MO_NL
03-06-04, 15:31
Geert Wilders: straatvechter, geen bestuurder
door Piet H. de Jong
VVD-Kamerlid Geert Wilders valt op in het parlement, onder meer door zijn vierkante taal. Die manier van spreken is nodig, vindt hij zelf, omdat we in een gezapig kikkerlandje leven. Mensen moeten hem begrijpen, ook als ze het niet met hem eens zijn.
Politieke idolen? Nee, reageert Wilders, ,,ik heb niet zo zeer idolen, daar houd ik niet zo van''. Hij noemt wel meteen de namen van Robin Linschoten en Frits Bolkestein als mensen die hem in politieke zin hebben gevormd. Linschoten nam hem in 1990 aan als medewerker voor de VVD-fractie. ,,Hij was ontzettend handig, een politiek dier die het politieke spel beheerste. Bovendien een goed debater. Van hem heb ik het politieke handwerk geleerd.''
En het klasje van Bolkestein?
,,Dat klasje wordt een beetje een mythisch begrip. Alsof hij met een krijtje bij het bord stond en zijn volgelingen alles braaf opschreven. Zo was het niet. Wel werkte ik mee aan speeches die Bolkestein hield en boeken die hij schreef. Op die inbreng kregen wij als medewerkers commentaar. Daarvan leerde je. In die zin zou je van een klasje kunnen spreken. Ik vond het een eer voor hem te werken.''
Wat leerde u van hem?
,,Dingen durven benoemen. Weten dat wanneer je vandaag geen gelijk krijgt, er ook nog een volgende dag is. Een dikke huid hebben en lef. Zijn politieke stijl is niet alleen helder,hij had en heeft ook altijd inhoud, goede argumenten. Dat spreekt me erg in hem aan.''
Met Bolkestein en Linschoten onderhoudt Wilders nog regelmatig contact.
Uw politieke stijl in het parlement valt op. Harde uitspraken niet schuwen lijkt uw stijlkenmerk. Is dat een bewuste keuze?
,,Mensen moeten begrijpen wat je zegt. Daar ontbreekt het vaak aan. Ik heb liever dat men het mij oneens is, dan dat ze niet snappen wat ik bedoel. Zeg wat je vindt en doe dat niet al te ingewikkeld. Praten in volzinnen met een paar bijzinnen is prima, als het maar helder blijft. Dat vind ik het belangrijkste als politicus. Ik ben toch geen diplomaat? Als ik dat had willen worden, had ik het diplomatenklasje van Buitenlandse Zaken moeten volgen. Ik moet er niet aan denken.
Verder leven we in een gezapig kikkerland, waar het wollige compromis en streven naar consensus hoogtij viert. Het zou een zegen zijn als dat polderidee binnenkort wordt begraven. In je spreken moet je altijd verder gaan omdat je aan het eind altijd maar de helft overhoudt. De VVD heeft het niet alleen voor het zeggen, misschien is dat maar goed ook, zo werkt de democratie. In die democratie zul je altijd weer een compromis moeten sluiten met andere politieke partijen, de SER of de Bond voor Huisvrouwen of weet ik wat. Wil je aandacht krijgen, dan moet je ver gaan en scherp inzetten anders word je niet gehoord. Je moet de discussie prikkelen en in de loop van de discussie moet je altijd water bij de wijn doen. Als je begint met een half vol glas, is dat gauw leeg.''
U wilt dus scherp inzetten om iets over te houden. Een bewuste politieke keuze dus?
,,Ja, maar vooral zeggen wat je vindt, dat is het belangrijkste. Als ik zeg dat een radicale imam op het eerste het beste vliegtuig moet worden gezet, terug naar zijn land van herkomst, dan meen ik dat ook echt.''
Sinds Fortuyn denken velen er zo over. Is het politieke klimaat in Nederland daardoor veranderd?
,,Dat vind ik dus niet. Nou ja, op bepaalde thema's wel, als je kijkt naar integratie. In het algemeen heeft de politiek weinig of niets geleerd. Nog steeds wordt er in bedekte termen gesproken. De mensen worden horendol van de politici die er nu zitten. Ik ben er zelf een van, dus ik mag het zeggen. Zaken bedekken, aardig zijn voor elkaar dat vormt nog steeds de hoofdmoot van onze politieke cultuur.''
