PDA

Bekijk Volledige Versie : Het verhaal van Tenzin:"De Dalai Lama is onze leider"



Marsipulami
13-04-04, 09:53
Het verhaal van Tenzin, een jonge asielzoeker uit Tibet.

"Mijn vriend vroeg of ik vergeten was wat er met mijn vader en grootvader gebeurde"

De -toen- zeventienjarige Tenzin Trongkong vluchtte in oktober 2002 halsoverkop van Tibet naar België nadat zijn vriend was neergeschoten en gevangen genomen door Chinese politieagenten. Hij verbleef een tijdje in het asielcentrum in Bevingen bij Sint-Truiden. Thans woont hij in een logementshuis in Hasselt. Het afgelopen jaar heeft hij zich ingespannen om Nederlands te leren, de voertaal van dit interview. "Mijn religie vraagt van mij om me aan te passen aan de gewoonten en gebruiken van het land waar ik woon en me in te spannen om de taal te leren", zo vertelt Tenzin beleefd met zachte stem. Spaanders sprak met deze jonge boeddhist, over zijn leven in Tibet, zijn familie, zijn vlucht naar België en over zijn toekomstdromen.

Een beetje geschiedenis

In 1949 viel China met zijn 'volksbevrijdingsleger' Tibet binnen en bezette het land dat nauwelijks in staat was enige weerstand te bieden. In 1951 werd een compromis gesloten tussen de Chinese en Tibetaanse overheid. Tibet werd een deel van China en de Tibetanen werd een relatieve autonomie beloofd t.o.v. de centrale Chinese overheid, onder het gezag van hun traditionele geestelijke en politieke leider, de Dalai Lama.

De Chinese overheid kwam haar beloften echter niet na en in 1959 brak er een grote volksopstand uit die bloedig werd neergeslagen. Naar schatting 87 000 Tibetanen lieten daarbij het leven. De Dalai Lama vluchtte naar India, al snel gevolgd door tienduizenden van zijn landgenoten.

Het communistische China voerde een streng atheïstisch assimilatiebeleid t.a.v. de Tibetaanse cultuur die doordrongen was van eeuwenoude boeddhistische tradities. Honderdduizenden monniken en monialen (vrouwelijke monikken) werden vermoord of gedwongen tot uittreding. Kloosters werden met de grond gelijk gemaakt. Van de naar schatting zesduizend boeddhistische kloosters die het land voor de Chinese invasie rijk was, waren er in 1976 nog slechts acht over. Het Chinees werd de officiële taal. China organiseerde ook een grootschalige migratie van miljoenen etnische Chinezen naar het geannexeerde gebied. Dit om een snelle en onomkeerbare integratie van Tibet ten aanzien van het moederland te bewerken.

Actueel is er nog steeds sprake van ernstige schendingen van de mensenrechten in Tibet. In 1996 werd het bezit van een foto van de Dalai Lama door de Chinese overheid verboden. Mensenrechtenorganisaties spreken over gedwongen sterilisaties van Tibetaanse vrouwen, willekeurige arrestaties, folteringen, oneerlijke processen en doodvonnissen tegen etnische Tibetanen wegens vermeende politieke misdrijven.

Sinds zijn vlucht in 1959 woont de veertiende Dalai Lama met zijn regering in ballingschap in India van waaruit hij de strijd voor de autonomie van Tibet voortzet. Hierbij stelde hij steeds het principe van geweldloosheid voorop. In 1989 ontving de Dalai Lama van Tibet de Nobelprijs voor de Vrede.

Leven in Tibet

"Mijn naam is Tenzin Rapgyal Trongkong. Ik werd geboren op 4 november 1985 in Kharbangtsun, dat is een gemeente van de provincie Kyidong in Tibet. Thuis woonde ik samen met mijn moeder en mijn grootmoeder. Mijn oom woonde in een huis een beetje verderop, maar in feite vormden we samen met hem één gezin. Mijn oom is een boeddhistische monnik en mijn grootmoeder is sinds de dood van mijn grootvader ook een moniale geworden.

