PDA

Bekijk Volledige Versie : Ondertussen in Tunesië



Marsipulami
09-12-03, 17:03
Voorbeeldige leerling heeft problemen met politiek

Van onze redacteur in Tunesië
Manu Tassier 06/12/2003

Verbergt zich achter de glimlach van Tunesië een politiestaat? Het kleine Noord-Afrikaanse land dat jaarlijks duizenden toeristen verwelkomt -- in 2002 150.000 uit België -- en pronkt met zijn open economie, ligt onder het kruisvuur van mensenrechtenorganisaties. President Zine el-Abidine Ben Ali is een despoot, zeggen de ngo's, die de politieke vrijheid in de kiem smoort en honderden politieke gevangenen in de gevangenis laat creperen. De meeste westerse regeringen prijzen dan weer het islamitische land als een voorbeeld van tolerantie en als een stabiele baken in een woelige regio.



RECHTEN VAN DE VROUW
Tunesiërs verwijzen graag naar de rol van de vrouw binnen de samenleving. Inderdaad zijn de meeste waarnemers het erover eens dat binnen de Arabisch-islamitische wereld de Tunesische vrouw een unieke positie inneemt.

Al in augustus 1956, vlak nadat het land van Frankrijk de onafhankelijkheid had afgedwongen, ondertekende president Habib Bourguiba de Code du Statut Personnel. Met deze wet werd de polygamie formeel verboden. De eenzijdige verstotingsprocedure van het islamitische recht werd vervangen door een burgerlijke procedure die man en vrouw dezelfde rechten geeft. Voor het meisje ligt de minimumleeftijd om te trouwen op zeventien jaar; ze moet zelf instemmen met het huwelijk. Als de vader sterft, heeft de moeder automatisch het hoederecht over de minderjarige kinderen, en niet de naaste mannelijke verwanten.

Deze maatregelen bleven geen dode letter. Ze lagen aan de basis van de opvallende plaats die de vrouw in de samenleving kan opeisen. Een kwart van de beroepsbevolking is vrouw. Er blijven nog wel pijnpunten. Zo discrimineert het erfrecht de vrouw: een mannelijke erfgenaam heeft recht op een dubbel deel in vergelijking met een vrouwelijke erfgenaam. Vrouwenorganisaties dringen aan op een wijziging, maar in afwachting proberen veel Tunesiërs het probleem door een schenking bij leven aan vrouwelijke erfgenamen.


MODERNE ISLAM
Deze relatief gunstige plaats van de vrouw is volgens de autoriteiten maar één aspect van het tolerante karakter van de islam. Die tolerantie is overigens niet absoluut. Achtennegentig procent van de bevolking is moslim, er zijn kleine joodse en christelijke minderheden, maar missioneringsactiviteiten zijn niet toegestaan.

Als vrouw én als theologe is Ikbel Gharbi, hoogleraar aan de Zeitouna-universiteit, in zekere zin een exponent van de moderne Tunesische islam. ,,De islam is geen monoliet'', zegt ze tijdens een gesprek in Tunis. ,,In de koran zijn verschillende interpretaties mogelijk. Er is een onderscheid tussen spirituele universele waarden, en wetten die afhangen van de omstandigheden. Die wetten zijn opgelegd door de context en historische dimensies en kunnen aangepast worden.'' Ze wijst er bijvoorbeeld op dat de sluier -- in Tunesië in de onderwijsinstellingen en in openbare gebouwen verboden -- voor de islam nooit een verplichting is geweest.

Zijzelf doceert religieuze antropologie aan de Zeitouna, waar godsdienstleraars en -leraressen worden opgeleid. De opleiding blijft niet beperkt tot theologie, benadrukt Gharbi. ,,Op het programma staan moderne talen, informatica, antropologie: de kennis van deze materies is nu fundamenteel voor de studie van de islam in een moderne wereld.''

