Maarten
25-11-03, 19:17
Haat zaaien op Israëlische scholen..
Zijn het de Palestijnse scholen waar haat gezaaid wordt, of juist de Israëlische?
Uit het onderstaande blijkt overduidelijk de Israëlische! Mij lijkt zelfs, dat er onder Israëlische kinderen een stevig racisme gekweekt wordt..
Allereerst vond ik op:
http://www.vlaamspalestinakomitee.be/Acties/Academisch/Bijlage%204.htm
het volgende:
Maar… is juist het Palestijnse onderwijs niet antisemitisch?
De nieuwe Palestijnse schoolboeken werden gesubsidieerd door de EU, ook door België. Het verwijt dat ze anti-semitisch zijn, duikt telkens weer op in de Israëlische propaganda. Daarom deed Nathan Brown, een joodse prof aan de George Washington University een onderzoek. Zijn conclusie is duidelijk: “De Palestijnse schoolboeken bevorderen het geweld niet en bevatten geen racistische of anti-semitische passages.” U kunt zijn verslag “Democracy, history and the contest over the Palestinian Curriculum” nalezen op het internet.
(als de link niet werkt, probeer dan de volgende.)
http://www.geocities.com/nathanbrown1/Adam_Institute_Palestinian_textbooks.htm
Daarentegen bestudeerde prof. Daniel Bar-Tal van de universiteit van Tel-Aviv de Israëlische schoolboeken. Hij vond systematisch een overdreven positief beeld van de joden en een negatief beeld van de Arabieren, waarbij woorden als ‘dieven’, ‘bloeddorstig’, ‘moordenaars’, enz. veel gebruikt werden. (Washington Report on Middle East Affairs sept 1999 p 19-20).
-----
Vervolgens vond ik een kleine bespreking van dat werk van die Professor Daniel Bar-Tal, Universiteit van Tel Aviv e.a, blijkbaar uit 1999, plus uitstekend commentaar daarop.
Ik haalde het van de forumsite van 2Vandaag, onder het onderwerp “antisemitisme op scholen”, nov 03, ingestuurd door V. van Galen.
Ik weet niet wie het schreef - niet onmogelijk hij zelf - maar de inhoud bewijst zichzelf.
----------------------
Vrijwel elke discussie over het onderwijs in Israël en de door Israël bezette Palestijnse gebieden draait er op uit dat Palestijnse schoolboeken studenten zouden ophitsen tegen Israël. Maar wat hebben de Israëlische school- en kinderboeken eigenlijk te melden over de Palestijnen?
Professor Daniel Bar-Tal van de Universiteit van Tel Aviv verrichtte onderzoek naar de studieboeken van 124 basisscholen, middelbare en hoge scholen voor de vakken grammatica en Hebreeuwse literatuur, geschiedenis, geometrie en burgerschap.
Daaruit kwam naar voren dat Israëlische tekstboeken de joden voorstellen als een volk dat betrokken is in gerechtvaardigde, ja zelfs humane oorlog tegen de Arabische vijand die weigert het bestaan en de rechten van de joden in Israël te erkennen.
Het de-legitimeren en stereotyperen van Palestijnen en Arabieren is in het Israëlische onderwijs eerder regel dan uitzondering. Ze zouden vooral uit zijn op de vernietiging van de joodse staat en worden afgeschilderd als moordenaars en relschoppers, als verdacht, bij voorbaat achterlijk en onproductief. De eerste Israëlische tekstboeken kenmerkten de Arabieren als vijandig, afwijkend, wreed, immoreel, onbetrouwbaar, irrationeel, inferieur, fatalistisch, lui, licht ontvlambaar, onverschillig, primitief, wraakzuchtig, arm, ziek, vies, lawaaierig, gekleurd en agressief.
Daarentegen werden de joden afgeschilderd als vlijtig, heldhaftig en vastberaden de problemen met de opbouw van het land het hoofd te bieden, iets waartoe de Arabieren in ieder geval niet in staat werden geacht.