De streek waar ik woonde is een erg bergachtig gebied. Wegen zijn er nauwelijks, auto's of fietsen kom je er dan ook zelden tegen. Die zie je wel in de grotere steden, maar niet in ons dorp. Mijn familie leefde van landbouw. Het belangrijkste voedsel in Tibet is 'tsampa' een soort geroosterd gerstenmeel. Het vlees dat gebruikt wordt is meestal afkomstig van de wilde yak. We hadden weinig nodig, eten was er thuis altijd meer dan genoeg. Voor sommige aankopen moesten we naar de hoofdstad van onze provincie. Dat is ongeveer een dag lang stappen vanaf onze woonplaats doorheen het gebergte.

Mijn vader is gestorven toen ik nog heel klein was. Wat ik over hem weet heb ik gehoord van mijn grootmoeder en mijn moeder. Hij werd gearresteerd door de politie in de provinciehoofdstad tijdens een demonstratie tegen de Chinese bezetting. Mijn vader kwam in de gevangenis terecht. Daar is hij niet meer levend uitgeraakt. De overheid zei dat hij zelfmoord had gepleegd. Maar daar klopt niets van. In Tibet worden er vaak mensen gefolterd in de gevangenis. Men gebruikt elektriciteit om bekentenissen af te dwingen en informatie los te krijgen. Soms scheurt men de oren af van mensen. Veel Tibetanen overleven de gevangenis niet.

Mijn opa is enkele jaren later vermoord. Ik was toen een jaar of zes. Ik herinner me hem vaag. Ik heb veel over hem gehoord van mijn grootmoeder. Mijn grootvader was een belangrijk man. Hij was de leider van het dorp. Mijn opa werd gefolterd en vermoord. De Tibetaanse bevolking wordt opgejut tegen hun traditionele leiders. Zo wil men de invloed en het verzet van die leiders tegen de Chinese bezetting breken. Ze worden zwart gemaakt en vals beschuldigd van allerlei misdaden. Hij werd aan zijn voeten opgehangen aan een touw en als een dier geslacht. Er gebeuren vreselijke dingen in Tibet.

Er is een sluipende guerillaoorlog aan de gang in Tibet tegen de Chinese bezetting. Veel verzetsstrijders zijn monniken. Ze hebben geen keuze. Er zijn ontzettend veel monniken en monialen gefolterd in China. Het is gewoon onvoorstelbaar wat er allemaal gebeurd is en toch gebeurt het.

De Dalai Lama is onze leider

Ik had niets te maken met politiek in Tibet. Ik had echter een vriend die me vroeg om hem te helpen 's nachts affiches te plakken. Het waren affiches die verkondigden dat Tibet een onafhankelijk land was en dat de Dalai Lama onze leider was. Ik wilde daaraan echter niet meewerken. Het is heel gevaarlijk om zoiets te doen in mijn land. Het hebben van een foto van de Dalai Lama is al een zwaar strafbaar feit. Mensen worden gearresteerd als ze zo'n foto in hun huis hebben. Sommigen bewaren een foto op een goed verborgen plaats. In de huizen van de Tibetanen staan meestal beelden voor dagelijkse meditatie. Sommige mensen verbergen een foto van de Dalai Lama achter een Boeddhabeeld. Het al of niet bezit van zulke foto's wordt gecontroleerd door wijkagenten.

Mijn vriend zei dat ik een verrader was als ik niet wilde meewerken. Hij vroeg me of ik vergeten was wat er met mijn vader en grootvader was gebeurd. Meewerken met hem was iets wat ik kon terugdoen voor mijn vader. Toen heb ik besloten om toch maar mee te doen.

Het is echter misgelopen. Toen we 's nachts bezig waren met affiches plakken werden we betrapt door twee Chinese politieagenten. Ze zagen waarmee we bezig waren. We zijn toen gevlucht, we renden zo hard mogelijk zonder omkijken weg. Ze riepen dat we moesten blijven staan. Er werd op ons geschoten. Mijn vriend werd getroffen door een kogel in zijn been en viel. Hij werd gepakt door de politie. Ikzelf kon ontkomen.