Onderwijs is een van de andere troeven waar Tunesië mee uitpakt. Van de kinderen tussen zes en twaalf gaat 99 procent naar school, van de kinderen tussen twaalf en achttien 75 procent. De schoolplicht gaat tot zestien jaar. In het hoger onderwijs waren in het academiejaar 2001-2002 meer dan 226.000 studenten ingeschreven.


EXPORTLAND
De hoge scholingsgraad is een van de troeven waarmee Tunesië buitenlandse investeerders probeert aan te trekken. Want het land wil zich niet alleen als lagelonenland laten kennen -- het minimumuurloon bedraagt 0,55 euro -- maar ook als land met een reservoir aan geschoolde arbeidskrachten. Tegelijk krijgen buitenlandse firma's en investeerders die in de exportsectoren willen werken onder meer fiscale voordelen, investeringspremies, kortingen op sociale bijdragen en tussenkomsten in infrastructuurwerken.

De autoriteiten spelen graag de efficiëntie van de staat uit. Zo vermelden ze graag dat volgens een studie van de Wereldbank bij betwistingen van contracten de procedure in Tunesië het snelste verloopt: gemiddeld zeven dagen (in België volgens de Wereldbank 365 dagen).

Het land is er in ieder geval in geslaagd veel buitenlandse investeringen aan te trekken en zich te profileren als exportland (zie grafieken). Het aantal buitenlandse ondernemingen is de jongste jaren exponentieel toegenomen. Tunesië voert per inwoner meer uit dan bijvoorbeeld Turkije of Polen. De export is belangrijker voor het bruto binnenlands product dan in de andere landen van de Maghreb en het Midden-Oosten -- en Tunesië beschikt niet over natuurlijke rijkdommen zoals Algerije of Saudi-Arabië. Het voert vooral textielproducten uit (meer dan vijftig procent van de export).

De ontwikkeling van de economie draagt zeker bij tot een vrij hoge levensstandaard. Hoewel geklaagd wordt over corruptie en vriendjespolitiek, is de rijkdom relatief goed verdeeld over de bevolking en is er sprake van een echte middenklasse. Onderwijs en gezondheidszorg staan op niveau, de gemiddelde levensverwachting bedraagt 72 jaar. Het bbp per inwoner bedraagt 2.300 euro, ongeveer het dubbele van Marokko.


EENPARTIJENSTAAT
Maar wat politiek en mensenrechten aangaat, vertellen critici en ngo's een heel ander verhaal. Officieel heeft Tunesië een parlementair systeem, maar in de praktijk houdt president Ben Ali de touwtjes in handen. Hij regeert het land vanaf 1987, toen hij via een geweldloze coup zijn voorganger Habib Bourguiba opzijschoof. De ,,vader des vaderlands'' had zijn land sedert de onafhankelijkheid als een verlicht despoot bestuurd en de basis van het Tunesische succesverhaal gelegd. Maar hij was oud geworden en onvoorspelbaar, en de meeste Tunesiërs reageerden daarom opgelucht op de machtsovername.

Ben Ali leek aanvankelijk bereid om openheid en democratische hervormingen een kans te geven, maar dat duurde niet lang. Een harde kern van islamistische activisten bedreigde het staatsbestel en de autoriteiten gingen daar hard tegenin. Ze rechtvaardigden hun optreden door te verwijzen naar de burgeroorlog die het buurland Algerije teisterde.

Het resultaat is in ieder geval dat het politieke leven erg eenzijdig is. De Rassemblement Constitutionnel Démocratique, de partij van Ben Ali, haalde bij de verkiezingen van oktober 1999 91,59 procent van de stemmen. De cijfers van de presidentsverkiezingen ogen nog indrukwekkender: Ben Ali scoorde 99,44 procent tegen twee toegelaten tegenkandidaten. Zijn aanhangers staven deze cijfers door te zeggen dat de Tunesiërs nu eenmaal hun president uiterst dankbaar zijn dat hij hen door deze moeilijke tijden gidst.


