PDA

Bekijk Volledige Versie : naar Rotterdams voorbeeld



Marsipulami
18-05-04, 08:32
Het taboe van de sociale mix

Volgens sommigen toonde Marc Van Peel zich net iets te enthousiast over het Rotterdamse plan om mensen met een laag inkomen uit sommige stadswijken te weren. ,,Politiek correct tunneldenken'', zegt hij daarover, en samen met Cathy Berx probeert hij enig perspectief te brengen in het debat. ,,Hoezo, we bieden geen alternatief?''



ONS voorstel om, naar Rotterdams voorbeeld , te overwegen om nieuwkomers in welgekozen achterstandswijken tijdelijk maar toe te laten als ze minstens 120 procent van het minimumloon verdienen, is niet nieuw. Wel nieuw is het ruim politiek en maatschappelijk draagvlak waarmee Nederland momenteel een wettelijke basis voorbereidt om zo'n maatregel te kunnen toepassen in achterstandswijken van Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag. In Vlaanderen oogst zelfs het openlijk praten over dergelijke voorstellen slechts een golf van kritiek en ,,politiek correct denken''. Daarom willen we klaarheid scheppen over de politieke bedoeling en globale context van onze voorstellen. Hopelijk kunnen we het debat dan goed voeren, zonder simplismen, holle slogans en onterechte verwijten, zonder miskenning van de reële samenlevingsproblemen in buurten als Antwerpen-Noord.

Voor wie Antwerpen-Noord, met de wijken Seefhoek, Stuivenberg, Dam en De Coninckplein niet kent: het gaat om een stadsdeel waar 44 verschillende nationaliteiten samenleven, waarvan een recordaantal van een werkloosheidsuitkering of leefloon. Dagelijks moet heel wat sluikstort worden weggehaald. Drugshandel en drugsmisbruik, huisjesmelkerij, uitbuiting en illegale tewerkstelling van onder meer (straat)prostituees is er oververtegenwoordigd. En er leeft een grote groep asielzoekers en illegalen.

Om elk misverstand te vermijden: een tijdelijke beperking van de vestiging van mensen zonder inkomen, met een laag inkomen of alleen een vervangingsinkomen in een wijk als Antwerpen-Noord is voor ons zeker geen alternatief voor een sterk en emancipatorisch sociaal, armoede- en inburgeringsbeleid. Wel willen we de kwaliteit van het samenleven te versterken en buurten weer leefbaar en aantrekkelijk te maken.

Belangrijk daarvoor is precies een zo goed mogelijke sociale mix. Zoals we niet willen dat alle voorzieningen voor ouderen op één plek geconcentreerd zijn, maar streven naar buurten en wijken waarin alle generaties goed kunnen samenleven, geloven we dat de zowel individuele personen als de samenleving er wel bij varen wanneer zogeheten kansengroepen (mensen met een zeer laag inkomen, met weinig kansen op de arbeidsmarkt, Nederlandsonkundige nieuwkomers, illegalen) niet te sterk geconcentreerd in de één of enkele wijken samenwonen. Dat betekent niet dat we alle schuld voor de verloedering van wijken in de schoenen van de deze mensen schuiven en hen geen kansen geven.

Overigens, hoe terecht is de kritiek dat ons voorstel een radicale beperking inhoudt van de vrijheid om zich om het even waar te vestigen? Die vrijheid wordt op dit ogenblik pas écht ingeperkt. Door hun weinig rooskleurige financiële toestand komen deze mensen nu automatisch terecht in de goedkoopste wijken, in dit geval Antwerpen Noord. Door de economische wetmatigheden betekent de vrijheid van vestiging voor vele mensen helaas niets.

Dat willen we veranderen, via een hele reeks maatregelen, zoals premies en sociale leningen. Belangrijker voor de doelgroep is dat we van alle gemeenten volgend engagement willen: tegen 2009 heeft tien procent van het woningaanbod in elke gemeente een sociaal karakter. Sociale huisvestingsmaatschappijen zijn daarom verplicht prioritair sociale woningen te bouwen in die gemeenten waar het aantal sociale woningen laag, of onbestaande is. Op korte termijn zorgen we ervoor dat de geplafonneerde huur van een woning niet meer bedraagt dan één vijfde van het gezinsinkomen. Daarom voeren we een huurtoelage in als tussenkomst in de huur voor mensen met de laagste inkomens. We koppelen deze wel aan strikte inkomensvoorwaarden en zorgen ervoor dat de tussenkomst in de huur geen subsidiëring van de verhuurders wordt. Ook in de strijd tegen de huisjesmelkers en tegen verkrotting steken we een flinke tand bij tot en met de verbeurdverklaring van panden van huisjesmelkers. Ook opteren we ervoor dat in een woning niet meer mensen mogen worden ingeschreven dan het huis redelijkerwijs kan huisvesten. Geen 20 mensen in een huis met één slaapkamer!

Als deze waaier aan maatregelen gerealiseerd is, is er niets asociaals aan het voorstel om tijdelijk te werken met de vestigingsvoorwaarde dat nieuwkomers minstens 120 procent van het minimumloon verdienen. Een dergelijke voorwaarde kan immers enkel wanneer we deze mensen een volwaardig alternatief kunnen bieden in een andere wijk van de stad, of een andere gemeente, in een sociale woning of op de private markt.

Zijn deze voorstellen asociaal? In Nederland werden ze eerst door socialisten geformuleerd. En PvdA-kamerlid Peter Van Heemst zegt dat je de problemen moet durven benoemen (DS 10 mei). Het idee komt oorspronkelijk zelfs van de Rotterdamse PvdA'er Dominic Schrijen. ,,Als armoede een kleur heeft, is dat geen reden om er met een boog omheen te lopen'', stelt Schrijen. ,,Bij jullie is dat debat nog een taboe'', besluiten beide Nederlandse sociaal-democraten. En gelijk hebben ze, want in Vlaanderen wordt het debat nu gedood. Hier is het blijkbaar not done om dit probleem aan te kaarten. Zoals in Nederland is kleur ook voor ons trouwens geen enkel probleem. We durven wel erkennen dat het probleem vaak een kleur heeft. Doen we dat niet dan zullen we na 13 juni de zoveelste analyse maken over voedingsbodems

Maar om de instroom van nieuwe (kans)armen te beheersen, zijn er nog andere maatregelen nodig. We denken aan een zekere beperking van de gezinsvorming met partners uit het land van herkomst. Deze importhuwelijken zorgen immers voor een continue instroom van nieuwkomers. Bovendien gaat het bijna altijd opnieuw om mensen van de eerste generatie. We moeten voorwaarden opleggen voor zo'n huwelijk, zoals in Nederland gebeurt. Zo geldt bij huwelijken met personen uit het land van herkomst in Nederland de leeftijdseis van 21 jaar, moet de partner bewijzen dat hij over degelijke huisvesting en voldoende inkomsten beschikt en dat de gezondheidszorg in orde is voor alle familieleden. Tevens moet de integratie, het leren van de Nederlandse taal, beginnen in het land van herkomst. Dat zijn geen xenofobe, asociale voorstellen, het is gewoon de toepassing in België van een richtlijn van de Europese Unie inzake het recht op gezinshereniging.

Cathy Berx en Marc Van Peel

De auteurs zijn respectievelijk algemeen ondervoorzitter CD&V en senator CD&V.)


18/05/2004 Cathy Berx en Marc Van Peel

©Copyright De Standaard