PDA

Bekijk Volledige Versie : Arabisch nationalisme helpt migranten niet vooruit



Afrux
24-05-04, 16:17
De Fabel van de illegaal 56,
januari/februari 2003

Auteur: Eric Krebbers
--------------------------------------------------------------------------------


Arabisch nationalisme helpt migranten niet vooruit

Na de Antwerpse rellen van eind november 2002, naar aanleiding van een racistische moord, waren alle ogen gericht op Dyab Abou Jahjah van de Arabisch-Europese Liga (AEL). Eerder speelde hij al een vooraanstaande rol bij demonstraties tegen Israël en tegen de oorlog tegen Irak. De snel groeiende migrantenorganisatie AEL klaagt ook het alom aanwezige racisme in Europa aan. Dat klinkt misschien veelbelovend, maar helaas staat voor de AEL het Arabische nationalisme centraal. En nationalisme lost zelden problemen op; het verergert ze alleen maar.

Op 26 en 27 november trokken groepen Marokkaanse jongeren woedend door de Antwerpse wijk Borgerhout, naar aanleiding van de racistische moord op Mohammed Achrak. Veel lange tijd opgekropte kwaadheid over het dagelijks ervaren racisme kwam in één klap letterlijk op straat te liggen. In Antwerpen stemt één op de drie kiezers Vlaams Blok. Maar in plaats van verontwaardiging over dat groeiende racisme, toonde het hele Belgische establishment zich voornamelijk boos over de rellen. Men hield Abou Jahjah daar voor verantwoordelijk. Volgens DeWinter van het Vlaams Blok waren nu "de ratten uit de riolen gekropen". En premier Verhofstadt beweerde dat de AEL Antwerpen zou willen terroriseren. "Ze wil de politie verjagen en probeert greep te krijgen op Antwerpse wijken, om daar misdaadactiviteiten voort te zetten". Hij pleitte daarom voor een verbod. En om dat voor elkaar te krijgen was minister van Binnenlandse Zaken Duquesne zelfs bereid de wet aan te passen. Zelf ontkende de AEL schuld te hebben aan de rellen. Men zou juist geprobeerd hebben de zaak te sussen. Maar "als de zaak opnieuw uit de hand loopt en er weer bloed vergoten wordt, houden we het hele Belgische establishment en de zionistische lobby verantwoordelijk voor de gevolgen", dreigde de AEL. Kort daarop werd Abou Jahjah gearresteerd en pleegde de politie een reeks huiszoekingen. Bij de begrafenis van Achrak bleef het rustig, maar wel werd er door onbekenden nog een brandbom naar een synagoge gegooid. Abou Jahjah wordt nu als centrale figuur beschouwd door de Belgische overheid, door het Vlaams Blok, door veel migranten, door links, en niet in de laatste plaats door Abou Jahjah zelf. Het lijkt erop dat men voor of tegen hem moet kiezen. Maar radicaal-links zou zich zo'n keuze niet moeten laten opdringen. De Fabel veroordeelt het repressieve en racistische beleid van de Belgische overheid ten zeerste, maar ziet tegelijk ook niets in de Arabisch-nationalistische AEL. Radicaal-links zou zijn solidariteit beter kunnen voorbehouden aan linkse migrantenorganisaties.

De AEL heeft zijn hoofdkwartier in Antwerpen, maar wil de vleugels ook uitslaan naar Duitsland, Engeland en Frankrijk. In februari 2003 zou Nederland aan de beurt zijn, maar LPF en CDA willen de AEL hier verbieden. Volgens schattingen heeft de Liga ergens tussen de 250 en 1.000 leden. Vanuit Nederland zouden er ook al veel aanmeldingen zijn. Om zieltjes te winnen voor zijn Arabisch nationalisme speelt de zeer charismatische Abou Jahjah heel slim in op de ontevredenheid en woede van veel migranten over het overal in West-Europa aanwezige racisme. Zo maken veel migranten bijvoorbeeld dagelijks mee dat ze wegens hun uiterlijk of achternaam worden afgewezen voor een woning of een baan. Abou Jahjah wil die sociale en economische achterstelling van migranten opheffen. Ook pleit hij voor stemrecht voor migranten. Maar in plaats van zich in de linkse internationalistische traditie te plaatsen, zoals in Nederland bijvoorbeeld het Turkse DIDF en het Marokkaanse KMAN dat doen, schuift Abou Jahjah het Arabische nationalisme als oplossing naar voren. Hij promoot vooral "de eigen Arabische cultuur" en "het eigen islamitische geloof". Hij wil af van "de westerse cultuur" en streeft naar "een eigen partij" en "eigen scholen" voor "de eigen gemeenschap". Zijn "eigen Arabische taal" zou door België erkend moeten worden als vierde landstaal. Dat zou overigens voor veel Berbers sprekende Marokkanen geen vooruitgang betekenen. Die spreken nauwelijks Arabisch, en voelen zich juist al heel lang onderdrukt door de Arabisch sprekende meerderheid in hun land van herkomst.