MENSENRECHTEN
De strijd tegen het islamistische regime wordt volgens ngo's als Amnesty International en Human Rights Watch misbruikt om de mensenrechten te fnuiken. Echte oppositie is niet mogelijk. Critici van het bewind worden gepest, bedreigd of verdwijnen in de gevangenis na schijnprocessen. Omdat ze de terreur van de staat beu is, is de mensenrechteadvocate Radhia Nasraoui al meer dan vijftig dagen in hongerstaking.

In zijn kantoor in Tunis beschrijft de advocaat Samir Ben Amor de problemen die hij ondervindt. Hij is lid van de Association Internationale pour le Soutien des Prisonniers Politiques, (AISPP) een organisatie die zich inzet voor politieke gevangenen en die door de overheid niet erkend wordt. ,,We verdedigen de belangen van honderden mensen die alleen maar in de gevangenis zitten omdat ze een andere mening dan het regime hebben. Ze zitten daar vast in onmenselijke omstandigheden. Sommigen zijn al dertien jaar volledig geïsoleerd. Ofwel sterven ze in de gevangenis, ofwel komen ze er doodziek uit.''

Ook Ben Amor klaagt over de pesterijen die hij en zijn collega's moeten ondergaan. Volgens de overheid wil de AISPP zich niet in regel wil stellen met de wet en is de organisatie een façade voor islamisten en terroristen. Ben Amor ontkent dit: ,,We verdedigen mensen van alle politieke overtuigingen.''


TERRORISTEN
Met deze harde kritiek is Oussama Romdhani, directeur-generaal van de staatsinformatiedienst Agence Tunisienne de Communication Extérieure, het niet eens. ,,De AISPP is niet legaal. Ze hebben de moed niet om te zeggen dat het om gevangen terroristen gaat die veroordeeld zijn door normale rechtbanken.'' Hij is gepikeerd om de weerklank die gevluchte islamisten bij westerse ngo's krijgen. ,,Dezelfde mensen die complotteerden om de staat omver te werpen, dezelfden die zuur naar vrouwen hebben gegooid, die hebben zich nu ontpopt als kampioen van de mensenrechten.''

Over de mensenrechten in het algemeen zegt Romdhani: ,,Het eerste recht is het welzijn van onze bevolking: onderwijs, stabiliteit, een gezonde economie, sociale vrede en sociale rechten. Een echte democratische samenleving is die waar iedereen dezelfde kansen heeft.'' Romdhani erkent dat de situatie ,,niet perfect is, zoals overigens in alle landen''. Maar democratisering en mensenrechten zijn een ,,onomkeerbare stap''. Het is wel een proces dat geleidelijk moet verlopen, stap voor stap: ,,Tunesië kan zich de luxe van het avonturisme niet veroorloven''.

Dit officiële Tunesische standpunt heeft blijkbaar gehoor gevonden bij de Franse president Chirac, die deze week een bezoek aan Tunesië bracht. Op een vraag wat hij van de mensenrechtensituatie onder Ben Ali dacht, antwoordde hij: ,,Het eerste mensenrecht is eten, verzorgd worden, onderwijs te krijgen en onderdak te hebben. Vanuit dit standpunt, moet men toegeven dat Tunesië erg vooroploopt tegenover vele, vele landen.'' Chirac moest na protest van de Franse oppositie wel verduidelijken dat mensenrechten ,,ondeelbaar en universeel zijn''. Maar zijn opmerkingen tonen wel aan dat het 'Tunesische model' in het Westen op begrip kan rekenen.