Een voorbeeld?
,,Je moet de dingen niet alleen bij de naam noemen, maar politici daarop ook afrekenen. Het is mij een lief ding waard een minister die niet functioneert naar huis te sturen. Zonder direct een kabinetscrisis te ontketenen. Dat zou zo goed zijn voor het politieke systeem. Er wordt in Nederland veel te weinig afgetreden. Functioneert een minister niet goed, hup dan weg. Dat wil niet zeggen dat hij ergens anders niet aan de slag kan. Helemaal niet. Te veel houden we in onze politieke cultuur mensen de hand boven het hoofd. Ook mijn partij doet daaraan mee. Mensen snappen dat niet. Daar moeten we van af. Een minister is voor de gang van zaken op het departement verantwoordelijk. Klopt het niet: aftreden! Daar is niks mis mee, dat gebeurt in het bedrijfsleven ook. Hooguit krijgt hij een keer een waarschuwing. Dat is geen kwestie van schuld. Falen als bewindsman kan ook betekenen dat je het beleid onvoldoende van de grond krijgt.''
Wilders kan van de huidige ministersploeg er wel vijf noemen die voor heenzenden in aanmerking komen. ,,Ik noem geen namen, maar vraag me af waarom er niks gebeurt. Ik ben ervan overtuigd dat wanneer de cultuur op dit punt scherper wordt, het beleid verbetert.''
Wat is uw doelstelling? Wat wil de politicus Wilders bereiken?
,,Het land moet leefbaarder worden. Op belangrijke onderdelen minder vrijblijvend. Dat geldt de hele maatschappij. Mensen moeten meer eigen verantwoordelijkheid nemen en afgerekend worden op wat ze doen. De rechtsstaat moet beter gehandhaafd worden. Opkomen voor je eigen belang als land, dat zijn voor mij de rode draden. Er is niets mis mee als je eisen stelt aan de integratie van imams, dat komt ten goede aan ons belang. Ik vind dat nu veel te vrijblijvend. Ik word vies aangekeken als ik praat over het Nederlands belang. Dat is een taboe.''
Hoe ziet dat belang er volgens u uit?
,,Laat ik een - fictief - voorstel noemen. Het geld voor ontwikkelingssamenwerking in Nederland beloopt 0.8 procent van het Bruto Nationaal Product (BNP). Dat zijn miljarden. Wereldwijd ligt het gemiddelde ergens tussen de 0.2 en 0.3 procent BNP. Wij geven als Nederland dus vier keer zo veel uit als anderen. Mijn keuze zou zijn dat bedrag morgen te halveren, dan zitten we nog aan de top. Met het vrijgespeelde geld kunnen we de veiligheid vergroten en in verpleeghuizen privacy en welzijn verhogen, zodat mensen niet met tien personen op een zaal hoeven. Dan laat je zien dat je hart voor ouderen hebt. Met dat, nogmaals fictieve, voorstel van mij, dien ik het nationaal belang. Daarvoor schaam ik me niet. Ik kan dat prima uitleggen aan mijn kiezers. Ik weet zeker dat velen mijn besluit zouden respecteren. Ik word in het Nederlandse parlement gekozen. Ik zit niet in een wereldparlement. Nederlanders stemmen op mij, mijn stemmen komen niet uit Kenia.''
Hiermee trapt u veel mensen op hun ziel.
,,Dat is volgens mij een gigantisch misverstand. Vraag tien mensen op straat of ze mijn keuze meemaken, ik denk dat acht van die tien zullen instemmen. Natuurlijk trap ik op zieltjes, maar ik win hier meer zieltjes mee. Ik durf de weddenschap met u wel aan.''
Een politicus let ook op de effecten van zijn handelen. De AIVD heeft gesteld dat opinieleiders mede verantwoordelijk zijn voor een klimaat waarin de rekruteurs van de islamitische jihad makkelijker hun volgelingen kunnen strikken. Als dat het effect is - mede - van uw optreden, past u dan uw woorden, uw stijl aan?
