PDA

Bekijk Volledige Versie : De kleur van werkloosheid



Juwayriah
22-12-03, 08:55
Werkgelegenheid / De kleur van werkloosheid



Als de economie bloeit, worden allochtonen als allerlaatsten aangenomen. Nu de economie in een dal zit, gaan zij er als eersten uit. In de grote steden heeft werkloosheid een kleur. Dat wekt wrevel.


Het duurt na het aankloppen een tijd voordat Fawzy Said zijn slaperige hoofd uit het raam van zijn nieuwbouwhuis in Apeldoorn steekt. In zijn kamerjas doet hij open. ,,Sinds ik werkloos ben, sta ik het liefst zo laat mogelijk op. Dan zijn de dagen korter.''

,,Dat ik geen werk heb, komt door discriminatie'', zegt Said. De 44-jarige Egyptenaar kwam in 1989 uit Caïro naar Nederland. Hij toont zijn diploma's scheikunde en zoölogie, universitaire studies die hij in zijn moederland voltooide. De eerste jaren werkte hij hier zonder verblijfsvergunning in de horeca. Sinds hij in 1993 met een Nederlandse vrouw trouwde -ze kregen een dochter en zijn inmiddels gescheiden- is hij legaal.

Said nam lessen Nederlands en volgde een opleiding tot grafisch vormgever bij een regionale krant. ,,Langer dan autochtonen werd ik aan het lijntje gehouden met tijdelijke contracten en een lager salaris dan de cao voorschreef. Zonder dat ze zeiden waarom, werd op een dag mijn contract niet verlengd.''

Hij volgde een cursus voor startende ondernemers en een 'pittige opleiding' automatisering en vond in de hoogtijdagen van de informatietechnologie gemakkelijk een baan. Maar de bloeitijd ging voorbij en nu wil het, ondanks zijn opleiding en ervaring, niet meer lukken.

Stapels sollicitatiebrieven liggen verspreid door zijn woonkamer. Hij stuurt er tien per maand. ,,Meestal krijg ik een afwijzing zonder reden. Ik bel er soms achteraan. Dan kunnen ze het niet uitleggen. Ik kan het niet bewijzen, maar het moet om mijn afkomst gaan. Ik zou betere reacties krijgen als ik een Nederlandse naam had.''

Dezelfde ervaring heeft Mo Ouatou (29) uit Amsterdam. Met zijn diploma's voor mavo en havo op zak, een beveiligingsopleiding en een mbo sociaaljuridische dienstverlening achter de rug, solliciteerde hij een paar jaar geleden bij een gevangenis. Hij legde het af tegen nauwelijks geschoolde Hollandse jongens. Ook Ouatou wilde weten waar dat aan lag. ,,De man aan de telefoon zei dat mijn dossier zoek was. Het is heel moeilijk aan te tonen dat ze me niet namen omdat ik Marokkaan ben, maar het zit me wel dwars.''

Een allochtoon moet zich altijd dubbel bewijzen, zegt Adjietkoemar Jiawan uit Arnhem. ,,Als ik op een horecabeurs zeg dat ik een café heb, reageren ze zo van: 'ja, ja, dat zal wel'.'' Jiawan, een Hindoestaan van 46, was vijftien jaar eigenaar van café De Ton in Arnhem-Zuid. Tegenwoordig bezit hij met een compagnon nachtdiscotheek La Parranda in het centrum en hij wil verder uitbreiden. Maar banken zijn huiverig voor investeringen in de horeca en al helemaal in een zaak met een zwarte baas, is Jiawans ervaring.

,,Ik stond eens de ramen te lappen van het café'', zegt Dewperkash Ramkhelawan. Deze 39-jarige Arnhemmer werkte vroeger bij Jiawan in de zaak. Later nam hij De Ton over. ,,Iemand vroeg mij wie de eigenaar was. Hij kon eerst niet geloven dat hij die tegenover zich had.''

Het is in deze recessie voor allochtonen extra moeilijk om werk te vinden, denken de twee. Daarover gaan ook de gesprekken in de toko van Aroen Bholasing, een paar straten verderop. Sommige van Bholasings klanten zoeken al jaren werk. ,,Een van hen hoorde laatst van het uitzendbureau dat een bedrijf had laten weten 'geen behoefte te hebben aan zwartjes'.'' Bholasing verkeert in tweestrijd. Aan de ene kant raadt hij jongeren aan voor een baas te gaan werken, opdat ze een beetje zekerheid hebben. Aan de andere kant vindt hij het jammer als niet meer allochtonen gaan ondernemen en zélf baas worden.