Mijn vriend is in de gevangenis terechtgekomen. Ze hebben hem zeker gefolterd om te weten wie zijn medeplichtige was. Daar zit ik wel mee in. In Tibet is er geen gerechtigheid. Politiemensen doen daar met iemand wat ze willen. In de praktijk houden ze zich lang niet altijd aan de voorschriften.

Ik ben die nacht naar mijn oom gerend en vertelde hem alles wat er gebeurd was. Mijn oom was voor mij als mijn vader. Ik heb een hele tijd met mijn oom gesproken. Hij zei dat de politie het zeker niet zo zou laten, dat ze me zouden komen zoeken. Mij oom zei dat ik moest vluchten naar een ander land. Ikzelf wou veel liever bij mijn familie blijven. Hij zei dat ik niet meer bij mijn moeder langs kon gaan. Ik heb mijn moeder niet meer gezien. Ik heb van haar geen afscheid kunnen nemen toen ik vertrok uit Tibet.

Vlucht

Die nacht ben ik samen met mijn oom naar een man gegaan. Het was een soort zakenman uit Nepal die kledij en allerlei andere dingen verkocht in Tibet. Hij sprak Tibetaans, maar was zelf geen Tibetaan. Hij had een klein huis niet zo heel ver van het huis van mijn oom. Dat huisje was zijn verblijfplaats als hij naar onze streek kwam om er handel te drijven. Mijn oom heeft toen een hele tijd met hem gesproken. Dan ben ik met deze man dezelfde nacht nog te voet vertrokken naar de grens met Nepal. Na ongeveer anderhalve dag lopen zijn we stiekem de grens met Nepal overgestoken. Vlak voor de grens heb ik mijn Tibetaanse kleding verwisseld opdat de Nepalese militairen me niet zouden herkennen als een Tibetaanse vluchteling. In Nepal draagt men eerder westerse kleding. Het is gewone Tibetanen niet toegestaan om het land te verlaten.

Mijn oom heeft 24000 Chinese yuan betaald om me te helpen vluchten. Met zoveel geld kan je enorm veel doen in Tibet. Een broek kan je in Tibet ongeveer voor 10 a 13 yuan kopen. Een leraar verdient tussen 400 en 500 yuan per maand. Mijn oom gaf het geld aan mij en verzekerde me dat ik het alleen mocht afgeven als ik voldoende zekerheid had dat mijn begeleider zich aan al zijn beloftes zou houden.

Ik heb dan twee maanden bij de familie van die man in Nepal verbleven. In Nepal wonen er veel Tibetanen. Toch kon ik er niet buitenkomen want de politie in Nepal werkt samen met de politie in Tibet. Als een vluchteling door de politie wordt gepakt dan wordt hij teruggestuurd en moet hij in Tibet naar de gevangenis.

Toen alles geregeld was heb ik samen met die man vanuit Nepal het vliegtuig richting België genomen. Ik wist niet wat ik moest doen. Ik vertrouwde op die man. Toen ik op het vliegveld aankwam is mijn begeleider meegegaan tot aan het Commissariaat voor Vluchtelingen in Brussel. Daar is hij weggegaan.

Na een gesprek van ongeveer een uur werd ik doorgestuurd naar het asielcentrum van Bevingen. Enkele weken later werd ik dan opgeroepen voor een nieuw interview op het Commissariaat. Ik werd een hele dag lang ondervraagd in Brussel. Ik kreeg er barstende hoofdpijn van. Ze moesten elk detail weten. De kleur van de dingen die ik gezien had, de kleding die ik aan had, enz, enz. Dat was erg moeilijk, vooral ook omdat de tolk die er was een ander Tibetaans dialect sprak en we elkaar maar moeilijk konden verstaan.

In Bevingen zitten er nog drie jongeren van Tibet, ze zijn jonger dan ik. Toen ik al in Hasselt woonde ben ik een aantal keren met hen naar het commissariaat in Brussel gegaan om te vertalen. Ze zijn tussen dertien en veertien jaar oud. Ze zijn alleen in België aangekomen. Hun asielaanvraag werd verschillende keren geweigerd. Na een derde interview in Brussel is hun aanvraag toch ontvankelijk verklaard.