,,Dat was een schandelijke insinuatie. Knullig, van een Groningse provincialisme, vond ik vervolgens de reactie van minister Remkes die een drieregelig briefje hierover naar de Kamer stuurde. Pas later legde hij uit hoe het was bedoeld, dat het geen aantijging van de AIVD was, maar een vaststelling. Ik vind die discussie echt van de zotte. Wat zou het alternatief zijn? Dat ik niet meer scherp mag inzetten? Dan zou er een soort SER-poldertaal, diplomatenpraat zijn over de bestrijding van terrorisme. Zwijgen of nette woorden gebruiken is voor mij geen alternatief. Dan wordt het probleem niet aangepakt. Ik vind dat die rekrutering niet kan. Wat er gebeurt in een aantal moskeeën, gelukkig een kleine minderheid, kan niet. Rekrutering in gevangenis, moskeeën en theehuizen, wil ik niet accepteren. Reageer dan niet als een provinciaal, maar doe wat! Kijk eens hoe Duitsland deze zaken aanpakt. Remkes kan zo op zomercursus bij zijn Duitse collega Otto Schilly.
We hebben als VVD en ik heb als Kamerlid niets tegen de islam. Maar de radicale islam is onze vijand. Deze week hoorden we in de Kamer de arabist professor Jansen die stelde dat de radicale islam de vijand is. Erken dat, zei hij. Hij heeft groot gelijk. Met de radicale islam zijn we in oorlog, die moet je dus met oorlogstaal benaderen. Anders verliezen we die oorlog. Zwijg je in die oorlog, dan capituleer je. Ik weiger te capituleren voor jihadisten, extremisten en radicale islamieten. Als mensen er anders over denken, is dat jammer. Zo'n rapport van de AIVD, en het geneuzel daarover, gaat bij mij rechtstreeks de prullenbak in.
Ik wil graag tolerant zijn tegenover de islam, en tegenover elk geloof, maar dan zullen we de uitwassen van de kleine minderheid bikkelhard moeten aanpakken. Doen we dat niet, dan bijten we onszelf in de staart. Ook de meerderheid van de moslims, die niets met dat extremisme te maken wil hebben, heeft er last van als we niets doen. Extremisten zijn de voorbode van terrorisme, al is niet elke extremist een terrorist. Hard optreden tegen deze mensen is dus geboden. De tijd van wachten is voorbij. Ik kan daar echt oprecht kwaad over worden. Die laksheid en dat institutioneel geneuzel, dat vind ik bijna om te huilen. Een onderraad in de ministerraad, ik heb er niks op tegen, maar de gemiddelde jihadist ligt krom van het lachen onder tafel. We doen te weinig, laten te veel op z'n beloop, alsof we in 'De Efteling' leven.''
De AIVD volgt toch de naar schatting 150 (potentiële) jihadisten in Nederland. Hoe moet het anders?
,,Je moet de bronnen keihard aanpakken. Is er een theehuis waar voor de jihad wordt gerekruteerd, dan heel snel dat theehuis sluiten en de eigenaars het land uitzetten als ze niet de Nederlandse nationaliteit hebben. Een imam die de wet overtreedt moet je vervolgen en het land uitzetten. Een moskee waar dat gebeurt, moet je na een vervolging sluiten. Zo moet je voorbeelden stellen. Dat is opkomen voor onze rechtsstaat. Dat betekent ook dat je optreedt tegen de imam en de moskee waar een boek wordt aangeprezen waarin staat dat je homoseksuelen met hun hoofd naar beneden van het hoogste gebouw gooit. Die moet je juridisch en bestuurlijk aanpakken. Het zijn heus geen barbaarse maatregelen die ik bepleit, het is absoluut nodig. Als wij een wet moeten wijzigen dan moet dat gebeuren. Mensen zijn het spuugzat.''
U zei net niks tegen de islam en tegen religies te hebben. Hoe ziet u de positie van religie in dit precaire debat?
