PDA

Bekijk Volledige Versie : De Arabische wereld raakt steeds verder achterop.



T.A.F.K.A.Z
10-12-03, 09:09
De Arabische wereld raakt verder achterop
door Judit Neurink
2003-12-10

Ze willen een aanzet geven tot een debat dat uiteindelijk politieke veranderingen moet brengen. Twee spraakmakende rapporten over de achterstand van de Arabische landen. De samenstellers van En daarvoor worden ze vandaag beloond met een van de Prins Claus Prijzen.



,,Als ik uiteindelijk geen minister word, komt dat niet door mijn werk voor het Arab Human Development Report. Ik stond allang bekend als kritisch'', glimlacht de Egyptische politicoloog Nader Fergany. Hij laat zich in een zaaltje van het Amsterdamse Hotel l'Europe ondervragen over de twee spraakmakende rapporten die onder zijn coördinatie tot stand kwamen, en die het team een van de Prins Claus Prijzen 2003 heeft opgeleverd.

Roeien tegen de stroom, dat is het beeld dat onmiddellijk opdoemt als Fergany vertelt over de twee rapporten van de VN-organisatie UNDP over de ontwikkeling in de Arabische wereld in 2002 en 2003. Rapporten die zijn samengesteld door onafhankelijke Arabische intellectuelen en beleidsmakers, waarin wordt vastgesteld dat de Arabische wereld steeds verder achterop raakt. De belangrijkste oorzaken zijn een gebrek aan vrijheid, kennis en vrouwenrechten in de Arabische landen.

De rapporten zijn door hun kritische inhoud in de Arabische wereld niet altijd even enthousiast ontvangen. Sterker nog, Fergany meldt slechts één voorbeeld van een land waar gejuich opging: Jordanië. ,,Koning Abdoellah heeft het als blauwdruk aanvaard voor hervormingen. Maar in Tunesië was men bijvoorbeeld boos over onze bedekte kritiek in het eerste rapport op de manier waarop president Ben Ali een vierde termijn regelde. Daar was het onmogelijk een publiek debat over dat rapport te organiseren. Maar ik zou verbaasd zijn geweest als de regeringen er gelukkig mee waren geweest, want de rapporten zijn zeer kritisch over de situatie in de Arabische wereld, en dus zullen degenen die daarvoor verantwoordelijk zijn niet blij zijn.''

Illustratief is het gebrek aan medewerking van overheden in de onderzoeksfase, al werden individuele wetenschappers niet tegengewerkt. Die wilden vaststellen op welk niveau het onderwijs in de verschillende Arabische landen functioneert, hoeveel analfabeten er zijn, hoeveel boeken er uitgegeven worden, hoe de economiën er voorstaan, hoe groot armoede en rijkdom zijn. Maar regeringen hadden geen cijfers, of wilden ze niet afstaan. ,,Toen we zelf onderzoek wilden doen, kregen we vaak geen toestemming. Je denkt dan natuurlijk aan het berucht strenge Saoedi-Arabië -maar nee, Egypte was nog veel erger.''

Opvallend is dat Fergany geen blad voor de mond neemt, al verklaart hij soms dat een uitlating niet voor publicatie is. Maar hij doet dat heel wat minder vaak dan gebruikelijk is in de Arabische wereld, waar censuur de kennisverwerving beperkt, zoals de rapporten vaststellen.

Het is niet voor niets dat Fergany het belang van het internet benadrukt voor zijn 'missie'. De onderzoekers in de verschillende landen bleven via e-mail met elkaar in contact, het rapport is vooral ook via internet verspreid. Terwijl de censoren in de 22 Arabische landen bleven aarzelen over het toelaten van een populaire versie, wisten ruim een miljoen mensen het stuk via de website van de UNDP te downloaden. En met name in het streng-gecensureerde Saoedi-Arabië, glimlacht Fergany voldaan.

Die interesse van de Arabische burgers past in de visie die Fergany heeft over de toepassing van de rapporten. Ze zijn helemaal niet bedoeld als een recept voor regeringen, zegt hij. ,,Daar komt de echte verandering niet vandaan. We hopen dat de rapporten een debat op gang brengen, en leiden tot het vaststellen van een agenda voor verandering. We rekenen daarbij op de onafhankelijke organisaties, op de burgers, op de civil society. Hopelijk leidt het tot een proces van sociale innovatie in Arabische landen.''

