PDA

Bekijk Volledige Versie : Erasmusprijs en islam



TonH
06-04-04, 11:15
112 Teletekst di 06 apr
***************************************
Erasmusprijs in het teken van islam

***************************************
HILVERSUM De Erasmusprijs is dit jaar
gewonnen door drie wetenschappers uit
Syrië,Marokko en Iran.De jury vindt dat
zij een impuls hebben gegeven aan het
debat over de relatie tussen godsdienst
en het moderne leven.Aan de prijs is
een bedrag van 150.000 euro verbonden.

Fatima Mernissi uit Marokko is een
prominente islamitische feministe.Onder
meer haar boek 'Achter de sluier' is in
het Nederlands verschenen.De Syrische
hoogleraar Sadik Jalal al-Azm schrijft
essays over de islamitische cultuur.

Abdulkarim Soroush ontvluchtte Iran
in 1996.Hij is filosoof en schrijft
kritisch over religieuze tolerantie.
***************************************


De Erasmusprijs wordt jaarlijks toegekend aan een persoon of instelling die een voor Europa buitengewoon belangrijke bijdrage heeft geleverd op cultureel, sociaal of sociaal-wetenschappelijk gebied. De prijs bestaat uit een geldbedrag van € 150.000. De prijsuitreiking vindt plaats in het najaar van 2004 te Amsterdam.

TonH
06-04-04, 11:25
http://www.erasmusprijs.org/nl/index.htm


Erasmusprijs 2004 toegekend aan Sadik Jalal Al-Azm, Fatema Mernissi en Abdulkarim Soroush

Regent en Bestuur van de Stichting Praemium Erasmianum hebben de Erasmusprijs 2004 toegekend aan Sadik Jalal Al-Azm (Syrië), Fatema Mernissi (Marokko) en Abdulkarim Soroush (Iran).

De Erasmusprijs wordt jaarlijks toegekend aan een persoon of instelling die een voor Europa buitengewoon belangrijke bijdrage heeft geleverd op cultureel, sociaal of sociaal-wetenschappelijk gebied. De prijs bestaat uit een geldbedrag van € 150.000. De prijsuitreiking vindt plaats in het najaar van 2004 te Amsterdam.

De Erasmusprijs 2004 heeft als thema 'Religie en Moderniteit'. Door recente mondiale politieke en sociale ontwikkelingen heeft het maatschappelijke en intellectuele debat rond de verhouding tussen godsdienst en moderniteit een nieuwe impuls gekregen. In dit debat wordt de vraag gesteld wat de positie is van godsdienst ten opzichte van maatschappelijke moderniseringsprocessen, zoals ontwikkeling van kennis, secularisering, individualisering en democratisering.
Moderniseringsprocessen in relatie tot de islam vragen momenteel in de gehele wereld speciaal de aandacht. Eén van de centrale vragen betreft de opstelling van moslims ten aanzien van sociale, politieke en religieuze implicaties van moderniteit. Welke verschillende posities nemen zij in ten aanzien van zaken als democratie, scheiding van kerk en staat, en mensenrechten, inclusief de rechten van de vrouw? In hoeverre laten zij zich inspireren door moderne filosofische en culturele stromingen? Waar liggen de grenzen die aan kritiek op de eigen godsdienst, en daarmee verbonden tradities en gebruiken worden gesteld? Daarover hoort men in de islamitische wereld een breed spectrum aan meningen, van uiterst traditionalistisch tot zeer verlicht.
De publieke discussie over islam en moderniteit leidt in West-Europa tevens tot zelfreflectie, waarbij de westerse Verlichting - die als bakermat van de moderniteit wordt beschouwd - kritisch onder de loep wordt genomen. De vraag wordt bijvoorbeeld gesteld of religie een hinderpaal vormt voor modernisering. Daarbij moet onder ogen worden gezien dat moderniseringsprocessen misschien niet altijd verlopen volgens in het Westen ontwikkelde modellen.
In het licht van de grote breedte van het thema, wil de Stichting Praemium Erasmianum recht doen aan een diversiteit van visies, een veelheid aan thema's en aan regionale verschillen binnen de islamitische wereld. Daarom heeft zij de Erasmusprijs 2004 verdeeld over drie prijswinnaars. De drie laureaten hebben zich elk op eigen wijze - in woord, geschrift en optreden - bezig gehouden met de vraag op welke wijze moderniseringsprocessen en een sterk op religie gebaseerde cultuur zijn te combineren. Zij verdienen het om in brede kring gehoord te worden. De drie laureaten zijn, in alfabetische volgorde, Sadik Jalal Al-Azm (Syrië), Fatema Mernissi (Marokko), en Abdulkarim Soroush (Iran).



