Zwarte Schaap
24-03-04, 13:20
Imago Bush dreigt door Clarke te vergruizen
Van onze correspondent Jan Tromp
Republikeinen in Witte Huis hadden volgens terrorisme-expert een obsessieve weerzin tegen Saddam Hussein - en vergaten Al Qa'ida
NEW YORK - George Bush heeft zichzelf uitgeroepen tot de opperbevelhebber van de oorlog tegen het terrorisme. Het is de kern van zijn verkiezingscampagne. Geen enkele andere Amerikaanse politicus heeft de nationale veiligheid zo geborgen als de zittende president. Stem op George W. Bush en de terroristen zullen verdelgd worden, een voor een, dood of levend.
Plotseling is het in het publieke debat in de VS zeer de vraag of deze voorstelling van zaken niet een constructie is. Maandag verscheen van Richard Clarke, voormalig adviseur inzake terrorismebestrijding, het boek Against all Enemies. Het had de werking van een clusterbom.
Het raakt de presidentiële campagne, die net op gang begint te komen, in het hart: Bush is niet de oorlogspresident die hij zegt te zijn. Hij koesterde samen met zijn vice-president Dick Cheney en zijn vrienden op het Pentagon een obsessieve weerzin tegen Saddam Hussein. Maar in weerwil van waarschuwingen heeft hij het terrorisme van Al Qa'ida links laten liggen, totdat het zich op 11 september 2001 in zijn onvoorstelbare omvang aan Amerika opdrong. Maar ook toen was de president in beslag genomen door Saddam Hussein, zijn gekoesterde spookbeeld, en dus niet door de echte bedreigingen van de Amerikaanse veiligheid.
'Ga na of Saddam dit deed. Ga na of hij op een of andere manier hierbij betrokken is.' Clarke citeert de president in de Situation Room van het Witte Huis, op de avond van de twaalfde september 2001. 'Maar meneer de president, Al Qa'ida heeft dit gedaan.' 'Weet ik, weet ik, maar ga na of Saddam erbij betrokken was, ga het gewoon na.'
Clarke beschrijft dat hij probeerde beleefd te blijven. 'Weet u, we hebben verschillende malen bekeken of Al Qa'ida door staten gesteund wordt en we hebben geen enkele band met Irak gevonden.' De president: 'Kijk naar Irak, naar Saddam.'
Zondagavond in een interview op CBS voegde Clarke eraan toe dat Bush 'zeer intimiderend' was geweest. 'Ik bedoel dat we maar met één antwoord mochten terugkomen.' Clarke beschrijft een bijeenkomst in januari 2001 met leden van de nieuwe regering van Bush: 'Mijn boodschap was krachtig. Al Qa'ida is in oorlog met ons, waarschijnlijk hebben ze slapende cellen in de VS.'
De reacties verschilden; de meest markante kwam van Paul Wolfowitz, ideoloog achter het neoconservatisme en onderminister van Defensie. Wolfowitz: : 'Ik begrijp gewoon niet waarom we beginnen te praten over die ene man Bin Laden. (...) Er zijn anderen die ook bezig zijn. Het Iraakse terrorisme bijvoorbeeld.' Clarke: 'Paul, ik ben mij niet bewust van enig door Irak gesteund terrorisme dat gericht is op de VS.'
In het kamp van Bush kunnen ze zijn bloed wel drinken. Een zorgvuldig opgebouwd imago dreigt te vergruizen. Wat John Kerry heel voorzichtig en stap voor stap misschien zou kunnen onttakelen, doet Clarke in één keer. Is George Bush wel de veilige veste waarvoor hij zich uitgeeft?
'Het boek is een verward, vals, zure-druivenverslag van een gedemotiveerde regeringsambtenaar die wil scoren en de regering-Bush wil vernietigen, waarvan hij deel uitmaakte als overblijvertje uit de jaren van Clinton.' De conservatieve columnist John Pohoretz verwoordde pregnant de wanhoop die zich heeft meester gemaakt van het regeringskamp.
Een van de moeilijkheden is dat Richard Clarke niet zomaar is weg te zetten als een lakei van het Democratische partijbelang. Hij stond in 2000 geregistreerd als Republikein. Hij was een carrière-ambtenaar die begon onder de Republikeinse president Reagan. Hij gold in menige veiligheidskwestie als een havik.
De kwestie-Clarke overschaduwt veel, ook de publieke verhoren van gisteren en vandaag door een onderzoekscommissie van voormalige politici naar de vraag of 11 september voorkomen had kunnen worden. De ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie, Colin Powell en Donald Rumsfeld, deden gisteren hun best om voor de commissie het beeld dat Clarke heeft opgetrokken, te ondermijnen.
Omstandig zetten ze uiteen hoezeer bestrijding van het terrorisme van Al Qa'ida hen in beslag nam, vanaf hun uur van aantreden. Maar het waren overwegend bezweringsformules. Voorlopig is de aanklacht van Clarke nog niet van tafel.
