Marsipulami
19-05-04, 14:49
Prijs van het religieuze boek voor Emilio Platti --------------------------------------------------------------------------------
Geplaatst op 19/5 '04 om 13:17u door Theo Borgermans
BRUSSEL (RKnieuws.net) - Dinsdagavond heeft de Jury van de Tweejaarlijkse Prijs van het Religieuze Boek, een gezamenlijk initiatief van de VUKPP (Vereniging der Uitgevers van de Katholieke Periodieke Pers) en de Vereniging voor het Religieuze Boek, de laureaat van de editie 2004 bekend gemaakt. Na een intense deliberatie viel de keuze op het boek ´Islam, van nature een vijand?´ van Emilio Platti, uitgegeven door Uitgeverij Averbode.
Emilio Platti, is geboren in 1943, sedert 1962 lid van de orde van de dominicaren. Hij is verbonden aan het Dominicaans Instituut voor Oosterse Studies in Ca‹ro, professor islamkunde aan de K.U.L. en aan het Institut Catholique van Parijs. Hij werkt ook mee in het centrum El-Kalima voor de relaties christenen-moslims in Brussel.
De jury wil met deze keuze niet alleen ´een schitterende publicatie bekronen, maar tevens een maatschappelijk statement doen´. Ze is er immers van overtuigd dat het boek een grote maatschappelijke relevantie heeft in een tijd waarin de Islam vooral in een conflictmodel wordt benaderd, om niet te zeggen vanuit een negatief a priori. Ze prijst het boek omdat het eenheel evenwichtig beeld schetst van de wederzijdse beeldvorming bij christenen en moslims, en dit op basis van grondig wetenschappelijk onderzoek. Zo wijst de auteur er ondermeer op hoe ons beeld van de Islam in hoge mate - zij het onbewust -beionvloed is door een analyse uit de 9de eeuw, die via de werken van Jacob Van Maerlant, bij ons is verspreid. Het boek benadrukt dat er in de geschiedenis periodes geweest zijn van groot wederzijds respect, waarbij zelfs een beroep werd gedaan op elkaars geleerden en wetenschappers.
Het boek heeft, aldus de jury, ´de grote verdienste dat het eerder de nadruk legt op wat christenen en moslims bindt, dan op wat hen scheidt. Dat is een religieuze ingesteldheid (religare= verbinden) en gaat duidelijk in tegen sommige tendenzen in de maatschappij en in de media´. Deze publicatie geeft een gedegen, goed onderbouwde informatie en is een oproep om zich te verdiepen in elkaars cultuur en religie. Het is een stap in een noodzakelijk dialoogproces. Alhoewel het lezen van het boek onmiskenbaar een zekere inspanning vergt, is het aan te raden voor een breed publiek van zowel christenen als moslims. Want ook deze laatsten hebben er alle belang bij de wederzijdse beeldvorming op een genuanceerde manier te leren kennen.
De andere genomineerden, die de eerste selectieronde voor de Tweejaarlijkse Prijs van het Religieuze Boek hadden overleefd, waren Pierre Trouillez, ´Van Petrus tot Constantijn´, Davidsfonds; Lode Aerts, ´Nieuwkomers bij de bron´, Halewijn; Jef Van Gerwen, ´Onderweg. Over de navolging van Christus in de 21ste eeuw´; Lannoo; Boris Todorff, Laat heb ik je liefgehad. Christelijke mystiek van Jezus tot nu´, Davidsfonds. (tb)
Geplaatst op 19/5 '04 om 13:17u door Theo Borgermans
BRUSSEL (RKnieuws.net) - Dinsdagavond heeft de Jury van de Tweejaarlijkse Prijs van het Religieuze Boek, een gezamenlijk initiatief van de VUKPP (Vereniging der Uitgevers van de Katholieke Periodieke Pers) en de Vereniging voor het Religieuze Boek, de laureaat van de editie 2004 bekend gemaakt. Na een intense deliberatie viel de keuze op het boek ´Islam, van nature een vijand?´ van Emilio Platti, uitgegeven door Uitgeverij Averbode.
Emilio Platti, is geboren in 1943, sedert 1962 lid van de orde van de dominicaren. Hij is verbonden aan het Dominicaans Instituut voor Oosterse Studies in Ca‹ro, professor islamkunde aan de K.U.L. en aan het Institut Catholique van Parijs. Hij werkt ook mee in het centrum El-Kalima voor de relaties christenen-moslims in Brussel.
De jury wil met deze keuze niet alleen ´een schitterende publicatie bekronen, maar tevens een maatschappelijk statement doen´. Ze is er immers van overtuigd dat het boek een grote maatschappelijke relevantie heeft in een tijd waarin de Islam vooral in een conflictmodel wordt benaderd, om niet te zeggen vanuit een negatief a priori. Ze prijst het boek omdat het eenheel evenwichtig beeld schetst van de wederzijdse beeldvorming bij christenen en moslims, en dit op basis van grondig wetenschappelijk onderzoek. Zo wijst de auteur er ondermeer op hoe ons beeld van de Islam in hoge mate - zij het onbewust -beionvloed is door een analyse uit de 9de eeuw, die via de werken van Jacob Van Maerlant, bij ons is verspreid. Het boek benadrukt dat er in de geschiedenis periodes geweest zijn van groot wederzijds respect, waarbij zelfs een beroep werd gedaan op elkaars geleerden en wetenschappers.
Het boek heeft, aldus de jury, ´de grote verdienste dat het eerder de nadruk legt op wat christenen en moslims bindt, dan op wat hen scheidt. Dat is een religieuze ingesteldheid (religare= verbinden) en gaat duidelijk in tegen sommige tendenzen in de maatschappij en in de media´. Deze publicatie geeft een gedegen, goed onderbouwde informatie en is een oproep om zich te verdiepen in elkaars cultuur en religie. Het is een stap in een noodzakelijk dialoogproces. Alhoewel het lezen van het boek onmiskenbaar een zekere inspanning vergt, is het aan te raden voor een breed publiek van zowel christenen als moslims. Want ook deze laatsten hebben er alle belang bij de wederzijdse beeldvorming op een genuanceerde manier te leren kennen.
De andere genomineerden, die de eerste selectieronde voor de Tweejaarlijkse Prijs van het Religieuze Boek hadden overleefd, waren Pierre Trouillez, ´Van Petrus tot Constantijn´, Davidsfonds; Lode Aerts, ´Nieuwkomers bij de bron´, Halewijn; Jef Van Gerwen, ´Onderweg. Over de navolging van Christus in de 21ste eeuw´; Lannoo; Boris Todorff, Laat heb ik je liefgehad. Christelijke mystiek van Jezus tot nu´, Davidsfonds. (tb)