Marsipulami
16-02-04, 17:01
Islam is gedoemd te verwestersen
Door Jan Meulemeesters
Maandag 16 februari 2004 - In 1992 schreef de Fransman Olivier Roy het boek 'De mislukking van de politieke islam'. Daarin verklaart hij fundamentalistisch geweld als een reactie op het falen een islamitische staat te stichten. In zo'n staat zouden moslims hun godsdienst juist uitleveren aan de willekeur van de politiek, meent hij.
In zijn nieuwe boek 'De globalisering van de islam' antwoordt hij critici, die hem wezen op de opmars van de islam. Dat is schone schijn, meent Roy. Migranten bouwen wel moskeeën in het Westen maar belangrijker is volgens de Fransman dat zij als een minderheid geleidelijkaan verwestersen. Vooral het proces van individualisering zorgt er voor dat zij los komen te staan van de eigen cultuur, eigen geestelijke leiders. Jongeren ontwikkelen eigen vormen: een spirituele, humanistische islam, neofundamentalisme of een strijdbaar internationalisme. Bij andere godsdiensten gebeurt volgens Roy hetzelfde: omdat men tot minderheid is geworden in een seculiere wereld, ontstaat verzet in de vorm van charismatische, evangelische bewegingen, fundamentalisme of een afkeer van de wereld in een persoonlijk, NewAgeachtig geloof.
Kip en ei
Het bijzondere van de westerse moslims is dat zij niet alleen de westerse cultuur afwijzen maar veelal ook de eigen cultuur en dat men praat over een universele islam, die niet bestaat. Koran noch bijbel geven universele antwoorden, omdat die altijd cultureel worden ingekleurd, geïnterpreteerd, schrijft Roy. Uiteindelijk kom je nooit uit de kipeneiredeneringen, wat was er eerst: religie die cultuur bepaalde, of andersom. De stelling dat islam leidt tot achterlijkheid, lijkt te kloppen in vergelijking met het Westen, maar niét bij een vergelijking met buurland: het islamitische Maleisië boert beter dan Thailand, India en Pakistan en Senegal en Ivoorkust hebben ongeveer dezelfde inkomsten. In het overwegend islamitische Indonesië zijn er gemiddeld 2,6 kinderen per vrouw; in de katholieke Filipijnen 3,6.
Wél is het waar dat islamitisdche landen zich niet vooruit bewegen in de richting van secularisatie maar terug, in een heimwee naar politieke religie. Roy bestrijdt fel de neiging om conflikten religieus te duiden, terwijl ze vrijwel altijd etnischcultureel bepaald zijn. Zelfmoordacties zijn zelfs in strijd met de islam. Al Qaedaleden hebben vrijwel allen gebroken met de moslimwereld, die ze beweren te vertegenwoordigen, schrijft hij.
Godsdienststudenten
In de meeste islamitische landen haalt een fundamentalische partij niet meer dan 20 procent van de stemmen. Vaak zijn er meerdere islamitische partijen zodat ze niet kunnen pretenderen dé islam te vertegenwoordigen. Om islamitische partijen de wind uit de zeilen te nemen, herislamiseren politici met hoofddoekjes, baarddracht, islamitische scholen. Het gevolg was een stroom godsdienststudenten, die een islamisering van instellingen en rechtbanken afdwingen om een baan te vinden. Een keer slaagden ze er zelfs in een hele staat over te nemen: de taliban (godsdienststudenten) in Afghanistan.
Intussen hebben vele staten: Pakistan, Turkije en Jemen bijvoorbeeld, de islamisering een halt toegeroepen. Roy maakt pogingen van moslims en westerse staten belachelijk om migranten uit moslimlanden als groep te behandelen, waartoe dan zelfs atheïsten behoren. Als er al een min of meer homogene groep is, zijn het jongeren uit de achterstandswijken, die westers zijn in hun (consumptie)gedrag maar de islam gebruiken om hun woede tegen hun achterstandspositie te verwoorden.
