar te stellen en een lokaal. Eerst werd dit godsdienstonderwijs verzorgd door de hervormde gemeente ter plaatse, in persoon van de (wijk)predikant of een daarvoor opgeleide catecheet. Na de Tweede Wereldoorlog waren ook andere kerk- en geloofsgemeenschappen bereid om daaraan mee te werken en vond in IKOS-verband (InterKerkelijk Overleg in Schoolzaken) een groeiende samenwerking plaats.

http://www.geocities.com/leeuwvanweenen/leckek/les4.html

Nanny
10-11-03, 16:53
Jeetje wat zijn jullie toch lief...:D


:fpetaf:

nefertiti
10-11-03, 16:59
In feite komt het er dus op neer dat de christelijke gemeenschappen ZELF de handen in mekaar gestoken hebben om ZELF scholen op te richten als ik zo de historiek bekijk.

Wat is dan nu het probleem over islamitische scholen?

Nanny
10-11-03, 17:06
Geplaatst door nefertiti
In feite komt het er dus op neer dat de christelijke gemeenschappen ZELF de handen in mekaar gestoken hebben om ZELF scholen op te richten als ik zo de historiek bekijk.

Wat is dan nu het probleem over islamitische scholen?

Leg eens uit aub...:)