PDA

Bekijk Volledige Versie : Huiselijk geweld



T.A.F.K.A.Z
06-12-03, 23:51
De cijfers.
Geweld in de privé-sfeer is de omvangrijkste geweldsvorm in Nederland. Uit onderzoek [2]is duidelijk geworden dat ruim 40% van de Nederlandse mannen en vrouwen ooit in hun leven te maken heeft gehad met huiselijk geweld. Bij meer dan 10% heeft dat tot lichamelijk letsel geleid. Een kwart van de Nederlandse bevolking heeft huiselijk geweld ervaren dat zich over een langere periode wekelijks of dagelijks voordoet. Maar liefst een derde van de bevolking ziet zijn of haar leven als gevolg van huiselijk geweld ingrijpend veranderen. Denk hierbij aan echtscheiding, angstgevoelens en problemen met intimiteit. Vooral bij kinderen zijn de gevolgen van huiselijk geweld groot. Jaarlijks zijn maar liefst 100.000 kinderen getuige van huiselijk geweld.
Mannen en vrouwen worden ongeveer in gelijke mate het slachtoffer van huiselijk geweld, maar het geweld tegen vrouwen is doorgaans ernstiger en vaker seksueel van aard. Bovendien worden mannen meestal op jeugdige leeftijd slachtoffer terwijl vrouwen in elke leeftijdscategorie slachtoffer kunnen worden. De daders zijn over het algemeen mannen, maar liefst 80%!
Bijzondere aandacht is er ook voor huiselijk geweld onder allochtonen. Onderzoek hiernaar[3](3) biedt een verontrustend beeld: 24% van de ondervraagden zegt ooit in zijn of haar leven slachtoffer te zijn geweest van huiselijk geweld. Onderzoekers en allochtone organisaties vrezen dat het cijfer in werkelijkheid veel hoger is omdat het onderwerp huiselijk geweld moeilijk bespreekbaar is onder veel allochtonen.
www.groenlinks.nl/partij/2dekamer/publikaties/geweldtegenvrouwen.rtf




Onderrapportage

Bij feitelijk gerapporteerd slachtofferschap zien we grote verschillen tussen de vier groepen allochtonen gezamenlijk en autochtonen. Het gerapporteerde slachtofferschap van huiselijk geweld is bij allochtonen veel lager dan bij autochtonen. Kijken we echter naar of men iemand kent die slachtoffer is van huiselijk geweld, dan valt op dat met betrekking tot fysiek en geestelijk geweld de verschillen tussen allochtonen en autochtonen aanmerkelijk kleiner zijn.( Bij de vraag of men iemand kent die slachtoffer is van een vorm van huiselijk geweld is niet vastgesteld of het gaat om iemand van binnen of buiten de ‘eigen’ allochtone groep. Het is echter waarschijnlijk gegeven het onderwerp dat wanneer men iemand kent die persoon behoort tot de directe intimi van de respondent. In veel gevallen zal het gaan om iemand uit de ‘eigen’ bevolkingsgroep.) Dit duidt naar onze mening op onderrapportage in het onderzoek.

Over slachtofferschap van seksueel geweld wordt nauwelijks gesproken. Ouderen melden in zijn geheel geen slachtofferschap van seksueel geweld. Ook onderling wordt niet gesproken over seksueel geweld blijkend uit het feit dat, in vergelijking met het onderzoek onder autochtonen, veel minder respondenten aangeven iemand te kennen die slachtoffer is van deze vorm van huiselijk geweld. Naar onze mening indiceert die omstandigheid dat er sprake is van een taboe op het spreken over seksueel geweld binnen met name de Turkse, Marokkaanse en Surinaamse gemeenschap.

Er is een effect waarneembaar van de tijd dat men in Nederland woont op het gerapporteerde huiselijk geweld. Zeker wanneer gecontroleerd wordt voor leeftijd blijkt dat hoe langer men in Nederland woont hoe vaker men zegt slachtoffer te zijn van huiselijk geweld. Wellicht wordt men opener over huiselijk geweld naarmate men meer gewend is aan de Nederlandse opvattingen hierover. Het is namelijk onwaarschijnlijk dat de verblijfsduur in Nederland, de kans om slachtoffer te worden van huiselijk geweld vergroot. Dit duidt naar onze mening op onderrapportage in het onderzoek.

Uit een kwantitatieve analyse van de door de enquêteurs ingevulde vragen over het onderzoek en uit gesprekken met enquêteurs na afloop van het onderzoek kwam naar voren dat een deel van de ondervraagden die naar eigen zeggen geen slachtoffer van huiselijk geweld is geweest mogelijk niet naar waarheid heeft geantwoord. Het betreft hier met name de groep die heeft aangegeven geen slachtoffer van huiselijk geweld te zijn. Volgens de enquêteurs heeft 9 procent van de niet-slachtoffers (74%) niet naar waarheid geantwoord. Er zijn geen verschillen tussen de verschillende allochtone groepen waarneembaar. Daarnaast hebben de enquêteurs in bijna een kwart van de gevallen aangegeven niet te weten of de respondent naar waarheid heeft geantwoord. Ook deze informatie indiceert naar onze mening onderrapportage in het onderzoek.

Uit gesprekken met de enquêteurs kwam verder naar voren dat men de indruk had dat met name makkelijk benaderbare gezinnen (zonder huiselijk geweld) aan het onderzoek hebben meegedaan. Ook dit duidt op mogelijke onderrapportage in het onderzoek.

Op basis van deze reeks van indicaties van onderrapportage is het waarschijnlijk dat we in het onderzoek naar huiselijk geweld onder de vier allochtone groepen te maken hebben met onderrapportage. In verband met het vermoeden van onderrapportage hebben we aan enkele allochtone deskundigen, uit verschillende bevolkingsgroepen, de onderzoeksresultaten voorgelegd en gevraagd naar een mogelijke interpretatie van de cijfers. De uitkomsten van die interviews ondersteunen de conclusie dat er sprake is van onderrapportage. De omvang van de onderrapportage valt echter niet vast te stellen. Elke schatting hiervan is speculatief en moet dus achterwege blijven.



Huiselijk geweld onder Surinamers, Antillianen en Arubanen, Marokkanen, en Turken in Nederland
Aard, omvang en hulpverlening

T. v. Dijk, E. Oppenhuis, m.m.v. M. Abrahamse en A. Meier
Intomart