Vrouwenstrijd

Zoals bij elk ander nationalisme, wil ook het Arabische nationalisme niets weten van anti-kapitalisme, vrouwenstrijd of homo-emancipatie. Nationalisten willen de machtsverhoudingen binnen de eigen natie het liefst onwrikbaar vastleggen. "Ik ga mijn kinderen tijdens hun opvoeding niet meegeven dat ze op hun achttiende mogen beslissen of ze van een vrouw of een man gaan houden. Ik zal een meisje opvoeden om van een man te houden, en een jongen om van een vrouw te houden",1 aldus Abou Jahjah. "Ik vind homoseksualiteit niet hetzelfde als heteroseksualiteit, want heteroseksualiteit is de norm." Argumenten geeft hij niet. "Wij zijn gewoon godsdienstige mensen die geloven dat God vrouwen voor mannen heeft geschapen, en mannen voor vrouwen." 2 En vrouwenstrijd past niet in dat plaatje. "Ik verberg niet dat in onze cultuur de conservatieve familiewaarden heel belangrijk zijn. Ook voor meisjes die nu gaan werken, terwijl ze veel liever voor hun kinderen zouden zorgen. Onze meisjes zijn niet geïndoctrineerd door het feminisme." 1 De Arabische nationalist Abou Jahjah is het wat dat betreft roerend eens met zijn Vlaamse collega-nationalisten. "Veel vrouwen die nu werken, zouden liever getrouwd zijn en een leven als moeder uitbouwen. Het is niet omdat het Vlaams Blok een racistische en fascistische partij is dat ze niet op een aantal punten gelijk kan hebben." 2

Abou Jahjah kreeg voor het eerst bekendheid door de felle anti-Israël-demonstraties die hij in 2002 organiseerde in Antwerpen en Brussel. "Antwerpen is het bolwerk van het zionisme in Europa en moet daarom het Mekka worden van pro-Palestijnse actie. Er is geen betere plaats in Europa om voor Palestina te demonstreren dan in een stad waar de pro-Sharon bendes van de zionistische fanatici de wet dicteren", verklaarde hij.3 Op de vooravond van een van die demonstraties werd door onbekenden een brandbom naar een synagoge gegooid. Bij de demonstraties zelf werden regelmatig Bin Laden en de Hamas bejubeld. Ook werden wel ruiten ingegooid bij joodse winkels en werd er eens een pop met pijpenkrullen verbrand. Wie op dit "anti-zionisme" kritiek leverde zou volgens Abou Jahjah "de zionisten slaafs volgen". "De zionisten zijn de nazi's van onze tijd", zegt hij vaak. In de jaren 80 heeft Abou Jahjah in Libanon meegedaan aan de gewapende strijd tegen het Israëlische leger. Diverse bronnen beweren dat hij toen bij Hezbollah zat.1 Het verbaast dan ook niet dat hij weigert afstand te nemen van andere moslimfundamentalistische organisaties, zoals Jihad en Hamas. Dat zegt nogal wat. Volgens Hamas zaten "de joden" achter de Franse, de communistische en alle andere revoluties. Sterker nog: "Geen oorlog is ooit ergens uitgebroken zonder hun vingerafdruk erop", aldus de beginselverklaring van Hamas. Volgens dat document beschouwt Hamas het antisemitische verzinsel "De Protocollen van de wijzen van Zion" als het bewijs van een wereldomvattende joodse samenzwering. De zionisten zouden volgens Hamas zelfs achter het feminisme zitten dat moslimvrouwen weglokt van hun werkelijke levensvervulling: het huishouden, en het krijgen en opvoeden van moslimkinderen.4

