Orakel
17-05-04, 20:25
Vijand of mens?
Donderdag 8 november spreken Ruth Oldenziel, Sajidah Abdu Sattar en Ido Abram in het Wereldmuseum Rotterdam over respectievelijk anti-Amerikanisme, anti-islamisme en antisemitisme op een door het Landelijk Bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie georganiseerde bijeenkomst. Het LBR wil vijandbeelden de strijd aanbinden.
Vijandbeelden trekken scheidslijnen door de wereld. Anti-Amerikanisme, anti-islamisme en antisemitisme schrijven wederom geschiedenis. ‘Anti’gevoelens die verder oplaaien door geweld en angst, twee factoren die bij uitstek mensen in kampen verdelen. Nationaal en internationaal zijn er voorbeelden te over van de behoefte in de verschillende kampen om ‘Amerika’ en ‘Het Westen’, of ‘Israël’ en ‘De joden’, of ‘De Islam’ en ‘De Arabieren’ als zondebok aan te wijzen. Kampen die zwaar overtuigd kunnen zijn van hun eigen gelijk, vaak nog versterkt door nationalistische en religieuze gevoelens en ideeën.
De drie genoemde vijandbeelden hebben op dit moment niet alleen een polariserende invloed op de publieke opinie maar zetten ook direct de Nederlandse samenleving onder druk. Het is noodzakelijk dat de Amerikaanse ambassade van de buitenwereld wordt afgeschermd, en dat de BVD naar anti-Amerikaanse terroristen speurt. Ook kunnen synagogen en joodse scholen een halve eeuw na de Tweede Wereldoorlog nog altijd niet zonder politiebescherming. Moskeeën en islamitische instellingen zijn na 11 september diverse malen het doelwit geweest van vandalisme en brandstichting. In Apeldoorn worden zelfs twee militairen vervolgd wegens belediging en poging tot doodslag omdat zij, na het uiten van beledigingen en een daarop volgende ruzie, een 31-jarige man hebben overreden en die 'Zo, weer een moslim minder...' zouden hebben toegevoegd.
Vijandbeelden hebben directe gevolgen. Voor de samenleving en voor de individuen die als gevolg daarvan worden gediscrimineerd of aangevallen. Het is daarom onbegrijpelijk dat imam Abdullah Haselhoef in het publieke debat een theologische redenering heeft gelanceerd op grond waarvan hij in bepaalde, theoretische gevallen de doodstraf voor homoseksuelen goedkeurt. Blijkbaar stelt hij godsdienstige scherpslijperij boven maatschappelijke verantwoordelijkheid. Op een zelfde manier moeten vraagtekens worden geplaatst bij de drijfveren van aankomend politicus Pim Fortuyn wanneer hij de islam de ‘Koude Oorlog’ verklaart.
Natuurlijk moeten we discussies over wat er aan de hand is in de wereld niet uit de weg gaan. Het is helemaal niet vreemd wanneer mensen zich zorgen maken over het gebrek aan democratie en eerbied voor mensenrechten in de Arabische wereld. Of wanneer zij protest aantekenen tegen het optreden van Israël tegen de Palestijnen of tegen de bombardementen van de VS in Afghanistan. In de debatten over deze zaken spelen echter niet alleen historische, politieke en sociaal-economische verklaringen een rol, maar ook emoties en irrationele argumenten. Deze laatsten krijgen de overhand wanneer mensen zich laten leiden door vijandbeelden. Onredelijkheid en meten met dubbele maten zetten dan al gauw de toon. Bijvoorbeeld wanneer mensen beweren dat de Palestijns-Israëlische kwestie een rechtvaardiging kan zijn voor de aanvallen op de VS van 11 september. Daarbij vergeten diezelfde mensen vaak te melden dat bijvoorbeeld de regeringen van de Arabische landen zich ook weinig voor het lot van de Palestijnen interesseren. Evenmin vermelden zij dat de anti-Israëlische terroristen vooral uit zijn op polarisatie en het verstoren van het vredesproces, ten koste van vele joodse en Palestijnse slachtoffers.