,,Ik kom uit een rooms-katholiek gezin en heb op roomse scholen gezeten in Limburg waar ik ben opgegroeid. Persoonlijk heb ik niets met het geloof, ik ben atheïst. Ik heb wel respect voor gelovigen. Als iemand zich baseert op teksten uit de Koran of de Bijbel vind ik dat prima. Dat vind ik iets voor de persoonlijke levenssfeer. De vrijheid van godsdienst is ook glashelder. Die vrijheid stopt pas als de strafwet wordt overtreden. Daar ligt de grens. Als een radicale imam oproept om als man je vrouw te slaan, gaat hij over de schreef. Ik heb oproepen tot een bloedige strijd nooit vanuit de kerk of synagoge gehoord. Daar ligt het grote verschil, wat mij betreft. Stel dat een pastoor uit Venlo of een dominee uit Vlaardingen oproept tot onwettige zaken, dan zou ik net zo scherp reageren. De ruwe werkelijkheid is dat wereldwijd gezien 99,9 van de honderd terroristen islamitische terroristen zijn.''
Wordt u wel eens uitgenodigd voor debatten met islamitische jongeren?
,,Nee, in Nederland praat ik wel met vertegenwoordigers van moskeebesturen, maar voor debatten met jongeren word ik niet uitgenodigd. Wel ben ik uitgescholden en bedreigd. Als ik word uitgenodigd zou ik dat onmiddellijk aanvaarden.''
U hebt in het verleden gewoond en gewerkt in Israël en u bezoekt er nog kiezers. Wat hebt u met dat land?
,,Na de middelbare school, ben ik gaan reizen. Nadat ik geld verdiend had door augurken in een pot te stampen. Ik heb toen maanden in Egypte, Turkije, Cyprus en Israël gereisd en gewoond. in Israël kon ik makkelijk werk krijgen. Dat land is de enige democratie in het Midden-Oosten. Daar heb ik een band mee, ook historisch gezien en dat moeten we koesteren.''
Waar komt die reislust vandaan?
,,In het Midden-Oosten gebeurt zo veel, dat is politiek en menselijk zeer interessant. Cultureel is het ook een heel rijk gebied, al zijn er, helaas, veel conflicten. Als Europa hebben we daar mee te maken. Een raket uit Iran zal ons eerder treffen dan de Verenigde Staten, om maar iets te noemen. Ook besef ik maar al te goed mijn beperkingen als Nederlands politicus wanneer ik in die regio ben.''
Wat zijn uw politieke ambities?
,,Boeken schrijven zou ik graag willen doen, ooit ben ik begonnen aan een boek over Iran, ik had zelfs al een uitgever. Maar het kwam er gewoon niet van. Ik wil gewoon een goed Kamerlid zijn. Ik ben meer een straatvechter dan een bestuurder. In het verleden heb ik de WAO-discussies gedaan. Wat ben ik blij, nu de getallen omlaag gaan, dat ik dat niet meer doe. Ik moet iets hebben om voor te vechten, dat is mijn uitdaging. Ach, als ik ooit voor een kabinet word gevraagd zal ik geen nee zeggen, dat is ook voor mij een eer. Toch is er niks mooiers dan het Kamerlidmaatschap. Ik weet niet wat de toekomst brengt. Ik zit in elk geval nog vol ideeën, ook over de VVD. Er gaapt een enorm gat aan centrumrechtse kant. Dat heeft te maken met leiderschap, politieke cultuur en ook met nationaal belang. Ik denk dat we als VVD veel meer zetels binnen kunnen halen. Wij kunnen rijk worden. Als CDA en LPF in de peilingen twintig zetels verliezen en wij pakken daar maar twee van, dan doen we het niet goed. Daar heb ik veel gedachten over en daar wil ik graag voor knokken.''
Geert Wilders is op 6 september 1963 te Venlo geboren. Na de MAVO en HAVO aldaar volgde hij de opleiding Sociale verzekeringen te Amsterdam. Na z'n militaire diensttijd werd hij in 1984 medewerker bij de Ziekenfondsraad. In 1986 werd Wilders beleidsmedewerker bij de sociale Verzekeringsraad. In 1990 kwam hij in dienst bij de VVD-fractie als medeweker. Sinds 1998 is hij Kamerlid voor de VVD. Tot vorig jaar was hij WAO-woordvoerder, sindsdien buitenlands beleid en terrorismebestrijding.
bron: Nederlands Dagblad (http://www.nd.nl/newsite/artikel.asp?id=39372)
door Piet H. de Jong
VVD-Kamerlid Geert Wilders valt op in het parlement, onder meer door zijn vierkante taal. Die manier van spreken is nodig, vindt hij zelf, omdat we in een gezapig kikkerlandje leven. Mensen moeten hem begrijpen, ook als ze het niet met hem eens zijn.