Biografieën

Sadik J. Al-Azm (emeritus hoogleraar Moderne Europese Filosofie aan de Universiteit van Damascus) werd geboren in Damascus in 1934 als telg van een bekende soennitische familie.
Na een opleiding aan Yale University doceerde hij in 1963 filosofie aan de Amerikaanse Universiteit van Beiroet. Hij beschouwt zichzelf zo niet als een marxistisch, dan toch als een materialistisch denker, die zich praktisch bemoeit met de politieke en sociale omstandigheden waarin hij verkeert.
Al-Azm werd bekend door zijn boek 'Zelfkritiek na de nederlaag' (1968), waarin hij een analyse gaf van de Arabische desillusie na de Zesdaagse oorlog. Behalve publicaties in het Arabisch zijn ook een aantal van Al-Azm's werken in het Engels verschenen. Daarnaast zijn er boeken van zijn hand in het Duits, Nederlands, Engels, Noors en Italiaans op de markt gebracht (Unbehagen in der Moderne. Aufklärung im Islam,1993; Kritiek op godsdienst en wetenschap. Vijf essays over islamitische cultuur, 1996).
Tijdens zijn loopbaan heeft hij, behalve te Damascus en Beiroet, ook gedoceerd te Harvard, Princeton en Hamburg (gastdocentschap 1998). In 1990/91 was hij fellow aan het Wissenschaftskolleg in Berlijn en in 1992-93 verbleef hij als fellow aan het Woodrow Wilson International Center for Scholars in Washington D.C.. Hij gaf lezingen onder andere in Antwerpen en Amsterdam (2003). In de eerste helft van 2004 bekleedt hij een gasthoogleraarschap aan de universiteit van Antwerpen.
In mei 2004 ontvangt hij de Dr.-Leopold-Lucas-Preis van de Evangelisch-Theologische Faculteit van de Universiteit van Tübingen.

Beknopte bibliografie
Kant's theory of time, New York, Philosophical Library 1967
The Origins of Kant's Arguments in the Antinomies, Oxford, Clarendon Press 1972
Whitehead's Notions of Order and Freedom, The Personalist: a quarterly journal of philosophy theology literature 48: 579 (1967)
An-Nakd adh-dhati ba'da al-hazima, Dar al-Tali'a, Beiroet 1968 (= 'Zelfkritiek na de nederlaag')
Naqd al-fikr ad-dini, Dar al-Tali'a, Beiroet 1969 (= 'Kritiek op het religieuze denken')
The Importance of Being Earnest about Salman Rushdie, Die Welt des Islams: internationale Zeitschrift für die Entwicklungsgeschichte des Islams, besonders in der Gegenwart 31:1-49 (1991)
Unbehagen in der Moderne. Aufklärung im Islam, Frankfurt a/M 1993
Islamic fundamentalism reconsidered: a critical outline of problems, ideas, approaches,
South Asia Bulletin. Comparative Studies of South Asia, Africa and the Middle East
XIII: 93-121 (1993); XIV: 73-98 (1994)
Is Islam Secularizable? In P. Koslowski & P. Schenk (Hrsg.), Jahrbuch für Philosophie des Forschungsinstituts für Philosophie Hannover, 15-24 (1996)
Kritiek op godsdienst en wetenschap. Vijf essays over islamitische cultuur, Amsterdam 1996
Dhihnijjat at-tahriem; Salman Rushdie wa-hakiekat al-adab, London/Beiroet 1992
= 'De mentaliteit van het tot taboe verklaren; Salman Rushdie en de waarheid van de literatuur'
= Beyond the Tabooing Mentality: Reading the Satanic Verses, Damascus and Beirut 1997
An Interview, Arab studies quarterly 19: 113-126 (1997)
Trends in Arab Thought, Journal of Palestine Studies: a quarterly on Palestinian affairs and the Arab-Israeli conflict 27: 68-80 (1998)
The View from Damascus, New York Review of Books, 15 June 2000
The View from Damascus continued, New York Review of Books, 10 August 2000