Israël en Palestina, dat is het actuele schrikbeeld van hoever vijandbeelden uit de hand kunnen lopen. Maar natuurlijk zijn Joegoslavië, Tsjetsjenië, Noord-Ierland, Ruanda en vele andere voorbeelden nog niet vergeten.
Bij de bevolking in de Verenigde Staten vermindert momenteel de tegenstelling tussen wit en zwart. Als gevolg van United we stand gevoelens. Een baard en tulband dragen kan er echter minder prettige gevolgen hebben. In Nederland trekken zaken rond de islam de laatste jaren al veel aandacht in de media en leiden zij gemakkelijk tot uitingen van ongenoegen aan de borreltafel. Dankzij Bin Laden, de Taliban, aan de Koran gekoppelde terreurdaden en intolerante uitspraken en de oorlog in Afghanistan nemen de anti-islamitische gevoelens nu toe. Het grootste deel van de ongeveer 800.000 islamitische gelovigen in Nederland kan en wil echter gewoon deelnemen aan de Nederlandse samenleving binnen de regels die hier gelden. Er is dus geen reden om bang te zijn voor islamitische Nederlanders, laat staan om hen aan te vallen. Toch ondervinden zij de gevolgen van groeiend anti-islamisme. En het is niet denkbeeldig dat die gevolgen nog manifester worden wanneer in Nederland de economische groei verder afneemt en de arbeidsmarkt onder druk komt te staan.
Om internationale conflictsituaties beheersbaar te maken en tegenstellingen en discriminatie in Nederland te verminderen is het corrigeren en tegengaan van vijandbeelden een vereiste. Discussies en veiligheidsmaatregelen zijn op hun plaats, generaliseringen en hysterie niet. Vijandbeelden mogen niet het besef wegnemen dat mensen op de eerste plaats mens zijn. En daarna pas islamiet, jood of Amerikaan. Veroordelingen op grond van nationaliteit of religie doen mensen geen recht.
Ook is het zinloos om ons te verliezen in intellectuele discussies over welke cultuur superieur is. De globalisering is onomkeerbaar. Voor wie het nog niet wist, maken de gebeurtenissen van op en na 11 september dat duidelijk. Mensen bewonen gezamenlijk de wereld. Samen maken zij deel uit van de menselijke cultuur. Deze is verdeeld in vele culturen en subculturen, die allemaal in beweging zijn. Maar het verlangen naar rechtvaardigheid en bescherming tegen geweld is universeel, vertegenwoordigd bij alle mensen en culturen. Dat wil niet zeggen dat vrede en verdraagzaamheid gemakkelijk te realiseren zijn. Zelfs op de VN-antiracismeconferentie in Durban waren er onaanvaardbare antisemitische uitingen en zetten tegenstellingen de toon. Toch zijn universele waarden van menselijkheid ons beste houvast voor de toekomst.
Politici, columnisten, cabaretiers en andere opinieleiders hebben daarom een taak bij het ontmaskeren van vijandbeelden. Zij moeten beseffen dat het gevolgen heeft wanneer zij zich aansluiten bij redenaties die het goed doen aan de borreltafel. Anders lopen zij het gevaar dat zij vijandbeelden versterken en dat zij bijdragen aan het ontmenselijken van mensen. Dan gaat het uiteindelijk niet meer over vaders, moeders, opa’s, oma’s en kinderen maar om gezichtsloze vijanden die je gemakkelijker kunt aanvallen of terzijde schuiven dan mensen van vlees en bloed.
Jeroen Visser, LBR.