Uit het onderzoek van Bar-Tal kwam verder naar voren dat vanaf de jaren vijftig tot en met de jaren zeventig Hebreeuwse geografie-boeken zich concentreerden op Israëls glorieuze geschiedenis en op de wijze waarop de uit ballingschap teruggekeerde joden het door de Arabieren ‘vernietigde en verlaten’ land ‘met de hulp van de zionistische beweging’ deden opleven. Zo’n interpretatie impliceert dat de ‘terugkerende’ joden in tegenstelling tot de Arabieren wel genoeg van het land hielden om de moerassen en woestijnen om te toveren in bloeiende landbouwgronden. De aanspraak van de Palestijnen op hetzelfde land wordt ermee van zijn legitimiteit ontdaan; zij zijn immers primitief en hebben het land verwaarloosd.
Hoewel de schoolboeken die momenteel in het Israëlische onderwijssysteem worden gebruikt volgens Bar-Tal wat minder denigrerend zijn, bevatten ze nog steeds negatieve stereotyperingen over de Arabieren en is er de laatste jaren in positieve zin weinig veranderd. De inhoud van de Israëlische schoolboeken en de standpunten die sommige onderwijzers op school innemen hebben bovendien vaak een blijvende negatieve invloed op de houding van joodse studenten tegenover Palestijnen, omdat ze geleerd wordt dat alles wat de joden doen bij voorbaat rechtvaardig en legitiem is, terwijl de Arabieren het op voorhand bij het verkeerde eind hebben en er slechts op uit zijn de joden de zee in te drijven.
Studenten horen steeds hetzelfde eenzijdige liedje: toen Israël in 1948 werd ‘geboren’ begonnen de Arabieren een oorlog. Er wordt verder geen melding gemaakt van de honderdduizenden Arabieren die vóór Israëls 'onafhankelijkheidsverklaring' waren verdreven. In plaats van dat de studenten leren van tolerantie en verzoening lijkt het eerder dat schoolboeken en docenten haat ten opzichte van de Arabieren juist aanwakkeren. Met deze lessen op zak gaan de schoolverlaters hun driejarige dienstplicht in en komen zij bij de wegversperringen in contact met Palestijnen die ze ongestraft kunnen vernederen.
Ook de Israëlische kinderboeken zijn niet bepaald het schoolvoorbeeld voor de overdracht van gelijkwaardigheid tussen joden en Arabieren. Een boek van de hand van de Israëlische schrijver/onderzoeker Adir Cohen, getiteld 'Een lelijk gezicht in de spiegel' toont dat aan. Het boek bestudeert de aard van de opvoeding van kinderen in Israël en concentreert zich onder meer op de wijze waarop Arabische Palestijnen in Israël worden afgeschilderd en hoe Israëlische kinderen Palestijnen daardoor aanschouwen.
Een deelonderzoek onder joodse scholieren uit de vierde tot zesde klas op een school in Haïfa wees het volgende uit. 75% van de kinderen beschreef ‘de Arabier’ als een moordenaar, als iemand die kinderen ontvoerd, als een crimineel of een terrorist; 80% zei de Arabier smerig en eng te vinden; 90% van de kinderen vond dat Palestijnen geen recht hebben op het land van Israël/Palestina.
Ook onderzocht Cohen 1700 kinderboeken die na 1967 zijn verschenen en ondervond dat 520 daarvan vernederende en negatieve beschrijvingen bevatte van Palestijnen. Cohen is van mening dat dit samenhangt met een bepaalde overtuiging en de cultuur die overheerst in de Hebreeuwse literatuur en de geschiedenisboeken. Israëlische uitgevers en schrijvers blijken openlijk te kennen te geven dat zij het Arabische karakter bewust negatief omschrijven, om met name het jongere publiek te beïnvloeden en ze voor te bereiden op een toekomstige confrontatie met de Arabieren. Als je met deze boeken bent opgegroeid weet je volgens Cohen niet anders dan ‘de Arabier’ met minachting te benaderen.
Desondanks is het in discussies over het onderwijs steeds de Israëlische hoek van waaruit je hoort dat het die Palestijnen zijn die hun kinderen leren ‘ons’ te haten. De beschuldiging op zich doet al de nodige twijfels rijzen over de oprechtheid ervan en het bevestigt in meer of mindere mate de arrogantie van de Israëli. Want, al zou er voor deze aanklacht gegronde reden zijn, dan nog kan men het zich blijkbaar niet voorstellen dat de Palestijnen haat koesteren ten opzichte van hun ‘verlichte’ onderdrukkers.
