Orakel
13-05-04, 22:03
donderdag 13 mei 2004, 23.00 – 23.52 uur, Nederland 1
Op een college in de Verenigde Staten krijgt een groep leerlingen biologieles. Aan de hand van hun bloed en spuug onderzoeken de Aziatische Jacky, de blanke Noah, de zwarte Gorgeous samen met hun klasgenoten, die ook uit alle windstreken komen, hun eigen en elkaars genen. Later vergelijken ze met behulp van computers hun gegevens met het genetisch materiaal van mensen over de hele wereld. Van tevoren voorspellen ze op wie ze genetisch het meest zullen lijken. Op degene die qua uiterlijk het dichtst bij je in de buurt komt, is de algemene veronderstelling. De verrassing is groot, als dit bij de daadwerkelijke vergelijking niet blijkt te kloppen.
Wetenschappers - biologen en genetici - die in Rasecht aan het woord komen, verbazen zich daar niet meer over. Na ruim tweehonderd jaar genonderzoek onderschrijven steeds meer wetenschappers de conclusie, dat het indelen van de mensheid in verschillende rassen op geen enkel genetisch-biologisch feit kan worden gestoeld. Genetisch onderzoek over de hele wereld toont aan: er is onder de levende wezens geen enkele soort genetisch zo homogeen als de mens.
Deze baanbrekende ontdekking zaagt de poten weg onder de stoel van het racisme, van het indelen van de mensheid in huidskleur, lichaamsbouw en vorm van de ogen, met alle daaraan gekoppelde vooroordelen en veronderstellingen. Het denken in rassen, dat onder het mom van de wetenschap in feite uitsluitend is gebaseerd op uiterlijke kenmerken, heeft eeuwenlang volkeren achtergesteld die qua ras ‘inferieur’ werden geacht.
De zogenaamde rassenleer, vervat in onderzoeksrapporten en statistieken, is door de eeuwen heen door vele machthebbers en potentaten gebruikt en vooral misbruikt om mensen te onderdrukken en uit te buiten. Rasecht rekent er voorgoed mee af. Zelfs voor de eigentijdse studenten in het Amerikaanse college-klasje is dat wel even slikken. Over de vraag of ze in denkbeeldige onderhandelingen hun huidskleur zouden verkopen, hoeft de blanke Noah niet lang na te denken: ‘Dat zou ik nooit doen. Het is volgens mij nog steeds een voordeel om blank te zijn.‘
Op een college in de Verenigde Staten krijgt een groep leerlingen biologieles. Aan de hand van hun bloed en spuug onderzoeken de Aziatische Jacky, de blanke Noah, de zwarte Gorgeous samen met hun klasgenoten, die ook uit alle windstreken komen, hun eigen en elkaars genen. Later vergelijken ze met behulp van computers hun gegevens met het genetisch materiaal van mensen over de hele wereld. Van tevoren voorspellen ze op wie ze genetisch het meest zullen lijken. Op degene die qua uiterlijk het dichtst bij je in de buurt komt, is de algemene veronderstelling. De verrassing is groot, als dit bij de daadwerkelijke vergelijking niet blijkt te kloppen.
Wetenschappers - biologen en genetici - die in Rasecht aan het woord komen, verbazen zich daar niet meer over. Na ruim tweehonderd jaar genonderzoek onderschrijven steeds meer wetenschappers de conclusie, dat het indelen van de mensheid in verschillende rassen op geen enkel genetisch-biologisch feit kan worden gestoeld. Genetisch onderzoek over de hele wereld toont aan: er is onder de levende wezens geen enkele soort genetisch zo homogeen als de mens.
Deze baanbrekende ontdekking zaagt de poten weg onder de stoel van het racisme, van het indelen van de mensheid in huidskleur, lichaamsbouw en vorm van de ogen, met alle daaraan gekoppelde vooroordelen en veronderstellingen. Het denken in rassen, dat onder het mom van de wetenschap in feite uitsluitend is gebaseerd op uiterlijke kenmerken, heeft eeuwenlang volkeren achtergesteld die qua ras ‘inferieur’ werden geacht.
De zogenaamde rassenleer, vervat in onderzoeksrapporten en statistieken, is door de eeuwen heen door vele machthebbers en potentaten gebruikt en vooral misbruikt om mensen te onderdrukken en uit te buiten. Rasecht rekent er voorgoed mee af. Zelfs voor de eigentijdse studenten in het Amerikaanse college-klasje is dat wel even slikken. Over de vraag of ze in denkbeeldige onderhandelingen hun huidskleur zouden verkopen, hoeft de blanke Noah niet lang na te denken: ‘Dat zou ik nooit doen. Het is volgens mij nog steeds een voordeel om blank te zijn.‘