PDA

Bekijk Volledige Versie : Gedemoniseerde Abou Jahjah



Afrux
31-05-04, 20:42
In het multiculturele blad Contrast wordt publicist Mohammed Benzakour, in oktober 2002, voor het eerst geconfronteerd met Dyab Abou Jahjah, de Belgische leider van de Arabisch Europese Liga (AEL). Hij raakt, door interview en foto, meteen in de ban van 'de Arabische Malcolm X', zoals hij hem in zijn eerste column noemt. Benzakours bewondering voor hem - welbespraakt, intelligent, zelfbewust, militant -, spat in zijn boek Abou Jahjah, nieuwlichter of oplichter? van de bladzijden. 'Er was geen twijfel mogelijk: dit is nieuw. Hier is iemand aan het woord die voorgoed breekt met het oude paradigma van de onmondige vreemdeling die baadt in deemoedigheid. En ik besefte: dit mag ik het Nederlandse publiek niet onthouden.'

Politiek en media delen zijn bewondering hoegenaamd niet: Abou Jahjah wordt met wantrouwen en buitengewoon kritisch benaderd. Hij wordt scherp ondervraagd, en zijn toespraken en interviews worden nauwgezet nagevlooid op extreme uitlatingen. Zo moet Abou Jahjah zich in menig interview verantwoorden voor zijn opmerking vlak na de aanslagen van 11 september 2001, dat hij een gevoel van vreugde maar moeilijk kon onderdrukken. Dat er onschuldige slachtoffers bij die aanslag zijn gevallen betreurt Abou Jahjah, bagatelliseert Benzakour. Hij had liever gezien dat lege vliegtuigen politieke en militaire doelen, als het Witte Huis en het Pentagon, waren binnengevlogen.

Maar die nuance ging in het mediageweld verloren. Het is een uitspraak die volgens Benzakour bewust is verdraaid, en dat voert hij aan om zijn bittere constatering dat Abou Jahjah is 'gedemoniseerd' te onderbouwen. Er werd een angst-en lastercampagne gevoerd, meent hij. Irritant in zijn uitputtendheid sleept hij, ruim tweehonderd pagina's lang, vaak betwistbaar bewijsmateriaal aan voor zijn stelling. Hij citeert columnisten, opinieleiders, plukt uit kranten en van websites, neemt integraal hele dialogen over van de tv.

Demagogisch is de opsomming van scherp afkeurende uitspraken over de AEL-leider. Zet op die wijze uit de context gerukte aanvallen op Balkenende onder elkaar, dan zal ook de indruk ontstaan van een lastercampagne.

Kennelijk is Benzakour teleurgesteld dat de Arabische Malcolm X geen revolutie heeft ontketend onder de verdrukte moslimbroeders en -zusters in Nederland. Dat ligt niet aan zijn held, meent hij, veeleer aan het gebrekkig functioneren van AEL-Nederland.

Slechts over de Nederlandse tak van de AEL permitteert hij zich kritische opmerkingen, zij het in milde bewoordingen. AEL-NL heeft een gebrek aan kader, is niet duidelijk over 'onze cultuur' (de Arabisch-islamitische) en verzuimt het debat te voeren over de modernisering van de islam.

Benzakour biedt verrassende inzichten noch nieuwe informatie. Stevige kritiek schuift hij al te gretig onder de noemer demonisering. Zelfs een kritische recensie is in zijn ogen een bevestiging van zijn selectieve zoektocht: dat Abou Jahjah alom stuit op 'redeloosheid en radeloosheid'.

Janny Groen


(c) de Volkskrant 2004 alle rechten voorbehouden