Politieke idolen? Nee, reageert Wilders, ,,ik heb niet zo zeer idolen, daar houd ik niet zo van''. Hij noemt wel meteen de namen van Robin Linschoten en Frits Bolkestein als mensen die hem in politieke zin hebben gevormd. Linschoten nam hem in 1990 aan als medewerker voor de VVD-fractie. ,,Hij was ontzettend handig, een politiek dier die het politieke spel beheerste. Bovendien een goed debater. Van hem heb ik het politieke handwerk geleerd.''
En het klasje van Bolkestein?
,,Dat klasje wordt een beetje een mythisch begrip. Alsof hij met een krijtje bij het bord stond en zijn volgelingen alles braaf opschreven. Zo was het niet. Wel werkte ik mee aan speeches die Bolkestein hield en boeken die hij schreef. Op die inbreng kregen wij als medewerkers commentaar. Daarvan leerde je. In die zin zou je van een klasje kunnen spreken. Ik vond het een eer voor hem te werken.''
Wat leerde u van hem?
,,Dingen durven benoemen. Weten dat wanneer je vandaag geen gelijk krijgt, er ook nog een volgende dag is. Een dikke huid hebben en lef. Zijn politieke stijl is niet alleen helder,hij had en heeft ook altijd inhoud, goede argumenten. Dat spreekt me erg in hem aan.''
Met Bolkestein en Linschoten onderhoudt Wilders nog regelmatig contact.
Uw politieke stijl in het parlement valt op. Harde uitspraken niet schuwen lijkt uw stijlkenmerk. Is dat een bewuste keuze?
,,Mensen moeten begrijpen wat je zegt. Daar ontbreekt het vaak aan. Ik heb liever dat men het mij oneens is, dan dat ze niet snappen wat ik bedoel. Zeg wat je vindt en doe dat niet al te ingewikkeld. Praten in volzinnen met een paar bijzinnen is prima, als het maar helder blijft. Dat vind ik het belangrijkste als politicus. Ik ben toch geen diplomaat? Als ik dat had willen worden, had ik het diplomatenklasje van Buitenlandse Zaken moeten volgen. Ik moet er niet aan denken.
Verder leven we in een gezapig kikkerland, waar het wollige compromis en streven naar consensus hoogtij viert. Het zou een zegen zijn als dat polderidee binnenkort wordt begraven. In je spreken moet je altijd verder gaan omdat je aan het eind altijd maar de helft overhoudt. De VVD heeft het niet alleen voor het zeggen, misschien is dat maar goed ook, zo werkt de democratie. In die democratie zul je altijd weer een compromis moeten sluiten met andere politieke partijen, de SER of de Bond voor Huisvrouwen of weet ik wat. Wil je aandacht krijgen, dan moet je ver gaan en scherp inzetten anders word je niet gehoord. Je moet de discussie prikkelen en in de loop van de discussie moet je altijd water bij de wijn doen. Als je begint met een half vol glas, is dat gauw leeg.''
U wilt dus scherp inzetten om iets over te houden. Een bewuste politieke keuze dus?
,,Ja, maar vooral zeggen wat je vindt, dat is het belangrijkste. Als ik zeg dat een radicale imam op het eerste het beste vliegtuig moet worden gezet, terug naar zijn land van herkomst, dan meen ik dat ook echt.''
Sinds Fortuyn denken velen er zo over. Is het politieke klimaat in Nederland daardoor veranderd?
,,Dat vind ik dus niet. Nou ja, op bepaalde thema's wel, als je kijkt naar integratie. In het algemeen heeft de politiek weinig of niets geleerd. Nog steeds wordt er in bedekte termen gesproken. De mensen worden horendol van de politici die er nu zitten. Ik ben er zelf een van, dus ik mag het zeggen. Zaken bedekken, aardig zijn voor elkaar dat vormt nog steeds de hoofdmoot van onze politieke cultuur.''