Arabische bodem

De AEL streeft uiteindelijk naar "de oprichting van een federale Arabische staat op alle Arabische bodem. Die staat is het uiteindelijke doel van de nationalistische strijd van het Arabische volk." Voor de Liga staat de "Arabisch-islamitische beschaving" centraal. "Alle Arabieren horen bij die beschaving, of ze nu moslim zijn of niet, en het is de taak van alle Arabieren om de twee belangrijkste componenten van hun identiteit: Arabisme en de islam, te verdedigen." 5 Het hoeft dus niet te verbazen dat de AEL het opneemt voor Saddam Hoessein, die immers eveneens een Arabische nationalist is. Abou Jahjah organiseerde daarom samen met drie anderen de anti-oorlogsdemonstratie "Stop USAggression" van 10 november 2002 in Brussel. Daaraan namen enige duizenden mensen deel. "De oorlog tegen Irak is ook een oorlog tegen de Arabische natie en tegen Palestina", zei Abou Jahjah bij die gelegenheid. Hij sprak van "de zogenaamde dictatuur van Saddam Hoessein". Vakbondsman Roberto D'Orazio was één van de drie andere organisatoren. "Ik steun in Palestina en in Irak twee mensen: Yasser Arafat en Saddam Hoessein", zei die. Ook IndymediaBelgië-chef Han Soete deed mee. Zonder een spoor van ironie beweerde die op de website van Indymedia dat Irak bewezen heeft een democratie te zijn omdat Hoessein met 100 procent van de stemmen gekozen is. Soete is overigens ook lid van de stalinistische Partij van de Arbeid (PvdA-België). Uit die hoek kwam ook de vierde organisator: Zohra Othman. In april 2002 zond haar partij nog een delegatie naar Irak. Bij thuiskomst antwoordde de delegatieleider op de vraag of men ook kritiek had op het regime: "Ik denk bijvoorbeeld dat het ophalen van huisvuil beter geregeld kan worden." Tot zover Abou Jahjahs Belgische kameraden.6

De meest bekende Arabische nationalist uit de geschiedenis is waarschijnlijk Gamal Abd Al Nasser, die van 1952 tot 1970 president van Egypte was. Abou Jahjah is een groot bewonderaar van Nasser, en heeft enkele van zijn toespraken integraal op de AEL-website gezet. Wat zegt dat over de idealen van Abou Jahjah? Nasser was aanvankelijk lid van de moslimfundamentalistische Broederschap. Toen hij aan de macht kwam schafte hij direct alle politieke partijen af. Tijdens zijn regime was Egypte toevluchtsoord voor een hele reeks Duitse nazi's. Die werden aangesteld bij geheime diensten, commando-trainingscentra, propaganda-afdelingen of bijvoorbeeld als adviseur bij Binnenlandse Zaken. Als bodyguard nam Nasser een oud-SS-er aan. Verder liet hij "Mein Kampf" in het Arabisch vertalen en zei hij op 1 mei 1964: "Tijdens de Tweede Wereldoorlog lag onze sympathie bij de Duitsers, en de leugen van de 6 miljoen vermoorde joden gelooft sowieso niemand." Het verzinsel "De Protocollen van de wijzen van Zion" zou ook volgens hem echt zijn. "Deze tekst bewijst zonder twijfel dat 300 zionisten, die elkaar allemaal kennen, het lot van het Europese continent bepalen", beweerde Nasser. "Ons hoofddoel is Israël vernietigen", zei hij altijd.7

Black Panthers

Behalve Nasser bewierookt Abou Jahjah ook de Amerikaanse Black Panthers. Ironisch genoeg moest Panther-oprichter Huey Newton juist niets hebben van Abou Jahjahs type nationalisme: "Cultureel nationalisme, of varkenslap-nationalisme, zoals ik het soms noem, is eigenlijk een probleem van het verkeerde perspectief hebben. Het is alleen maar simpel reageren, in plaats van een werkelijk antwoord op politieke onderdrukking. De culturele nationalisten houden zich bezig met de terugkeer naar de oude Afrikaanse cultuur om zo hun identiteit en vrijheid te herwinnen. In andere woorden, ze voelen dat de Afrikaanse cultuur hen automatisch politieke vrijheid zal brengen. In veel gevallen blijkt het culturele nationalisme niets anders als reactionair nationalisme." 8 Het is te hopen dat Abou Jahjah en zijn kameraden eens goed rondkijken op de Black Panther-website die ze gelinkt hebben aan hun AEL-website. Dat zou erg leerzaam zijn. Daar besteedt men namelijk uitgebreid aandacht aan "de manier waarop Black Panther-vrouwen de functie van gender herdefinieerden in de historisch mannelijk gedomineerde burgerrechtenbeweging, het aanpakken van mannelijk chauvinisme en homofobie via onderwijs, en de bijdragen van lesbische vrouwen en homoseksuele mannen aan de Panther-beweging".9

Naar het voorbeeld van de Panthers zette Abou Jahjah recentelijk burgerpatrouilles op die de Antwerpse politie in de gaten gaan houden, en gearresteerde migrantenjongeren gaan informeren over hun rechten. Dat naar aanleiding van allerlei plannen om Marokkaanse jongeren harder aan te gaan pakken. Een flink deel van de Antwerpse politie heeft sympathie voor het Vlaams Blok, en laat zich racistisch uit tegen migranten. Ook worden Marokkaanse jongeren vaak geslagen en over de grond gesleept door agenten. Door de patrouille-acties zou mogelijk in plaats van de "allochtone criminaliteit" het racisme van de politie eens ter discussie kunnen komen te staan. Jammer dat linkse organisaties van migranten of anti-racisten niet met dit idee gekomen zijn.

