angkor
07-12-03, 11:19
Gisteren ontvangen:
Aan: de Officier van justitie
Postbus 7005
3300 GE Dordrecht
Onderwerp: Bezwaar tegen de beslissing inzake aangifte tegen uitspraken van de heer Smit
Uw kenmerk: mutatienummer PL1810/03-143389
Zwijndrecht, 4 december 2003,
Geachte heer van de Kamp,
Ik heb kennis genomen van uw beslissing en teken hierbij bezwaar aan. U stelt dat er geen sprake is van discriminatie cq belediging zonder dit verder te onderbouwen. Graag verneem ik van u wat daarbij uw overwegingen zijn. Indien u zich beroept op de vrijheid van meningsuiting zou ik van u willen vernemen hoe deze vrijheid zich verhoudt tot artikel 1 van de grondwet: met andere woorden waar legt u de grens tussen deze wettelijke bepalingen.
Ik meen nog steeds dat de grondslag van de politieke partij van de heer Smit louter gebaseerd is op discriminerende doelen en uitspraken. Het stellen dat de islam de vijand is van ‘de’ Nederlandse cultuur en dat het doel van ‘Nieuw Rechts’ erop gericht is de islamisering van Nederland tegen te gaan is op zichzelf analoog aan het stellen dat er in Nederland geen plaats is voor de beleving van de islam en voor het willen uitsluiten van moslims als burgers van dit land. Hoe beoordeeld u het feit dat de scheiding tussen Kerk en Staat met voeten wordt betreden door ‘Nieuw Rechts; ?
Los van de polarisering, stigmatisering en de bedreigingen die uitgaan van een dergelijk streven stel ik vast dat u met uw beslissing de weg vrijmaakt voor extremistische bewegingen die erop gericht zijn polarisering tussen bevolkingsgroepen te voeden en te misbruiken voor politieke doeleinden.
Graag verneem ik uw reactie,
Hogachtend,
C. Sofuoglu
PERSBERICHT
Het is voor mij verbijsterend dat Officier van Justitie Mr. A. van de Kamp besloten heeft om verder geen gevolg te geven aan de door mij gedane aangifte. Opvallend is dat hij bij zin beslissing verzuimt heeft een onderbouwing te leveren.
De Officier van Justitie heeft met zijn beslissing de weg geopend voor alle extremisten die in dit vijandig klimaat jegens allochtonen zich nu helemaal vogelvrij voelen om allochtonen constant uit te dagen. Mijn aangifte symboliseert het gevoelen van grote delen van de allochtone bevolking die de continue psychische druk en beschuldigingen door rechtse politici beu zijn.
De uitspraak van Officier van Justitie laat zien dat vrijheid van meningsuiting kennelijk boven artikel 1 van de grondwet staat in de hiërarchie.
Ik stel vast dat er in Nederland met twee maten wordt gemeten. Wanneer een imam een uitspraak doet over homosexualiteit is het land te klein. Wanneer jongeren extreme uitspraken doen over Joden spreekt iedereen er schande van en vliegen de rapporten van het CIDI je om de oren. Wanneer de islam echter aangevallen wordt blijft het muisstil.
Mijn gevoel van onveiligheid werd nog eens bevestigd toen mijn broer kort na mijn aangifte meerdere malen telefonisch is bedreigd door een aanhanger of sympathisant van ‘Nieuw Rechts’. Omdat slechts het telefoonnummer van mijn broer voorkomt in het telefoonboek dacht de persoon in kwestie dat hij met mij te maken had.
Mijn broer heeft vervolgens aangifte gedaan van de bedreigingen bij de politie. Nadien is hij nog steeds bedreigd.
Als er geen verder gevolg wordt gegeven aan mijn aangifte stel ik de Officieer van Justitie en de extreemrechtse politici verantwoordelijk voor een klimaat waarin men over 10 jaar zich bewapend in de publieke ruimten moet begeven. De polarisatie en verwijdering tussen
Christenen en moslims zal alleen maar toenemen.
Als het uitdagen van islamieten tot de vrijheid van meningsuiting behoort, dan behoort er aan die vrijheid van meningsuiting dus onmiddellijk paal en perk gesteld te worden. Dit is puur het aanzetten tot haat en bedreiging van islamieten en dat is bij mijn weten strafbaar in de Nederlandse wet.