Jeroen Visser is woordvoerder van het Landelijk Bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie
Dit artikel verscheen op 7 november 2001 op de opiniepagina’s van GPD-bladen, onder meer in het Rotterdams Dagblad.
http://www.lbr.nl/lbr/vijandbeelden2.html
Donderdag 8 november spreken Ruth Oldenziel, Sajidah Abdu Sattar en Ido Abram in het Wereldmuseum Rotterdam over respectievelijk anti-Amerikanisme, anti-islamisme en antisemitisme op een door het Landelijk Bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie georganiseerde bijeenkomst. Het LBR wil vijandbeelden de strijd aanbinden.
Vijandbeelden trekken scheidslijnen door de wereld. Anti-Amerikanisme, anti-islamisme en antisemitisme schrijven wederom geschiedenis. ‘Anti’gevoelens die verder oplaaien door geweld en angst, twee factoren die bij uitstek mensen in kampen verdelen. Nationaal en internationaal zijn er voorbeelden te over van de behoefte in de verschillende kampen om ‘Amerika’ en ‘Het Westen’, of ‘Israël’ en ‘De joden’, of ‘De Islam’ en ‘De Arabieren’ als zondebok aan te wijzen. Kampen die zwaar overtuigd kunnen zijn van hun eigen gelijk, vaak nog versterkt door nationalistische en religieuze gevoelens en ideeën.
De drie genoemde vijandbeelden hebben op dit moment niet alleen een polariserende invloed op de publieke opinie maar zetten ook direct de Nederlandse samenleving onder druk. Het is noodzakelijk dat de Amerikaanse ambassade van de buitenwereld wordt afgeschermd, en dat de BVD naar anti-Amerikaanse terroristen speurt. Ook kunnen synagogen en joodse scholen een halve eeuw na de Tweede Wereldoorlog nog altijd niet zonder politiebescherming. Moskeeën en islamitische instellingen zijn na 11 september diverse malen het doelwit geweest van vandalisme en brandstichting. In Apeldoorn worden zelfs twee militairen vervolgd wegens belediging en poging tot doodslag omdat zij, na het uiten van beledigingen en een daarop volgende ruzie, een 31-jarige man hebben overreden en die 'Zo, weer een moslim minder...' zouden hebben toegevoegd.
Vijandbeelden hebben directe gevolgen. Voor de samenleving en voor de individuen die als gevolg daarvan worden gediscrimineerd of aangevallen. Het is daarom onbegrijpelijk dat imam Abdullah Haselhoef in het publieke debat een theologische redenering heeft gelanceerd op grond waarvan hij in bepaalde, theoretische gevallen de doodstraf voor homoseksuelen goedkeurt. Blijkbaar stelt hij godsdienstige scherpslijperij boven maatschappelijke verantwoordelijkheid. Op een zelfde manier moeten vraagtekens worden geplaatst bij de drijfveren van aankomend politicus Pim Fortuyn wanneer hij de islam de ‘Koude Oorlog’ verklaart.
Natuurlijk moeten we discussies over wat er aan de hand is in de wereld niet uit de weg gaan. Het is helemaal niet vreemd wanneer mensen zich zorgen maken over het gebrek aan democratie en eerbied voor mensenrechten in de Arabische wereld. Of wanneer zij protest aantekenen tegen het optreden van Israël tegen de Palestijnen of tegen de bombardementen van de VS in Afghanistan. In de debatten over deze zaken spelen echter niet alleen historische, politieke en sociaal-economische verklaringen een rol, maar ook emoties en irrationele argumenten. Deze laatsten krijgen de overhand wanneer mensen zich laten leiden door vijandbeelden. Onredelijkheid en meten met dubbele maten zetten dan al gauw de toon. Bijvoorbeeld wanneer mensen beweren dat de Palestijns-Israëlische kwestie een rechtvaardiging kan zijn voor de aanvallen op de VS van 11 september. Daarbij vergeten diezelfde mensen vaak te melden dat bijvoorbeeld de regeringen van de Arabische landen zich ook weinig voor het lot van de Palestijnen interesseren. Evenmin vermelden zij dat de anti-Israëlische terroristen vooral uit zijn op polarisatie en het verstoren van het vredesproces, ten koste van vele joodse en Palestijnse slachtoffers.