Een voorbeeld?
,,Je moet de dingen niet alleen bij de naam noemen, maar politici daarop ook afrekenen. Het is mij een lief ding waard een minister die niet functioneert naar huis te sturen. Zonder direct een kabinetscrisis te ontketenen. Dat zou zo goed zijn voor het politieke systeem. Er wordt in Nederland veel te weinig afgetreden. Functioneert een minister niet goed, hup dan weg. Dat wil niet zeggen dat hij ergens anders niet aan de slag kan. Helemaal niet. Te veel houden we in onze politieke cultuur mensen de hand boven het hoofd. Ook mijn partij doet daaraan mee. Mensen snappen dat niet. Daar moeten we van af. Een minister is voor de gang van zaken op het departement verantwoordelijk. Klopt het niet: aftreden! Daar is niks mis mee, dat gebeurt in het bedrijfsleven ook. Hooguit krijgt hij een keer een waarschuwing. Dat is geen kwestie van schuld. Falen als bewindsman kan ook betekenen dat je het beleid onvoldoende van de grond krijgt.''
Wilders kan van de huidige ministersploeg er wel vijf noemen die voor heenzenden in aanmerking komen. ,,Ik noem geen namen, maar vraag me af waarom er niks gebeurt. Ik ben ervan overtuigd dat wanneer de cultuur op dit punt scherper wordt, het beleid verbetert.''
Wat is uw doelstelling? Wat wil de politicus Wilders bereiken?
,,Het land moet leefbaarder worden. Op belangrijke onderdelen minder vrijblijvend. Dat geldt de hele maatschappij. Mensen moeten meer eigen verantwoordelijkheid nemen en afgerekend worden op wat ze doen. De rechtsstaat moet beter gehandhaafd worden. Opkomen voor je eigen belang als land, dat zijn voor mij de rode draden. Er is niets mis mee als je eisen stelt aan de integratie van imams, dat komt ten goede aan ons belang. Ik vind dat nu veel te vrijblijvend. Ik word vies aangekeken als ik praat over het Nederlands belang. Dat is een taboe.''
Hoe ziet dat belang er volgens u uit?
,,Laat ik een - fictief - voorstel noemen. Het geld voor ontwikkelingssamenwerking in Nederland beloopt 0.8 procent van het Bruto Nationaal Product (BNP). Dat zijn miljarden. Wereldwijd ligt het gemiddelde ergens tussen de 0.2 en 0.3 procent BNP. Wij geven als Nederland dus vier keer zo veel uit als anderen. Mijn keuze zou zijn dat bedrag morgen te halveren, dan zitten we nog aan de top. Met het vrijgespeelde geld kunnen we de veiligheid vergroten en in verpleeghuizen privacy en welzijn verhogen, zodat mensen niet met tien personen op een zaal hoeven. Dan laat je zien dat je hart voor ouderen hebt. Met dat, nogmaals fictieve, voorstel van mij, dien ik het nationaal belang. Daarvoor schaam ik me niet. Ik kan dat prima uitleggen aan mijn kiezers. Ik weet zeker dat velen mijn besluit zouden respecteren. Ik word in het Nederlandse parlement gekozen. Ik zit niet in een wereldparlement. Nederlanders stemmen op mij, mijn stemmen komen niet uit Kenia.''
Hiermee trapt u veel mensen op hun ziel.
,,Dat is volgens mij een gigantisch misverstand. Vraag tien mensen op straat of ze mijn keuze meemaken, ik denk dat acht van die tien zullen instemmen. Natuurlijk trap ik op zieltjes, maar ik win hier meer zieltjes mee. Ik durf de weddenschap met u wel aan.''
Een politicus let ook op de effecten van zijn handelen. De AIVD heeft gesteld dat opinieleiders mede verantwoordelijk zijn voor een klimaat waarin de rekruteurs van de islamitische jihad makkelijker hun volgelingen kunnen strikken. Als dat het effect is - mede - van uw optreden, past u dan uw woorden, uw stijl aan?
