tanjaui
05-12-03, 17:55
Islam en Universiteit
1. Een belangrijke voorwaarde is ook de creatie van universitaire departementen voor wetenschappelijk onderzoek en vorming inzake de actuele islam. Het proces van interactie tussen moslims en een geseculariseerde samenleving is al decennia lang aan de gang; het aantal Belgische inwoners met moslimse achtergrond nadert vandaag de 400.000. Moslimjongeren moeten de kans en de middelen krijgen om zich, met respect voor hun identiteit, als moslimburgers ten dienste te stellen van wat ook hùn samenleving is. Zonder een eigentijdse opleiding, nochtans, in hun cultureel en religieus erfgoed hebben zij niet het intellectuele gereedschap om zich een eigen plaats te creëren in de samenleving. Ook voor niet-moslims is een dergelijke opleiding nuttig en belangrijk; hun deelname zal tevens borg staan voor de beoogde maatschappelijke wederkerigheid en interactie.
2. Ten behoeve, daarom, van moslims én niet-moslims moet de studie van islam, als een hedendaagse traditie die blijk geeft van een grote diversiteit en levenskracht, worden losgemaakt uit het keurslijf van de 19de-eeuwse Oriëntalistiek. Dank zij de nauwe samenwerking tussen islamologie en sociale wetenschappen moet de islamstudie een modern en maatschappelijk relevant profiel krijgen. In een volwaardig universitair curriculum (met inbegrip van de nodige cultuur- en maatschappijwetenschappen) moeten competente gediplomeerden worden gevormd: in Koran- en hadîth-studie, recht en theologie; in moslimculturen -talen en -literaturen (naast Arabisch ook Turks, Perzisch, Berbers, e.a.), filosofie, sociologie, enz.
3. Afgestudeerden in een eigentijdse islamwetenschap, met een moslimse of een niet-moslimse achtergrond, zullen een belangrijke maatschappelijke rol spelen, binnen en buiten de moslimgemeenschap. Wat een religieuze, confessioneel-theologische opleiding betreft voor moslims, zij dient te gebeuren op initiatief en onder verantwoordelijkheid van de betreffende geloofsgemeenschap(pen) zelf - vergelijkbaar met de situatie van katholieken, protestanten e.a. Ook de islamitische gemeenschap moet kunnen rekenen op de nodige faciliteiten vanwege de overheid. Politieke bevoogding echter of religieuze inmenging vanwege de overheid is strijdig met de scheiding tussen staat en religie, zoals grondwettelijk gewaarborgd.
4. Op voet van gelijkwaardigheid met de andere levensbeschouwingen, en mits zij erkend worden door hun religieuze gemeenschap, zullen islamitische godsdienst-gediplomeerden kunnen opteren voor de ambten van imam, aalmoezenier, godsdienstleerkracht, morele begeleider, enz. Samen met experten uit de moslimlanden en met moslimse gediplomeerden uit andere opleidingen, zullen zij een antwoord bieden op de bekommernissen en vragen van moslims levend in een seculiere samenleving. De maatschappelijke arbeid van moslimgediplomeerden zal zowel hun geloofsgenoten ten goede komen als de andere medeburgers. Ze zal op beslissende wijze bijdragen tot een pluralistische samenleving waarin diversiteit wordt ondersteund en erkend als een bron van verrijking voor iedereen. Alle discriminerende drempels die de toegang tot het middelbaar en hoger onderwijs voor jonge moslims bemoeilijken (bv. het hoofddoekverbod en andere beperkingen op de religieuze rechten van moslimkinderen), moeten dringend worden weggewerkt. Ook de discriminaties op de arbeidsmarkt en de overige maatschappelijke sectoren moeten van overheidswege krachtig worden bestreden.
Universiteit van Gent
bron:centrum voor islam in europa (C.I.E)
1. Een belangrijke voorwaarde is ook de creatie van universitaire departementen voor wetenschappelijk onderzoek en vorming inzake de actuele islam. Het proces van interactie tussen moslims en een geseculariseerde samenleving is al decennia lang aan de gang; het aantal Belgische inwoners met moslimse achtergrond nadert vandaag de 400.000. Moslimjongeren moeten de kans en de middelen krijgen om zich, met respect voor hun identiteit, als moslimburgers ten dienste te stellen van wat ook hùn samenleving is. Zonder een eigentijdse opleiding, nochtans, in hun cultureel en religieus erfgoed hebben zij niet het intellectuele gereedschap om zich een eigen plaats te creëren in de samenleving. Ook voor niet-moslims is een dergelijke opleiding nuttig en belangrijk; hun deelname zal tevens borg staan voor de beoogde maatschappelijke wederkerigheid en interactie.
2. Ten behoeve, daarom, van moslims én niet-moslims moet de studie van islam, als een hedendaagse traditie die blijk geeft van een grote diversiteit en levenskracht, worden losgemaakt uit het keurslijf van de 19de-eeuwse Oriëntalistiek. Dank zij de nauwe samenwerking tussen islamologie en sociale wetenschappen moet de islamstudie een modern en maatschappelijk relevant profiel krijgen. In een volwaardig universitair curriculum (met inbegrip van de nodige cultuur- en maatschappijwetenschappen) moeten competente gediplomeerden worden gevormd: in Koran- en hadîth-studie, recht en theologie; in moslimculturen -talen en -literaturen (naast Arabisch ook Turks, Perzisch, Berbers, e.a.), filosofie, sociologie, enz.
3. Afgestudeerden in een eigentijdse islamwetenschap, met een moslimse of een niet-moslimse achtergrond, zullen een belangrijke maatschappelijke rol spelen, binnen en buiten de moslimgemeenschap. Wat een religieuze, confessioneel-theologische opleiding betreft voor moslims, zij dient te gebeuren op initiatief en onder verantwoordelijkheid van de betreffende geloofsgemeenschap(pen) zelf - vergelijkbaar met de situatie van katholieken, protestanten e.a. Ook de islamitische gemeenschap moet kunnen rekenen op de nodige faciliteiten vanwege de overheid. Politieke bevoogding echter of religieuze inmenging vanwege de overheid is strijdig met de scheiding tussen staat en religie, zoals grondwettelijk gewaarborgd.
4. Op voet van gelijkwaardigheid met de andere levensbeschouwingen, en mits zij erkend worden door hun religieuze gemeenschap, zullen islamitische godsdienst-gediplomeerden kunnen opteren voor de ambten van imam, aalmoezenier, godsdienstleerkracht, morele begeleider, enz. Samen met experten uit de moslimlanden en met moslimse gediplomeerden uit andere opleidingen, zullen zij een antwoord bieden op de bekommernissen en vragen van moslims levend in een seculiere samenleving. De maatschappelijke arbeid van moslimgediplomeerden zal zowel hun geloofsgenoten ten goede komen als de andere medeburgers. Ze zal op beslissende wijze bijdragen tot een pluralistische samenleving waarin diversiteit wordt ondersteund en erkend als een bron van verrijking voor iedereen. Alle discriminerende drempels die de toegang tot het middelbaar en hoger onderwijs voor jonge moslims bemoeilijken (bv. het hoofddoekverbod en andere beperkingen op de religieuze rechten van moslimkinderen), moeten dringend worden weggewerkt. Ook de discriminaties op de arbeidsmarkt en de overige maatschappelijke sectoren moeten van overheidswege krachtig worden bestreden.
Universiteit van Gent
bron:centrum voor islam in europa (C.I.E)