Gezagscrisis
Maar ook in traditionele islamitische staten beginnen jonge taliban een eigen koranschool (madrassa) met een eigen keuze uit theologen en slingeren banvloeken naar tegenstanders. Dat leidt tot een algehele gezagscrisis in de islamitische wereld. Het individu wordt doelwit van prediking, niet de gemeenschap. Taliban gaan van deur tot deur. Individuele moslims klagen instellingen aan als onvoldoende gelovig. Op die manier heeft neofundamentalisme geleidt tot ondermijning van het islamitisch gezag. In preken wordt steeds vaker de nadruk gelegd op zelfverwerkeling door islamitische plichten, op een islam van liefde, gelijkheid en individuele vrijheid, een islam met ikcultuur.
Globalisatie
Roy heeft ook een eigenwijze kijk op het neofundamentalisme, het door SaoediArabië betaalde verlangen naar de fundamenten van de islam. Door culturele aanpassingen af te wijzen (zie de vernietiging van de cultuur door de taliban in Afghanistan), is het een vorm van globalisatie en tegelijkertijd is het een antwoord op de vervreemding die globalisatie bij moslims veroorzaakt. Zo verwijzen vrijwel alle websites naar een internationale umma (geloofsgemeenschap) die niet bestaat. Het vreemde is dat neofundamentalisten zich steeds vaker organiseren in stamverband om daar de sjaria, de islamitische wet, uit te roepen. Totale verwarring is het resultaat, concludeert Roy.
Amerika steunt broeinesten van fundamentalisme (SaudiArabië en Pakistan) en valt een staat aan (Irak) die er niets mee te maken wil hebben. Europees links veroordeelt het fundamentalisme in de islam en verdedigt daarom een seculiere dictatuur (Algerije) die het bestrijdt. Extreemrechts steunt de Arabieren tegen Israël maar bestrijdt de islamitische invasie in Europa. Maar democratie bestaat nu eenmaal bij de gratie domme dingen te zeggen, besluit hij cynisch. De analyse is briljant, maar het boek leest niet gemakkelijk en zit vol specifiek Franse voorbeelden.
De globalisering van de islam. Door Olivier Roy. Uitgever Van Gennip. Prijs €22,50.
Door Jan Meulemeesters
Maandag 16 februari 2004 - In 1992 schreef de Fransman Olivier Roy het boek 'De mislukking van de politieke islam'. Daarin verklaart hij fundamentalistisch geweld als een reactie op het falen een islamitische staat te stichten. In zo'n staat zouden moslims hun godsdienst juist uitleveren aan de willekeur van de politiek, meent hij.
In zijn nieuwe boek 'De globalisering van de islam' antwoordt hij critici, die hem wezen op de opmars van de islam. Dat is schone schijn, meent Roy. Migranten bouwen wel moskeeën in het Westen maar belangrijker is volgens de Fransman dat zij als een minderheid geleidelijkaan verwestersen. Vooral het proces van individualisering zorgt er voor dat zij los komen te staan van de eigen cultuur, eigen geestelijke leiders. Jongeren ontwikkelen eigen vormen: een spirituele, humanistische islam, neofundamentalisme of een strijdbaar internationalisme. Bij andere godsdiensten gebeurt volgens Roy hetzelfde: omdat men tot minderheid is geworden in een seculiere wereld, ontstaat verzet in de vorm van charismatische, evangelische bewegingen, fundamentalisme of een afkeer van de wereld in een persoonlijk, NewAgeachtig geloof.
Kip en ei
Het bijzondere van de westerse moslims is dat zij niet alleen de westerse cultuur afwijzen maar veelal ook de eigen cultuur en dat men praat over een universele islam, die niet bestaat. Koran noch bijbel geven universele antwoorden, omdat die altijd cultureel worden ingekleurd, geïnterpreteerd, schrijft Roy. Uiteindelijk kom je nooit uit de kipeneiredeneringen, wat was er eerst: religie die cultuur bepaalde, of andersom. De stelling dat islam leidt tot achterlijkheid, lijkt te kloppen in vergelijking met het Westen, maar niét bij een vergelijking met buurland: het islamitische Maleisië boert beter dan Thailand, India en Pakistan en Senegal en Ivoorkust hebben ongeveer dezelfde inkomsten. In het overwegend islamitische Indonesië zijn er gemiddeld 2,6 kinderen per vrouw; in de katholieke Filipijnen 3,6.