Noten

1. "Kanker bestrijd je niet met een aspirientje", Bart Vanegeren en Pascal Verbeken. In: Contrast 31, 10.10.2002.
2. Zie de website van de Belgische homo-organisatie Het Roze Huis.
3. Zie: <www.arabeuropean.org/News/stat050602.html>.
4. Uit: "The covenant of the Hamas".
5. Zie: <www.arabeuropean.org/aboutus.html>.
6. Zie voor de "Stop USA"-demonstratie en de delegatie naar Irak de PvdA-websites: <www.ptb.be> en <www.lai-aib.org>.
7. "Djihad und Judenhass", Matthias Küntzel. 2002.
8. "The Black Panthers speak", Philip S. Foner (ed.). 1970.
9. Zie: <www.blackpanther.org>.

Afrux
24-05-04, 16:29
http://www.libertarian.nl/NL/archives/000279.php

Het Europese Model - aflevering IV : Arabisch nationalisme

Door Peter Verkooijen Publicatiedatum: 11-06-2003


Dit is het vervolg op Het Europese Model - aflevering III : Nazi’s voor de vrede.


Op de dag dat Irakezen en Amerikanen samen het standbeeld van Saddam Hussein op het Al-Fardusplein neerhaalden, voelde de Belgische publieke tv-zender Canvas de behoefte in zijn journaal het volk nog eens uit te leggen dat de Amerikanen Saddam Hoessein in 1963 in het zadel hadden geholpen. [1] Ook de beelden van Rumsfeld's theevisite bij Saddam in de jaren tachtig kwamen weer voorbij. Inderdaad heeft Amerika de Baath-partij op een aantal cruciale momenten geholpen, maar het Arabische nationalisme heeft zijn wortels in Europa en de Europese voorhoede heeft Saddam Hoessein tot het bittere eind gesteund. Frankrijk lijkt de laatste jaren aan te sturen op een verbond van de Europese Unie met de Arabische Liga als oplossing voor de puinhoop in het Midden Oosten.

De grondlegger van de Baath-partij was de Syrische christen Michel Aflaq die in de vroege jaren dertig studeerde aan de Sorbonne, de Parijse universiteit met een ongeslagen reputatie in het voortbrengen van ideologisch gedreven despoten en massamoordenaars. Aflaq nam uit Parijs het beste mee terug naar Damascus wat de Europese Cultuur in die tijd te bieden had; een giftige mix van marxisme, fascisme, nationaal-socialisme en anti-semitisme. Gedurende de Tweede Wereldoorlog stond Aflaq in Damascus aan de wieg van een pro-Nazi-beweging waaruit rond 1945 de Baath-partij ontstond. Na de oorlog was het niet de Baath-partij, maar Gamal Abdel Nasser die in de ogen van progressieve Europeanen de vaandeldrager van Arabisch anti-imperialisme en nationalisme werd. Nasser vernederde de koloniale machten door het Suez-kanaal te nationaliseren. Engeland, Frankrijk en Israel wilden militair ingrijpen, maar werden teruggefloten door de nieuwe supermachten Amerika en de Sovjet Unie.

Nasser was een van de leiders van de beweging van niet-gebonden landen. Met andere anti-koloniale, socialistische leiders zoals Soekarno, Nkrumah en Nehru werd hij een held van de Derde Weg-beweging. Het nieuwe socialistische ideaal was een Europees verbond met de ‘derde wereld’ als alternatief machtsblok tussen kapitalisme en communisme. Kolonialisme was een zonde van het oude Europa dat in 1945 ten einde was gekomen. Het nieuwe Europa zou voortkomen uit ‘het verzet’. De nieuwe generatie Europeanen die na de jaren zestig aan de macht kwam zou de voormalige kolonieën met raad en daad bijstaan in hun streven het kapitalisme buiten de deur te houden en hun maatschappijen op te bouwen volgens ‘democratische socialistisch’ plan. De Derde Weg gaf Europa een excuus voor blijvende invloed in de voormalige kolonieën en een strategie om iets van de verloren trots en invloed in de wereld te herstellen tegenover de twee supermachten.