De extra hindernissen die allochtonen tegenkomen, maken hen nogal eens wrokkig, zegt Mo Ouatou. De Marokkaan volgt tegenwoordig een opleiding tot jongerenwerker in Bos en Lommer, een probleemwijk in Amsterdam-West. ,,Marokkanen zijn trots en eigenwijs. Zo van: 'Als je me niet aanneemt, dan niet. Laat ook maar, ik ga niet door het stof'. Die houding zie ik ook bij jongens hier in de buurt.''

,,Allochtonen zijn altijd meer slachtoffer van economische neergang dan autochtonen'', zegt Mohammed Essafi. Hij is adviseur bij KPMG in Amstelveen. Voor het ministerie van sociale zaken evalueerde hij met collega's de weinig succesvolle Wet Samen. Volgens die wet moesten bedrijven aantonen dat zij zich inspanden om allochtonen aan te nemen. De wet leverde voornamelijk administatieve rompslomp op en wordt afgeschaft. ,,De groepen werkloze allochtonen waren nooit zo groot als nu in de grote steden. Het was nooit zo zichtbaar. Op de langere termijn komt er een tweedeling autochtoon-allochtoon. Je ziet het gebeuren. De afgewezen allochtone jongeren zullen hun vrije tijd anders gaan doorbrengen, met criminaliteit onder andere. Dat zal weer tot conflicten met autochtonen leiden, vooroordelen bevestigen: het is een vicieuze cirkel.''

Zo denkt ook Abdallah Mouahbi erover. Hij leidt in Nijmegen een project om 'moeilijk bemiddelbare' allochtonen aan werk te helpen. ,,Het schokt mij als ik zie hoe weinig allochtonen op de havo en het vwo zitten en hoe veel op het vmbo. Voor laag opgeleiden is al weinig werk in economisch goede tijden, laat staan nu. Ik houd mijn hart vast.''

Justus Veenman is voorzichtiger. De hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam onderzoekt jaarlijks de werkgelegenheid onder allochtonen. ,,De belangrijkste ontwikkeling op lange termijn is toch dat ongelooflijk veel allochtonen beter opgeleid zijn geraakt en zijn gaan werken. Ik ben huiverig om te zeggen dat werkloosheid een kleur heeft gekregen. Landelijk is dat niet zo, alleen in de grote steden.''

Veenman is mede zo voorzichtig, omdat juist beelden van allochtonen hen parten spelen bij het zoeken naar werk. In de woorden van cafébaas Ramkhelawan uit Arnhem: ,,Buitenlanders worden als zwakkeren afgeschilderd. Het is logisch dat ondernemers zwakkeren het eerst ontslaan.'' Tokohouder Bholasing: ,,Buitenlanders zijn liever lui dan moe, dat is het beeld.''

KPMG-adviseur Essafi geeft werkgevers cursussen 'intercultureel management'. ,,Leidinggevenden moeten aandacht hebben voor diversiteit. Autochtonen hebben snel een eigen mening, assertiviteit wordt van huis uit gewaardeerd. Allochtonen stellen zich bescheidener op en denken: als ik mijn werk heel goed doe, dan hebben ze dat vanzelf wel door. Allochtonen hebben minder oog voor de netwerken op het werk. Op de borrel zoekt een autochtoon zijn baas op, allochtonen blijven in de vertrouwde groep. Een chef op zijn beurt moet niet alleen ingrijpen als het misgaat, maar zelf initiatief nemen. Vraag je werknemer eens naar de Ramadan.''

Bij gelijke geschiktheid moeten bedrijven de voorkeur geven aan een allochtoon, vindt Essafi. ,,Ze moeten een achterstand inlopen.'' Het ligt gevoelig. Allochtonen krijgen daardoor het stempel dat ze een baan op grond van hun afkomst hebben, autochtonen voelen zich achtergesteld. Essafi vindt het geen 'positieve discriminatie', maar spreekt van 'een extra investering'. Wat hem betreft niet alleen in de instroom, maar ook in de doorstroom. Dus: bij gelijke geschiktheid de allochtoon promoveren.

De overheid zou hierover afspraken moeten maken met bedrijven en bedrijfssectoren. ,,Uiteindelijk is langdurige werkloosheid onder allochtonen slechter voor de beeldvorming -en dus de verhoudingen in Nederland- dan dat voortrekken'', zegt Essafi. Ook econoom Veenman denkt dat de overheid moet ingrijpen. ,,Maar we hebben in Nederland nou eenmaal de verdomde ideologie dat er geen onderscheid mag worden gemaakt.''

