Zwarte Schaap
06-03-04, 09:39
Commentaar
Nederland fraudeland
Bij de bouwfraude blijken niet alleen ondergeschikten, maar ook bovenbazen betrokken te zijn. Topmannen van onder andere HBG, Haskoning, Heijmans en Boele en Van Eesteren sloten een illegale overeenkomst over de bouw van het nieuwe ministerie van Sociale Zaken. In ruil voor de opdracht betaalde Boele en Van Eesteren vijf nepconcurrenten elk anderhalf miljoen gulden.
Dit was nog maar één van de minimaal vier deals waarbij voormannen van bouwgiganten rechtstreeks betrokken waren. Hiermee neemt de bouwfraude-affaire een nieuwe wending. De top van de bouwsector heeft tegenover de parlementaire enquêtecommissie steeds elke persoonlijke betrokkenheid bij verboden afspraken ontkend.
Voorzitter Vos van deze commissie, die in 2002 de bouwfraude onderzocht, heeft dan ook gelijk dat het debat over de fraude heropend moet worden. De sector kan alleen schoon schip maken als de onderste steen boven komt. Dit geldt niet alleen voor de betrokkenheid van de bestuurders, maar ook voor het falende toezicht van commissarissen, onder wie oud-minister Bukman en oud-werkgeversvoorzitter Van Lede.
Ook de spelregels die het kabinet hanteert om bouwbedrijven te bewegen over de brug te komen met hun schaduwboekhoudingen, moeten opnieuw worden bezien. Het kabinet roept bouwbedrijven op vóór 1 mei opening van zaken te geven over hun verboden kartelpraktijken.
Als bedrijven hun informatie overdragen aan de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa), komen ze in aanmerking voor clementie. Ze krijgen dan een lagere boete of zelfs vrijwaring van strafvervolging. Wie zich meldt, komt bovendien niet op de zwarte lijst te staan en kan dus weer gewoon meedingen naar overheidsopdrachten.
De NMa is op grond van de Mededingingswet gebonden aan geheimhouding. De verstrekte gegevens mogen dus niet zomaar worden doorgespeeld naar het Openbaar Ministerie. Tegen de afspraken in is dat overigens toch gebeurd: er wordt een klokkenluider verdacht, omdat zijn schaduwboekhouding bij de NMa niet veilig bleek. Hier wordt met twee maten gemeten: waar frauderende bedrijven clementie wordt beloofd, wordt een individuele klokkenluider in het nauw gebracht.
Hoe wrang dat ook is, de oorspronkelijke spelregels deugen evenmin. Het Openbaar Ministerie mag niet buitenspel staan, maar moet zelf kunnen beoordelen of bouwbedrijven moeten worden vervolgd. Als er al deals worden gesloten, is het aan het OM om clementie te betrachten.
Het Nederlandse bedrijfsleven heeft zijn onschuld verloren. In het buitenland worden de fraudepraktijken van Ahold (ter grootte van 1 miljard euro) vergeleken met affaires als Parmalat en Enron. Nederland weet kennelijk nog niet goed raad met het gebrek aan normen en waarden in het bedrijfsleven. Vrijwillig orde op zaken stellen volgens de regels van Tabaksblat verdient de voorkeur. Maar uiteindelijk moet de sterke arm van de wet fatsoenlijk gedrag afdwingen.
Bron: De Volkskrant 06/03/04
Nederland fraudeland
Bij de bouwfraude blijken niet alleen ondergeschikten, maar ook bovenbazen betrokken te zijn. Topmannen van onder andere HBG, Haskoning, Heijmans en Boele en Van Eesteren sloten een illegale overeenkomst over de bouw van het nieuwe ministerie van Sociale Zaken. In ruil voor de opdracht betaalde Boele en Van Eesteren vijf nepconcurrenten elk anderhalf miljoen gulden.
Dit was nog maar één van de minimaal vier deals waarbij voormannen van bouwgiganten rechtstreeks betrokken waren. Hiermee neemt de bouwfraude-affaire een nieuwe wending. De top van de bouwsector heeft tegenover de parlementaire enquêtecommissie steeds elke persoonlijke betrokkenheid bij verboden afspraken ontkend.
Voorzitter Vos van deze commissie, die in 2002 de bouwfraude onderzocht, heeft dan ook gelijk dat het debat over de fraude heropend moet worden. De sector kan alleen schoon schip maken als de onderste steen boven komt. Dit geldt niet alleen voor de betrokkenheid van de bestuurders, maar ook voor het falende toezicht van commissarissen, onder wie oud-minister Bukman en oud-werkgeversvoorzitter Van Lede.
Ook de spelregels die het kabinet hanteert om bouwbedrijven te bewegen over de brug te komen met hun schaduwboekhoudingen, moeten opnieuw worden bezien. Het kabinet roept bouwbedrijven op vóór 1 mei opening van zaken te geven over hun verboden kartelpraktijken.
Als bedrijven hun informatie overdragen aan de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa), komen ze in aanmerking voor clementie. Ze krijgen dan een lagere boete of zelfs vrijwaring van strafvervolging. Wie zich meldt, komt bovendien niet op de zwarte lijst te staan en kan dus weer gewoon meedingen naar overheidsopdrachten.
De NMa is op grond van de Mededingingswet gebonden aan geheimhouding. De verstrekte gegevens mogen dus niet zomaar worden doorgespeeld naar het Openbaar Ministerie. Tegen de afspraken in is dat overigens toch gebeurd: er wordt een klokkenluider verdacht, omdat zijn schaduwboekhouding bij de NMa niet veilig bleek. Hier wordt met twee maten gemeten: waar frauderende bedrijven clementie wordt beloofd, wordt een individuele klokkenluider in het nauw gebracht.
Hoe wrang dat ook is, de oorspronkelijke spelregels deugen evenmin. Het Openbaar Ministerie mag niet buitenspel staan, maar moet zelf kunnen beoordelen of bouwbedrijven moeten worden vervolgd. Als er al deals worden gesloten, is het aan het OM om clementie te betrachten.
Het Nederlandse bedrijfsleven heeft zijn onschuld verloren. In het buitenland worden de fraudepraktijken van Ahold (ter grootte van 1 miljard euro) vergeleken met affaires als Parmalat en Enron. Nederland weet kennelijk nog niet goed raad met het gebrek aan normen en waarden in het bedrijfsleven. Vrijwillig orde op zaken stellen volgens de regels van Tabaksblat verdient de voorkeur. Maar uiteindelijk moet de sterke arm van de wet fatsoenlijk gedrag afdwingen.
Bron: De Volkskrant 06/03/04