Gamal Abdel Nasser beloonde de Amerikaanse steun in de Suez-crisis niet, want Amerika steunde ook Israel. Egypte werd onder Nasser een intolerante, nationaal socialistische, anti-semitische eenpartijstaat met concentratiekampen in de woestijn en Islam als staatsgodsdienst, wat een groeiend bondgenootschap met de goddeloze Sovjet Unie niet in de weg stond. In Irak bleef de situatie te onduidelijk om tot de verbeelding te kunnen spreken. In februari 1963 was de Baath-partij een leidend element in een bloedige coup tegen Abdel Karim Qassim die zelf een paar jaar eerder ook met een coup aan de macht was gekomen. Bij de coup zou de Baath-partij hulp hebben gekregen van de CIA die hoopte daarmee de groeiende invloed van de communisten in te dammen. Op dat moment had de Baath-partij minder dan duizend actieve leden. Saddam Hoessein zat in Egypte en kwam pas na de coup naar Bagdad, waar hij de verantwoordelijkheid op zich nam voor de bloedige vervolging van met name communisten. Dat duurde niet lang. In november volgde al een tegencoup van het leger. [2]

Pas in 1968 kwam de Baath-partij definitief aan de macht, nu bizar genoeg geholpen door een coalitie met de veel grotere communistische partij. De vijanden van 1963 vormden een Progressief Nationaal Front. Het nieuwe Iraakse regime kon rekenen op steun van de Sovjet Unie en Frankrijk, die beide inmiddels waren begonnen met het ontwikkelen van de olievelden. Het Franse staatsbedrijf ERAP (Entreprise de Recherches et d'Activités Pétrolières) had in 1967 een contract getekend voor ontwikkeling van de olievelden in het zuiden. In 1972 begon het Baath-regime met de nationalisatie van de olie-industrie, maar ERAP werd goed gecompenseerd en was vanaf 1976 afnemer van de olie uit de velden die het had ontwikkeld.

Eind 1974 vertrok Jacques Chirac naar Bagdad voor zijn eerste ontmoeting met Saddam Hoessein. Chirac was premier onder president Valéry Giscard d’Estaing. In september 1975 ontving hij Saddam Hoessein in Versailles. Chirac zag in Hoessein een Arabische De Gaulle en verzekerde hem van “mon estime, ma considération et mon affection”. Na een rondleiding in een Franse kerncentrale werden contracten getekend voor twee kernreactoren en genoeg verrijkt uranium voor drie of vier atoombommen. Frankrijk zou de opleiding van zeshonderd atoomtechnici verzorgen. Saddam Hoessein noemde de overeenkomst in een interview met een Libanese journalist in 1975 “the first concrete step toward the production of the Arab atomic weapon”. Irak kocht in Frankrijk wapens voor in totaal anderhalf miljard dollar, waaronder een luchtafweersysteem en zestig Mirage F1 gevechtsvliegtuigen. Israel bombardeerde de Osirak-centrale in juni 1981. [3]

Het Arabische nationalisme naar Europees model dat Chirac zo actief ondersteunde was een ramp voor het Midden Oosten. De problemen in de regio zijn niet begonnen met de ‘introductie’ van een Joodse staat. Joden woonden er al eeuwen. De staatsgrens van Israel is niet kunstmatiger dan die van Irak, Syrië of de andere landen die na dekolonisatie zijn gevormd. In de Arabische eenheid waar Nasser en Aflaq van droomden, die zich over minstens de hele breedte van het Midden Oosten uitstrekte, was gewoon geen plaats voor Joden en als het er op aankwam evenmin voor Koerden, Christenen en andere minderheden. [4] Arabische eenheid was een fata morgana. Syrië trok zich in 1961 na drie jaar terug uit de Verenigde Arabische Republiek, een unie met Egypte. In de oorlog tussen Irak en Iran koos Syrië de kant van het niet-Arabische Iran. Irak viel het Arabische buurland Koeweit aan, waarna andere Arabische landen zich aansloten bij een Amerikaanse coalitie tegen Irak. Tot op de dag van vandaag bestrijden seculiere Arabische nationalisten en islamisten elkaar.