Men verwacht kennelijk dat ze dankbaar zijn voor alles wat hen in naam van de joodse staat Israël is aangedaan en dat de Palestijnse schoolboeken vol staan met lofdichten op degenen die hen sinds mensenheugenis als honden behandelen. Het is voor de Israëli kennelijk niet nodig om zich af te vragen waarom de Palestijnen wel eens wrok zouden kunnen koesteren.
Het doet een beetje denken aan al die Amerikanen, die zich na 11 september massaal afvroegen ‘waarom haten ze ons toch?’, zonder ook maar één serieuze poging te wagen om werkelijk op zoek te gaan naar het antwoord op die vraag (en dan hoefden ze zich niet eens af te vragen of het eigenlijk wel ‘de Arabieren’ zijn geweest die de Twin Towers in as hebben gelegd, maar dat is weer een heel ander verhaal).
Maar, stel dat de Israëlische aanklachten waar zijn en stel dat het Palestijnse onderwijs scholieren tegen Israël ophitst. Waarom zou Israël zich daarover beklagen?
Waarom zou Israël de Palestijnen verwijten dat zij Israëls grenzen niet respecteren als het nota bene Israël zelf is dat voortdurend uitdijt en met extreem geweld Palestijns land confisceert en overal waar Palestijnen leven joodse kolonies sticht? Israëls grenzen zijn tot de dag van vandaag niet vastgesteld. Op de website van het Israëlische Ministerie van Tourisme staat een Israëlische kaart waarop de Golan Hoogte en de Westelijke Jordaanoever staan afgebeeld als onderdeel van Israël.
Waarom zouden de Palestijnen de legitimiteit van de staat Israël onvoorwaardelijk moeten erkennen als Israël een Palestijnse staat niet erkent en de totstandkoming daarvan stelselmatig ondermijnt? Israël ontkent zelfs dat het is verrezen op het as van wat ooit een Palestijnse gemeenschap was. Dat het Palestijnse leiderschap Israël meerdere malen expliciet heeft erkend en dat het streeft naar een Palestijnse staat volgens de grenzen van 1967 doet de aanklacht allerminst verstommen. Maar dat heeft dan weer te maken met het feit dat de voortdurend herhaalde beschuldigingen niet bedoeld zijn om de Palestijnen tot een vriendelijker curriculum te bewegen. Ze zijn bedoeld om de aandacht af te leiden van Israëls eigen hardnekkige weigering om de grenzen van 1967 te erkennen en om de schuld van het geweld op de Palestijnen af te schuiven; ze dienen als (zoveelste) rookgordijn voor de voortgaande kolonisatie van de Palestijnse gebieden.
Maar zelfs zonder Browns studie moet natuurlijk duidelijk zijn dat de Palestijnse schoolboeken niet de oorzaak zijn van het geweld. Of moeten we soms geloven dat - als Palestijnse schoolboeken zouden zijn geschreven door het Israëlische Ministerie van Onderwijs - de Palestijnse kinderen verheugd zouden zijn om te moeten leven onder de Israëlische bezetting, dat ze dan blij zouden zijn om te zien hoe hun ouders en vrienden worden vermoord en vernederd, dat ze het oké vinden dat hun huizen met de grond gelijk gemaakt worden en dat hun land van ze afgepakt wordt ten faveure van nederzettingen waar alleen joden mogen komen?
Als de Palestijnse jeugd Israëlische schoolboeken zou lezen, zouden ze de Israëlische invasietroepen dan met rozen begroeten in plaats van met stenen?
Als Palestijnse studenten zich al een weg hebben kunnen banen door de kogels en wegversperringen om hun school te bereiken om daar hun door Israël goedgekeurde studieboeken te lezen, zouden ze dan minder haat voelen ten opzichte van Israël?
Zou Israël overigens niet in een betere positie verkeren om de Palestijnen de les te lezen over wat te doen in het klaslokaal als zij de schoolgebouwen gewoon overeind hadden laten staan of als ze niet gebruikt zouden worden als detentiekampen?