Fergany ziet de UNDP-rapporten en het debat dat ze moeten oproepen bovendien als een 'tegengif' tegen kwalijke invloeden van buiten. Hij doelt daarbij vooral op het Amerikaanse ingrijpen in Irak, dat volgens hem niet leidt tot echte vooruitgang, behalve dan het vertrek van het regime van Saddam Hoessein, 'het ergste in de regio'. Hij ageert tegen 'het vermoorden van de vrijheid door een bezetting' en voorspelt dat een regering gebaseerd op etnische en religieuze herkomst alleen maar tot opdeling van het land zal leiden. ,,Veranderingen van buiten brengen is als een orgaantransplantatie. Dat veroorzaakt een afweerreactie en verzet.''

Anderhalf jaar na het verschijnen van het eerste rapport zijn er weliswaar nog geen echte veranderingen zichtbaar, geeft hij toe. Maar de aanbevelingen daaruit hebben wel een plaats gekregen 'op iedereens agenda, ook van regeringen'. ,,Uit overtuiging, of uit schaamte. Niemand heeft gezegd: ik ben tegen vrijheid, of tegen kennis. Alleen over ons pleidooi voor vrouwenrechten is gevraagd of we ons niet voor het karretje van het Westen lieten spannen.''

Vrouwenrechten blijken ook onder de vaak conservatieve Arabische burgers niet onomstreden, vertelt hij. ,,Het team heeft een voortrekkersrol. Het kan zijn dat we daarbij voor de troepen uitlopen, maar dat vind ik gerechtvaardigd. Dat is zelfs onderdeel van onze missie: het uitlokken van een debat dat leidt tot vooruitgang.''

Het team komt bij de komende Arabische top in maart in Tunesië met aanbevelingen voor hervormingen. Fergany waarschuwt dat echte veranderingen een kwestie van lange adem zijn. ,,Je moet niet aan zes maanden of een jaar denken. Het zal een lang proces zijn, van hard werken en opofferingen. Het is een proces van historische onderhandelingen en herverdeling van de politieke macht.''

Maar ziet hij de passieve Arabische samenleving dit echt zelf doen? ,,Het alternatief is verschrikkelijk, dat moeten we voorkomen. Het voortbestaan van het huidige status quo zal leiden tot lange periodes van geweld. Dat vooruitzicht moet mensen wakkerschudden.''

Dan verzucht hij dat het derde rapport, dat volgend jaar september moet verschijnen en over vrijheid en goed bestuur gaat, 'dynamiet' is. ,,Ik probeer me terug te trekken om met pensioen te gaan op mijn boerderij. Liever daar dan in de daarnaast gelegen gevangenis,'' grapt hij, om dan haastig te ontkennen dat hij bang is voor de reacties, die fors zullen zijn. ,,Het is zenuwslopend om over goed bestuur binnen het team te discussiëren. Want ook daar zijn veel verschillende meningen. En dit wordt het belangrijkste rapport.''

trouw.nl

Juwayriah
10-12-03, 09:25
Niet de islam, maar gebrek aan democratie doet de Arabische landen de aansluiting met de rest van de wereld verliezen. Democratie kan het tij nog keren, maar dan moet deze niet van buitenaf worden opgelegd.

De Arabische wereld hongert naar vrijheid en democratie. Geen enkele regio ter wereld koestert de democratie meer als politiek systeem dan de Arabische. Nergens ter wereld ook hebben burgers een grotere afkeer van dictatuur dan in de Arabische wereld.
Dat constateert dr. Nader Fergany, samensteller van het Arab Human Development Report 2002 op basis van onderzoek in 22 Arabische landen. Maar, zo merkt hij ook op, die honger lijkt voorlopig niet gestild te worden.

Vandaag neemt de Arabische onderzoeker samen met dr. Rima Khalaf Hunaidi, assistent-secretaris-generaal van de Verenigde Naties en directeur van het VN-bureau voor de Arabische Staten, de Prins Claus-prijs in ontvangst voor het VN-rapport. Fergany is verantwoordelijk voor dit lijvige rapport, dat door meer dan honderd onafhankelijke Arabische onderzoekers is opgesteld.