VALSE NOOT
het succesimago van Tunesië en de scherpe kritiek van de ngo's blijven in tegenspraak. Mohamed Charfi, jurist, oud-minister van Onderwijs (1989-1994) én onafhankelijk criticus van het regime, is de auteur van een geprezen boek over de 'liberale' islam, ,,Islam en Liberté. Voor hem zijn beide invalshoeken correct: ,,Binnen de Arabische wereld is Tunesië het enige land dat de vrouw bevrijd heeft, er is een basisgezondheidszorg voor iedereen, de economische situatie is niet slecht. We zijn het enige land dat zijn onderwijssysteem op de moderne wereld georiënteerd heeft. De andere Arabische landen blijven het klassieke islamitische recht in de scholen aanleren. Ik was zelf auteur van deze hervorming. De Tunesische school is de enige die de kinderen vormt in een moderne mentaliteit.''

Tunesië gaat dus vooruit, maar de politiek blijft achter, zegt Charfi, die uit onvrede met het bewind zelf ontslag heeft genomen: ,,Tunesië is een eenpartijstaat, de oppositiepartijen zijn er alleen voor het decor. Er is geen openbaar debat, in de pers is alles positief en perfect. We zitten in een sovjetsysteem, maar dan gematigd: ik zit niet in de gevangenis, ik kan u vertellen wat ik te zeggen heb.''

Maar volgens Charfi is er wel degelijk een probleem met de islamistische gevangenen. ,,De islamisten hebben in het begin van de jaren negentig werkelijk ontoelaatbaar geweld gebruikt, onder meer in de scholen en universiteiten. Lycea werden gesloten, de universiteiten konden twee, drie jaar niet functioneren. De toestand werd onhoudbaar, de staat moest optreden.'' Maar de reactie was te hard, vindt Charfi. ,,Sedertdien heerst een autoritair regime.'' En het heeft volgens hem geen zin om de islamisten tot nu in de gevangenis te laten.

,,De politieke situatie is een valse noot in vergelijking met al de rest in Tunesië. Binnen de Arabische wereld is het Tunesische model onverkoopbaar zolang de politiek achterblijft. Het is in het belang van de Arabische wereld dat Tunesië zich democratiseert'', betoogt Charfi.

Maar democratisering moet geleidelijk gebeuren, zeggen de aanhangers van het regime? ,,Ik zou wel stap voor stap willen gaan, maar wat heeft men al gedaan? Er is eenvoudigweg nooit een eerste stap gedaan. Het regime vergist zich als het alle kwesties wil blokkeren. De mensen moeten kunnen ademhalen, de Tunesiërs stikken.''

Charfi vindt dat het Westen en vooral Europa meer druk zou moeten uitoefenen om politieke hervormingen door te voeren, bijvoorbeeld in het kader van het Associatieverdrag met de Europese Unie. ,,We zijn de eersten van de klas. Voor het IMF en de Wereldbank is Tunesië een voorbeeldige leerling en zo iemand straft men niet. Maar als de beste leerling 0 op 10 blijft halen op één onderdeel, dan moet er ingegrepen worden.''



©Copyright De Standaard

Hansje
09-12-03, 19:35
Geplaatst door Marsipulami
Voorbeeldige leerling heeft problemen met politiek

Van onze redacteur in Tunesië
Manu Tassier 06/12/2003



RECHTEN VAN DE VROUW
Tunesiërs verwijzen graag naar de rol van de vrouw binnen de samenleving. Inderdaad zijn de meeste waarnemers het erover eens dat binnen de Arabisch-islamitische wereld de Tunesische vrouw een unieke positie inneemt.

Al in augustus 1956, vlak nadat het land van Frankrijk de onafhankelijkheid had afgedwongen, ondertekende president Habib Bourguiba de Code du Statut Personnel. Met deze wet werd de polygamie formeel verboden. De eenzijdige verstotingsprocedure van het islamitische recht werd vervangen door een burgerlijke procedure die man en vrouw dezelfde rechten geeft. Voor het meisje ligt de minimumleeftijd om te trouwen op zeventien jaar; ze moet zelf instemmen met het huwelijk. Als de vader sterft, heeft de moeder automatisch het hoederecht over de minderjarige kinderen, en niet de naaste mannelijke verwanten.