Het is ook de drijfveer van Abdallah Mouahbi bij zijn project in Nijmegen. Het loopt binnenkort af. De doelstellingen -45 mensen naar regulier werk, 60 naar scholing, 45 naar gesubsidieerde banen- worden bij lange na niet gehaald. ,,De economie zakte in, het gesubsidieerde werk werd afgeschaft en veel van de mensen met wie wij werken, spreken nauwelijks Nederlands of hebben geen enkele ervaring. We hebben ons doel verlegd naar sociale activering. Mensen die niks doen behalve de dag doorbrengen, maken we bijvoorbeeld vrijwilliger in een buurthuis of op school. We willen iemand werkritme aanleren, zelfvertrouwen geven.''

,,Er zijn toch een paar sprekende voorbeelden uit gekomen. Een vrouw die bij ons kwam, leidde het leven van de typische Turkse of Marokkaanse vrouw zoals Nederlanders het kennen: ze zat alleen maar thuis. Die is op een dag bij een verpleeghuis binnengestapt en heeft gevraagd om werk. Ze staat er nu in de keuken en is daar gelukkig mee.''

Niet iedereen wijt de werkloosheid van allochtonen hoofdzakelijk aan achterstanden en discriminatie. ,,De helft van de allochtonen wil niet werken, hoor'', zegt de Antilliaanse Regine Gomez uit Alkmaar. De 34-jarige alleenstaande moeder van drie kinderen werkt vier dagen in de week bij de opvang nieuwkomers, een gesubsidieerde baan die nog even mag blijven bestaan. Eén dag in de week volgt ze een mbo-opleiding sociaal-cultureel werk. Ze heeft nooit last gehad van haar afkomst, zegt ze. Hoewel ze -opgegroeid in Venezuela- veel moeite had met de Nederlandse taal. Sinds ze hier is, vertelt ze, heeft ze niets dan vriendelijke mensen en welwillendheid ontmoet. ,,Er is werk zat in Nederland. Je hoeft maar een uitzendbureau binnen te lopen. Het zijn mijn eigen mensen, ik ken ze. Op Curaçao wordt gewoon gezegd: in Nederland krijg je makkelijk een uitkering, je hoeft er niet voor te werken.''

Je moet er even voor knokken, meent ook Henry Anastasia (29), maar dan kan het ook. Hij is ook een Antilliaan uit Alkmaar, waar hij technische bedrijfskunde studeert. ,,Je moet positief denken. Ik vertrouw op mijn capaciteiten. Het eerste jaar van mijn studie had ik wel last van discriminatie. Ik was de enige donkere in mijn klas en moest m'n best doen om mee te mogen doen aan een groepsopdracht. Maar als je eens een beter cijfer haalt dan de anderen, houdt dat wel op. En ik werk keihard aan mijn Nederlands. Met cursussen en door te oefenen. Het is nog niet optimaal, helaas.''

Arbeidsbemiddelaar Abdallah Mouahbi stelde, toen hij eerder als gezinsvoogd werkte, zelf in het team de vraag: maakt het voor ons werk iets uit dat ik Marokkaan ben? ,,Werd er bijvoorbeeld van me verwacht dat ik mij specifiek zou richten op Marokkaanse of allochtone gezinnen? Ik wilde dat niet. Het is goed om zoiets te bespreken. Dat is in de eerste plaats onze verantwoordelijkheid. Wij allochtonen zijn hier gekomen en wij zijn andersdenkend.''

Cruciaal zijn, zo vinden alle geïnterviewden, goede voorbeelden. Mohammed Essafi, zelf Marokkaans, houdt sessies met allochtone jongeren om nieuw beleid uit te testen. ,,Op dat moment zien die jongeren wat er mogelijk is.'' Het werkt ook andersom. ,,Als ik in Groningen integriteitstraining geef aan witte agenten die allochtonen alleen maar zien als ze die oppakken.'' Daarnaast kunnen allochtone ondernemers zelf bewust allochtonen in dienst nemen. Jiawan en Ramkhelawan uit Arnhem doen dat bijvoorbeeld. Niet zo zeer uit idealisme, maar omdat het ook past bij hun klantenkring. ,,Alleen als telefoniste nemen allochtonen toch nog vaak een Nederlands meisje aan'', zegt Abdallah Mouahbi, ,,dan komt je bedrijf betrouwbaarder over.''



© Trouw