De Palestijnse inwoners van Israël hebben decennialang moeten leren uit door het Israëlische Ministerie van Onderwijs uitgevaardigde schoolboeken, net zoals ze elke dag het Israëlische volkslied mee moeten zingen. Maar ondanks hun ‘goede gedrag’ is hun onvrede en haat ten opzichte van Israël er niet minder om geworden. Die haat wordt niet veroorzaakt door mogelijk inefficiënt zionistisch onderwijs, maar door de constante en almaar toenemende discriminatie op alle mogelijke terreinen van het dagelijkse leven, zowel door de Israëlische overheid als door de Israëlische joden.
Als dat al het geval is in Israël zelf, wat is dan de situatie in de bezette gebieden, waar sinds het uitbreken van de Tweede Intifada honderden schoolkinderen zijn doodgeschoten door het Israëlische leger?? De Israëlische bezetter heeft echt de hulp van Palestijnse schoolboeken niet nodig om haatgevoelens over zichzelf af te roepen.
Natuurlijk koesteren Palestijnen wraak- en haatgevoelens ten opzichte van de Israëli. Maar wat te denken van de even zo vaak hoorbare racistische uitspraken van Israëlische politici, rabbijnen en andere hoogwaardigheidsbekleders en hun openlijk propageren van etnische zuivering en de vernietiging van het Palestijnse volk?
Alleen al omdat Israël als staat de legitimiteit heeft die de Palestijnen zonder een staat ontberen, telt Israëls stem in de internationale politieke arena veel zwaarder dan die van de Palestijnen. Daarvoor hoef je alleen maar te kijken naar de situatie waarin het Palestijnse volk zich momenteel bevindt, of naar het grondgebied dat Israël inmiddels bij elkaar heeft geroofd tegenover het beetje wat de Palestijnen nog van hun land rest.
Om diezelfde reden zou ook Israëls ‘officiële’ en openlijke racisme zwaarder beoordeeld moeten worden dan Palestijnse uitingen van soortgelijke aard in de schoolboeken, die bovendien vaak uit hun verband worden gerukt en/of worden uitvergroot om vervolgens misbruikt te worden als camouflage voor Israëls misdadige kolonisatiepolitiek.
Alleen degenen die het Israëlisch-Palestijnse conflict willen laten voortduren zullen vasthouden aan de leugen over Palestijnse schoolboeken en daarin het niet-bestaande excuus vinden voor de onderdrukking en ontmenselijking van het Palestijnse volk.
Zijn het de Palestijnse scholen waar haat gezaaid wordt, of juist de Israëlische?
Uit het onderstaande blijkt overduidelijk de Israëlische! Mij lijkt zelfs, dat er onder Israëlische kinderen een stevig racisme gekweekt wordt..
Allereerst vond ik op:
http://www.vlaamspalestinakomitee.be/Acties/Academisch/Bijlage%204.htm
het volgende:
Maar… is juist het Palestijnse onderwijs niet antisemitisch?
De nieuwe Palestijnse schoolboeken werden gesubsidieerd door de EU, ook door België. Het verwijt dat ze anti-semitisch zijn, duikt telkens weer op in de Israëlische propaganda. Daarom deed Nathan Brown, een joodse prof aan de George Washington University een onderzoek. Zijn conclusie is duidelijk: “De Palestijnse schoolboeken bevorderen het geweld niet en bevatten geen racistische of anti-semitische passages.” U kunt zijn verslag “Democracy, history and the contest over the Palestinian Curriculum” nalezen op het internet.
(als de link niet werkt, probeer dan de volgende.)
http://www.geocities.com/nathanbrown1/Adam_Institute_Palestinian_textbooks.htm
Daarentegen bestudeerde prof. Daniel Bar-Tal van de universiteit van Tel-Aviv de Israëlische schoolboeken. Hij vond systematisch een overdreven positief beeld van de joden en een negatief beeld van de Arabieren, waarbij woorden als ‘dieven’, ‘bloeddorstig’, ‘moordenaars’, enz. veel gebruikt werden. (Washington Report on Middle East Affairs sept 1999 p 19-20).
-----
Vervolgens vond ik een kleine bespreking van dat werk van die Professor Daniel Bar-Tal, Universiteit van Tel Aviv e.a, blijkbaar uit 1999, plus uitstekend commentaar daarop.
Ik haalde het van de forumsite van 2Vandaag, onder het onderwerp “antisemitisme op scholen”, nov 03, ingestuurd door V. van Galen.
Ik weet niet wie het schreef - niet onmogelijk hij zelf - maar de inhoud bewijst zichzelf.