Deze maatregelen bleven geen dode letter. Ze lagen aan de basis van de opvallende plaats die de vrouw in de samenleving kan opeisen. Een kwart van de beroepsbevolking is vrouw. Er blijven nog wel pijnpunten. Zo discrimineert het erfrecht de vrouw: een mannelijke erfgenaam heeft recht op een dubbel deel in vergelijking met een vrouwelijke erfgenaam. Vrouwenorganisaties dringen aan op een wijziging, maar in afwachting proberen veel Tunesiërs het probleem door een schenking bij leven aan vrouwelijke erfgenamen.

Dat is inderdaad heel goed, maar waar was het recht gebleven toen het de jonge moslima's in Tunesië verbood om op scholen, universiteiten en in openbare functies een hoofddoek te dragen?



[i]MODERNE ISLAM
Deze relatief gunstige plaats van de vrouw is volgens de autoriteiten maar één aspect van het tolerante karakter van de islam. Die tolerantie is overigens niet absoluut. Achtennegentig procent van de bevolking is moslim, er zijn kleine joodse en christelijke minderheden, maar missioneringsactiviteiten zijn niet toegestaan.

Als vrouw én als theologe is Ikbel Gharbi, hoogleraar aan de Zeitouna-universiteit, in zekere zin een exponent van de moderne Tunesische islam. ,,De islam is geen monoliet'', zegt ze tijdens een gesprek in Tunis. ,,In de koran zijn verschillende interpretaties mogelijk. Er is een onderscheid tussen spirituele universele waarden, en wetten die afhangen van de omstandigheden. Die wetten zijn opgelegd door de context en historische dimensies en kunnen aangepast worden.'' Ze wijst er bijvoorbeeld op dat de sluier -- in Tunesië in de onderwijsinstellingen en in openbare gebouwen verboden -- voor de islam nooit een verplichting is geweest..[/B]

Daar valt over te discuseren, ik draag zelf een hoofddoek, maar waar haalt zij het recht vandaan om haar mening aan haar landgenotes op te dringen?


[i]Zijzelf doceert religieuze antropologie aan de Zeitouna, waar godsdienstleraars en -leraressen worden opgeleid. De opleiding blijft niet beperkt tot theologie, benadrukt Gharbi. ,,Op het programma staan moderne talen, informatica, antropologie: de kennis van deze materies is nu fundamenteel voor de studie van de islam in een moderne wereld.''

Onderwijs is een van de andere troeven waar Tunesië mee uitpakt. Van de kinderen tussen zes en twaalf gaat 99 procent naar school, van de kinderen tussen twaalf en achttien 75 procent. De schoolplicht gaat tot zestien jaar. In het hoger onderwijs waren in het academiejaar 2001-2002 meer dan 226.000 studenten ingeschreven.[/B]

Kopt! veel van mijn verder straatarme neven en nichten studeren. Maar aangezien wij in het zuiden een beetje verweg zitten van de 'juiste contacten en relaties,' zijn de meesten al blij als ze na hun studie een baantje als ober kunnen vinden :(



[i]EXPORTLAND
De hoge scholingsgraad is een van de troeven waarmee Tunesië buitenlandse investeerders probeert aan te trekken. Want het land wil zich niet alleen als lagelonenland laten kennen -- het minimumuurloon bedraagt 0,55 euro -- maar ook als land met een reservoir aan geschoolde arbeidskrachten. Tegelijk krijgen buitenlandse firma's en investeerders die in de exportsectoren willen werken onder meer fiscale voordelen, investeringspremies, kortingen op sociale bijdragen en tussenkomsten in infrastructuurwerken.

De autoriteiten spelen graag de efficiëntie van de staat uit. Zo vermelden ze graag dat volgens een studie van de Wereldbank bij betwistingen van contracten de procedure in Tunesië het snelste verloopt: gemiddeld zeven dagen (in België volgens de Wereldbank 365 dagen).