De kritiek van de onderzoekers op de leiders in de regio liegt er niet om. Fergany: 'Bij het begin van het derde millennium wilde een groep Arabische intellectuelen inventariseren hoever de Arabische wereld op het pad van de ontwikkeling der mensheid is voortgeschreden.

Verleden jaar kwam het overzichtsrapport, waarin we drie essentiële manco's constateerden waaraan de regio dreigt te bezwijken: gebrek aan kennis en toegang daartoe, gebrek aan vrijheid en een gebrek aan maatschappelijke deelname van vrouwen.' Ook de aanslagen van 11 september dwong de regio tot zelfreflectie. Na het onderzoek van 2002 werden drie vervolgrapporten aangekondigd.

Het eerste verscheen eind oktober. Fergany en de zijnen oefenen daarin felle kritiek uit op de censuur, het veel te traditionele en autoritaire onderwijs en de gebrekkige toegang tot internet. Hij hekelt vooral het feit dat de regimes in de regio blijven leunen op olie en gas in plaats van te investeren in de kenniseconomie, de economische motor van de toekomst. Het leunen op fossiele brandstoffen 'fossiliseert' de regio.

Toch is er volgens de Egyptische hoogleraar en directeur van de onafhankelijke denktank Almishkat maar één oplossing voor een regio die economisch, sociaal en cultureel hopeloos op de rest van de wereld dreigt achter te raken: volledige vrijheid van meningsuiting, het fundament van de democratie.

Voor het zelfverklaarde streven van de regering-Bush de regio te democratiseren, te beginnen met Irak, heeft Fergany geen goed woord over. 'Democratiseren kun je alleen van onderop. De regering-Bush is onwetend en arrogant. Gekoppeld aan de wens te overheersen, is dat een recept voor een ramp. Ons rapport is ook bedoeld als tegenwicht tegen het Amerikaanse streven de regio in te lijven.'

Fergany zoekt met 'de onafhankelijke Arabische voorhoede' steun bij het invoeren van vrijheid en democratie in de regio. 'Ik verwacht voorlopig meer van Europa dan van de VS, die democratie preken maar autoritaire regimes steunen. De informele hervormingsbewegingen hebben steun nodig. Dat helpt de zaak van binnenuit te hervormen. Als je democratie denkt te kunnen opleggen, zoals in Irak gebeurt, dan is dat als een lichaam dat een vreemd orgaan krijgt. Dat wordt afgestoten.'

De hoogleraar deelt niet de vrees dat vrije verkiezingen in veel Arabische landen zouden betekenen dat fundamentalisten aan de macht komen. 'Ik ken het dilemma dat er niet echt iets te kiezen zou vallen, omdat je alleen kunt kiezen tussen een keihard regime of keiharde on-liberale islamisten. Maar het zijn wanhopige mensen die in die vorm van islam vluchten. Geef ze vrijheid van meningsuiting, een parlement en onafhankelijke rechtspraak en je zult zien dat de verleiding van het fundamentalisme verdwijnt.'

De historicus Bernard Lewis ziet in de islam de grootste oorzaak van de achteruitgang in de regio. Het VN-rapport constateert ook die achteruitgang in de Arabische wereld, alleen verschillen zij van mening over de oorzaak.

Fergany: 'Ook Bernard Lewis constateert stilstand en achteruitgang. Het verschil is dat hij alles ophangt aan de islam en wij de islam als een belangrijke culturele factor zien. Maar gebrek aan vrijheid is de belangrijkste oorzaak. Ook religie heeft vrijheid nodig. Er zijn nu meer theologen die erop wijzen dat islamitische waarden en democratie elkaar niet uitsluiten. Maar staat en kerk, publiek en privé dienen gescheiden te zijn.'

Wanneer de honger naar vrijheid niet wordt gestild, voorziet Fergany een 'vrij grote catastrofe'. 'Alleen vrijheid kan de Arabische wereld redden. De huidige stabiliteit is een schijnstabiliteit. Als er niets verandert, barsten gewelddadige sociale conflicten los. Dat moeten we ten koste van alles vermijden. De vraag of ik hoopvol ben of niet over de toekomst doet er niet toe. We hebben geen keus.'