Op het Commissariaat wordt er soms heel hard geschreeuwd tegen vluchtelingen tijdens ondervragingen. Zo ook met een andere Tibetaan waarvoor ik als tolk optrad. Ik schrok daar wel van. Die man had echt niks verkeerd gedaan en toch werd hij heel erg brutaal behandeld.

Boeddhist

Ik ben echt dankbaar dat ik boeddhist ben. Ik probeer altijd te handelen volgens mijn religie, ook al ben ik zelf geen monnik. Vroeger droomde ik er wel van om monnik te worden. Ik probeer mezelf altijd te beheersen en respect te hebben voor iedereen. Als je een dier ziet, dan ga je daar toch ook niet zomaar tegen schoppen. Als ik iemand zie die zomaar een mens of een dier pijn doet, zelfs al is het een mug, dan heb ik daar veel moeite mee. Zoiets kan ik echt niet hebben. Mijn religie zegt: 'Als je iemand niet kan helpen, het minste wat je kan doen is om hem geen pijn te doen.'

Ik mediteer vaak. Voordat ik ga slapen bid ik altijd. Ik heb een heleboel teksten op mijn kamer over het boeddhisme, zoals jullie een bijbel hebben. In het boeddhisme zijn er verschillende godsdienstige groepen. Ik ken niet zoveel van de verschillen tussen al die stromingen, ik noem mezelf gewoon boeddhist.

Een echte monnik mag niet alleen niets slecht doen, maar ook niets slechts denken. Het boeddhisme heeft veel invloed op de manier van denken van Tibetanen. Ik kan Tibetanen vertrouwen, ook als ik hen niet ken. Ik heb heel vlug vertrouwen in andere mensen. Dat heeft iets te maken met mijn religie.

Als ik als Tibetaan en boeddhist in een ander land ga wonen, dan moet ik me aanpassen. Ik moet de gewoonten, gebruiken en de taal van het land waarin ik leef kennen en respecteren. Dat heeft voor een stuk ook met onze religie te maken. Ik heb soms het gevoel dat ik nog niet genoeg informatie heb over de cultuur in België. Dat ik dingen fout doe of verkeerd begrepen heb. Dat maakt me wel eens onzeker. Ik ben nog maar een goed jaar hier. Ik hoop dat ik me in de toekomst nog beter zal kunnen schikken naar de gebruiken in België.

Toekomst

Ik wil me inspannen om nog beter Nederlands te leren. Ik zou graag een diploma behalen in België. Ik wil iets bereiken. Daarom zou ik tweedekansonderwijs willen volgen. Ik wil mijn leven niet zomaar weggooien. Tijd kan je nooit kopen. Als ik een diploma had dan zou ik me veel zekerder voelen.

Zonder zelfvertrouwen kan een mens niets doen. In Tibet moest ik nooit zelf beslissingen nemen. Ik deed alles wat mijn moeder zei en wat mijn familie van mij verwachtte. Hier in België moet ik zelf allerlei knopen doorhakken. Ik twijfel dikwijls. Ik ken België daarom nog niet goed genoeg. Ik zeg tegen mijn sociaal assistente op het OCMW. "Jij bent alles voor mij. Je bent mijn gezin, mijn vader en mijn moeder. Jij kan me zeggen wat ik moet doen en me helpen mijn weg te vinden in België. Ik heb niemand anders."

Onlangs ben ik samen met een Tibetaanse vriend op zoek gegaan naar een woning in Antwerpen. Ik heb daar ondertussen een studio gevonden. Ik ben nu bezig met verhuizen. In Antwerpen wonen er nog meer Tibetanen. Als ik mijn eigen taal zo nu en dan kan spreken en om kan gaan met mensen waar ik mezelf mag zijn, dan voel ik me rustiger. Ik wil niet tegen andere Tibetanen zeggen hoe hard dat ik hen mis, maar ik voel toch dat ik hen heel hard nodig heb.

Ik mis mijn familie. Ik zou zo graag mijn oma -die nu 97 jaar is- mijn moeder en mijn oom terugzien. Ik hoop dat ik hen nog ooit in goede gezondheid zal ontmoeten. Als ik mijn familie zou terugzien dan zou dat de allermooiste dag van mijn hele leven zijn."