----------------------
Vrijwel elke discussie over het onderwijs in Israël en de door Israël bezette Palestijnse gebieden draait er op uit dat Palestijnse schoolboeken studenten zouden ophitsen tegen Israël. Maar wat hebben de Israëlische school- en kinderboeken eigenlijk te melden over de Palestijnen?
Professor Daniel Bar-Tal van de Universiteit van Tel Aviv verrichtte onderzoek naar de studieboeken van 124 basisscholen, middelbare en hoge scholen voor de vakken grammatica en Hebreeuwse literatuur, geschiedenis, geometrie en burgerschap.
Daaruit kwam naar voren dat Israëlische tekstboeken de joden voorstellen als een volk dat betrokken is in gerechtvaardigde, ja zelfs humane oorlog tegen de Arabische vijand die weigert het bestaan en de rechten van de joden in Israël te erkennen.
Het de-legitimeren en stereotyperen van Palestijnen en Arabieren is in het Israëlische onderwijs eerder regel dan uitzondering. Ze zouden vooral uit zijn op de vernietiging van de joodse staat en worden afgeschilderd als moordenaars en relschoppers, als verdacht, bij voorbaat achterlijk en onproductief. De eerste Israëlische tekstboeken kenmerkten de Arabieren als vijandig, afwijkend, wreed, immoreel, onbetrouwbaar, irrationeel, inferieur, fatalistisch, lui, licht ontvlambaar, onverschillig, primitief, wraakzuchtig, arm, ziek, vies, lawaaierig, gekleurd en agressief.
Daarentegen werden de joden afgeschilderd als vlijtig, heldhaftig en vastberaden de problemen met de opbouw van het land het hoofd te bieden, iets waartoe de Arabieren in ieder geval niet in staat werden geacht.
Uit het onderzoek van Bar-Tal kwam verder naar voren dat vanaf de jaren vijftig tot en met de jaren zeventig Hebreeuwse geografie-boeken zich concentreerden op Israëls glorieuze geschiedenis en op de wijze waarop de uit ballingschap teruggekeerde joden het door de Arabieren ‘vernietigde en verlaten’ land ‘met de hulp van de zionistische beweging’ deden opleven. Zo’n interpretatie impliceert dat de ‘terugkerende’ joden in tegenstelling tot de Arabieren wel genoeg van het land hielden om de moerassen en woestijnen om te toveren in bloeiende landbouwgronden. De aanspraak van de Palestijnen op hetzelfde land wordt ermee van zijn legitimiteit ontdaan; zij zijn immers primitief en hebben het land verwaarloosd.
Hoewel de schoolboeken die momenteel in het Israëlische onderwijssysteem worden gebruikt volgens Bar-Tal wat minder denigrerend zijn, bevatten ze nog steeds negatieve stereotyperingen over de Arabieren en is er de laatste jaren in positieve zin weinig veranderd. De inhoud van de Israëlische schoolboeken en de standpunten die sommige onderwijzers op school innemen hebben bovendien vaak een blijvende negatieve invloed op de houding van joodse studenten tegenover Palestijnen, omdat ze geleerd wordt dat alles wat de joden doen bij voorbaat rechtvaardig en legitiem is, terwijl de Arabieren het op voorhand bij het verkeerde eind hebben en er slechts op uit zijn de joden de zee in te drijven.
Studenten horen steeds hetzelfde eenzijdige liedje: toen Israël in 1948 werd ‘geboren’ begonnen de Arabieren een oorlog. Er wordt verder geen melding gemaakt van de honderdduizenden Arabieren die vóór Israëls 'onafhankelijkheidsverklaring' waren verdreven. In plaats van dat de studenten leren van tolerantie en verzoening lijkt het eerder dat schoolboeken en docenten haat ten opzichte van de Arabieren juist aanwakkeren. Met deze lessen op zak gaan de schoolverlaters hun driejarige dienstplicht in en komen zij bij de wegversperringen in contact met Palestijnen die ze ongestraft kunnen vernederen.
