Pytaghoras
20-04-04, 18:23
Voor de tweede keer in twee maanden heeft de Arabische nieuwszender Al-Jazeera een journalist van zijn Engelstalige website op straat gezet. De zender ontkent echter de geruchten dat dit gebeurde onder Amerikaanse druk.
Al-Jazeera werd in 1997 opgericht in het oliestaatje Qatar, in het Midden-Oosten. Na het bannen van de mediacensuur in Qatar in 1995 lag daar de weg open voor een Arabische nieuwszender. Al-Jazeera krijgt de reputatie om extreme standpunten in te nemen, hoewel de zender ervoor zorgt om Qatar zelf en zijn bondgenoot Saudi-Arabië niet te zwaar te bekritiseren.
De nieuwszender werd al snel een succes in de Arabische wereld. Na de aanslagen van 11 september 2001 leerde ook de rest van de wereld de zender kennen. Als eerste zendt Al-Jazeera de videoboodschappen van Osama Bin Laden uit en ze waren de enigen die de toelating van de Taliban hadden om tijdens de oorlog verslag uit te brengen vanuit Afghanistan. De nieuwszender kreeg al snel de bijnaam de CNN van de Arabische wereld.
Al-Jazeera wilde van zijn succes profiteren en besloot om in september 2003 een Engelstalige versie van zijn razend populaire website te lanceren. Er was hard aan gewerkt en verschillende Engelse journalisten, vooral van The Guardian en de BBC werden aangetrokken. Daarnaast zou er ook plaats zijn voor een Engelstalige nieuwszender.
Maar niet alles was rozengeur en maneschijn. Heel onverwacht werd in november 2003 Yvonne Ridley, een gereputeerde Britse redactrice, zonder opgave van reden ontslagen. Ridley werd bekend toen ze elf dagen lang werd vastgehouden door de Taliban en zich later tot de Islam bekeerde. Een week voor haar ontslag had ze nog een afdeling van de National Union of Journalists (NUJ), een Britse vakbond voor journalisten opgericht.
Volgens Jihad Ballout, de woordvoerder van Al-Jazeera, was het ontslag te wijten aan ‘tegengestelde standpunten’. Ridley’s hevige pleiten voor de rechten van de journalisten zou er niets mee te maken hebben. Ze stond ook bekend als zeer gekant tegen de Amerikaanse invasie van Irak. Geruchten doen dan ook de ronde dat Amerikaanse druk haar ontslag heeft versneld.
De laatste maanden heeft Al-Jazeera verschillende keren kritiek moeten incasseren van het Witte Huis en zagen ze zich verplicht om een aantal items van hun website te verwijderen. Zo werd een cartoon waarin de twin towers werden voorgesteld als twee oliepompen van de site gehaald. Al-Jazeera heeft ook een nieuwe directeur aangesteld, die één van de weinige Arabische journalisten is die de Amerikaanse vertegenwoordiger in Irak, Paul Bremer heeft mogen interviewen. De journalisten waren ook verbaasd toen de staf van de Amerikaanse ambassade een rondleiding kreeg.
Het ontslag van een tweede gereputeerde Britse journaliste met een uitgesproken mening, in dit geval Shaista Aziz, zal de geruchten van Amerikaanse druk om de inhoud van de Engelstalige site af te zwakken, alleen maar doen toenemen.
“Iedereen in de mediawereld staat onder druk van de Amerikaanse overheid”, zegt woordvoeder Ballout. “Maar Al-Jazeera heeft nog nooit toegegeven.”
Kevin Sels
Al-Jazeera werd in 1997 opgericht in het oliestaatje Qatar, in het Midden-Oosten. Na het bannen van de mediacensuur in Qatar in 1995 lag daar de weg open voor een Arabische nieuwszender. Al-Jazeera krijgt de reputatie om extreme standpunten in te nemen, hoewel de zender ervoor zorgt om Qatar zelf en zijn bondgenoot Saudi-Arabië niet te zwaar te bekritiseren.
De nieuwszender werd al snel een succes in de Arabische wereld. Na de aanslagen van 11 september 2001 leerde ook de rest van de wereld de zender kennen. Als eerste zendt Al-Jazeera de videoboodschappen van Osama Bin Laden uit en ze waren de enigen die de toelating van de Taliban hadden om tijdens de oorlog verslag uit te brengen vanuit Afghanistan. De nieuwszender kreeg al snel de bijnaam de CNN van de Arabische wereld.
Al-Jazeera wilde van zijn succes profiteren en besloot om in september 2003 een Engelstalige versie van zijn razend populaire website te lanceren. Er was hard aan gewerkt en verschillende Engelse journalisten, vooral van The Guardian en de BBC werden aangetrokken. Daarnaast zou er ook plaats zijn voor een Engelstalige nieuwszender.
Maar niet alles was rozengeur en maneschijn. Heel onverwacht werd in november 2003 Yvonne Ridley, een gereputeerde Britse redactrice, zonder opgave van reden ontslagen. Ridley werd bekend toen ze elf dagen lang werd vastgehouden door de Taliban en zich later tot de Islam bekeerde. Een week voor haar ontslag had ze nog een afdeling van de National Union of Journalists (NUJ), een Britse vakbond voor journalisten opgericht.
Volgens Jihad Ballout, de woordvoerder van Al-Jazeera, was het ontslag te wijten aan ‘tegengestelde standpunten’. Ridley’s hevige pleiten voor de rechten van de journalisten zou er niets mee te maken hebben. Ze stond ook bekend als zeer gekant tegen de Amerikaanse invasie van Irak. Geruchten doen dan ook de ronde dat Amerikaanse druk haar ontslag heeft versneld.
De laatste maanden heeft Al-Jazeera verschillende keren kritiek moeten incasseren van het Witte Huis en zagen ze zich verplicht om een aantal items van hun website te verwijderen. Zo werd een cartoon waarin de twin towers werden voorgesteld als twee oliepompen van de site gehaald. Al-Jazeera heeft ook een nieuwe directeur aangesteld, die één van de weinige Arabische journalisten is die de Amerikaanse vertegenwoordiger in Irak, Paul Bremer heeft mogen interviewen. De journalisten waren ook verbaasd toen de staf van de Amerikaanse ambassade een rondleiding kreeg.
Het ontslag van een tweede gereputeerde Britse journaliste met een uitgesproken mening, in dit geval Shaista Aziz, zal de geruchten van Amerikaanse druk om de inhoud van de Engelstalige site af te zwakken, alleen maar doen toenemen.
“Iedereen in de mediawereld staat onder druk van de Amerikaanse overheid”, zegt woordvoeder Ballout. “Maar Al-Jazeera heeft nog nooit toegegeven.”
Kevin Sels