Israël en Palestina, dat is het actuele schrikbeeld van hoever vijandbeelden uit de hand kunnen lopen. Maar natuurlijk zijn Joegoslavië, Tsjetsjenië, Noord-Ierland, Ruanda en vele andere voorbeelden nog niet vergeten.
Bij de bevolking in de Verenigde Staten vermindert momenteel de tegenstelling tussen wit en zwart. Als gevolg van United we stand gevoelens. Een baard en tulband dragen kan er echter minder prettige gevolgen hebben. In Nederland trekken zaken rond de islam de laatste jaren al veel aandacht in de media en leiden zij gemakkelijk tot uitingen van ongenoegen aan de borreltafel. Dankzij Bin Laden, de Taliban, aan de Koran gekoppelde terreurdaden en intolerante uitspraken en de oorlog in Afghanistan nemen de anti-islamitische gevoelens nu toe. Het grootste deel van de ongeveer 800.000 islamitische gelovigen in Nederland kan en wil echter gewoon deelnemen aan de Nederlandse samenleving binnen de regels die hier gelden. Er is dus geen reden om bang te zijn voor islamitische Nederlanders, laat staan om hen aan te vallen. Toch ondervinden zij de gevolgen van groeiend anti-islamisme. En het is niet denkbeeldig dat die gevolgen nog manifester worden wanneer in Nederland de economische groei verder afneemt en de arbeidsmarkt onder druk komt te staan.
Om internationale conflictsituaties beheersbaar te maken en tegenstellingen en discriminatie in Nederland te verminderen is het corrigeren en tegengaan van vijandbeelden een vereiste. Discussies en veiligheidsmaatregelen zijn op hun plaats, generaliseringen en hysterie niet. Vijandbeelden mogen niet het besef wegnemen dat mensen op de eerste plaats mens zijn. En daarna pas islamiet, jood of Amerikaan. Veroordelingen op grond van nationaliteit of religie doen mensen geen recht.
Ook is het zinloos om ons te verliezen in intellectuele discussies over welke cultuur superieur is. De globalisering is onomkeerbaar. Voor wie het nog niet wist, maken de gebeurtenissen van op en na 11 september dat duidelijk. Mensen bewonen gezamenlijk de wereld. Samen maken zij deel uit van de menselijke cultuur. Deze is verdeeld in vele culturen en subculturen, die allemaal in beweging zijn. Maar het verlangen naar rechtvaardigheid en bescherming tegen geweld is universeel, vertegenwoordigd bij alle mensen en culturen. Dat wil niet zeggen dat vrede en verdraagzaamheid gemakkelijk te realiseren zijn. Zelfs op de VN-antiracismeconferentie in Durban waren er onaanvaardbare antisemitische uitingen en zetten tegenstellingen de toon. Toch zijn universele waarden van menselijkheid ons beste houvast voor de toekomst.
Politici, columnisten, cabaretiers en andere opinieleiders hebben daarom een taak bij het ontmaskeren van vijandbeelden. Zij moeten beseffen dat het gevolgen heeft wanneer zij zich aansluiten bij redenaties die het goed doen aan de borreltafel. Anders lopen zij het gevaar dat zij vijandbeelden versterken en dat zij bijdragen aan het ontmenselijken van mensen. Dan gaat het uiteindelijk niet meer over vaders, moeders, opa’s, oma’s en kinderen maar om gezichtsloze vijanden die je gemakkelijker kunt aanvallen of terzijde schuiven dan mensen van vlees en bloed.
Jeroen Visser, LBR.
Jeroen Visser is woordvoerder van het Landelijk Bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie
Dit artikel verscheen op 7 november 2001 op de opiniepagina’s van GPD-bladen, onder meer in het Rotterdams Dagblad.
http://www.lbr.nl/lbr/vijandbeelden2.html