,,Dat was een schandelijke insinuatie. Knullig, van een Groningse provincialisme, vond ik vervolgens de reactie van minister Remkes die een drieregelig briefje hierover naar de Kamer stuurde. Pas later legde hij uit hoe het was bedoeld, dat het geen aantijging van de AIVD was, maar een vaststelling. Ik vind die discussie echt van de zotte. Wat zou het alternatief zijn? Dat ik niet meer scherp mag inzetten? Dan zou er een soort SER-poldertaal, diplomatenpraat zijn over de bestrijding van terrorisme. Zwijgen of nette woorden gebruiken is voor mij geen alternatief. Dan wordt het probleem niet aangepakt. Ik vind dat die rekrutering niet kan. Wat er gebeurt in een aantal moskeeën, gelukkig een kleine minderheid, kan niet. Rekrutering in gevangenis, moskeeën en theehuizen, wil ik niet accepteren. Reageer dan niet als een provinciaal, maar doe wat! Kijk eens hoe Duitsland deze zaken aanpakt. Remkes kan zo op zomercursus bij zijn Duitse collega Otto Schilly.
We hebben als VVD en ik heb als Kamerlid niets tegen de islam. Maar de radicale islam is onze vijand. Deze week hoorden we in de Kamer de arabist professor Jansen die stelde dat de radicale islam de vijand is. Erken dat, zei hij. Hij heeft groot gelijk. Met de radicale islam zijn we in oorlog, die moet je dus met oorlogstaal benaderen. Anders verliezen we die oorlog. Zwijg je in die oorlog, dan capituleer je. Ik weiger te capituleren voor jihadisten, extremisten en radicale islamieten. Als mensen er anders over denken, is dat jammer. Zo'n rapport van de AIVD, en het geneuzel daarover, gaat bij mij rechtstreeks de prullenbak in.
Ik wil graag tolerant zijn tegenover de islam, en tegenover elk geloof, maar dan zullen we de uitwassen van de kleine minderheid bikkelhard moeten aanpakken. Doen we dat niet, dan bijten we onszelf in de staart. Ook de meerderheid van de moslims, die niets met dat extremisme te maken wil hebben, heeft er last van als we niets doen. Extremisten zijn de voorbode van terrorisme, al is niet elke extremist een terrorist. Hard optreden tegen deze mensen is dus geboden. De tijd van wachten is voorbij. Ik kan daar echt oprecht kwaad over worden. Die laksheid en dat institutioneel geneuzel, dat vind ik bijna om te huilen. Een onderraad in de ministerraad, ik heb er niks op tegen, maar de gemiddelde jihadist ligt krom van het lachen onder tafel. We doen te weinig, laten te veel op z'n beloop, alsof we in 'De Efteling' leven.''
De AIVD volgt toch de naar schatting 150 (potentiële) jihadisten in Nederland. Hoe moet het anders?
,,Je moet de bronnen keihard aanpakken. Is er een theehuis waar voor de jihad wordt gerekruteerd, dan heel snel dat theehuis sluiten en de eigenaars het land uitzetten als ze niet de Nederlandse nationaliteit hebben. Een imam die de wet overtreedt moet je vervolgen en het land uitzetten. Een moskee waar dat gebeurt, moet je na een vervolging sluiten. Zo moet je voorbeelden stellen. Dat is opkomen voor onze rechtsstaat. Dat betekent ook dat je optreedt tegen de imam en de moskee waar een boek wordt aangeprezen waarin staat dat je homoseksuelen met hun hoofd naar beneden van het hoogste gebouw gooit. Die moet je juridisch en bestuurlijk aanpakken. Het zijn heus geen barbaarse maatregelen die ik bepleit, het is absoluut nodig. Als wij een wet moeten wijzigen dan moet dat gebeuren. Mensen zijn het spuugzat.''
U zei net niks tegen de islam en tegen religies te hebben. Hoe ziet u de positie van religie in dit precaire debat?
