PDA

Bekijk Volledige Versie : Kerstverhaal:,,Zet een bord bij, hij blijft eten''



Marsipulami
24-12-03, 09:42
REPORTAGE. Een bijzondere adoptie is gisteren beklonken
,,Zet een bord bij, hij blijft eten''

Van onze redactrice

Drie dagen voor Kerstmis nam een arts hem mee uit een Vlaams opvangtehuis voor vluchtelingen, waar hij in een hoekje zat weg te kwijnen. Komsat, toen twaalf, was met zijn zus uit het door oorlog getroffen Cambodja gekomen. Nu is hij er 36 en een volwaardig lid van het doktersgezin. Dat is gisteren bij de notaris beklonken door de ondertekening van een adoptieakte. Het gezin wil anoniem blijven, maar vindt dat het verhaal het verdient om te worden doorverteld. Het verhaal van een thuiskomst.

De dokter
Het gebeurde tijdens de doktersstaking van 1979. Ik staakte niet en werd gevraagd om naar het opvangtehuis voor vluchtelingen te gaan, ter vervanging van een collega. Ik zag hem in één oogopslag: een kleine, zieke jongen in een hoekje. Zijn zus had de handen vol met haar eigen drie zonen en ze hadden het niet gemakkelijk om de eindjes aan elkaar te knopen.

Op vrijdag heb ik bloed bij hem genomen. 's

Zaterdags wisten we dat hij drie soorten malaria had, waaronder één vorm waarop heel veel resistenties waren. Nu hebben we daar weer medicijnen voor, maar toen niet. Komsat kreeg geregeld zware aanvallen en leed bovendien aan bloedarmoede. Ik wist niet goed wat te doen. We stonden aan het begin van een lang weekend, want Kerstmis viel op een dinsdag. Komsat en zijn familie spraken geen enkele taal van bij ons, en ik kon dus niet uitleggen dat de medicatie heel precies moest worden toegediend. Ik heb hem in mijn auto gestoken en meegenomen naar huis. Zijn zus was tevreden dat er voor hem gezorgd zou worden. Het heeft nog lang geduurd voor we de malaria onder controle kregen. Een professor uit Leuven raadde me ten slotte aan om de oude truc van de paters van Scheut te proberen: kininesulfaat. Dat product moest toen speciaal uit Engeland komen. Daarmee is het gelukt.


De moeder
Mijn man kwam binnen en zei: dit is Komsat. Zet een bord bij, want hij blijft eten. Het was vlak voor Kerstmis, en overal waar we gingen, herhaalden we hetzelfde: zet een bord bij, want hij eet mee. En Komsat is gebleven. We waren twee jaar getrouwd, hadden een dochter van negen maanden en ik was zwanger van de tweede. En ineens waren we met drie.

Hij was wel erg zwak en kon niet alleen naar de auto stappen. We hadden geen taal om met elkaar te spreken. Hij kon lezen noch schrijven. Mijn man pakte een rol behangpapier en tekende die vol met prentjes van alledaagse dingen: een bed, een tafel, bestek. Zo leerden we hem met mes en vork te eten. Er lag dat jaar een dik pak sneeuw. We hebben daar nog foto's van: vol verwondering staat hij in de sneeuw te kijken. Na drie dagen noemde hij ons 'pa' en 'ma'. Het was duidelijk dat hij wilde blijven en voor ons was dat goed. We hebben daar weinig vragen bij gesteld. Het ging gewoon vanzelf.


Komsat
Natuurlijk wilde ik blijven. In vergelijking met waar ik vandaan kwam, was dit het paradijs. Ik heb wekenlang met mijn moeder en broers en zussen door de bossen gezworven, op de vlucht voor de Rode Khmers. We aten wat we konden vinden: planten, wortels, wilde aardappelen. We vingen af en toe een slang en pikten eieren uit de nesten. Ik ben geboren in Battambang, een dorp op het Cambodjaanse platteland. We waren met negen kinderen. Vier hebben de oorlog, het geweld en de ondervoeding niet overleefd. Mijn vader was al langer dood. Ik was de jongste.

