PDA

Bekijk Volledige Versie : Lubbers aan zet na kritisch VN-rapport



Simon
04-06-04, 15:25
Meer beweringen seksuele intimidatie

Lubbers aan zet na kritisch VN-rapport

Door onze redacteur Robert van de Roer

ROTTERDAM, 4 JUNI. Ruud Lubbers, de hoge commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties, heeft gisteren het rapport van het VN-onderzoek naar zijn vermeende seksuele intimidatie voor commentaar ontvangen.


Volgens ingewijden is het een kritisch getoonzet rapport, dat een negatief oordeel velt over UNHCR-topman Lubbers.

Lubbers studeert nu op een antwoord op het rapport van interne VN-onderzoekers, dat aanvankelijk al begin vorige week werd verwacht. Hoeveel tijd Lubbers nodig heeft, is niet bekend. VN-secretaris-generaal Kofi Annan ontving gisteren het 'finale' onderzoeksrapport van het hoofd van het Office of Internal Oversight Services bij de Verenigde Naties, Dileep Nair. Annan zond het door aan Lubbers en vroeg hem telefonisch of hij erop wil reageren. Pas daarna beslist Annan of ,,enige actie kan worden overwogen'', zoals een hoge VN-diplomaat het gisteren in New York uitdrukte.

Volgens ingewijden behandelt het VN-rapport niet alleen de officiële klacht van een vrouwelijk UNHCR-staflid, dat meent dat Lubbers haar op 18 december vorig jaar seksueel heeft geďntimideerd, na afloop van een vergadering. De onderzoekers voeren ook, aldus deze bronnen, drie andere anonieme UNHCR-medewerksters op, van wie zeker twee vergelijkbare aantijgingen tegen Lubbers hebben geuit. De onderzoekers noemen een vierde anoniem geval van een vrouw buiten UNHCR, zegt een ingewijde.

Dat de drie UNHCR-medewerksters geen klacht hebben ingediend, zou volgens de onderzoekers te maken hebben met intimidatie door Lubbers van zijn personeel. De oud-premier is, zeggen betrokkenen, overtuigd van zijn onschuld en van het feit dat hij gewoon kan aanblijven als hoge commissaris. Een van de vier aanvullende gevallen betreft een voorval dat Lubbers vorige week zelf noemde in een bericht aan het UNHCR-personeel en waarvoor hij blijkens die boodschap zijn excuses schriftelijk heeft aangeboden.

Premier Balkenende heeft, zeggen betrokkenen, afgelopen dinsdag telefonisch geďnformeerd bij VN-chef Kofi Annan naar de snelheid en stand van zaken van het interne onderzoek naar Lubbers. De RVD bevestigt dat het onderwerp tussen andere ,,lopende zaken'' aan de orde kwam tijdens het telefoongesprek. Volgens Haagse ingewijden vroeg Balkenende ,,naar het tijdschema, wat op zichzelf natuurlijk een signaal is'' en wilde hij ,,puur procedureel, niet inhoudelijk'' weten hoe het met het onderzoek stond. ,,Het gaat hier om een oud-premier van Nederland en een belangrijke functie, dat is het belang van Nederland'', zegt een regeringsfunctionaris.

Annan liet weten dat hij zelf ook zo snel mogelijk afronding van het onderzoek wil, maar kon geen garanties geven, aldus diplomatieke bronnen.

Volgens een andere Haagse ingewijde wilde Balkenende VN-topman Kofi Annan ook duidelijk maken dat ,,hoe langer het onderzoek duurt, des te groter de schade wordt, juist als er niks aan de hand blijkt te zijn''.

Binnen de VN-top groeide de afgelopen dagen onvrede over het uitblijven van het rapport, dat aanvankelijk al begin vorige week werd verwacht. Het onderzoek heeft volgens diplomatieke bronnen langer geduurd door de vier aanvullende aantijgingen, die overigens geen klachten zijn.

De UNHCR-medewerkster die officieel geklaagd heeft, beweert dat Lubbers haar op 18 december vorig jaar seksueel zou hebben geďntimideerd na afloop van een vergadering bij UNHCR in Genčve.

PLubbers ontkent dit. Hij heeft er volgens ingewijden op gewezen dat op het bewuste moment twee van zijn naaste mannelijke medewerkers met de vrouw bij hem in de kamer waren en dat er niets onoirbaars is gebeurd. Lubbers heeft de vrouw volgens zijn lezing vriendelijk bij de taille de kamer uitgeleid.

De naspeuringen van de VN-onderzoekers gingen tijdens het pinksterweekeinde door toen de ex-kabinetschef van Lubbers, El-Hilo, in Genčve werd verhoord, nadat hij hiervoor was overgekomen uit Jordanië.


NRC, 4 juni 2004

© Op dit artikel berust auteursrecht