Ook de Israëlische kinderboeken zijn niet bepaald het schoolvoorbeeld voor de overdracht van gelijkwaardigheid tussen joden en Arabieren. Een boek van de hand van de Israëlische schrijver/onderzoeker Adir Cohen, getiteld 'Een lelijk gezicht in de spiegel' toont dat aan. Het boek bestudeert de aard van de opvoeding van kinderen in Israël en concentreert zich onder meer op de wijze waarop Arabische Palestijnen in Israël worden afgeschilderd en hoe Israëlische kinderen Palestijnen daardoor aanschouwen.
Een deelonderzoek onder joodse scholieren uit de vierde tot zesde klas op een school in Haïfa wees het volgende uit. 75% van de kinderen beschreef ‘de Arabier’ als een moordenaar, als iemand die kinderen ontvoerd, als een crimineel of een terrorist; 80% zei de Arabier smerig en eng te vinden; 90% van de kinderen vond dat Palestijnen geen recht hebben op het land van Israël/Palestina.
Ook onderzocht Cohen 1700 kinderboeken die na 1967 zijn verschenen en ondervond dat 520 daarvan vernederende en negatieve beschrijvingen bevatte van Palestijnen. Cohen is van mening dat dit samenhangt met een bepaalde overtuiging en de cultuur die overheerst in de Hebreeuwse literatuur en de geschiedenisboeken. Israëlische uitgevers en schrijvers blijken openlijk te kennen te geven dat zij het Arabische karakter bewust negatief omschrijven, om met name het jongere publiek te beïnvloeden en ze voor te bereiden op een toekomstige confrontatie met de Arabieren. Als je met deze boeken bent opgegroeid weet je volgens Cohen niet anders dan ‘de Arabier’ met minachting te benaderen.
Desondanks is het in discussies over het onderwijs steeds de Israëlische hoek van waaruit je hoort dat het die Palestijnen zijn die hun kinderen leren ‘ons’ te haten. De beschuldiging op zich doet al de nodige twijfels rijzen over de oprechtheid ervan en het bevestigt in meer of mindere mate de arrogantie van de Israëli. Want, al zou er voor deze aanklacht gegronde reden zijn, dan nog kan men het zich blijkbaar niet voorstellen dat de Palestijnen haat koesteren ten opzichte van hun ‘verlichte’ onderdrukkers.
Men verwacht kennelijk dat ze dankbaar zijn voor alles wat hen in naam van de joodse staat Israël is aangedaan en dat de Palestijnse schoolboeken vol staan met lofdichten op degenen die hen sinds mensenheugenis als honden behandelen. Het is voor de Israëli kennelijk niet nodig om zich af te vragen waarom de Palestijnen wel eens wrok zouden kunnen koesteren.
Het doet een beetje denken aan al die Amerikanen, die zich na 11 september massaal afvroegen ‘waarom haten ze ons toch?’, zonder ook maar één serieuze poging te wagen om werkelijk op zoek te gaan naar het antwoord op die vraag (en dan hoefden ze zich niet eens af te vragen of het eigenlijk wel ‘de Arabieren’ zijn geweest die de Twin Towers in as hebben gelegd, maar dat is weer een heel ander verhaal).
Maar, stel dat de Israëlische aanklachten waar zijn en stel dat het Palestijnse onderwijs scholieren tegen Israël ophitst. Waarom zou Israël zich daarover beklagen?
Waarom zou Israël de Palestijnen verwijten dat zij Israëls grenzen niet respecteren als het nota bene Israël zelf is dat voortdurend uitdijt en met extreem geweld Palestijns land confisceert en overal waar Palestijnen leven joodse kolonies sticht? Israëls grenzen zijn tot de dag van vandaag niet vastgesteld. Op de website van het Israëlische Ministerie van Tourisme staat een Israëlische kaart waarop de Golan Hoogte en de Westelijke Jordaanoever staan afgebeeld als onderdeel van Israël.
Waarom zouden de Palestijnen de legitimiteit van de staat Israël onvoorwaardelijk moeten erkennen als Israël een Palestijnse staat niet erkent en de totstandkoming daarvan stelselmatig ondermijnt? Israël ontkent zelfs dat het is verrezen op het as van wat ooit een Palestijnse gemeenschap was. Dat het Palestijnse leiderschap Israël meerdere malen expliciet heeft erkend en dat het streeft naar een Palestijnse staat volgens de grenzen van 1967 doet de aanklacht allerminst verstommen. Maar dat heeft dan weer te maken met het feit dat de voortdurend herhaalde beschuldigingen niet bedoeld zijn om de Palestijnen tot een vriendelijker curriculum te bewegen. Ze zijn bedoeld om de aandacht af te leiden van Israëls eigen hardnekkige weigering om de grenzen van 1967 te erkennen en om de schuld van het geweld op de Palestijnen af te schuiven; ze dienen als (zoveelste) rookgordijn voor de voortgaande kolonisatie van de Palestijnse gebieden.