Het land is er in ieder geval in geslaagd veel buitenlandse investeringen aan te trekken en zich te profileren als exportland (zie grafieken). Het aantal buitenlandse ondernemingen is de jongste jaren exponentieel toegenomen. Tunesië voert per inwoner meer uit dan bijvoorbeeld Turkije of Polen. De export is belangrijker voor het bruto binnenlands product dan in de andere landen van de Maghreb en het Midden-Oosten -- en Tunesië beschikt niet over natuurlijke rijkdommen zoals Algerije of Saudi-Arabië. Het voert vooral textielproducten uit (meer dan vijftig procent van de export).

De ontwikkeling van de economie draagt zeker bij tot een vrij hoge levensstandaard. Hoewel geklaagd wordt over corruptie en vriendjespolitiek, is de rijkdom relatief goed verdeeld over de bevolking en is er sprake van een echte middenklasse. Onderwijs en gezondheidszorg staan op niveau, de gemiddelde levensverwachting bedraagt 72 jaar. Het bbp per inwoner bedraagt 2.300 euro, ongeveer het dubbele van Marokko.[/B]

Ja ja. In het noorden ja... Vooral in de toeristengebieden.



[i]EENPARTIJENSTAAT
Maar wat politiek en mensenrechten aangaat, vertellen critici en ngo's een heel ander verhaal. Officieel heeft Tunesië een parlementair systeem, maar in de praktijk houdt president Ben Ali de touwtjes in handen.

Ben Ali leek aanvankelijk bereid om openheid en democratische hervormingen een kans te geven, maar dat duurde niet lang. Een harde kern van islamistische activisten bedreigde het staatsbestel en de autoriteiten gingen daar hard tegenin. Ze rechtvaardigden hun optreden door te verwijzen naar de burgeroorlog die het buurland Algerije teisterde..[/B]

De angst van een slecht geweten. Er kleeft een hoop onschuldig bloed aan hun handen.


[i]Het resultaat is in ieder geval dat het politieke leven erg eenzijdig is. De Rassemblement Constitutionnel Démocratique, de partij van Ben Ali, haalde bij de verkiezingen van oktober 1999 91,59 procent van de stemmen. De cijfers van de presidentsverkiezingen ogen nog indrukwekkender: Ben Ali scoorde 99,44 procent tegen twee toegelaten tegenkandidaten. Zijn aanhangers staven deze cijfers door te zeggen dat de Tunesiërs nu eenmaal hun president uiterst dankbaar zijn dat hij hen door deze moeilijke tijden gidst.[/B]

Tfoe....



[i]MENSENRECHTEN
De strijd tegen het islamistische regime wordt volgens ngo's als Amnesty International en Human Rights Watch misbruikt om de mensenrechten te fnuiken. Echte oppositie is niet mogelijk. Critici van het bewind worden gepest, bedreigd of verdwijnen in de gevangenis na schijnprocessen. Omdat ze de terreur van de staat beu is, is de mensenrechteadvocate Radhia Nasraoui al meer dan vijftig dagen in hongerstaking.

In zijn kantoor in Tunis beschrijft de advocaat Samir Ben Amor de problemen die hij ondervindt. Hij is lid van de Association Internationale pour le Soutien des Prisonniers Politiques, (AISPP) een organisatie die zich inzet voor politieke gevangenen en die door de overheid niet erkend wordt. ,,We verdedigen de belangen van honderden mensen die alleen maar in de gevangenis zitten omdat ze een andere mening dan het regime hebben. Ze zitten daar vast in onmenselijke omstandigheden. Sommigen zijn al dertien jaar volledig geïsoleerd. Ofwel sterven ze in de gevangenis, ofwel komen ze er doodziek uit.''