©Volkskrant 10-12-2003

T.A.F.K.A.Z
10-12-03, 09:40
Heel sympathiek om te stellen dat islam en democratie elkaar niet uitsluiten, maar als men niet afstapt van de eenzijdige interpretatie van de islam, waarin wordt gesteld dat er geen scheiding tussen moskee en staat is, dan zal het voorlopig niet op schieten met die democratie. Naast het verdwijnen van de corrupte regimes zal er m.i. ook een verandering op het godsdienstig vlak moeten plaatsvinden.

an3sdej
10-12-03, 09:46
GO TAFKAZ GO :duim:

Zagora, ben het nier natuurlijk van harte mee eens. Ik hoop werkelijk dat er ooit volwassen democratieën zullen groeien in de Arabische landen. Maar ik ben ook erg pessimistisch :huil:

Ramzi
10-12-03, 11:36
De Arabische wereld raakt verder achterop
door Judit Neurink
2003-12-10

Ze willen een aanzet geven tot een debat dat uiteindelijk politieke veranderingen moet brengen. Twee spraakmakende rapporten over de achterstand van de Arabische landen. De samenstellers van En daarvoor worden ze vandaag beloond met een van de Prins Claus Prijzen.



,,Als ik uiteindelijk geen minister word, komt dat niet door mijn werk voor het Arab Human Development Report. Ik stond allang bekend als kritisch'', glimlacht de Egyptische politicoloog Nader Fergany. Hij laat zich in een zaaltje van het Amsterdamse Hotel l'Europe ondervragen over de twee spraakmakende rapporten die onder zijn coördinatie tot stand kwamen, en die het team een van de Prins Claus Prijzen 2003 heeft opgeleverd.

Roeien tegen de stroom, dat is het beeld dat onmiddellijk opdoemt als Fergany vertelt over de twee rapporten van de VN-organisatie UNDP over de ontwikkeling in de Arabische wereld in 2002 en 2003. Rapporten die zijn samengesteld door onafhankelijke Arabische intellectuelen en beleidsmakers, waarin wordt vastgesteld dat de Arabische wereld steeds verder achterop raakt. De belangrijkste oorzaken zijn een gebrek aan vrijheid, kennis en vrouwenrechten in de Arabische landen.

De rapporten zijn door hun kritische inhoud in de Arabische wereld niet altijd even enthousiast ontvangen. Sterker nog, Fergany meldt slechts één voorbeeld van een land waar gejuich opging: Jordanië. ,,Koning Abdoellah heeft het als blauwdruk aanvaard voor hervormingen. Maar in Tunesië was men bijvoorbeeld boos over onze bedekte kritiek in het eerste rapport op de manier waarop president Ben Ali een vierde termijn regelde. Daar was het onmogelijk een publiek debat over dat rapport te organiseren. Maar ik zou verbaasd zijn geweest als de regeringen er gelukkig mee waren geweest, want de rapporten zijn zeer kritisch over de situatie in de Arabische wereld, en dus zullen degenen die daarvoor verantwoordelijk zijn niet blij zijn.''

Illustratief is het gebrek aan medewerking van overheden in de onderzoeksfase, al werden individuele wetenschappers niet tegengewerkt. Die wilden vaststellen op welk niveau het onderwijs in de verschillende Arabische landen functioneert, hoeveel analfabeten er zijn, hoeveel boeken er uitgegeven worden, hoe de economiën er voorstaan, hoe groot armoede en rijkdom zijn. Maar regeringen hadden geen cijfers, of wilden ze niet afstaan. ,,Toen we zelf onderzoek wilden doen, kregen we vaak geen toestemming. Je denkt dan natuurlijk aan het berucht strenge Saoedi-Arabië -maar nee, Egypte was nog veel erger.''

Opvallend is dat Fergany geen blad voor de mond neemt, al verklaart hij soms dat een uitlating niet voor publicatie is. Maar hij doet dat heel wat minder vaak dan gebruikelijk is in de Arabische wereld, waar censuur de kennisverwerving beperkt, zoals de rapporten vaststellen.