Frankrijk blijft geloven in de heilzame werking van Arabisch nationalisme. Chirac verklaart in 1986 dat Frankrijk zich beschouwt “comme l’amie et l’alliée de l’Irak” en dat die ”attitude n’etait susceptible d’aucun changement dans ce domaine”. [5] Een week na de eerste golfoorlog onderhandelen Frankrijk en Irak alweer over oliecontracten. Het oliebedrijf Elf, opvolger van ERAP, sluit een aantal uiterst gunstige contracten. In oktober 1993 bezoekt Tareq Aziz Parijs. VN-sancties tegen Irak vormen een ernstig obstakel in de uitvoering van de overeenkomsten. Het zijn niet de enige Franse contracten die door de sancties in de la blijven. Airbus zou Iraqi Airways vijf vliegtuigen leveren. De Iraakse luchtvaartmaatschappij blijft gedurende de jaren negentig in contact met het Europese consortium. In september 2000 brengt een delegatie van Airbus een bezoek aan Bagdad om te bevestigen dat ze de toestellen zullen leveren zo gauw de VN-sancties worden opgeheven. [6]

Vanaf eind jaren negentig voert Frankrijk campagne tegen de sancties. Jacques Chirac keert zich in november 1997 tegen gebruik van geweld tegen Irak nadat de wapeninspecteurs het land uit zijn gezet. Het Iraakse persbureau prijst Chirac’s opmerkingen: “They reflect a balanced attitude rejecting the American hegemony under the cover of the so-called ‘New World Order’.” In januari 1998 vertrekt de eerste tank Iraakse olie onder het olie-voor-voedsel-programma richting Frankrijk. “We are now in a phase of drawing and implementing a real exit for the Iraqi crisis,” verklaart Jacques Chirac in december 1998 na het Amerikaans-Britse besluit de luchtaanvallen te staken. Een maand later stelt Frankrijk de leden van de VN-veiligheidsraad opheffing van de sancties voor gekoppeld aan nieuw wapeninspectieregime zonder de lastige Richard Butler. Iraakse kranten roepen de Arabische landen op het goede voorbeeld van Frankrijk, Rusland en China te volgen en zich te verzetten tegen de Amerikaanse lijn. [7]

Onder Chirac haalt Frankrijk de banden met de Arabische wereld aan. In de zomer van 1999 verleent Frankrijk het kantoor van de Arabische Liga in Parijs diplomatieke status. Chirac stemt zijn Midden Oosten politiek af in nauw overleg met de Arabische Liga. Die lijkt hij te beschouwen als de rechtmatige vertegenwoordiger van een Arabische natie en een logische partner voor het verenigde Europa. [8] Andres Ganee, het hoofd van het departement dat de Franse belangen in Bagdad behartigt, laat eind 1999 weten dat Frankrijk ook de economische banden met Irak wil uitbreiden. Op de Bagdad International Fair zijn 130 Franse bedrijven vertegenwoordigd. Frankrijk heeft de grootste buitenlandse delegatie. Ganee zegt na afloop dat contracten zijn getekend voor “modernisering van het communicatienetwerk”, maar dat het VN-sanctiecomité die nog niet heeft goedgekeurd. [9]

Afrux
24-05-04, 16:31
In december 1999 roept Saddam Hoessein Frankrijk en Rusland op tegen een VN-resolutie te stemmen die de sancties voor negen jaar opschort. Irak heeft bezwaar tegen de voorwaarde dat het land weer wapeninspecteurs moet binnenlaten, ook al zullen die nu onder leiding van de vriendelijke Zweedse bureaucraat Hans Blix staan. De Iraakse onderminister voor buitenlandse zaken Nizar Hamdoun verwijst naar Franse belangen – Frankrijk is inmiddels de grootste handelspartner onder het olie-voor-voedsel-programma - en dreigt impliciet met uitzetting van Total Fina Elf. Geheel in lijn met haar traditie geeft Frankrijk toe aan de Iraakse druk en onthoudt zich in de VN-veiligheidsraad van stemming. [10] “Politics is about interests. Politics is not about morals,” zegt de Iraakse VN-ambassadeur Mohammed Douri. “If the French and others will take a positive position in the Security Council, certainly they will get a benefit. This is the Iraqi policy.” [11]

Economische belangen zijn niet de enige reden waarom Europeanen het Arabische nationalisme steunen. In Europa is een generatie leiders aan de macht gekomen die in de jaren zeventig soms extreem-linkse sympathieën hadden. Met name het Palestijnse terrorisme werd geidealiseerd als een opstand van de verworpenen der aarde en het begin van een wereldrevolutie waarin de derde wereld de rol van het proletariaat vervulde. [12] Begin 2001 brengt een rechtszaak over een Palestijnse aanslag in 1975 het radicale verleden van de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Joschka Fischer boven tafel. Fischer getuigt dat hij zijn vriend Hans-Joachim Klein destijds van het terrorisme af probeerde te houden, maar de dochter van RAF-terroriste Ulrike Meinhof, Ilich “Carlos the Jackal” Ramirez Sanchez en anderen beweren dat Fischer wel degelijk zelf betrokken was bij revolutionair geweld. Fischer ontkent ook stellig dat hij in 1969 op een PLO-bijeenkomst in Algerije is geweest, waar Yassar Arafat steun kreeg voor zijn belofte Israel te vernietigen. Later geeft zijn woordvoerder toe dat hij er wel was, maar na een uur was vertrokken omdat hij het “te saai” vond. Uiteindelijk moet de woordvoerder bekennen dat Fischer er van begin tot eind bij is geweest. [13]