Toen ik acht was, werd ik ingelijfd bij het Rode-Khmerleger. Ze hadden in het dorp gezien dat ik goed kon werken. Ik moest niet vechten. Ik kreeg een geweer en moest altijd bij de baas blijven, om hem te beschermen. Ik kreeg daar relatief goed te eten.

Op een dag hoorde ik ze vertellen dat het leger zou oprukken naar de Thaïse grens, en dat ze alle burgers die ze onderweg nog tegenkwamen, zouden vermoorden. Ik ben naar huis gehold en heb mijn familie verteld dat we weg moesten. Het lukte ons om de grens over te steken. We kwamen in een Thaïs vluchtelingenkamp terecht. Om de een of andere reden mochten we daar niet blijven. Het Thaïse leger zette ons terug de grens over. We wisten dat we een zekere dood tegemoet gingen. We zijn 's nachts door de bossen geslopen om toch terug in Thailand te geraken. Mijn moeder heeft dat niet overleefd. Ze was uitgeput en we hadden geen medicijnen. We hebben haar begraven op een maïsveld, onder de enige boom die er stond. Ik zou de plek misschien nog terug kunnen vinden.


De moeder
Komsat was uitgehongerd maar kon door ziekte nauwelijks iets eten. Dat is rond Kerstmis niet gemakkelijk. Overal waar we kwamen, stonden de tafels boordevol. Mijn schoonmoeder heeft toen heel vaak kip met rijst voor hem gemaakt Dat at hij wel. Hij peuzelde zelfs de beentjes mee op. Hij raakte ook helemaal gefascineerd door het duivenhok van de buurman: dat mensen hier duiven hielden en ze niet opaten! Hij bleef maar herhalen: 'Duif in de pan!' (lacht).


Komsat
Er was een enorm verschil tussen mijn leven hier en mijn leven daar. Ineens moest ik naar school. Hier in België is dat erg belangrijk, maar ik heb het nooit graag gedaan. Ik heb een half jaar in het eerste studiejaar gezeten, een jaar in het derde, nog een jaar in het vijfde. Daarna ben ik automechanica gaan studeren, maar ik heb de school niet afgemaakt. De praktijkvakken deed ik graag, maar taal blijft een probleem. Zelfs nu nog. `Als ik zinnen maak, nu ook veel vergeten.' Ik ben ook een tijdje van huis weggegaan. Het zal de puberteit wel zijn geweest. Ik zag hoe de kinderen van mijn zus altijd alles kregen, ook een brommer. Mijn ouders hier waren nogal streng. Ik was dat niet gewend. Maar ik heb me tijdig herinnerd wat ze allemaal voor me gedaan hebben, en ik ben teruggekeerd.


De moeder
Hij is hier voor het eerst binnengekomen vlak voor Kerstmis. Hij is weggegaan vlak voor een andere Kerstmis. Op zoek naar zichzelf, verscheurd tussen twee werelden en twee culturen. Maar dat is al lang weer geheeld. Morgen (nvdr: gisteren) tekenen we bij de notaris de adoptieakte en wordt hij echt een van ons. Ach, hij is dat altijd geweest, hoor. Hij is onze oudste zoon. We hebben hem toestemming gegeven om te trouwen, zoals dat in de Cambodjaanse cultuur gebruikelijk is, en zijn zonen zijn onze kleinkinderen. Ze komen hier vaak hun huiswerk maken en onze dochters helpen hen bij de voorbereiding van hun examens.

