PDA

Bekijk Volledige Versie : Integriteit ( II )



Juwayriah
04-01-04, 11:07
Integriteit (2)

Wanneer getuigen worden opgeroepen verplichten zij zich via het afleggen van de eed de waarheid en niets dan de waarheid te spreken. Wie houdt zich er nog aan? Op 17 december 1981 vroeg ik prins Claus (55) om voor de Haagse rechtbank de waarheid te zeggen over hoe ik door Buitenlandse Zaken was gesaboteerd tijdens zijn reis eerder dat jaar naar India. De Indiase ambassadrice in Den Haag, mevrouw Muthamma, met wie ik bevriend was, had me aangemoedigd, een reportage te maken. De GPD (Gemeenschappelijke Persdienst) gaf de opdracht, dus meldde ik bij ontwikkelingssamenwerking. Ik ontving per kerende post een map met materiaal. Ik vertrok opgewekt naar New Delhi, waar ik een eerst een bezoek bracht aan premier Indira Gandhi.

Zij zei niet exact te weten welk protocol zij moest volgen. “Als prins Philip hier komt hebben we geen problemen. Hij komt als man van Elisabeth II. Prins Claus staat op de lijst als adviseur van de minister van Ontwikkelings Samenwerking. Moet ik een lunch of een diner voor hem geven? We weten niet of er een erewacht op het vliegveld moet staan”. Ik opperde, “Hij houdt er niet zo van, dus misschien beter niet.”

Om kort te gaan, ik mocht nergens bij zijn. Werd ook niet op de ambassade uitgenodigd en keerde onverrichter zake naar Nederland terug. Zelfs was de toenmalige secretaris van Claus, de heer Froger in het hotel naar me toegekomen met de mededeling, dat hij (en Claus) zeer betreurden wat er gebeurde. Het getuigenis onder ede van de prins in Den Haag was echter door BuZa advocaten ingestudeerd en ontweek opzettelijk de kernvragen. We hebben het toen laten zitten. Vast stond, dat Claus geen eerbaar getuigenis had afgelegd.

De overheidssabotage nam sinds 1981 alleen maar toe. Dus 19 december 1995 vroeg ik oud premier Ruud Lubbers (56) onder ede de waarheid te komen vertellen. Tijdens voorbesprekingen met de advocaten en de NVJ werd openlijk overlegd, wat te doen als Lubbers zou liegen. Kamerlid Erik Jurgens opperde “wat doe je als hij glashard ontkent, wat hij jou heeft gezegd?” Men had gelijk. Lubbers babbelde in cirkels. Hij herhaalde, dat hij mij een aanbod van 100.000 gulden had gedaan indien ik de verdere claim op de staat liet varen. Hij vermeed slim de staat in problemen te brengen, door te zeggen wat hij wist, en bepaalde zich tot zorgvuldig gekozen bewoordingen. Wel liet hij doorschemeren, dat wat me was overkomen niet door de beugel kon. Van een ruiterlijke of integere getuigeverklaring was helaas ook bij Lubbers geen sprake. De praatjes leverden de advocaten ook niet het juridische houvast dat zij nodig hadden.

Prinses Margriet spande op 16 juni 1998 de kroon. H.K.H., vergezeld van de heer de Wijkerslooth, de huidige super procureur-generaal, gedroeg zich of zij van de prinses geen kwaad wist. Zij desavoueerde de voormalige (na dit incident ontslagen) woordvoerster van Beatrix, Jessa van Vonderen. Die dame is niet voor niets, na vijf jaar rond Beatrix te hebben gehangen, een fervente republikein geworden. Margriet sprak onder ede, alsof ze niet wist wie ik was. Toen zij ook nog verklaarde niet te weten of ik in Canada met Pieter van Vollenhoven had gesproken - waar ze notabene bijstond en zich uiteindelijk zelf in het gesprek mengde – moest ik wel concluderen, dat deze hulp koningin glashard onder ede loog met als bezielende adviseur de huidige super procureur generaal naast haar, met wie zij trouwens voortdurend fluisterend overlegde.

Welke betekenis heeft de rechtspraak, wanneer zoals hier onder toeziend oog van een onderzoeksrechter, B.C. Punt, of een advocaat van het koninklijk huis, de Wijkerslooth, een kroongetuige - de zuster van het staatshoofd - wordt toegestaan onder ede twijfelachtige uitspraken toe te staan, die in strijd met de feiten en de waarheid zijn, maar ten doel hebben de staat jegens een klagende burger vrij te pleiten? Als een eerste leugen onder ede eenmaal passeert, dan gaat het snel bergafwaarts en volgt een tweede. Na enige tijd is onwaarheid spreken onder ede gewoon. Op den duur doet het er niet meer toe of de eed wordt afgelegd. Waarom de eed dan niet afgeschaft, want de betekenis er van, is een relikwie der oudheid, als het ooit heeft bestaan.


© Willem Oltmans