Joschka Fischer’s radicale verleden, zijn vriendschappelijke banden met RAF-terroristen en zijn leugens daarover hebben geen enkele negatieve invloed gehad op zijn grote populariteit of politieke positie. Het is duidelijk waar de Duitsers staan ten opzichte van Israel en Arabisch nationalisme en echt verrassend is het niet. De Franse ambassadeur in Engeland Daniel Bernard verwoordde de stille Europese concensus het beste toe hij Israel “that shitty little country” noemde. “Why should the world be in danger of World War Three because of those people?” aldus Bernard. [14] Ook Bernard’s woorden hadden geen gevolgen. Maar toen de Tsjechische premier Milos Zeman het waagde Arafat te vergelijken met Adolf Hitler riep hij de toorn van de Europese Commissie over zich af. [15] De Arabische Liga vond de vergelijking “unacceptable and hostile to all Arab countries”. De Europese Commissie dreigde: “Such language is not what we expect from a future member state. … The Czech Republic has agreed to follow the EU's foreign policy … and those comments were not helpful.” [16] Zoals later opnieuw zou blijken rond Irak hoeft geen twijfel te bestaan wie dat Europese buitenlandse beleid bepaalt.




--------------------------------------------------------------------------------

[1] In de ‘alternatieve’ of ‘onafhankelijke’ media is de consensus nu dat het Pentagon de gebeurtenissen op het plein zorgvuldig heeft geensceneerd. Zie bijvoorbeeld http://globalresearch.ca/articles/NYI304A.html. Op de vele andere beelden en portretten van Saddam Hussein die zijn neergehaald gaat deze theorie niet in.

[2] Het verhaal dat de CIA Saddam Hoessein aan de macht heeft geholpen lijkt bijna volledig te steunen op een passage in ‘Out of the Ashes, The Resurrection of Saddam Hussein’ van Andrew en Patrick Cockburn (Verso 2000): ‘In retrospect, it was the ClAs favorite coup. “We really had the ts crossed on what was happening,” James Critchfield, then head of the CIA in the Middle East, told us. “We regarded it as a great victory.” Iraqi participants later confirmed American involvement. “We came to power on a CIA train,” admitted Ali Saleh Sa'adi, the Baath Party secretary general who was about to institute an unprecedented reign of terror. CIA assistance reportedly included coordination of the coup plotters from the agency's station inside the U.S. embassy in Baghdad as well as a clandestine radio station in Kuwait and solicitation of advice from around the Middle East on who on the left should be eliminated once the coup was successful.’ Deze lezing van de gebeurtenissen is op zich heel plausibel, maar als basis voor de claim dat Amerika uiteindelijk zelf verantwoordelijk was voor Saddam’s dertig jaar terreur is het wat mager. Daar komt bij dat niemand minder dan Scott Ritter’s echtgenoot op Amazon.com (8 juni 1999) de feitelijke juistheid van het boek in twijfel trekt – Scott Ritter is de voormalige UNSCOM-inspecteur die actief campagne voerde tegen de oorlog in Irak. De schrijvers beweren dat Marina Ritter banden met de CIA had. “I cannot understand how the authors could come up with a completely unfounded statement,” schrijft ze in haar recensie op Amazon.com. “Any non-fiction book, no matter how eloquently written, will be first and foremost judged on the basis of its factual correctness. As far as the facts that I am personally familiar with go, this book lacks credibility.”

[3] ‘The Chirac-Hussein Connection’ - George Friedman, 19 februari 2003, Stratfor: ‘Former French President Valery Giscard d’Estaing, who held office at the time of the negotiations with Iraq, said in 1984 that the deal “came out of an agreement that was not negotiated in Paris and therefore did not originate with the president of the republic.” Under the odd French constitution, it is conceivable that the president of the republic wouldn’t know what the premier of France had negotiated -- but on a deal of this scale, this would be unlikely, unless the deal in fact had been negotiated between Chirac and Hussein in the dark and presented as a fait accompli.’ Dit zou kunnen betekenen dat Chirac en Hoessein de overeenkomst in 1974 onderling in Bagdad hebben gesloten.