Maar zelfs zonder Browns studie moet natuurlijk duidelijk zijn dat de Palestijnse schoolboeken niet de oorzaak zijn van het geweld. Of moeten we soms geloven dat - als Palestijnse schoolboeken zouden zijn geschreven door het Israëlische Ministerie van Onderwijs - de Palestijnse kinderen verheugd zouden zijn om te moeten leven onder de Israëlische bezetting, dat ze dan blij zouden zijn om te zien hoe hun ouders en vrienden worden vermoord en vernederd, dat ze het oké vinden dat hun huizen met de grond gelijk gemaakt worden en dat hun land van ze afgepakt wordt ten faveure van nederzettingen waar alleen joden mogen komen?
Als de Palestijnse jeugd Israëlische schoolboeken zou lezen, zouden ze de Israëlische invasietroepen dan met rozen begroeten in plaats van met stenen?
Als Palestijnse studenten zich al een weg hebben kunnen banen door de kogels en wegversperringen om hun school te bereiken om daar hun door Israël goedgekeurde studieboeken te lezen, zouden ze dan minder haat voelen ten opzichte van Israël?
Zou Israël overigens niet in een betere positie verkeren om de Palestijnen de les te lezen over wat te doen in het klaslokaal als zij de schoolgebouwen gewoon overeind hadden laten staan of als ze niet gebruikt zouden worden als detentiekampen?
De Palestijnse inwoners van Israël hebben decennialang moeten leren uit door het Israëlische Ministerie van Onderwijs uitgevaardigde schoolboeken, net zoals ze elke dag het Israëlische volkslied mee moeten zingen. Maar ondanks hun ‘goede gedrag’ is hun onvrede en haat ten opzichte van Israël er niet minder om geworden. Die haat wordt niet veroorzaakt door mogelijk inefficiënt zionistisch onderwijs, maar door de constante en almaar toenemende discriminatie op alle mogelijke terreinen van het dagelijkse leven, zowel door de Israëlische overheid als door de Israëlische joden.
Als dat al het geval is in Israël zelf, wat is dan de situatie in de bezette gebieden, waar sinds het uitbreken van de Tweede Intifada honderden schoolkinderen zijn doodgeschoten door het Israëlische leger?? De Israëlische bezetter heeft echt de hulp van Palestijnse schoolboeken niet nodig om haatgevoelens over zichzelf af te roepen.
Natuurlijk koesteren Palestijnen wraak- en haatgevoelens ten opzichte van de Israëli. Maar wat te denken van de even zo vaak hoorbare racistische uitspraken van Israëlische politici, rabbijnen en andere hoogwaardigheidsbekleders en hun openlijk propageren van etnische zuivering en de vernietiging van het Palestijnse volk?
Alleen al omdat Israël als staat de legitimiteit heeft die de Palestijnen zonder een staat ontberen, telt Israëls stem in de internationale politieke arena veel zwaarder dan die van de Palestijnen. Daarvoor hoef je alleen maar te kijken naar de situatie waarin het Palestijnse volk zich momenteel bevindt, of naar het grondgebied dat Israël inmiddels bij elkaar heeft geroofd tegenover het beetje wat de Palestijnen nog van hun land rest.
Om diezelfde reden zou ook Israëls ‘officiële’ en openlijke racisme zwaarder beoordeeld moeten worden dan Palestijnse uitingen van soortgelijke aard in de schoolboeken, die bovendien vaak uit hun verband worden gerukt en/of worden uitvergroot om vervolgens misbruikt te worden als camouflage voor Israëls misdadige kolonisatiepolitiek.
Alleen degenen die het Israëlisch-Palestijnse conflict willen laten voortduren zullen vasthouden aan de leugen over Palestijnse schoolboeken en daarin het niet-bestaande excuus vinden voor de onderdrukking en ontmenselijking van het Palestijnse volk.