,,Ik kom uit een rooms-katholiek gezin en heb op roomse scholen gezeten in Limburg waar ik ben opgegroeid. Persoonlijk heb ik niets met het geloof, ik ben atheïst. Ik heb wel respect voor gelovigen. Als iemand zich baseert op teksten uit de Koran of de Bijbel vind ik dat prima. Dat vind ik iets voor de persoonlijke levenssfeer. De vrijheid van godsdienst is ook glashelder. Die vrijheid stopt pas als de strafwet wordt overtreden. Daar ligt de grens. Als een radicale imam oproept om als man je vrouw te slaan, gaat hij over de schreef. Ik heb oproepen tot een bloedige strijd nooit vanuit de kerk of synagoge gehoord. Daar ligt het grote verschil, wat mij betreft. Stel dat een pastoor uit Venlo of een dominee uit Vlaardingen oproept tot onwettige zaken, dan zou ik net zo scherp reageren. De ruwe werkelijkheid is dat wereldwijd gezien 99,9 van de honderd terroristen islamitische terroristen zijn.''
Wordt u wel eens uitgenodigd voor debatten met islamitische jongeren?
,,Nee, in Nederland praat ik wel met vertegenwoordigers van moskeebesturen, maar voor debatten met jongeren word ik niet uitgenodigd. Wel ben ik uitgescholden en bedreigd. Als ik word uitgenodigd zou ik dat onmiddellijk aanvaarden.''
U hebt in het verleden gewoond en gewerkt in Israël en u bezoekt er nog kiezers. Wat hebt u met dat land?
,,Na de middelbare school, ben ik gaan reizen. Nadat ik geld verdiend had door augurken in een pot te stampen. Ik heb toen maanden in Egypte, Turkije, Cyprus en Israël gereisd en gewoond. in Israël kon ik makkelijk werk krijgen. Dat land is de enige democratie in het Midden-Oosten. Daar heb ik een band mee, ook historisch gezien en dat moeten we koesteren.''
Waar komt die reislust vandaan?
,,In het Midden-Oosten gebeurt zo veel, dat is politiek en menselijk zeer interessant. Cultureel is het ook een heel rijk gebied, al zijn er, helaas, veel conflicten. Als Europa hebben we daar mee te maken. Een raket uit Iran zal ons eerder treffen dan de Verenigde Staten, om maar iets te noemen. Ook besef ik maar al te goed mijn beperkingen als Nederlands politicus wanneer ik in die regio ben.''
Wat zijn uw politieke ambities?
,,Boeken schrijven zou ik graag willen doen, ooit ben ik begonnen aan een boek over Iran, ik had zelfs al een uitgever. Maar het kwam er gewoon niet van. Ik wil gewoon een goed Kamerlid zijn. Ik ben meer een straatvechter dan een bestuurder. In het verleden heb ik de WAO-discussies gedaan. Wat ben ik blij, nu de getallen omlaag gaan, dat ik dat niet meer doe. Ik moet iets hebben om voor te vechten, dat is mijn uitdaging. Ach, als ik ooit voor een kabinet word gevraagd zal ik geen nee zeggen, dat is ook voor mij een eer. Toch is er niks mooiers dan het Kamerlidmaatschap. Ik weet niet wat de toekomst brengt. Ik zit in elk geval nog vol ideeën, ook over de VVD. Er gaapt een enorm gat aan centrumrechtse kant. Dat heeft te maken met leiderschap, politieke cultuur en ook met nationaal belang. Ik denk dat we als VVD veel meer zetels binnen kunnen halen. Wij kunnen rijk worden. Als CDA en LPF in de peilingen twintig zetels verliezen en wij pakken daar maar twee van, dan doen we het niet goed. Daar heb ik veel gedachten over en daar wil ik graag voor knokken.''
Geert Wilders is op 6 september 1963 te Venlo geboren. Na de MAVO en HAVO aldaar volgde hij de opleiding Sociale verzekeringen te Amsterdam. Na z'n militaire diensttijd werd hij in 1984 medewerker bij de Ziekenfondsraad. In 1986 werd Wilders beleidsmedewerker bij de sociale Verzekeringsraad. In 1990 kwam hij in dienst bij de VVD-fractie als medeweker. Sinds 1998 is hij Kamerlid voor de VVD. Tot vorig jaar was hij WAO-woordvoerder, sindsdien buitenlands beleid en terrorismebestrijding.
bron: Nederlands Dagblad (http://www.nd.nl/newsite/artikel.asp?id=39372)