[4] Arabisch nationalisme keert zich net als het Europese idee tegen de liberale natiestaat en doet een beroep op een breder, continentaal volksbegrip. The Philosophy of the Revolution_ - Gamal Abdel Nasser: ‘But the era of isolation is now gone. Gone also are the days when barbes wires marked the frontiers seperating and isolating countries, and every country must look beyond its frontiers to find out where the currents that effected it spring, how it should live with others … It has become imperative that every country should look around itself to find out its position and its environment and decide what it can do, what its vital sphere is, and where the scene of its activity and what its positive role could be in this troubled world.’ Nasser definieerde zijn gedroomde Arabische natie met ‘drie cirkels’; het Midden Oosten, het Afrikaanse contintent waartoe Egypte behoorde en de moslimwereld inclusief Indonesië, delen van Rusland en moslims over de hele wereld. Een poging tot afbakening van het Arabische lebensraum uit Constitution of the Arab Ba’th Party, 1951: ‘Article 7. The Arab fatherland is that part of the globe inhabited by the Arab nation which stretches from the Taurus Mountain, the Pocht-i-Kouh Mountains, the Gulf of Basra, the Arab Ocean, the Ethiopean Mountains, the Sahara, the Atlantic Ocean and the Mediterranean.’ Citaten komen uit Arab Nationalism, an anthology – selected and edited with an introduction by Sylvia G. Haim, University of California Press Berkeley 1962

[5] ‘La petite musique franco-irakienne’, André Fontaine, Le Monde, 28 september 2002

[6] ArabicNews.com, 17 december 2000. In september 2000, dezelfde maand waarin het bezoek van de Airbus-delegatie plaatsvond, landden Franse en Russische ‘humanitaire NGO’s’ met gecharterde toestellen op Saddam International Airport in een actie om de sancties te breken. De Franse vlucht was georganiseerd door Jerad Hubo, tevens secretaris generaal van het Franse bureau voor industriële en culturele promotie.

[7] Iraqi dailies call upon the Arab states to follow France's steps in supporting it, ArabicNews.com, 10 maart 1999

[8] Lees ook dit verbijsterende satirische artikel van een Arabische schrijver: Chirac for President...of the Arab League - Imad al-Din Husayn, Al-Bayan (government-owned), Dubai, United Arab Emirates, 14 februari 2003 (http://www.worldpress.org/article_model.cfm?article_id=1076&dont=yes Originally from http://www.albayan.co.ae/)

[9] Paris confirms its endeavor to support joint cooperation with Baghdad, ArabicNews.com, 16 november 1999

[10] Iraq urges France and Russia to reject United Nations resolution, ArabicNews.com, 13 december 1999

[11] Iraq Uses Its Buying Power As Leverage - Colum Lynch, Washington Post, 3 juli 2001: In de tweede helft van 2000 begint Bagdad Frankrijk daadwerkelijk te straffen voor gedeeltelijke steun aan Amerikaans beleid met een halvering van de handel.

[12] Jean-Paul Sartre noemde terrorisme ooit instemmend de atoombom van de machtelozen en schreef een apologie voor revolutionair geweld als voorwoord bij Frantz Fanon’s Les Damnés de la Terre uit 1961, het boek dat de rol van de voormalige kolonieën als voorhoede in de wereldrevolutie expliciteerde.

[13] It's Cool Again to Be Communist - J. Michael Waller, Insight Magazine, 15 augustus 2001 / Nine years in jail for Jackal helper - Kate Connolly, Guardian, 16 februari 2001

[14] Islamists overplay their hand but London salons don't see it - Barbara Amiel, Daily Telegraph, 17 december 2001

[15] De vergelijking van Arafat met Hitler is bepaald niet uit de lucht gegrepen. Arafat's mentor en voorganger als Palestijnse leider was Haj Amin Al Husseini, de groot-mufti van Jerusalem vanaf 1920. Tijdens de Tweede Wereldoorlog reisde Al Husseini naar nazi-Duitsland waar hij Adolf Hitler probeerde te overtuigen het door de Britten bestuurde Palestina binnen te vallen en te zuiveren van Joden. Er zijn foto’s van Al Husseini’s bezoek aan een concentratiekamp. Terug in Jeruzalem bleef de groot-mufti een enthousiast propagandist voor de Duitse oplossing van het ‘Joodse probleem’. In een interview met Al Sharq Al Awsat (London Arabic Daily) van 2 augustus 2002 zei Yasser Arafat: “We are not Afghanistan… We are the mighty people. Were they able to replace our hero Haj Amin Al Husseini?… There were a number of attempts to get rid of Haj Amin, when they considered him an ally of the Nazis. But even so, he lived in Cairo, and participated in the 1948 War and I was one of his troops.”

[16] Czech PM upbraided for comparing Arafat to Hitler - Andrew Osborn, Guardian, 20 februari 2002