Ook Ben Amor klaagt over de pesterijen die hij en zijn collega's moeten ondergaan. Volgens de overheid wil de AISPP zich niet in regel wil stellen met de wet en is de organisatie een façade voor islamisten en terroristen. Ben Amor ontkent dit: ,,We verdedigen mensen van alle politieke overtuigingen.''.[/B]

Klopt, ik heb zelf een verre oom die een jaar of twee geleden is vrijgelaten. Zijn misdaad: hij had geld gegeven aan een gezin waarvan de man in de gevangenis zat!



[i]TERRORISTEN
Met deze harde kritiek is Oussama Romdhani, directeur-generaal van de staatsinformatiedienst Agence Tunisienne de Communication Extérieure, het niet eens. ,,De AISPP is niet legaal. Ze hebben de moed niet om te zeggen dat het om gevangen terroristen gaat die veroordeeld zijn door normale rechtbanken.'' Hij is gepikeerd om de weerklank die gevluchte islamisten bij westerse ngo's krijgen. ,,Dezelfde mensen die complotteerden om de staat omver te werpen, dezelfden die zuur naar vrouwen hebben gegooid, die hebben zich nu ontpopt als kampioen van de mensenrechten.''[/B]

Allah zal hen oordelen over de leugens die ze verspreiden.


[i]Over de mensenrechten in het algemeen zegt Romdhani: ,,Het eerste recht is het welzijn van onze bevolking: onderwijs, stabiliteit, een gezonde economie, sociale vrede en sociale rechten. Een echte democratische samenleving is die waar iedereen dezelfde kansen heeft.'' Romdhani erkent dat de situatie ,,niet perfect is, zoals overigens in alle landen''. Maar democratisering en mensenrechten zijn een ,,onomkeerbare stap''. Het is wel een proces dat geleidelijk moet verlopen, stap voor stap: ,,Tunesië kan zich de luxe van het avonturisme niet veroorloven''.[/B]

ZIJZELF kunnen zich die luxe niet veroorloven omdat ze het volk onrecht aandoen.


[i]Dit officiële Tunesische standpunt heeft blijkbaar gehoor gevonden bij de Franse president Chirac, die deze week een bezoek aan Tunesië bracht. Op een vraag wat hij van de mensenrechtensituatie onder Ben Ali dacht, antwoordde hij: ,,Het eerste mensenrecht is eten, verzorgd worden, onderwijs te krijgen en onderdak te hebben. Vanuit dit standpunt, moet men toegeven dat Tunesië erg vooroploopt tegenover vele, vele landen.'' Chirac moest na protest van de Franse oppositie wel verduidelijken dat mensenrechten ,,ondeelbaar en universeel zijn''. Maar zijn opmerkingen tonen wel aan dat het 'Tunesische model' in het Westen op begrip kan rekenen.


VALSE NOOT
het succesimago van Tunesië en de scherpe kritiek van de ngo's blijven in tegenspraak. Mohamed Charfi, jurist, oud-minister van Onderwijs (1989-1994) én onafhankelijk criticus van het regime, is de auteur van een geprezen boek over de 'liberale' islam, ,,Islam en Liberté. Voor hem zijn beide invalshoeken correct: ,,Binnen de Arabische wereld is Tunesië het enige land dat de vrouw bevrijd heeft, er is een basisgezondheidszorg voor iedereen, de economische situatie is niet slecht. We zijn het enige land dat zijn onderwijssysteem op de moderne wereld georiënteerd heeft. De andere Arabische landen blijven het klassieke islamitische recht in de scholen aanleren. Ik was zelf auteur van deze hervorming. De Tunesische school is de enige die de kinderen vormt in een moderne mentaliteit.''.[/B]

De bevrijding van de vrouw...om haar daarna gelijk weer op te sluiten in een op het westen georienteerd corset. En het behoord zeker bij de moderne mentaliteit om op protesterende lyceum leerlingen honden af te sturen waardoor er kinderen doodgebeten worden en om van de journalist die dit vastlegde zijn camera kapot te slaan en hem als person no gratia het land uit te zetten.


