Zwarte Schaap
21-02-04, 15:12
Aanval op geld ontwikkelingshulp
Rijke landen willen militaire uitgaven onder Oeso-norm voor steun brengen
door han Koch
AMSTERDAM - Uitgaven in ontwikkelingslanden voor het handhaven van vrede en veiligheid kunnen worden bestempeld als officiële ontwikkelingshulp. Binnen de Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling (Oeso) wordt momenteel druk onderhandeld over het oprekken van de norm voor ontwikkelingshulp, een onderwerp dat lang onbespreekbaar was.
Dat blijkt uit vertrouwelijke stukken van de Oeso, de club van dertig rijke landen, waarover Trouw beschikt. In die stukken worden tekstvoorstellen gedaan voor een herdefiniëring van 'hulp'. Hulporganisaties spreken liever over 'vervuiling' van de norm. Als de norm stevig wordt opgerekt, zal blijken dat landen die nu lage percentages van hun nationaal inkomen besteden aan hulp -zoals de Verenigde Staten en Frankrijk- plotseling tot de grote ontwikkelingshulpverleners behoren. Mede op initiatief van de Nederlandse regering is recent door de Oeso onderzocht of kosten die worden gemaakt voor vrede en veiligheid in ontwikkelingslanden, niet als steun in de boeken moeten worden opgenomen. Dat zou bij handhaving van de huidige budgetten bijvoorbeeld voor Nederland betekenen dat kosten die nu door Defensie worden gemaakt straks vallen onder de 0,7 procent van het nationaal inkomen waartoe Nederland zich heeft verplicht. De consequentie daarvan is dat minder geld zou hoeven worden gegeven voor sectoren als onderwijs en gezondsheidszorg.
Sinds 1972 is de definitie voor wat wel en niet als steun mag worden gerekend, strikt gehandhaafd. De Dac, een commissie van de Oeso, kreeg tot taak daarbij als waakhond op te treden. Hulp was gekoppeld aan armoedebestrijding, en uitgaven voor het militaire apparaat vielen daar niet onder. Dreigende normvervaging leidde vaak tot zeer heftige discussies. Met name Nederland en Japan voerden het verzet tegen vervuiling aan. Een van de meest heftige conflicten was in 1992. De Amerikanen wensten toen Egypte leningen (voor defensie) kwijt te schelden voor de steun die dat land tijdens de Eerste Golfoorlog gaf. Het conflict werd diplomatiek opgelost door de VS toe te staan die kwijtschelding in de eigen boeken op te nemen als hulp, in de rapportage van de Oeso werd de schuldkwijting echter niet vermeld.
Volgens betrouwbare bronnen is de Nederlandse vraag of training van militairen tot hulp mag worden gerekend, mede de reden dat de discussie weer is opgelaaid. Tegenstanders nemen het Nederland kwalijk dat een ommezwaai is gemaakt.
Bron: Trouw 21/02/04
Rijke landen willen militaire uitgaven onder Oeso-norm voor steun brengen
door han Koch
AMSTERDAM - Uitgaven in ontwikkelingslanden voor het handhaven van vrede en veiligheid kunnen worden bestempeld als officiële ontwikkelingshulp. Binnen de Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling (Oeso) wordt momenteel druk onderhandeld over het oprekken van de norm voor ontwikkelingshulp, een onderwerp dat lang onbespreekbaar was.
Dat blijkt uit vertrouwelijke stukken van de Oeso, de club van dertig rijke landen, waarover Trouw beschikt. In die stukken worden tekstvoorstellen gedaan voor een herdefiniëring van 'hulp'. Hulporganisaties spreken liever over 'vervuiling' van de norm. Als de norm stevig wordt opgerekt, zal blijken dat landen die nu lage percentages van hun nationaal inkomen besteden aan hulp -zoals de Verenigde Staten en Frankrijk- plotseling tot de grote ontwikkelingshulpverleners behoren. Mede op initiatief van de Nederlandse regering is recent door de Oeso onderzocht of kosten die worden gemaakt voor vrede en veiligheid in ontwikkelingslanden, niet als steun in de boeken moeten worden opgenomen. Dat zou bij handhaving van de huidige budgetten bijvoorbeeld voor Nederland betekenen dat kosten die nu door Defensie worden gemaakt straks vallen onder de 0,7 procent van het nationaal inkomen waartoe Nederland zich heeft verplicht. De consequentie daarvan is dat minder geld zou hoeven worden gegeven voor sectoren als onderwijs en gezondsheidszorg.
Sinds 1972 is de definitie voor wat wel en niet als steun mag worden gerekend, strikt gehandhaafd. De Dac, een commissie van de Oeso, kreeg tot taak daarbij als waakhond op te treden. Hulp was gekoppeld aan armoedebestrijding, en uitgaven voor het militaire apparaat vielen daar niet onder. Dreigende normvervaging leidde vaak tot zeer heftige discussies. Met name Nederland en Japan voerden het verzet tegen vervuiling aan. Een van de meest heftige conflicten was in 1992. De Amerikanen wensten toen Egypte leningen (voor defensie) kwijt te schelden voor de steun die dat land tijdens de Eerste Golfoorlog gaf. Het conflict werd diplomatiek opgelost door de VS toe te staan die kwijtschelding in de eigen boeken op te nemen als hulp, in de rapportage van de Oeso werd de schuldkwijting echter niet vermeld.
Volgens betrouwbare bronnen is de Nederlandse vraag of training van militairen tot hulp mag worden gerekend, mede de reden dat de discussie weer is opgelaaid. Tegenstanders nemen het Nederland kwalijk dat een ommezwaai is gemaakt.
Bron: Trouw 21/02/04