Fatema Mernissi werd geboren in Fez (Marokko) in 1940. Zij studeerde politieke wetenschappen aan de universiteit van Rabat, de Sorbonne en aan de Brandeis University (Massachusetts). Zij publiceerde een tiental boeken over de positie van de vrouw in de snel veranderende moslim gemeenschappen in Marokko. Zelf opgegroeid in de harem van een gegoed zakenman in Fez, heeft zij de mogelijkheid gehad dit instituut van binnenuit te beschrijven.
In 1975 publiceerde ze haar eerste grote veldonderzoek: Beyond the Veil: Male-Female Dynamics in Modern Muslim Society. In 1985/87 volgde een herziene versie, waarin zij een uitvoerige en diepgaande beschouwing toevoegde over de maatschappelijke veranderingen sedert haar eerste onderzoek.
Haar eerste boeken, waarin zij nadrukkelijk pleitte voor emancipatie van de vrouw, werden in Marokko verboden. Sindsdien zijn haar werken, waarvan de meeste voor het eerst verschenen in het Engels of Frans, in vele andere talen verschenen en, met name ook in islamitische landen, op grote schaal verspreid.
Tijdens de jaren 1980 leidde zij sociologisch onderzoek voor UNESCO, ILO en UNFPA (Population Fund). Hieruit vloeide haar boek met geselecteerde interviews voort: Vrouwen in Marokko aan het woord, 1985. In de jaren '90 stapte zij af van 'vrouwenstudies' en richtte haar aandacht op het bredere thema van 'civil society'.
Fatema Mernissi trad op in vele nationale, pan-Arabische en internationale fora over vrouwen en ontwikkeling in de islamitische wereld. Momenteel is zij docent sociologie aan de Mohammed V Universiteit van Rabat, en onderzoeker aan het Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek aldaar.
In mei 2003 ontving zij de Príncipe de Asturias Prijs voor Letteren.

Beknopte bibliografie
Beyond the Veil: Male-Female Dynamics in Modern Muslim Society, 1975 (rev. 1987); Achter de sluier, 1985 (1994)
Le Maroc raconté par ses femmes, 1983; Vrouwen in Marokko aan het woord, 1985
L'amour dans les pays musulmans, 1984
Femmes du Gharb, 1985
Le harem politique, 1987; De politieke harem, 1994
Shahrazad n'est pas marocaine, 1988 (rev. 1992)
Sultanes oubliées, 1990; Sultanes, 1992
La Peur-Modernité, 1992; Islam en democratie, 1993
Women's Rebellion and Islamic Memory, 1993
Dreams of Trespass. Tales of a Harem Girlhood, 1994; Het verboden dakterras, 1994
Les Aït-Débrouille, 1997
Etes-vous vacciné contre le Harem?, 1998
Scheherazade Goes West, 2001; De Europese Harem, 2001
As-suluk al-jinsi fi mujtama' Islami taba'i, 1982
Al-hubb fi hadaratina al-islamiya (Love in our Muslim Civilisation), 1983