[i]Tunesië gaat dus vooruit, maar de politiek blijft achter, zegt Charfi, die uit onvrede met het bewind zelf ontslag heeft genomen: ,,Tunesië is een eenpartijstaat, de oppositiepartijen zijn er alleen voor het decor. Er is geen openbaar debat, in de pers is alles positief en perfect. We zitten in een sovjetsysteem, maar dan gematigd: ik zit niet in de gevangenis, ik kan u vertellen wat ik te zeggen heb.''

Maar volgens Charfi is er wel degelijk een probleem met de islamistische gevangenen. ,,De islamisten hebben in het begin van de jaren negentig werkelijk ontoelaatbaar geweld gebruikt, onder meer in de scholen en universiteiten. Lycea werden gesloten, de universiteiten konden twee, drie jaar niet functioneren. De toestand werd onhoudbaar, de staat moest optreden.'' Maar de reactie was te hard, vindt Charfi. ,,Sedertdien heerst een autoritair regime.'' En het heeft volgens hem geen zin om de islamisten tot nu in de gevangenis te laten.

,,De politieke situatie is een valse noot in vergelijking met al de rest in Tunesië. Binnen de Arabische wereld is het Tunesische model onverkoopbaar zolang de politiek achterblijft. Het is in het belang van de Arabische wereld dat Tunesië zich democratiseert'', betoogt Charfi.

Maar democratisering moet geleidelijk gebeuren, zeggen de aanhangers van het regime? ,,Ik zou wel stap voor stap willen gaan, maar wat heeft men al gedaan? Er is eenvoudigweg nooit een eerste stap gedaan. Het regime vergist zich als het alle kwesties wil blokkeren. De mensen moeten kunnen ademhalen, de Tunesiërs stikken.''.[/B]

Elhamdoelillah stammen wij af van de bedoeinen, pas toen de fransen wegtrokken verliet mijn opa zijn tent. In onze genen zit de vrijheid van eindeloze nachten onder de sterren met muziek en dans. Onze ogen dromen altijd van de ruige schoonheid van de sahara en de bergen. Er zullen altijd mensen zijn in mijn familie die met hun ogen dicht de weg vinden in het gebergte en de verborgen paadjes waar geen politie ooit komen zal. We buigen alleen ons hoofd voor Allah(swt) en erkennen geen andere meester dan de Verhevene.


[i]Charfi vindt dat het Westen en vooral Europa meer druk zou moeten uitoefenen om politieke hervormingen door te voeren, bijvoorbeeld in het kader van het Associatieverdrag met de Europese Unie. ,,We zijn de eersten van de klas. Voor het IMF en de Wereldbank is Tunesië een voorbeeldige leerling en zo iemand straft men niet. Maar als de beste leerling 0 op 10 blijft halen op één onderdeel, dan moet er ingegrepen worden.''



©Copyright De Standaard [/B]


Aisha

Hansje
09-12-03, 20:56
In het 'achterlijke' dorp waar mijn familie vandaan komt loopt maar een klein percentage van de vrouwen met een hoofddoek en is er geen sprake van dwang.
In Tunesië zie je in het zuiden meer de sef sari die voornamelijk gedragen wordt als bescherming tegen stof en zand.

Het grootste deel van mijn neven en nichten gaan door naar de universiteiten in het noorden en oosten van het land, terwijl erbij zijn die een uur moeten lopen naar school als ze nog op het primaire onderwijs zitten. Het is een doorn in het oog van de politici dat juist de kinderen uit dat 'opstandige'zuiden het zo goed doet op school. Ja ook mijn nichten gaan naar de universiteit en wonen daar op de campus. Weet je wat ik achterlijk vindt. Het walgelijke copieer gedrag van de midden en hogere klasse in de tunesische maatschappij die als willoze zombies het westen copieren en inporteren.

Aisha