Hoogachtend,
Cemal Sofuoðlu
Aan: de Officier van justitie
Postbus 7005
3300 GE Dordrecht
Onderwerp: Bezwaar tegen de beslissing inzake aangifte tegen uitspraken van de heer Smit
Uw kenmerk: mutatienummer PL1810/03-143389
Zwijndrecht, 4 december 2003,
Geachte heer van de Kamp,
Ik heb kennis genomen van uw beslissing en teken hierbij bezwaar aan. U stelt dat er geen sprake is van discriminatie cq belediging zonder dit verder te onderbouwen. Graag verneem ik van u wat daarbij uw overwegingen zijn. Indien u zich beroept op de vrijheid van meningsuiting zou ik van u willen vernemen hoe deze vrijheid zich verhoudt tot artikel 1 van de grondwet: met andere woorden waar legt u de grens tussen deze wettelijke bepalingen.
Ik meen nog steeds dat de grondslag van de politieke partij van de heer Smit louter gebaseerd is op discriminerende doelen en uitspraken. Het stellen dat de islam de vijand is van ‘de’ Nederlandse cultuur en dat het doel van ‘Nieuw Rechts’ erop gericht is de islamisering van Nederland tegen te gaan is op zichzelf analoog aan het stellen dat er in Nederland geen plaats is voor de beleving van de islam en voor het willen uitsluiten van moslims als burgers van dit land. Hoe beoordeeld u het feit dat de scheiding tussen Kerk en Staat met voeten wordt betreden door ‘Nieuw Rechts; ?
Los van de polarisering, stigmatisering en de bedreigingen die uitgaan van een dergelijk streven stel ik vast dat u met uw beslissing de weg vrijmaakt voor extremistische bewegingen die erop gericht zijn polarisering tussen bevolkingsgroepen te voeden en te misbruiken voor politieke doeleinden.
Graag verneem ik uw reactie,
Hogachtend,
C. Sofuoglu
PERSBERICHT
Het is voor mij verbijsterend dat Officier van Justitie Mr. A. van de Kamp besloten heeft om verder geen gevolg te geven aan de door mij gedane aangifte. Opvallend is dat hij bij zin beslissing verzuimt heeft een onderbouwing te leveren.
De Officier van Justitie heeft met zijn beslissing de weg geopend voor alle extremisten die in dit vijandig klimaat jegens allochtonen zich nu helemaal vogelvrij voelen om allochtonen constant uit te dagen. Mijn aangifte symboliseert het gevoelen van grote delen van de allochtone bevolking die de continue psychische druk en beschuldigingen door rechtse politici beu zijn.
De uitspraak van Officier van Justitie laat zien dat vrijheid van meningsuiting kennelijk boven artikel 1 van de grondwet staat in de hiërarchie.
Ik stel vast dat er in Nederland met twee maten wordt gemeten. Wanneer een imam een uitspraak doet over homosexualiteit is het land te klein. Wanneer jongeren extreme uitspraken doen over Joden spreekt iedereen er schande van en vliegen de rapporten van het CIDI je om de oren. Wanneer de islam echter aangevallen wordt blijft het muisstil.
Mijn gevoel van onveiligheid werd nog eens bevestigd toen mijn broer kort na mijn aangifte meerdere malen telefonisch is bedreigd door een aanhanger of sympathisant van ‘Nieuw Rechts’. Omdat slechts het telefoonnummer van mijn broer voorkomt in het telefoonboek dacht de persoon in kwestie dat hij met mij te maken had.
Mijn broer heeft vervolgens aangifte gedaan van de bedreigingen bij de politie. Nadien is hij nog steeds bedreigd.
Als er geen verder gevolg wordt gegeven aan mijn aangifte stel ik de Officieer van Justitie en de extreemrechtse politici verantwoordelijk voor een klimaat waarin men over 10 jaar zich bewapend in de publieke ruimten moet begeven. De polarisatie en verwijdering tussen
Christenen en moslims zal alleen maar toenemen.
Als het uitdagen van islamieten tot de vrijheid van meningsuiting behoort, dan behoort er aan die vrijheid van meningsuiting dus onmiddellijk paal en perk gesteld te worden. Dit is puur het aanzetten tot haat en bedreiging van islamieten en dat is bij mijn weten strafbaar in de Nederlandse wet.
Hoogachtend,
Cemal Sofuoðlu