Orakel
07-03-04, 19:21
LBR-bericht
Rotterdam, 5 maart 2004
Overheid moet bestrijding discriminatie hogere prioriteit geven
Rapportage aan VN en Nationaal Actieplan te beperkt
Maandag 8 maart spreekt het Landelijk Bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie (LBR) met het VN-comité tegen rassendiscriminatie in Genève over de rapportage van de Nederlandse regering aan het comité. Deze rapportage wordt iedere twee jaar uitgebracht in het kader van de Internationale Conventie ter uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie CERD (International Convention on the Elimination of All Forms of Racial Discrimination). Het LBR stelde een schaduwrapportage op.
Het LBR laat in haar reactie aan het VN-comité weten dat de Nederlandse regering meer aandacht moet geven aan de bestrijding van rassendiscriminatie. Net als bij het Nationaal Actieplan tegen Racisme vat de regering in haar rapportage de bestrijding van rassendiscriminatie veel te beperkt op en geeft zij op essentiële gebieden niet aan met welke maatregelen zij rassendiscriminatie wil terugdringen.
Het LBR betreurt het dat de rapportage van de Nederlandse regering te laat is ingeleverd, ondanks het feit dat het VN-Comité de Nederlandse regering daarvoor bij eerdere rapportages op de vingers tikte. Een deel van de rapportage is ook al verouderd. In de rapportage merkt de regering bijvoorbeeld op dat de Wet SAMEN bijzonder effectief is, maar de termijn van deze wet is inmiddels verlopen, zonder dat de wet op een adequate manier is vervangen. Wat betreft andere kritiekpunten van het VN-comité constateert het LBR dat er nog weinig vooruitgang is geboekt. Deze kritiekpunten betroffen onder meer de hoge werkloosheidscijfers onder etnische minderheden in vergelijking met autochtone Nederlanders, het geringe aantal politiemensen van allochtone afkomst in de politiekorpsen en de segregatie in het onderwijs. De regering noemt te weinig maatregelen om deze punten aan te pakken, dat geldt voor zowel de rapportage aan de VN als voor het Nationaal Actieplan tegen Racisme.
Het LBR onderschrijft de conclusie van de Commissie Blok dat het aanpakken van discriminatie noodzakelijk is om de participatie en integratie van migranten in Nederland te doen slagen. Een jaarlijks terugkerend onderzoek naar de arbeidsmarktpositie van de verschillende groepen zou onderdeel moeten zijn van het regeringsbeleid. Verder wenst het LBR onder meer dat de in de Aanwijzing Discriminatie voorgeschreven samenwerking tussen het Openbaar Ministerie en de politie gestalte krijgt. Met name de politie schiet tekort bij het aannemen en afhandelen van aangiftes van discriminatie.
Het Nationaal Actieplan tegen Racisme wordt in april in de Tweede Kamer besproken. De reactie van het LBR op het Nationaal Actieplan, en een samenvatting daarvan in kernpunten, zijn op de website van het LBR geplaatst. De volledige tekst van het schaduwrapport voor de VN van het LBR en een samenvatting van het schaduwrapport (beiden Engelstalig) zijn eveneens op de website geplaatst
http://www.lbr.nl/lbr/cerdnap.html
Rotterdam, 5 maart 2004
Overheid moet bestrijding discriminatie hogere prioriteit geven
Rapportage aan VN en Nationaal Actieplan te beperkt
Maandag 8 maart spreekt het Landelijk Bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie (LBR) met het VN-comité tegen rassendiscriminatie in Genève over de rapportage van de Nederlandse regering aan het comité. Deze rapportage wordt iedere twee jaar uitgebracht in het kader van de Internationale Conventie ter uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie CERD (International Convention on the Elimination of All Forms of Racial Discrimination). Het LBR stelde een schaduwrapportage op.
Het LBR laat in haar reactie aan het VN-comité weten dat de Nederlandse regering meer aandacht moet geven aan de bestrijding van rassendiscriminatie. Net als bij het Nationaal Actieplan tegen Racisme vat de regering in haar rapportage de bestrijding van rassendiscriminatie veel te beperkt op en geeft zij op essentiële gebieden niet aan met welke maatregelen zij rassendiscriminatie wil terugdringen.
Het LBR betreurt het dat de rapportage van de Nederlandse regering te laat is ingeleverd, ondanks het feit dat het VN-Comité de Nederlandse regering daarvoor bij eerdere rapportages op de vingers tikte. Een deel van de rapportage is ook al verouderd. In de rapportage merkt de regering bijvoorbeeld op dat de Wet SAMEN bijzonder effectief is, maar de termijn van deze wet is inmiddels verlopen, zonder dat de wet op een adequate manier is vervangen. Wat betreft andere kritiekpunten van het VN-comité constateert het LBR dat er nog weinig vooruitgang is geboekt. Deze kritiekpunten betroffen onder meer de hoge werkloosheidscijfers onder etnische minderheden in vergelijking met autochtone Nederlanders, het geringe aantal politiemensen van allochtone afkomst in de politiekorpsen en de segregatie in het onderwijs. De regering noemt te weinig maatregelen om deze punten aan te pakken, dat geldt voor zowel de rapportage aan de VN als voor het Nationaal Actieplan tegen Racisme.
Het LBR onderschrijft de conclusie van de Commissie Blok dat het aanpakken van discriminatie noodzakelijk is om de participatie en integratie van migranten in Nederland te doen slagen. Een jaarlijks terugkerend onderzoek naar de arbeidsmarktpositie van de verschillende groepen zou onderdeel moeten zijn van het regeringsbeleid. Verder wenst het LBR onder meer dat de in de Aanwijzing Discriminatie voorgeschreven samenwerking tussen het Openbaar Ministerie en de politie gestalte krijgt. Met name de politie schiet tekort bij het aannemen en afhandelen van aangiftes van discriminatie.
Het Nationaal Actieplan tegen Racisme wordt in april in de Tweede Kamer besproken. De reactie van het LBR op het Nationaal Actieplan, en een samenvatting daarvan in kernpunten, zijn op de website van het LBR geplaatst. De volledige tekst van het schaduwrapport voor de VN van het LBR en een samenvatting van het schaduwrapport (beiden Engelstalig) zijn eveneens op de website geplaatst
http://www.lbr.nl/lbr/cerdnap.html