PDA

Bekijk Volledige Versie : De Arabische wereld raakt verder achterop



Ramzi
10-12-03, 11:38
De Arabische wereld raakt verder achterop
door Judit Neurink
2003-12-10

Ze willen een aanzet geven tot een debat dat uiteindelijk politieke veranderingen moet brengen. Twee spraakmakende rapporten over de achterstand van de Arabische landen. De samenstellers van En daarvoor worden ze vandaag beloond met een van de Prins Claus Prijzen.



,,Als ik uiteindelijk geen minister word, komt dat niet door mijn werk voor het Arab Human Development Report. Ik stond allang bekend als kritisch'', glimlacht de Egyptische politicoloog Nader Fergany. Hij laat zich in een zaaltje van het Amsterdamse Hotel l'Europe ondervragen over de twee spraakmakende rapporten die onder zijn coördinatie tot stand kwamen, en die het team een van de Prins Claus Prijzen 2003 heeft opgeleverd.

Roeien tegen de stroom, dat is het beeld dat onmiddellijk opdoemt als Fergany vertelt over de twee rapporten van de VN-organisatie UNDP over de ontwikkeling in de Arabische wereld in 2002 en 2003. Rapporten die zijn samengesteld door onafhankelijke Arabische intellectuelen en beleidsmakers, waarin wordt vastgesteld dat de Arabische wereld steeds verder achterop raakt. De belangrijkste oorzaken zijn een gebrek aan vrijheid, kennis en vrouwenrechten in de Arabische landen.

De rapporten zijn door hun kritische inhoud in de Arabische wereld niet altijd even enthousiast ontvangen. Sterker nog, Fergany meldt slechts één voorbeeld van een land waar gejuich opging: Jordanië. ,,Koning Abdoellah heeft het als blauwdruk aanvaard voor hervormingen. Maar in Tunesië was men bijvoorbeeld boos over onze bedekte kritiek in het eerste rapport op de manier waarop president Ben Ali een vierde termijn regelde. Daar was het onmogelijk een publiek debat over dat rapport te organiseren. Maar ik zou verbaasd zijn geweest als de regeringen er gelukkig mee waren geweest, want de rapporten zijn zeer kritisch over de situatie in de Arabische wereld, en dus zullen degenen die daarvoor verantwoordelijk zijn niet blij zijn.''

Illustratief is het gebrek aan medewerking van overheden in de onderzoeksfase, al werden individuele wetenschappers niet tegengewerkt. Die wilden vaststellen op welk niveau het onderwijs in de verschillende Arabische landen functioneert, hoeveel analfabeten er zijn, hoeveel boeken er uitgegeven worden, hoe de economiën er voorstaan, hoe groot armoede en rijkdom zijn. Maar regeringen hadden geen cijfers, of wilden ze niet afstaan. ,,Toen we zelf onderzoek wilden doen, kregen we vaak geen toestemming. Je denkt dan natuurlijk aan het berucht strenge Saoedi-Arabië -maar nee, Egypte was nog veel erger.''

Opvallend is dat Fergany geen blad voor de mond neemt, al verklaart hij soms dat een uitlating niet voor publicatie is. Maar hij doet dat heel wat minder vaak dan gebruikelijk is in de Arabische wereld, waar censuur de kennisverwerving beperkt, zoals de rapporten vaststellen.

Het is niet voor niets dat Fergany het belang van het internet benadrukt voor zijn 'missie'. De onderzoekers in de verschillende landen bleven via e-mail met elkaar in contact, het rapport is vooral ook via internet verspreid. Terwijl de censoren in de 22 Arabische landen bleven aarzelen over het toelaten van een populaire versie, wisten ruim een miljoen mensen het stuk via de website van de UNDP te downloaden. En met name in het streng-gecensureerde Saoedi-Arabië, glimlacht Fergany voldaan.

Die interesse van de Arabische burgers past in de visie die Fergany heeft over de toepassing van de rapporten. Ze zijn helemaal niet bedoeld als een recept voor regeringen, zegt hij. ,,Daar komt de echte verandering niet vandaan. We hopen dat de rapporten een debat op gang brengen, en leiden tot het vaststellen van een agenda voor verandering. We rekenen daarbij op de onafhankelijke organisaties, op de burgers, op de civil society. Hopelijk leidt het tot een proces van sociale innovatie in Arabische landen.''

Fergany ziet de UNDP-rapporten en het debat dat ze moeten oproepen bovendien als een 'tegengif' tegen kwalijke invloeden van buiten. Hij doelt daarbij vooral op het Amerikaanse ingrijpen in Irak, dat volgens hem niet leidt tot echte vooruitgang, behalve dan het vertrek van het regime van Saddam Hoessein, 'het ergste in de regio'. Hij ageert tegen 'het vermoorden van de vrijheid door een bezetting' en voorspelt dat een regering gebaseerd op etnische en religieuze herkomst alleen maar tot opdeling van het land zal leiden. ,,Veranderingen van buiten brengen is als een orgaantransplantatie. Dat veroorzaakt een afweerreactie en verzet.''

Anderhalf jaar na het verschijnen van het eerste rapport zijn er weliswaar nog geen echte veranderingen zichtbaar, geeft hij toe. Maar de aanbevelingen daaruit hebben wel een plaats gekregen 'op iedereens agenda, ook van regeringen'. ,,Uit overtuiging, of uit schaamte. Niemand heeft gezegd: ik ben tegen vrijheid, of tegen kennis. Alleen over ons pleidooi voor vrouwenrechten is gevraagd of we ons niet voor het karretje van het Westen lieten spannen.''

Vrouwenrechten blijken ook onder de vaak conservatieve Arabische burgers niet onomstreden, vertelt hij. ,,Het team heeft een voortrekkersrol. Het kan zijn dat we daarbij voor de troepen uitlopen, maar dat vind ik gerechtvaardigd. Dat is zelfs onderdeel van onze missie: het uitlokken van een debat dat leidt tot vooruitgang.''

Het team komt bij de komende Arabische top in maart in Tunesië met aanbevelingen voor hervormingen. Fergany waarschuwt dat echte veranderingen een kwestie van lange adem zijn. ,,Je moet niet aan zes maanden of een jaar denken. Het zal een lang proces zijn, van hard werken en opofferingen. Het is een proces van historische onderhandelingen en herverdeling van de politieke macht.''

Maar ziet hij de passieve Arabische samenleving dit echt zelf doen? ,,Het alternatief is verschrikkelijk, dat moeten we voorkomen. Het voortbestaan van het huidige status quo zal leiden tot lange periodes van geweld. Dat vooruitzicht moet mensen wakkerschudden.''

Dan verzucht hij dat het derde rapport, dat volgend jaar september moet verschijnen en over vrijheid en goed bestuur gaat, 'dynamiet' is. ,,Ik probeer me terug te trekken om met pensioen te gaan op mijn boerderij. Liever daar dan in de daarnaast gelegen gevangenis,'' grapt hij, om dan haastig te ontkennen dat hij bang is voor de reacties, die fors zullen zijn. ,,Het is zenuwslopend om over goed bestuur binnen het team te discussiëren. Want ook daar zijn veel verschillende meningen. En dit wordt het belangrijkste rapport.''