Wél is het waar dat islamitisdche landen zich niet vooruit bewegen in de richting van secularisatie maar terug, in een heimwee naar politieke religie. Roy bestrijdt fel de neiging om conflikten religieus te duiden, terwijl ze vrijwel altijd etnischcultureel bepaald zijn. Zelfmoordacties zijn zelfs in strijd met de islam. Al Qaedaleden hebben vrijwel allen gebroken met de moslimwereld, die ze beweren te vertegenwoordigen, schrijft hij.
Godsdienststudenten
In de meeste islamitische landen haalt een fundamentalische partij niet meer dan 20 procent van de stemmen. Vaak zijn er meerdere islamitische partijen zodat ze niet kunnen pretenderen dé islam te vertegenwoordigen. Om islamitische partijen de wind uit de zeilen te nemen, herislamiseren politici met hoofddoekjes, baarddracht, islamitische scholen. Het gevolg was een stroom godsdienststudenten, die een islamisering van instellingen en rechtbanken afdwingen om een baan te vinden. Een keer slaagden ze er zelfs in een hele staat over te nemen: de taliban (godsdienststudenten) in Afghanistan.
Intussen hebben vele staten: Pakistan, Turkije en Jemen bijvoorbeeld, de islamisering een halt toegeroepen. Roy maakt pogingen van moslims en westerse staten belachelijk om migranten uit moslimlanden als groep te behandelen, waartoe dan zelfs atheïsten behoren. Als er al een min of meer homogene groep is, zijn het jongeren uit de achterstandswijken, die westers zijn in hun (consumptie)gedrag maar de islam gebruiken om hun woede tegen hun achterstandspositie te verwoorden.
Gezagscrisis
Maar ook in traditionele islamitische staten beginnen jonge taliban een eigen koranschool (madrassa) met een eigen keuze uit theologen en slingeren banvloeken naar tegenstanders. Dat leidt tot een algehele gezagscrisis in de islamitische wereld. Het individu wordt doelwit van prediking, niet de gemeenschap. Taliban gaan van deur tot deur. Individuele moslims klagen instellingen aan als onvoldoende gelovig. Op die manier heeft neofundamentalisme geleidt tot ondermijning van het islamitisch gezag. In preken wordt steeds vaker de nadruk gelegd op zelfverwerkeling door islamitische plichten, op een islam van liefde, gelijkheid en individuele vrijheid, een islam met ikcultuur.
Globalisatie
Roy heeft ook een eigenwijze kijk op het neofundamentalisme, het door SaoediArabië betaalde verlangen naar de fundamenten van de islam. Door culturele aanpassingen af te wijzen (zie de vernietiging van de cultuur door de taliban in Afghanistan), is het een vorm van globalisatie en tegelijkertijd is het een antwoord op de vervreemding die globalisatie bij moslims veroorzaakt. Zo verwijzen vrijwel alle websites naar een internationale umma (geloofsgemeenschap) die niet bestaat. Het vreemde is dat neofundamentalisten zich steeds vaker organiseren in stamverband om daar de sjaria, de islamitische wet, uit te roepen. Totale verwarring is het resultaat, concludeert Roy.
Amerika steunt broeinesten van fundamentalisme (SaudiArabië en Pakistan) en valt een staat aan (Irak) die er niets mee te maken wil hebben. Europees links veroordeelt het fundamentalisme in de islam en verdedigt daarom een seculiere dictatuur (Algerije) die het bestrijdt. Extreemrechts steunt de Arabieren tegen Israël maar bestrijdt de islamitische invasie in Europa. Maar democratie bestaat nu eenmaal bij de gratie domme dingen te zeggen, besluit hij cynisch. De analyse is briljant, maar het boek leest niet gemakkelijk en zit vol specifiek Franse voorbeelden.
De globalisering van de islam. Door Olivier Roy. Uitgever Van Gennip. Prijs €22,50.