Het is niet voor niets dat Fergany het belang van het internet benadrukt voor zijn 'missie'. De onderzoekers in de verschillende landen bleven via e-mail met elkaar in contact, het rapport is vooral ook via internet verspreid. Terwijl de censoren in de 22 Arabische landen bleven aarzelen over het toelaten van een populaire versie, wisten ruim een miljoen mensen het stuk via de website van de UNDP te downloaden. En met name in het streng-gecensureerde Saoedi-Arabië, glimlacht Fergany voldaan.

Die interesse van de Arabische burgers past in de visie die Fergany heeft over de toepassing van de rapporten. Ze zijn helemaal niet bedoeld als een recept voor regeringen, zegt hij. ,,Daar komt de echte verandering niet vandaan. We hopen dat de rapporten een debat op gang brengen, en leiden tot het vaststellen van een agenda voor verandering. We rekenen daarbij op de onafhankelijke organisaties, op de burgers, op de civil society. Hopelijk leidt het tot een proces van sociale innovatie in Arabische landen.''

Fergany ziet de UNDP-rapporten en het debat dat ze moeten oproepen bovendien als een 'tegengif' tegen kwalijke invloeden van buiten. Hij doelt daarbij vooral op het Amerikaanse ingrijpen in Irak, dat volgens hem niet leidt tot echte vooruitgang, behalve dan het vertrek van het regime van Saddam Hoessein, 'het ergste in de regio'. Hij ageert tegen 'het vermoorden van de vrijheid door een bezetting' en voorspelt dat een regering gebaseerd op etnische en religieuze herkomst alleen maar tot opdeling van het land zal leiden. ,,Veranderingen van buiten brengen is als een orgaantransplantatie. Dat veroorzaakt een afweerreactie en verzet.''

Anderhalf jaar na het verschijnen van het eerste rapport zijn er weliswaar nog geen echte veranderingen zichtbaar, geeft hij toe. Maar de aanbevelingen daaruit hebben wel een plaats gekregen 'op iedereens agenda, ook van regeringen'. ,,Uit overtuiging, of uit schaamte. Niemand heeft gezegd: ik ben tegen vrijheid, of tegen kennis. Alleen over ons pleidooi voor vrouwenrechten is gevraagd of we ons niet voor het karretje van het Westen lieten spannen.''

Vrouwenrechten blijken ook onder de vaak conservatieve Arabische burgers niet onomstreden, vertelt hij. ,,Het team heeft een voortrekkersrol. Het kan zijn dat we daarbij voor de troepen uitlopen, maar dat vind ik gerechtvaardigd. Dat is zelfs onderdeel van onze missie: het uitlokken van een debat dat leidt tot vooruitgang.''

Het team komt bij de komende Arabische top in maart in Tunesië met aanbevelingen voor hervormingen. Fergany waarschuwt dat echte veranderingen een kwestie van lange adem zijn. ,,Je moet niet aan zes maanden of een jaar denken. Het zal een lang proces zijn, van hard werken en opofferingen. Het is een proces van historische onderhandelingen en herverdeling van de politieke macht.''

Maar ziet hij de passieve Arabische samenleving dit echt zelf doen? ,,Het alternatief is verschrikkelijk, dat moeten we voorkomen. Het voortbestaan van het huidige status quo zal leiden tot lange periodes van geweld. Dat vooruitzicht moet mensen wakkerschudden.''

Dan verzucht hij dat het derde rapport, dat volgend jaar september moet verschijnen en over vrijheid en goed bestuur gaat, 'dynamiet' is. ,,Ik probeer me terug te trekken om met pensioen te gaan op mijn boerderij. Liever daar dan in de daarnaast gelegen gevangenis,'' grapt hij, om dan haastig te ontkennen dat hij bang is voor de reacties, die fors zullen zijn. ,,Het is zenuwslopend om over goed bestuur binnen het team te discussiëren. Want ook daar zijn veel verschillende meningen. En dit wordt het belangrijkste rapport.''

jaja
10-12-03, 11:38
zie:
http://www.maroc.nl/nieuws/forums/showthread.php?postid=1094122#post1094122

T.A.F.K.A.Z
10-12-03, 11:48
Geplaatst door jaja
zie:
http://www.maroc.nl/nieuws/forums/showthread.php?postid=1094122#post1094122

Zie topic die ik al om 10;09 heb geplaatst.