Bron: De Volkskrant 24/03/04
Van onze correspondent Jan Tromp
Republikeinen in Witte Huis hadden volgens terrorisme-expert een obsessieve weerzin tegen Saddam Hussein - en vergaten Al Qa'ida
NEW YORK - George Bush heeft zichzelf uitgeroepen tot de opperbevelhebber van de oorlog tegen het terrorisme. Het is de kern van zijn verkiezingscampagne. Geen enkele andere Amerikaanse politicus heeft de nationale veiligheid zo geborgen als de zittende president. Stem op George W. Bush en de terroristen zullen verdelgd worden, een voor een, dood of levend.
Plotseling is het in het publieke debat in de VS zeer de vraag of deze voorstelling van zaken niet een constructie is. Maandag verscheen van Richard Clarke, voormalig adviseur inzake terrorismebestrijding, het boek Against all Enemies. Het had de werking van een clusterbom.
Het raakt de presidentiële campagne, die net op gang begint te komen, in het hart: Bush is niet de oorlogspresident die hij zegt te zijn. Hij koesterde samen met zijn vice-president Dick Cheney en zijn vrienden op het Pentagon een obsessieve weerzin tegen Saddam Hussein. Maar in weerwil van waarschuwingen heeft hij het terrorisme van Al Qa'ida links laten liggen, totdat het zich op 11 september 2001 in zijn onvoorstelbare omvang aan Amerika opdrong. Maar ook toen was de president in beslag genomen door Saddam Hussein, zijn gekoesterde spookbeeld, en dus niet door de echte bedreigingen van de Amerikaanse veiligheid.
'Ga na of Saddam dit deed. Ga na of hij op een of andere manier hierbij betrokken is.' Clarke citeert de president in de Situation Room van het Witte Huis, op de avond van de twaalfde september 2001. 'Maar meneer de president, Al Qa'ida heeft dit gedaan.' 'Weet ik, weet ik, maar ga na of Saddam erbij betrokken was, ga het gewoon na.'
Clarke beschrijft dat hij probeerde beleefd te blijven. 'Weet u, we hebben verschillende malen bekeken of Al Qa'ida door staten gesteund wordt en we hebben geen enkele band met Irak gevonden.' De president: 'Kijk naar Irak, naar Saddam.'
Zondagavond in een interview op CBS voegde Clarke eraan toe dat Bush 'zeer intimiderend' was geweest. 'Ik bedoel dat we maar met één antwoord mochten terugkomen.' Clarke beschrijft een bijeenkomst in januari 2001 met leden van de nieuwe regering van Bush: 'Mijn boodschap was krachtig. Al Qa'ida is in oorlog met ons, waarschijnlijk hebben ze slapende cellen in de VS.'
De reacties verschilden; de meest markante kwam van Paul Wolfowitz, ideoloog achter het neoconservatisme en onderminister van Defensie. Wolfowitz: : 'Ik begrijp gewoon niet waarom we beginnen te praten over die ene man Bin Laden. (...) Er zijn anderen die ook bezig zijn. Het Iraakse terrorisme bijvoorbeeld.' Clarke: 'Paul, ik ben mij niet bewust van enig door Irak gesteund terrorisme dat gericht is op de VS.'
In het kamp van Bush kunnen ze zijn bloed wel drinken. Een zorgvuldig opgebouwd imago dreigt te vergruizen. Wat John Kerry heel voorzichtig en stap voor stap misschien zou kunnen onttakelen, doet Clarke in één keer. Is George Bush wel de veilige veste waarvoor hij zich uitgeeft?
'Het boek is een verward, vals, zure-druivenverslag van een gedemotiveerde regeringsambtenaar die wil scoren en de regering-Bush wil vernietigen, waarvan hij deel uitmaakte als overblijvertje uit de jaren van Clinton.' De conservatieve columnist John Pohoretz verwoordde pregnant de wanhoop die zich heeft meester gemaakt van het regeringskamp.
Een van de moeilijkheden is dat Richard Clarke niet zomaar is weg te zetten als een lakei van het Democratische partijbelang. Hij stond in 2000 geregistreerd als Republikein. Hij was een carrière-ambtenaar die begon onder de Republikeinse president Reagan. Hij gold in menige veiligheidskwestie als een havik.
De kwestie-Clarke overschaduwt veel, ook de publieke verhoren van gisteren en vandaag door een onderzoekscommissie van voormalige politici naar de vraag of 11 september voorkomen had kunnen worden. De ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie, Colin Powell en Donald Rumsfeld, deden gisteren hun best om voor de commissie het beeld dat Clarke heeft opgetrokken, te ondermijnen.
Omstandig zetten ze uiteen hoezeer bestrijding van het terrorisme van Al Qa'ida hen in beslag nam, vanaf hun uur van aantreden. Maar het waren overwegend bezweringsformules. Voorlopig is de aanklacht van Clarke nog niet van tafel.
Bron: De Volkskrant 24/03/04