Abdulkarim Soroush (ps. van Hossein Dabbagh) werd in 1945 geboren in Teheran. Na een studie farmacologie, ging hij naar Engeland waar hij zich onder meer toelegde op de wetenschapsfilosofie van Popper en Kuhn. In de maanden voor de Islamitische revolutie in Iran speelde Soroush een essentiële rol bij de bijeenkomsten van jonge moslims, tegenstanders van het regime van de Sjah, in de Londense imam-barah. Zijn eerste boek Dialectical Antagonism, een bundeling van zijn lezingen in de imam-barah, verscheen in Iran. Bij het begin van de revolutie in 1979 keerde Soroush terug naar zijn land. In de lente van 1980 werd hij benoemd in de door Khomeini ingestelde Raad voor de Culturele Revolutie. In 1982 verliet hij deze Raad voorgoed en accepteerde daarna geen enkele overheidsbenoeming meer. Hij doceerde islamitische mystiek aan de Universiteit van Teheran en elders, met name Rumi's Mathnawi. In 1990 werd hij lid van de Iraanse Academie van Wetenschappen. Soroush werd echter steeds kritischer over de politieke rol van de Iraanse clerus, en ging zijn eigen weg. Ten gevolge hiervan kreeg hij niet alleen te maken met bedreigingen en censuur, maar verloor hij zijn baan en bescherming. Hij moest in 1996 zijn land verlaten en ging naar Engeland en Canada.
In 1990 stichtte Soroush met een aantal van zijn beste vrienden een maandelijks tijdschrift Kiyan dat snel het meest zichtbare podium werd voor religieus intellectualisme. In dit tijdschrift publiceerde hij zijn meest controversiële artikelen over religieus pluralisme, hermeneutica, tolerantie, clericalisme,enz. Het tijdschrift werd tezamen met vele andere tijdschriften en kranten in 1998 verboden op last van de hoogste leider van de Islamitische Republiek. Ongeveer duizend banden van speeches over verschillende sociale, politieke, religieuze en literaire onderwerpen overal ter wereld gehouden door Soroush, hebben en ruime circulatie in Iran en elders.
Vanaf 2000 is Abdulkarim Soroush gast-hoogleraar geweest aan de Universiteit van Harvard om Islam en Democratie, Koran Studies en Filosofie van de Islamitische wet te doceren. Ook onderzoeker aan de Universiteit van Yale, geeft hij nu college in Islamitische Politieke Filosofie aan de Universiteit van Princeton. In het komende academisch jaar is hij gast-onderzoeker aan het Wissenschaftkolleg te Berlijn.

Beknopte bibliografie
Dialectical Antagonism (in Farsi), Tehran 1978
Philosophy of History (in Farsi), Tehran 1978
What is Science, what is Philosophy (in Farsi), 11th ed. Tehran 1992
The Restless Nature of the Universe (in Farsi and Turkish), reprint Tehran 1980
Satanic Ideology (in Farsi), 5th ed. Tehran 1994
Knowledge and Value (in Farsi)
Observing the Created: Lectures in Ethics and Human Sciences (in Farsi), 3rd ed. Tehran 1994
The Theoretical Contraction and Expansion of Religion: The Theory of Evolution of Religious Knowledge (in Farsi), 3rd ed. Tehran 1994
Lectures in the Philosophy of Social Sciences: Hermeneutics in Social Sciences (in Farsi), Tehran 1995
Sagaciousness, Intellectualism and Pietism (in Farsi), Tehran 1991
The Characteristic of the Pious: A Commentary on Imam Ali's Lecture About the Pious (in Farsi), 4th ed. Tehran 1996
The Tale of the Lords of Sagacity (in Farsi), 3rd ed. Tehran 1996
Wisdom and Livelihood: A Commentary on Imam Ali's Letter to Imam Hasan (in Farsi), 2nd ed. Tehran 1994
Sturdier than Ideology (in Farsi), Tehran 1994
The Evolution and Devolution of Religious Knowledge in: Kurzman, Ch. (ed.) Liberal Islam, Oxford 1998
Political Letters (2 volumes), 1999 (Farsi); 3rd volume in preparation
Reason, Freedom and Democracy in Islam, Essential writings of Adbolkarim Soroush, translated, edited with a critical introduction by M. Sadri and A. Sadri, Oxford 2000
Intellectualism and Religious Conviction (in Farsi)
The World we live (in Farsi and Turkish)
The Tale of Love and Servitude (in Farsi)
The definitive edition of Rumi's Mathnavi (in Farsi), 1996
Tolerance and Governance (in Farsi), 1997
Straight Paths, An Essay on religious Pluralism (in Farsi), 1998
Expansion of Prophetic Experience (in Farsi), 1999
The Divine Ethics (in Farsi), 2001

mark61
06-04-04, 14:34
Op zich wel leuk natuurlijk, maar om nou drie heel uiteenlopende personen, bien étonnés de se trouver ensemble (oei verboden taal) samen 1 prijs te geven, zo van, goed zo jongens en meisje, jullie maken dr gehakt van, vind ik een beetje eigenaardig. Kies er eentje uit, zou ik zeggen.