Zo is het hier altijd gegaan: Komsat zorgde voor onze kinderen toen ze nog heel klein waren, nu helpen zij de kleinkinderen. We hebben hier altijd twee generaties in huis gehad en dat voelt heel natuurlijk aan. Komsat past op het huis als we weg zijn en er gaat geen avond voorbij zonder dat hij even binnenspringt. We zouden ongerust zijn als hij het niet deed. Voor ons verandert die adoptie echt niets. Voor de buitenwereld misschien wel. Want als ik over de kleinkinderen vertel, is er altijd wel iemand die zegt: jamaar, dat zijn de uwe toch niet. In mijn ogen zijn ze dat wel en zijn ze dat altijd geweest. Vanaf nu zijn ze het ook officieel.


De zus
Komsat was hier vóór mij. Hij is hier altijd geweest. Hij is mijn grote broer. Hij heeft me leren autorijden. Ik was zes toen zijn oudste zoon geboren werd. Ik ga mee naar het oudercontact op de school van zijn kinderen. Het is nogal ingewikkeld om dan uit te leggen wie ik ben. Straks kan ik gewoon zeggen dat ik hun tante ben. Wat ik in feite altijd al geweest ben, maar nu hoeft er geen lange uitleg meer bij. Nu kunnen we echt zeggen dat we met z'n vijven zijn, en niet meer met vier en een half.


Komsat
Eerst ben ik Belg geworden, ik geloof in 1994. Dat was moeilijk. Ik kon geen papieren voorleggen over mijn afkomst. Ik had geen geboortebewijs. Daarom heeft het lang geduurd. Ik had ook Belg kunnen worden op mijn 18de verjaardag. Maar toen moest je als jongeman nog naar het leger en dat wilde ik niet. Ik wilde geen wapens dragen. Ik wilde niet aan die tijd herinnerd worden. Achteraf heb ik daar spijt van gehad, toen ik hoorde dat het Belgische leger niet gaat vechten en dat je er veel kunt leren. Je kon er bijvoorbeeld vrachtwagenchauffeur worden. Maar ik heb een goede baan nu. Ik werk bij Colruyt en ik werk daar graag. Ik was de eerste kleurling die ze er hebben aangeworven. Nu zijn we al met velen.


De dokter
De adoptie is voor mij een principiële zaak. Komsat is ons kind, punt. Hij heeft evenveel recht op wat hier is, op onze erfenis, als de vier andere. Ik wil daar niet mee uitpakken. Ik heb het ook met niemand doorgepraat, behalve dan met de kinderen. Ze moesten volwassen genoeg zijn om er bewust mee in te stemmen. Ik heb gewacht tot de jongste 20 was. Zo is mijn besluit langzaam maar zeker kunnen groeien.

Ik weet wel dat er in veel Vlaamse gezinnen geruzied wordt over erfenissen. Ik heb Komsat twee voorwaarden gesteld: ik verwacht van hem dat hij, als ik er niet meer ben, in alle omstandigheden verzoenend optreedt. Dat is een belofte die hij mij heeft gedaan. Ik zal er natuurlijk niet meer zijn om het te controleren. En wat de andere voorwaarde betreft: die blijft tussen hem en mij, tussen vader en zoon.


Komsat
Ik heb besloten om de naam van dit gezin aan te nemen. Dat hoeft niet. Ik mag kiezen. Maar ik wil het graag. Ik wil een waardige opvolger worden voor papa. Ik geef zijn naam graag door aan mijn jongens. Ze zijn thuis al hard aan het oefenen, want de nieuwe naam is veel langer.


De dokter
Er zat geen doelmatigheid in vanaf het begin. Hij kwam, en hij is gebleven. Het leven is toeval. Vier jaar voor zijn komst betoogde ik nog als student in Leuven tegen de Amerikaanse interventie in de Vietnam-oorlog. En een paar jaar later zit bij ons aan tafel een jongen die is weggevlucht voor de tegenstanders van die Amerikanen. Ik heb daar geen schuldgevoel over, helemaal niet. Het is een vaststelling, die niet zonder cynisme is. Dat is de ironie van de geschiedenis zeker?


24/12/2003 Veerle Beel

©Copyright De Standaard